Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Vorig ArtikelVorig artikel Volgend artikelVolgend Artikel

 03 okt 2025 10:33 

GLB 2028-2034 en Vlaanderen


Vraag om uitleg over de hervormingsvoorstellen voor het Europese landbouwbeleid in het Meerjarig Financieel Kader 2028–2034
van Lydia Peeters aan minister Jo Brouns

Vraag om uitleg over het gemeenschappelijk landbouwbeleid in Vlaanderen na 2027
van Eva Ryde aan minister Jo Brouns

De voorzitter

Mevrouw Peeters heeft het woord.

Lydia Peeters (Open Vld)

Ik heb inderdaad een vraag ingediend over de hervormingsvoorstellen voor het Europese landbouwbeleid in het meerjarig financieel kader (MFK) 2028-2034, waarover de Europese Commissie op 16 juni laatstleden het een en ander heeft gepresenteerd. De Europese Unie stelt daarin onder meer dat ze het EU-budget wil optrekken tot 2000 miljard euro, maar tegelijk ook dat ze de landbouwsubsidies met 25 procent wil verminderen tot ongeveer 300 miljard euro. Voorts wordt voorgesteld om het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) te centraliseren in één fonds dat op nationaal niveau zou worden beheerd.

Landbouworganisaties uitten reeds de dag voor de bekendmaking van deze plannen van de Europese Commissie ernstige bezorgdheden. Ze waarschuwen voor een verzwakt Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), het risico op vermenging van landbouwmiddelen met andere beleidsdomeinen en een verdere hernationalisering van de landbouwsteun. Tegelijkertijd heerst er grote onduidelijkheid over de impact voor Vlaanderen, dat traditioneel een beperkt aandeel uit het Europese landbouwbudget ontvangt, maar waarin de landbouwsector economisch en maatschappelijk wel een belangrijke rol speelt.

Minister, welke concrete budgettaire impact zullen de Vlaamse landbouwsector en het plattelandsbeleid in het kader van de tweede pijler ondervinden indien het voorgestelde Europese landbouwbudget wordt verlaagd met 25 procent en geïntegreerd in een breder nationaal fonds?

Welke subsectoren zullen het sterkst worden geïmpacteerd binnen de eerste pijler?

Wat is het standpunt van de Vlaamse Regering ten aanzien van de voorgestelde daling van het landbouwbudget met 25 procent?

Ziet u de voorstellen van de Europese Commissie inpasbaar in de doelstelling om de landbouw als een strategische sector te beschouwen met het oog op een zelfvoorzienende voedselproductie?

Bent u van mening dat de hervorming van het landbouwbeleid, met het schrappen van aparte Europese landbouwfondsen, leidt tot de hernationalisering van het GLB?

De voorzitter

Mevrouw Ryde heeft het woord.

Eva Ryde (N-VA)

Voorzitter, collega Peeters heeft het zonet al geschetst: er is een drastische vermindering van 20 procent – u komt tot 25 procent; de waarheid ligt misschien ergens in het midden – op het globale budget. De tweepijlerstructuur wordt opgeheven. De lidstaten zullen in de toekomst moeten werken met een nationale enveloppe. Voor Vlaanderen betekent dit voorstel toch dat we nu echt dringend moeten nadenken over de inhoud en de timing van ons eigen strategisch landbouwbeleid na 2027.

In het Vlaamse regeerakkoord is uitdrukkelijk opgenomen dat er zo snel mogelijk een externe doorlichting van het huidige GLB 2023-2027 én voorgaande cycli moet gebeuren, om lessen te trekken en aanbevelingen te formuleren. Die analyse lijkt ons essentieel om het nieuwe plan heel doelmatig op te stellen, zeker als het over minder budget gaat. Toch stel ik vast dat er onduidelijkheid is over de start en de timing van die doorlichting. In verschillende communicaties wordt er gezegd dat het al is gestart of dat het zal starten. De tijd dreigt ons in te halen, waardoor de conclusies niet meer ten volle kunnen worden meegenomen in de opmaak van het strategisch plan na 2027, want dat gaat heel snel.

Minister, kunt u de exacte timing van de externe doorlichting van het huidige GLB 2023-2027 toelichten? Is dit effectief al gestart of toch niet? Welke stappen zijn reeds gezet? Welke externe partij zal deze uitgavendoorlichting voeren?

Hoe zult u ervoor zorgen dat de resultaten van die doorlichting tijdig beschikbaar zijn om te worden meegenomen in de opmaak van het strategisch plan voor het GLB na 2027 en – heel belangrijk – de Vlaamse Landbouwvisie 2030-2050?

