De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Ik heb een vraag over de Vlaamse kennisportefeuille voor landbouwers die vorig jaar in december werd gelanceerd en waarbij landbouwers gestimuleerd worden om bedrijfsspecifieke adviezen aan te vragen of een opleiding te volgen. Sinds de start zijn er ongeveer vierhonderd aanvragen ingediend, waarvan ongeveer twee derde voor een klimaatscan.
De start van het stelsel klinkt alleszins veelbelovend, maar tegelijkertijd merkt men dat ongeveer 14.800 actieve Vlaamse landbouwers de weg naar de kennisportefeuille aarzelend vinden. Daarom wordt ervan uitgegaan dat de kennisportefeuille meer onder de aandacht zou mogen worden gebracht.
Daarnaast zeggen een aantal sectoren en adviesinstanties dat er nog wat verbeterpunten op te merken zijn. Die zouden de groei kunnen stimuleren. Men vindt onder andere dat het feit dat de aanvraag via het e-loket verloopt, vrij complex is voor een aantal landbouwers en dat dat ervoor zorgt dat er minder snel toeleiding naar wordt gezocht. Ten tweede zegt men dat er een mentale barrière zou zijn bij een aantal landbouwers. De kennisportefeuille zou een vraaggerichte maatregel zijn. Dat betekent dat de landbouwers zelf om advies moeten vragen en daarvan ook een deel zelf moeten betalen, want het is natuurlijk niet volledig kosteloos, terwijl ze eerder gewend zijn om advies aangeboden te krijgen. Het gaat meestal over sensibiliserende adviezen, wat anders is dan adviezen waar een duidelijke economische return tegenover staat, zoals energieadvies of hulp bij concrete problemen op het bedrijf. Als we kijken naar adviezen rond de bemestingsstrategie bijvoorbeeld, dan is de economische winst niet onmiddellijk zichtbaar voor de landbouwer zelf. Daar ligt de winst eerder in de bodem- en waterkwaliteit. Daarom zouden er nog wel wat aanpassingen kunnen gebeuren.
Minister, welke zijn uw objectieven met betrekking tot de uitrol van de kennisportefeuille?
Hoe wilt u deze subsidiemaatregel verder onder de aandacht van de landbouwers brengen zodat zij de stap zetten naar het inwinnen van bedrijfsadvies?
Hoe wilt u de landbouwers overtuigen om te investeren in een vraaggerichte maatregel als de kennisportefeuille en hen overtuigen van de meerwaarde van deze adviezen voor hun bedrijf?
Hoe zult u tegemoetkomen aan de verbeterpunten die zijn opgelijst door de diverse sectoren en de adviesinstanties? Zult u hierbij vooral focussen op het gebruiksvriendelijk maken van het systeem, zeker voor oudere landbouwers, voor wie digitale systemen niet altijd comfortabel zijn? Misschien kan daar nog wel wat bijsturing gebeuren om het allemaal wat toegankelijker te maken.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Met de kennisportefeuille willen we de landbouwers financieel ondersteunen bij de aankoop van vorming en/of advies met als doel de kwaliteit van hun bedrijfsvoering te verbeteren.
Mijn administratie heeft al verschillende acties ondernomen om de subsidie breed in de kijker te zetten. Naast de gerichte informatie naar landbouwers gebeurde dat via een persbericht, een toelichting op Agriflanders, via sociale media en allerhande persartikels. Momenteel loopt er een reportage op PlattelandsTv.
Ook zal mijn administratie afstemmen en samenwerken met de geregistreerde adviesdiensten over het promoten van de kennisportefeuille. Zij zijn uiteraard ook een belangrijke schakel in de communicatie naar onze landbouwers. Ook promoten we de kennisportefeuille verder bij adviesdiensten die nog niet geregistreerd zijn om hen te wijzen op de voordelen van het verlenen van advies in de kennisportefeuille.
