De voorzitter
Mevrouw Hermans heeft het woord.
An Hermans (N-VA)
Minister, de sierteelt in Vlaanderen biedt ons cijfers om trots op te zijn. Ze zijn goed voor maar liefst 90 procent van de sierteeltproductie in België en in totaal wordt er vanuit ons land voor ongeveer 600 miljoen euro aan bloemen en planten geëxporteerd naar het buitenland. De Gentse azalea en de Vlaamse laurier zijn zelfs erkend als Europese streekproducten.
Op de website www.flandersplants.com van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) kun je uitgebreid kennismaken met onze Vlaamse sierteeltsector. Hier stelt men ook dat innovatie het sleutelwoord is voor die sector. Zo is er tevens een samenwerking met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Het is dus een sector die absoluut niet stilzit. Toch blijkt dat het aantal siertelers in Vlaanderen aan het slinken is en dat de winstmarges per plant dalen. Ook hier horen we de gekende verzuchtingen die we in deze commissie al meermaals hebben benoemd: administratieve lasten, hoge loonkosten, drempels voor starters, een uit de pan swingende energiekost en ga zo maar door. Overschakelen naar alternatieven zoals warmte-krachtkoppelingen (wkk's) vragen een stevige investering van onze ondernemers. Bovendien is de concurrentie vanuit Nederland zeer scherp.
Minister, welke rol ziet u voor de sierteeltsector binnen uw landbouwbeleid, gezien het belang ervan voor de export en werkgelegenheid, maar ook de specifieke uitdagingen op het vlak van energie- en loonkosten?
Wat werd er de afgelopen legislatuur al concreet ondernomen om deze trend te doen keren? Volstaan die inspanningen volgens u, gezien de huidige marktrealiteit?
Welke ondersteuning kunnen de sierteeltbedrijven verwachten op het vlak van innovatie, energietransitie en afzetbevordering?
Ik benoemde het daarnet al: er is veel concurrentie vanuit Nederland. Hoe zorgt Vlaanderen ervoor dat onze siertelers op een gelijk speelveld kunnen blijven concurreren? Hoe verhoudt uw beleid zich tot de internationale concurrentie in de sierteelt, en welke rol kan VLAM hierin nog meer spelen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dank u wel, collega. De sierteeltsector is en blijft een zeer belangrijke tuinbouwsector in Vlaanderen. We hebben het hier in deze commissie al frequent over gehad, heel vaak op aangeven van collega De Roo.
De bloem- en sierplantensector omvat onder andere perk- en balkonplanten, de azalea, de kamerplanten, bloembollen en -knollen. Ik denk dat ze ruim bekend zijn in Vlaanderen. De boomkwekerijsector omvat onder andere bloeiende en niet-bloeiende heesters, vaste planten, solitaire en laanbomen, rozelaars en fruitkweek, noem maar op. De analyse van de sectorspecifieke kengetallen die voor deze sector beschikbaar zijn en geanalyseerd worden door het Agentschap Landbouw en Zeevisserij biedt een heel gedetailleerd en gefundeerd overzicht.
Op 4,2 procent van de landbouwbedrijven in Vlaanderen worden siergewassen geteeld. 3 procent van de Vlaamse bedrijven is een gespecialiseerd sierteeltbedrijf. Het aantal bedrijven met sierteelt vertoonde een dalende trend, maar bleef vanaf 2013 vrij stabiel. De laatste twee jaar is er opnieuw een daling vast te stellen. De gemiddelde oppervlakte siergewassen per bedrijf is wel licht stijgend. In 2023 worden er gemiddeld 6,3 hectare siergewassen geteeld per bedrijf.
Op nauwelijks iets meer dan 5000 hectare slagen de Vlaamse siertelers erin om jaarlijks een productiewaarde van rond de 500 miljoen euro te realiseren. Dat is toch aanzienlijk.
Het inkomen, berekend op basis van deze productiefactoren, van de glassierteelt in Vlaanderen schommelt in de periode 2012-2022, dus in die tien jaar, tussen de 170.000 en 560.000 euro per bedrijf.
Om van het factorinkomen naar het bedrijfsinkomen te gaan, worden de externe productiefactoren mee in rekening gebracht. Mede gezien de inzet van de externe arbeid in de sierteelt, gemiddeld 3,6 volwaardige arbeidskrachten in die periode, is het verschil tussen het factorinkomen en het bedrijfsinkomen behoorlijk.