Hoe zult u de Vlaamse land- en tuinbouwers en andere stakeholders betrekken bij de opmaak van het nieuwe strategisch plan? Op welke termijn voorziet u de eerste brede consultaties? Hoe garandeert u dat hun input tijdig wordt meegenomen in de aangekondigde SWOT-analyse (strengths, weaknesses, opportunities, threats)?

De opmaak van het Vlaams strategisch plan voor het GLB na 2027 zal ook door een onafhankelijke ex-ante-evaluator worden begeleid. Is al geweten wie deze rol zal opnemen?

Tot slot: welke effecten verwacht u concreet voor de Vlaamse landbouw op basis van het huidige voorstel van de Europese Commissie?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dank u wel, collega’s. Het is een belangrijke vraag.

Zoals jullie weten, is in het Vlaamse standpunt over het MFK bepaald dat de middelen voor de Vlaamse landbouwer niet mogen dalen. Ik trap een open deur in als ik zeg dat de druk op de middelen voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid en daarmee ook de verzekering van onze lokale voedselvoorziening in het gedrang komt. Meer nog: terwijl de verwachtingen van onze landbouwers op heel wat vlakken alleen maar stijgen, lijkt de vergoeding daarvoor net te dalen.

Het is vandaag nog niet mogelijk om de concrete budgettaire impact van de Commissievoorstellen voor de Vlaamse landbouw en het platteland in te schatten. Er zijn drie belangrijke redenen daartoe. Ten eerste zijn meerdere elementen uit de Commissievoorstellen nog niet helder. Verder zijn er voor zowel landbouw als visserij geoormerkte minimumbedragen voorzien. Pas als de diverse puzzelstukken gelegd zijn, zullen we de reële bedragen kennen. Tot slot is er ook de intra-Belgische verdeling. De Commissie kent middelen toe aan lidstaat België, die we dan verder moeten verdelen over de bevoegde gewesten.

Aangezien we nog geen zicht hebben op het totaal, is het ook nog niet mogelijk om analyses voor subsectoren te maken. Dat het budget op heden lager is dan we verwacht hadden vanuit Vlaanderen, is helaas wel helder. Bij monde van premier De Wever blijft België overtuigd dat het GLB geen plaats heeft in het zogenaamde ‘single fund’, waar meerdere beleidsmateries bij elkaar worden geplaatst, maar net een apart fonds zou moeten blijven. Eveneens is het de Belgische overtuiging dat het hervormde GLB geen negatieve impact mag hebben op het inkomen en het toekomstperspectief van onze landbouwers.

Aangezien vele lidstaten op deze zelfde golflengte zitten en er ook vanuit het Europees Parlement toch wat kritische geluiden komen over het Commissievoorstel, staat het wel vast dat er de komende maanden nog grondig zal worden gedebatteerd over het Commissievoorstel.

De Commissievoorstellen omvatten inderdaad enkele kiemen voor een hernationalisering, wat nefast is voor de goede werking van onze eengemaakte markt en voor het level playing field binnen de Unie. Ook daar zal nog grondig over worden gedebatteerd. Wat mij betreft, is dat niet onterecht: een flexibele invulling is belangrijk, maar het gelijke speelveld is de basis van de Europese Unie. Dat laten we beter niet zomaar verloren gaan.

Verder waren er ook enkele eerder technische vragen over de doorlichtingen en evaluaties die nodig zijn. Op Europees vlak zijn er een aantal mechanismen die ervoor moeten zorgen dat de GLB-uitgaven correct verlopen. De certificering van de jaarrekeningen door een externe opdrachthouder is daar een goed voorbeeld van.  

Daarnaast organiseert de Europese Commissie zelf controles in de lidstaten om na te gaan of de administratieve praktijken in overeenstemming zijn met de EU-voorschriften, of de uitgaven geleid hebben tot een output zoals gerapporteerd in het jaarlijkse prestatieverslag, of de uitgaven zijn verricht en gecontroleerd overeenkomstig de regels, en of het werk van de certificerende instantie correct is uitgevoerd. De voorbije jaren is Vlaanderen op deze manier verschillende malen doorgelicht.

Daarnaast is kort na de goedkeuring van het Vlaamse GLB-Strategisch Plan een evaluatieplan opgesteld en voorgelegd aan het Monitoringscomité voor het GLB. Jaarlijks wordt ook aan het Monitoringscomité een stand van zaken gegeven. Het evaluatieplan en de jaarlijkse updates zijn eveneens te raadplegen op de website van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij.

Bij de geplande en lopende evaluaties zijn er een aantal intern uitgevoerd, maar ook een aantal extern. Jaarlijks wordt het evaluatieplan ook geüpdatet in het Monitoringscomité. Aangezien dat Monitoringscomité zowel alle regeringspartners, de verschillende betrokken overheden als het middenveld vertegenwoordigt, kan dit als representatief worden beschouwd.