Elk landbouwbedrijf is anders en juist daarom is advies op maat zo waardevol. In onze communicatie wijzen we de landbouwers op het budget dat ze ter beschikking hebben in de kennisportefeuille en kunnen aanwenden voor advies over een heel breed spectrum van onderwerpen. Bovendien zijn landbouwers niet gebonden aan een bepaalde adviseur maar kunnen ze kiezen voor hun vertrouwde adviseur die op de hoogte is van hun specifieke bedrijfssituatie, wat voor heel wat adviesonderwerpen een meerwaarde kan zijn.
Binnen mijn administraties worden experts in materies die door landbouwers als complex worden ervaren, gewezen op de mogelijkheid van adviesverlening via de kennisportefeuille. Zij promoten de kennisportefeuille in hun communicatie naar de landbouwers over hun specifieke materie. Wanneer ze specifieke vragen krijgen voor advies op maat van landbouwers, verwijzen ze door naar de mogelijkheid van de kennisportefeuille.
Initieel is de kennisportefeuille zo uitgewerkt dat de aanvraagprocedure voor de landbouwer, die via het e-loket Landbouw en Zeevisserij verloopt, zo eenvoudig mogelijk is. En hij is al regelmatig op basis van de feedback van zowel advies- en vormingsdiensten als landbouwers stevig verbeterd.
Landbouwers die digitaal minder vaardig zijn, kunnen een aanvraag ook laten indienen door een volmachthouder. Mijn administratie ondersteunt landbouwers voor het indienen van een aanvraag ook via informatie op de website van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. Een handleiding met een stappenplan en een lijst van veel gestelde vragen met antwoorden staan ter beschikking. Voor verdere vragen en ondersteuning kunnen ze ook steeds terecht bij onze administratie. Op basis van vragen en opmerkingen past onze administratie de info op de website continu aan. Zo wordt er voortdurend naar gestreefd dat de landbouwer de kennisportefeuille effectief, efficiënt en naar tevredenheid kan gebruiken
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Dank u wel, minister. Advies op maat is op zich zeer goed voor onze landbouwers. Elke actieve landbouwer krijgt 2000 euro ter beschikking om dat advies te vragen. Maar we zien dat ruim 14.800 landbouwers op dit ogenblik nog niet de weg ernaartoe vinden. Het is goed dat u nog wat extra promotie gaat doen. De vraag die ik me nog stel, is de volgende. De landbouwsectoren zelf zeggen dat er nog een aantal verbeterpunten zijn. Waren zij dan initieel niet betrokken bij de opmaak van de kennisportefeuille?
Het is belangrijk dat we het aanbod van adviezen die afgeleverd kunnen worden, nog wat moeten verruimen. De bedoeling is toch vooral om die kennis en die adviezen op maat maximaal te laten gebruiken door onze landbouwers. Hoe ruimer het aanbod van de adviezen is, hoe beter. Dat is in het belang van onze landbouwers.
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Voorzitter, ook hier weer: op zes maanden tijd is 2,7 procent van onze landbouwers ingegaan op het aanbod van de kennisportefeuille. Ik vraag me af hoeveel middelen en hoeveel mensen daartegenover staan. We hadden het daarjuist over de budgetherziening. Wat staat daartegenover? Welk budget wordt daarvoor uitgetrokken? Ondanks alle eventuele andere promotiecampagnes, ziet het er niet naar uit dat u de grote groep van landbouwers zult bereiken met uw kennisportefeuille, als na zes maanden tijd 2,7 procent van de landbouwers erop is ingegaan. Inderdaad, het heeft niet alleen te maken met het feit dat het opnieuw via het e-loket gaat en opnieuw zorgt voor administratie. Want je kunt niet zomaar vlug eens vragen als je een probleem hebt, of men daar onmiddellijk op kan antwoorden. Neen, dat moet worden opgevolgd. De landbouwers hebben daar ook geen tijd en geen goesting voor.
