De voorzitter
Mevrouw Verlinden heeft het woord.
Bieke Verlinden (Vooruit)
De toekomst van de beuk in Vlaanderen: we hebben in verschillende kranten gelezen, maar ik kan dat ook wel vaststellen in mijn eigen stad, dat de beuk het vandaag niet gemakkelijk heeft. Door steeds vaker voorkomende hittegolven, maar ook langere periodes van droogte en de intensiteit van de zonnestraling staan die bomen, die traditioneel normaal goed gedijen in vochtige en koele bodems, zwaar onder druk. Vooral de jonge aanplant heeft het moeilijk om te overleven, maar ook volwassen exemplaren kampen steeds vaker met zonnebrand, droogtestress en takbreuk.
Beuken wortelen niet zo diep, waardoor ze snel lijden onder watertekort. In lanen, op begraafplaatsen en in parken leidt dat niet alleen tot aantasting van de boomgezondheid, maar ook tot veiligheidsrisico’s. De beuk is echter meer dan een moeilijke boom. Het is een waardevolle soort voor de biodiversiteit, voor de hittebestrijding, voor de waterbuffering en de CO2-opslag en daarnaast is het ook een culturele en landschappelijke icoonsoort. Denk bijvoorbeeld maar aan het Zoniënwoud waar de hoogste beuken ter wereld staan, goed voor een erkenning als UNESCO-werelderfgoed.
De beuk staat niet alleen symbool voor onze natuurlijke rijkdom, maar maakt ook deel uit van onze complexe ecosystemen. Als steeds minder boomsoorten gedijen in Vlaanderen, dreigt een kettingreactie met grote gevolgen. Minder soorten betekent een grotere kwetsbaarheid voor ziektes en plagen; een aantasting van een bepaalde soort kan dan meteen – eigenlijk in sneltempo – een hele populatie treffen, waardoor een kaalslag dreigt met desastreuze gevolgen voor de biodiversiteit, voor de leefomgeving en de klimaatweerbaarheid, zeker lokaal dan.
Dit raakt dus ook aan onze volksgezondheid: minder biodiversiteit leidt tot minder natuurlijke bufferzones tegen hitte en vervuiling, terwijl mensen net meer nood hebben aan gezonde, groene ruimtes. Bovendien zijn er ook economische kosten verbonden aan het verlies van de waardevolle bomen en de noodgedwongen heraanleg van groenzones. Daarom heb ik een aantal vragen voor u.
Hoe kijkt u naar de uitdagingen van de beukpopulatie in Vlaanderen in het licht van de klimaatverandering?
Bent u van mening dat lokale besturen en bosbeheerders voldoende op de hoogte zijn van deze problematiek? Wordt er vanuit Vlaanderen voldoende ondersteuning en informatie voorzien om hen te helpen om waardevolle beuken te beheren en te beschermen?
Bestaat er in Vlaanderen een register of databank waar waardevolle of erfgoedwaardige beuken in opgenomen staan? Zo niet, staat u open voor de oprichting van zo’n dergelijk beukenregister, bijvoorbeeld naar analogie met het Bomencharter of de databanken van monumentale bomen?
Welke concrete maatregelen neemt u of plant u om de beuk te beschermen tegen klimaatstress, zowel in bosverband als in stedelijke en openbare ruimtes? Wordt er gewerkt aan een aangepast beheerplan of ondersteuningsmaatregelen specifiek gericht dan op beuken?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
De klimaatverandering zal ook in de toekomst verdere impact hebben op de vitaliteit van de beuk, maar ook op een aantal andere boomsoorten zowel in Vlaanderen als in de rest van Europa. Wetenschappers zijn hier reeds geruime tijd van op de hoogte en volgen de problematiek van zeer nabij op. De beuk zal het wel vooral moeilijker krijgen op armere bodems en in open terreinen. Vandaar ook het belang van het klimaatadaptief beheer van onze bossen dat in volle ontwikkeling is en vooral gericht is op kleinschalige ingrepen, zodat het bosmicroklimaat zo weinig mogelijk verstoord wordt.