Na afloop van het GLB-Strategisch Plan wordt tevens een uitgebreide ex-postevaluatie uitgevoerd. Die evaluatie kan pas gebeuren zodra alle uitgaven zijn gedaan. Voor de voorbije periodes is deze evaluatie afgerond of lopend. Voor de huidige periode is nog geen ex-postevaluatie gedaan. Dit kan uiteraard altijd pas nadien.

Het GLB wordt vandaag dus tussentijds continu doorgelicht. Daarnaast worden uitgaven jaarlijks, per audit en periodiek gecontroleerd door zowel de Europese Commissie als een externe audit. Daarnaast wordt van elke GLB-periode achteraf nog een extra doorlichting gemaakt. Aan evaluaties en controles is dus absoluut geen gebrek.

Wat betreft het toekomstige GLB, varen we vandaag natuurlijk niet blind. De data uit de tussentijdse evaluaties, de financiële doorlichtingen en ook de ex-postevaluaties zorgen ervoor dat we ondertussen weten waar de knelpunten en noden liggen. Het moet gezegd dat het altijd een zeer moeilijk evenwicht is tussen enerzijds voldoende jaren van uitvoering hebben, zodat de evaluatie voldoende substantie en relevantie heeft, en anderzijds tijdig afronden, zodat ze kan worden meegenomen voor de voorbereiding van het nieuwe GLB.

Binnen het evaluatieplan van het GLB-Strategisch Plan is getracht om de meeste evaluaties in te plannen zodat de outcome kan worden meegenomen bij de voorbereiding van het nieuwe GLB. Ik verwijs u dan ook graag naar de exhaustieve lijst die is opgenomen in het evaluatieplan en die, zoals ik al zei, ook openbaar consulteerbaar is.

 

In elk geval kan ik zeggen dat het mijn ambitie is om het volgende GLB te schrijven mét de mensen op het terrein. Alleen zo garanderen we een gemeenschappelijk landbouwbeleid dat werkt in de praktijk.

De voorzitter

Mevrouw Peeters heeft het woord.

Lydia Peeters (Open Vld)

Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat het op dit ogenblik nog niet voldoende duidelijk is en dat er nog een aantal vragen openliggen, dat de puzzelstukken nog volledig moeten worden gelegd.

Alleszins noteer ik toch dat u zich sterk maakt dat de middelen voor de Vlaamse landbouwer niet mogen dalen en dat u zelf ook pleit voor een apart en versterkt geïndexeerd landbouwbudget dat geen interferenties heeft met andere beleidsdomeinen of waar andere beleidsdomeinen niet op mogen inpikken.

Het dateert van 16 juli. We zijn ondertussen al een tijdje verder. We zullen het alleszins blijven opvolgen en we hopen dat er zo snel mogelijk duidelijkheid over komt.

Ik heb het daarnet al gezegd: er heerst wat ongerustheid bij de landbouwsector zelf. Ik denk dat we er zeker over moeten waken dat Vlaanderen hier toch zijn rechtmatig aandeel krijgt.

De voorzitter

Mevrouw Ryde heeft het woord.

Eva Ryde (N-VA)

Minister, ik dank u. Wij steunen wat u eerder hebt aangehaald: dat de premier ook pleit voor een apart fonds voor de landbouw. Ik hoor dat u dit ook bekrachtigt, bevestigt en verder uitdraagt. Dat moedigen we alleen maar aan. 

Controle is wel iets anders dan evaluatie: er wordt gecontroleerd of de middelen besteed worden zoals ze voorzien waren. Ik hoor dat er daar heel veel rond gebeurt. Dat klopt ook. Maar evalueren of je na een volledige periode hebt bereikt wat je wilde bereiken, is nog wel iets anders. In het regeerakkoord was wel opgenomen om dát verhaal te gaan evalueren. Ik zie daar toch een verschil in begrip tussen beide zaken.

Terwijl er nog heel veel discussie is op Europees niveau horen we ook onrustwekkende signalen over de LEADER-middelen (Liaison Entre Actions de Développement de l’Economie Rurale) binnen het GLB, die vooral in de tweede pijler vervat waren. Hoewel het nieuwe GLB vereenvoudiging moet brengen, krijgt ik toch ook wel signalen dat er een verzwakking dreigt voor de LEADER-middelen. De voorstellen die tot nu toe zijn doorgesijpeld, stellen dat de enige begunstigden voor die LEADER-middelen de landbouwexploitanten zelf zouden zijn, in tegenstelling tot hoe het nu loopt. Niet-agrarische actoren zoals kmo’s, burgers of lokale besturen die daar nu sterk in betrokken zijn, zouden niet meer vermeld worden in de ontwerpverordening. Dat betekent dat 90 procent van de plattelandsbewoners die nu wel kunnen worden betrokken, niet meer in aanmerking zouden kunnen komen voor het gebruik van die middelen. Daar maken we ons wel zorgen over. LEADER moet echt wel meer zijn en blijven dan een instrument voor enkel landbouwers en boseigenaars.