Het familiaal arbeidsinkomen voor de glassierteelt schommelt in dezelfde periode van tien jaar tussen 60.000 euro en 380.000 euro per bedrijf. Hiervan dient de arbeid van de bedrijfsleider en meewerkende gezinsleden te worden vergoed. Voor de bedrijven gespecialiseerd in glastuinbouw zijn er gemiddeld twee familiale arbeidskrachten.
Al bij al duiden die cijfers op een gezonde en veerkrachtige sierteeltsector. Het aantal gespecialiseerde sierteeltbedrijven en glassierteeltbedrijven is inderdaad dalende, zoals algemeen in de landbouw kan worden vastgesteld. De krimp van het aantal bedrijven gaat weliswaar gepaard met een groeiend bedrijfsareaal en het behoud van de totale productiewaarde.
Niettemin is ook deze sector in constante evolutie en moet ook hier worden ingezet op innovatie om die veranderingen in productiefactoren, zoals bijvoorbeeld energie – een heel belangrijke uitdaging in de glastuinbouw en heel actueel –, arbeid en gewasbescherming, te kunnen ondervangen.
Ook tijdens de afgelopen legislatuur, net zoals tijdens de huidige, heb ik de Vlaamse sierteeltsector via verschillende kanalen ondersteund om te kunnen blijven investeren in de broodnodige innovatie.
Wat onderzoek en de praktische vertaling van de onderzoeksresultaten betreft, is er een belangrijke basisfinanciering van het praktijkcentrum voor sierteelt, namelijk Viaverda te Destelbergen. Dit stelt Viaverda in staat om een vast kader van onderzoek en voorlichting op te zetten voor innovatieve teelttechnieken en bedrijfsmanagement in sierteeltproducties.
Op basis van de prioriteiten die samen met telers in de technische werkgroep Sierteeltstrategie 2050 zijn vastgesteld, richt het jaarprogramma Duurzaamheid 2025 van Viaverda zich verder op de verduurzaming van de sector in de sleutelthema’s waterbeschikbaarheid en -kwaliteit, verduurzaming van substraten en energie.
Ook siertelers die ideeën voor specifieke uitdagingen willen uitwerken, ondersteunen we via de Europese oproepen en landbouwtrajecten van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Dit jaar hebben we bijvoorbeeld een oproep gelanceerd voor demoprojecten betreffende bufferstroken. Er zijn twee voorbeelden van lopende onderzoekstrajecten waarin de sierteeltsector participeert: een project rond ‘Nieuwe technologieën en AI voor optimaal gewasmanagement in de sierteelt’ en een project met als titel ‘ie-LICHT: Innovatieve en Energiebesparende lichtstrategieën voor de glastuinbouw’.
Op individueel niveau kunnen telers betoelaging aanvragen voor investeringen die innovatief zijn voor de sector via innovatietrajecten van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Ook via VLIF-investeringen kunnen telers ervoor zorgen dat ze technisch de concurrentie met de omliggende regio’s kunnen blijven voeren.
Via terreinvoorlichting zorgt het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, in samenwerking met partners zoals praktijkcentra en organisaties als de Begeleidingsdienst voor Betere Bodem- en Waterkwaliteit (B3W), ervoor dat regelgeving op een verstaanbare manier wordt uitgelegd.
De gezamenlijke inspanningen hebben ertoe geleid dat de landbouwconjunctuurindex voor glassierteelten sinds het tweede semester van 2022 er telkens op vooruitging, behalve dan voor het najaar 2024 waar een lichte terugval opgemeten werd. Dat blijkt uit de halfjaarlijkse bevraging van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. Vooruitblikkend op 2025 heerst er een positief sentiment: veel telers hopen en verwachten dat deze gunstige trend zich zal doorzetten.
De acties en initiatieven van VLAM worden steeds in overleg met de sector bepaald, op basis van grondig marktonderzoek. Zo kan ingespeeld worden op de specifieke behoeften en uitdagingen en noden van de Vlaamse siertelers.
De strategie die hier gekozen werd, legt het zwaartepunt van de promoacties op de binnenlandse markt. VLAM werkt hiervoor jaarrond seizoensgebonden acties uit onder de koepel Groen van bij ons, u welbekend. Denk maar aan de succesvolle pluktuin voor de voorjaarsbloeiers, Valentijn, Moederdag – Vaderdag misschien zondag –, een perkplantenactie om de lente af te trappen en een actie rond Boomplantdag in het najaar.