Naast de wetenschappelijke wereld zijn ook lokale besturen en bosbeheerders zich al een tijdje bewust van de gevolgen van de klimaatopwarming voor bossen en bomen. Bosbeheerders worden daarover ook via onze administratie geïnformeerd via kanalen als de website Ecopedia en ook via het gebruikersplatform bosonderzoek, waar wetenschappers in direct contact staan met de bosbeheerders zelf. Diverse studiedagen helpen natuurlijk ook en laten toe om dieper in te gaan op concrete deelaspecten van de problematiek en om ervaringen te kunnen uitwisselen.
De beuk aanplanten in een open terrein – op dreven of als solitaire bomen – wordt hierbij niet meer aangeraden. De soort zal in de toekomst de beste overlevingskansen hebben in een groot gesloten bos, met een eigen specifiek microklimaat en op de geschikte standplaatsen, zijnde rijkere bodems met een goede watervoorziening.
Er bestaat geen beukenregister vandaag in Vlaanderen. En vanwege de ambitie van deze Vlaamse Regering om vooral in te zetten op het verlagen van de administratieve lasten, lijkt me dat nu ook niet echt een goed idee.
De algemene verspreiding van de beuk wordt wel gemonitord bij de Vlaamse bosinventarisatie, die onder meer gegevens verzamelt over de evolutie in boomsoortensamenstelling van onze Vlaamse bossen. Daarnaast wordt door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) ook jaarlijks de gezondheid van onze belangrijkste boomsoorten – waaronder de beuk – gemeten en opgevolgd.
De voorzitter
Mevrouw Verlinden heeft het woord.
Bieke Verlinden (Vooruit)
Bedankt voor uw antwoord. Ik wil toch wel even benadrukken dat ik ook weet heb van een intensiever beheer van bepaalde beuken. Ik zeg niet dat we dat bij ons in de gemeente toepassen. Dat vraagt wel een bijzonder beheer. Zeker oudere beuken vergen een veteranenbeheer. Dat vraagt toch wel een intensieve opvolging. Ik zie dat er in andere steden en gemeenten toch al eens gemakkelijker wordt gekozen voor preventieve kap, omdat die bomen net zo’n bijzonder beheer vragen. In die zin zou een register – ook al bent u, net als ik, tegen administratieve overlast – wel kunnen helpen om die boomsoorten, die ook in een veteranenfase een belangrijke bijdrage leveren aan de biodiversiteit, voldoende te beschermen en dit mee te begeleiden. Die waardevolle bomen hebben een enorme impact op de biodiversiteit, niet alleen wanneer ze in hun volle glorie zijn, maar ook in de veteranenfase, met heel veel korstmossen, mossen, allerhande insecten en andere diersoorten die daarin broeden, noem maar op. Daarom is het belangrijk dat er zelfs een veteranenbeheer is en dat dat goed mee wordt begeleid.
Daarom wil ik u bijkomend vragen om hier toch werk van te maken, om toch ook te bekijken of een register niet noodzakelijk is en om een begeleidende rol op te nemen, ook voor veteranenbeheer.
De voorzitter
Mevrouw Van Looy heeft het woord.
Sanne Van Looy (N-VA)
Collega Verlinden, dank u wel voor het stellen van deze vraag. Ik denk dat dit zeker een vraag waard is, aangezien beuken in ons Vlaamse landschap erfgoed vormen, maar dan met bladeren. Jammer genoeg zijn ze, zoals geschetst, de pineut als er veel water valt. Ook is de schors, de huid van een boom, gevoelig voor zonnebrand, zo’n beetje zoals zonnebrandgevoelige blondjes. Ik ken er alles van.
Beukenbossen maken deel uit van de Europees beschermde natuur en van de 46 in Vlaanderen officieel erkende habitattypes. Om de voortgang inzake die beschermde natuur te meten, wordt gebruikgemaakt van de zogenaamde ‘favourable reference area’ (FRA). Dat is een wetenschappelijk bepaalde oppervlakte per beschermde natuursoort die als minimum geldt om het voortbestaan van een type natuur op de lange termijn te garanderen. Ongeveer de helft van die oppervlaktes beschermde natuur volgens de FRA-norm zijn eiken-beukenbossen. Het gaat om meer dan 21.500 hectare. Minister, hoe kijkt u naar die doelstellingen? Zijn die haalbaar? Hoe wilt u die halen?