Dit is misschien een fundamenteel debat dat we moeten voeren. Ik zie dat de volgende vraag gaat over een langetermijnvisie voor de Vlaamse land- en tuinbouw. Landbouwers zijn in het algemeen geen vragende partij voor steeds meer subsidies voor van alles en nog wat. Dat is niet zo. Iedereen denkt dat en iedereen zegt dat die landbouwers maar subsidies binnenrijven. Maar dat is niet het punt. Ze willen minder regels, minder administratieve overlast en meer rechtszekerheid. Maar die subsidies in de huidige omstandigheden? Ik weet wel dat het nu de manier van werken is om het allemaal via subsidies te doen, maar au fond vragen landbouwers geen subsidies. Dat is het fundamentele debat dat we vroeg of laat moeten voeren.
De voorzitter
Mevrouw Hermans heeft het woord.
An Hermans (N-VA)
Mijn collega, de heer Coel, heeft daar ook eens een schriftelijke vraag over ingediend. In 2024 waren er slechts twaalf steunaanvragen. In 2025 gaat het aantal steunaanvragen naar achttien. U gaf aan dat het niet noodzakelijk is dat deelnemers van de opleidingen effectief een subsidieaanvraag indienen. Oké, maar zijn er dan indicaties – het kan wishful thinking zijn, maar ik heb het puur over het aantal deelnemers – dat er veel meer deelnemers zijn dan steunaanvragen? Wij vinden het natuurlijk ook heel belangrijk dat onze landbouwers de weg daarnaar vinden, of dat nu met een subsidie is of niet.
De voorzitter
Ik denk dat er wat verwarring is tussen landbouwvorming en kennisportefeuille. Minister, u zult dat verduidelijken.
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Als de vraag verduidelijkt wordt. Misschien moet u ze schriftelijk stellen of een nieuwe vraag indienen. Ik denk dat het over landbouwvorming gaat, waar u op doelt.
Hier gaat het inderdaad over een hervorming, waarbij we een landbouwer beschouwen als een ondernemer, als een grote of een kleine kmo, zoals u wilt. De kennisportefeuille is een vraaggestuurd instrument. Als je kennis of advies wilt binnenhalen, krijg je daar nu ook de toegang toe.
Er is zeker wat debat en discussie over geweest, maar de landbouworganisaties zijn zeker betrokken bij de opmaak en het gebruik hiervan. We gaan natuurlijk nauwgezet volgen wat de evolutie is. Maar nogmaals, ik ben het met u eens: heel veel ondernemers zeggen vandaag dat ik de subsidies mag houden, maar dat ik hun rechtszekerheid moet geven en hen moet laten ondernemen. Dat is stap één. Ze kunnen daarbij ondersteuning krijgen in kennisontwikkeling en innovatie. Dat is een aanbod dat wij doen. Dat is nogal logisch. Zij kunnen daarop intekenen, wat mij betreft vraaggestuurd. Als er een behoefte is, is er het aanbod. Dat is de essentie van de hervorming van dit aanbod.
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Dank u wel, minister. Ik denk dat we het zeker moeten evalueren. Als we zien dat in de wintermaanden, wanneer de landbouwers niet op het veld zijn, er eigenlijk al weinig interesse is getoond in de kennisportefeuille ondanks alle mogelijke promotie, dan zal het in de zomermaanden zeker niet gaan boomen.
Ik volg u uiteraard: een landbouwer wil rechtszekerheid en wil vooral minder regels, terwijl er almaar meer regels zijn. Meer regels betekent dat ze ook begeleid en ondersteund moeten worden en advies moeten kunnen krijgen om al die regels toe te passen. We zien toch dat daar de landbouwers niet echt vragende partij voor zijn. Maar opnieuw: we moeten dat binnen een half jaar eens evalueren om te kijken hoe het dan met de interesse gesteld is.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.