Naast de binnenlandse acties ondersteunt VLAM ook actief de exporteurs van Vlaamse sierteeltproducten. Iedere exporteur kan zich gratis laten registreren op het exportplatform flandersplants.com. Dit platform wordt actief gepromoot in buitenlandse communicatiecampagnes. Zo organiseert VLAM jaarlijks enkele beursdeelnames, dit jaar aangevuld met handelsmissies in Zwitserland en het noorden van Spanje. Verder nodigt VLAM jaarlijks een delegatie internationale sierteeltjournalisten uit en is er jaarrond een pr-werking om de troeven van onze innovatieve en duurzame sierteelt in Vlaanderen verder in de kijker te zetten.
De voorzitter
Mevrouw Hermans heeft het woord.
An Hermans (N-VA)
Dank u wel voor het uitgebreide antwoord.
U noemde de VLIF-aanvragen, daarover heb ik nog een bijvraag. Recent gaf u aan dat men over een kleine opflakkering in de sector spreekt, met een verdubbeling van het aantal VLIF-aanvragen voor de opstart- en de overnamesteun. Dat is uiteraard een heel goede zaak, want wanneer men de situatie van 2023 vergelijkt met die van iets meer dan veertig jaar geleden, in 1980 namelijk, zien we dat er maar liefst 2397 siertelers onder glas minder zijn. Volgens mij zijn dat toch wel sprekende cijfers, hoewel het totale areaal eigenlijk niet verkleind is sinds 2013.
Ik vroeg me dan ook af of u zicht hebt op die concrete aanvragen voor die VLIF-steun. Gaat dit om bestaande grote bedrijven die kleine bedrijven overnemen? Of gaat het eerder om startende opvolgers van siertelers of starters die zonder familiale voorgeschiedenis in de sierteelt stappen? Dank u.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Ik vind het goed dat de sierteeltsector hier ook nog eens aan bod komt. Ik zeg altijd: de land- en tuinbouw zorgt voor een goedgevulde tafel. Want als je spreekt over een goedgevulde tafel, dan staat daar ook een bloemetje of een plantje op, naast al het lekkers dat we kunnen opeten, natuurlijk.
Ik denk dat de evolutie die de sierteelt heeft doorgemaakt in de afgelopen jaren, en zeker als je teruggrijpt naar 1980 … Toen zag die sector er natuurlijk totaal anders uit, collega, met investeringen die in serres moesten gebeuren, de hele evolutie naar plastic serres die is doorgemaakt, hogere serres ook. Ik denk dat je de bedrijven van toen helemaal niet meer kunt vergelijken met de bedrijven van nu. Er is ook een zekere schaalvergroting die ook daar heeft plaatsgevonden. Er zijn ook investeringen die moesten gebeuren vanwege hoge energiekosten, ter vervanging van een oude verwarming, aangedreven door aardolie. Die moest vervangen worden door iets anders. Dat gaat over grote investeringen, die natuurlijk kantelpunten zijn voor ondernemers en voor siertelers om keuzes te maken, om al dan niet hun bedrijf verder te zetten.
Minister, de vorige keer dat ik u een vraag over sierteelt heb gesteld, was dat een paar dagen voor Valentijn, en u hebt het eigenlijk al in uw antwoord gezegd: bloemen hoef je niet altijd op speciale momenten te kopen die geënt zijn op Valentijn of Vaderdag of een feestdag. Bloemen en planten, daar kun je mensen het jaar rond mee plezieren. Bij dezen wil ik van mijn repliek gebruikmaken om dat ook te lanceren. Bloemen en planten maken mensen gelukkig. Dus: koop ze, dan is er ook een markt voor!
De voorzitter
Tot zover de promotietussenkomst. (Gelach)
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Bij mij werkt het thuis nog altijd. Ik kan dat bevestigen. (Gelach)
Wat de VLIF-steun betreft, collega Hermans: voor een tweede bedrijf is er geen VLIF-steun. Die is er enkel nog voor de jonge starters. Verder kan ik u de cijfers van de steun bezorgen, om de evolutie te kunnen zien.
Ik denk dat het volgende belangrijk is: als we vandaag de klimaatuitdaging kennen, dan weten we dat we vandaag in de glastuinbouw voor heel grote uitdagingen staan op energetisch vlak. We kennen daar het verhaal van de wkk. Daar denk ik dat we ook elkaars bondgenoot kunnen en moeten zijn, om die sector te ondersteunen met haalbare en betaalbare maatregelen.
Ik denk dat dat een belangrijke kans is voor mij om jullie daarbij uit te nodigen om de steun richting die sector uit te spreken, als het gaat over de transitie die de landbouwsector moet doormaken, en in het bijzonder de glastuinbouw, in het kader van de klimaatuitdagingen.
De voorzitter
Mevrouw Hermans ziet af van een slotbeschouwing.
De vraag om uitleg is afgehandeld.