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Ik heb vroeger nog houtaankoop gedaan. Dat was een van mijn vorige werkzaamheden. Minister, als een houtvester zulke stammen kan gebruiken voor een gewone, normale productie van trappen, stoelen en noem maar op, in welke mate is er dan een normering nodig om te bepalen dat het moeilijk wordt om ze te beschermen vanaf een bepaalde hoogte of kruinbreedte? In hun latere fase vangen zulke bomen immers natuurlijk enorm veel wind. Je kunt beuken niet blijven bewaren tot zestig, zeventig, tachtig jaar. Dat kan in een bosomgeving, maar in andere situaties moeten ze soms gekapt worden, en dan worden er gewoon nieuwe beuken geplant. In welke mate bent u het ermee eens om zo te werk te gaan, dan wel om ze te blijven laten staan tot ze uiteindelijk toch omvallen?
Lydia Peeters (Open Vld)
Ik ben blij dat u antwoordt dat u geen werk zult maken van een beukenregister. Dat zou inderdaad weer extra lasten en verplichtingen opleggen aan de lokale besturen. Ik wil u wel meegeven, collega’s, dat wij in onze eigen gemeente – en wij zijn een vrij groene gemeente – een eigen bomenbeleidsplan hebben, waarbij wij alle bomen geïnventariseerd hebben, met ook een plan van aanpak en een visie over hoe die verder onderhouden moeten worden. Ik denk dat dat een betere aanpak is dan dat het vanuit Vlaanderen zou worden opgelegd.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Vertrouwen in lokale besturen is er altijd, mevrouw Peeters. En veteranenbeheer: ik heb weer iets bijgeleerd. Het klinkt mooi.
In alle eerlijkheid, collega’s: ik heb het zelf recent mogen aanschouwen in het Zoniënwoud. Ik denk dat we elkaar niet hoeven te overtuigen van de waarde ervan en van het feit dat we alles kunnen doen in de ondersteuning van het goede beheer daaromtrent. Ik verwijs bijvoorbeeld naar het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) of Natuurinvest, die daar een begeleidende rol in kunnen opnemen. Maar een register is, wat mij betreft, een brug te ver. We mogen het belang ervan bijkomend onder de aandacht brengen, ook op het vlak van het beheer, tot op het niveau van de lokale besturen en andere beheerders die daar een rol in kunnen spelen, om het belang te onderstrepen. Daar ben ik het mee eens. Ondersteunende mechanismen en instrumenten die we daarvoor hebben, kunnen daar wat mij betreft meer voor ingezet worden.
De FRA-norm moet nog volgens de nieuwe Europese richtsnoeren bepaald worden, begrijp ik. FRA halen voor bossen met beuk zal niet evident zijn, maar bij grote, goed gebufferde bossen zou dat het geval moeten kunnen zijn.
De voorzitter
Mevrouw Verlinden heeft het woord.
Bieke Verlinden (Vooruit)
Ik begrijp absoluut uw weerstand tegen een register of nog meer registreren. Ik weet zeker dat daar administratieve verplichtingen tegenover staan en ik deel ook de bezorgdheid van mevrouw Peeters. Daar doe ik dus zeker geen afbreuk aan. Uiteraard hebben wij ook in Leuven een bijzonder natuur-, bos- en bomenbeheersplan en een verzorgingsplan, maar het een spreekt het ander niet tegen.
Ik wil toch benadrukken dat het zeer belangrijk is om de lokale besturen, die op een gegeven moment geconfronteerd worden met een wat moeilijker beheer, ervoor te behoeden om preventief bomen te gaan kappen en toch dat veteranenbeheer toe te passen. Want nogmaals: ook op de stam, ook op een boom die tanende is, is er een enorm grote biodiversiteit, wat heel belangrijk is voor de verschillende ecosystemen die daarrond huizen. Daarom is het heel belangrijk dat die bomen zeker niet te vroeg gekapt worden.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.