Ik weet dat dit ook de bevoegdheid van minister Crevits is. We zullen haar daar ook vragen over stellen. Maar ik vraag u toch om die onrustwekkende signalen op dat vlak mee in het oog te houden. Was u daarvan al op de hoogte?

Een ander aandachtspunt van de LEADER-middelen is dat er nu geen vast toegewezen budget meer zou zijn. Vandaag was dat vastgelegd op 5 procent. Dat lijkt in het voorstel tot nu toe losgelaten. Dan zou u dat ook als een kans kunnen zien dat het meer wordt dan 5 procent, maar dat is zeker geen garantie. We maken ons daar toch ook zorgen over. Het mag zeker niet stilvallen na 2027 met minder middelen. Wat zult u daarrond ondernemen? Wat is uw mening daarover?

Ten slotte: vandaag worden LEADER-middelen besproken met lokale actiegroepen. De mogelijkheden worden uitgetekend en beoordeeld. Er is sprake van om die actiegroepen geen beslissingen meer te laten nemen. Ook dat is wel zorgwekkend, want de ene regio is de andere niet. Het kan niet zijn dat je dat weghaalt van de regio’s zelf en op Vlaams niveau gaat trekken of hoe men dat daar ziet. Het wegvallen van die specifieke taak van lokale actiegroepen is toch ook wel een bedreiging voor het afstemmen van de middelen op de lokale regionale noden. Wat is uw standpunt daarover? Zult u daarop reageren? Ook dat valt allemaal binnen de GLB-middelen. Wat is uw mening op dat vlak?

De voorzitter

De heer Vaneeckhout heeft het woord.

Jeremie Vaneeckhout (Groen)

Minister, ik dank u voor uw antwoord. Collega’s, ik dank u voor de vraagstelling.

Ik doe kort een paar aanvullingen. Ik zal niet ingaan op het hele stuk rond LEADER. Het is uiteraard goed dat minister Brouns daarop antwoordt, maar minister Crevits zal daar vermoedelijk ook wel een aantal dingen over te zeggen hebben.

Ik ga wel graag verder in op het GLB en het vraagstuk. Ik wil daarover twee dingen zeggen. Ik hoor u aan de ene kant zeggen dat de positie van onze landbouwers er niet op mag achteruitgaan.  Maar ik heb u eigenlijk niet horen zeggen wat collega Peeters wel heeft gehoord, namelijk dat de budgetten voor onze landbouwers er niet op mogen achteruitgaan. Bedoelt u daarmee hetzelfde?  Of doet u geen uitspraak over die budgetten? In dat opzicht wordt er door onze premier een zeer duidelijke positie ingenomen, maar hebt u zelf ook op landbouwniveau, tussen de Landbouwministers, daar al gesprekken over gevoerd sinds half juli? Is daar al verder over gesproken? Wie zijn onze bondgenoten daarin? Welke Europese landen zitten helemaal op die lijn? Je zou immers de vraag kunnen stellen waarom, als iedereen vindt dat dit zo moet, dit voorstel dan vanuit de Commissie op tafel wordt gelegd.

Ik geef daar nog een aanvulling op. Ik zal niet in detail ingaan op de totstandkoming van de Landbouwvisie. Die vraag staat later vandaag op de agenda. Maar dit matcht natuurlijk wel helemaal, zeker de oefening die we binnen Vlaanderen moeten doen, met onze werking rond die landbouwvisie. Als er geen echte evaluatie komt, maar als het er eigenlijk eerder over gaat of de uitgaven wettelijk, formeel en inhoudelijk op de juiste manier zijn gebeurd, dan wordt er eigenlijk niet echt geëvalueerd of dit nu onze landbouw heeft voorbereid op de komende twintig jaar. Laat staan dat dit dan matcht met de ambitie die we nu wel hebben om de landbouw voor te bereiden op de komende twintig jaar. Dus hoe ziet u dit samen sporen, het Vlaamse werk rond het GLB en de Landbouwvisie 2030-2050? Ik hoor weinig vermeldingen tussen die twee sporen, terwijl dat eigenlijk één spoor zou moeten zijn, lijkt mij.

Bart Dochy (cd&v)

Collega’s, ik mocht vorige week namens deze commissie het overleg bijwonen, georganiseerd door het Europees Parlement en het Europees Comité van de Regio’s (CvdR), tussen de verschillende landbouwcommissies van alle parlementen van Europese lidstaten. En om te antwoorden op de vraag over het landbouwbudget, collega Vaneeckhout: iedereen die daar aanwezig is namens de Landbouwcommissie van om het even welke strekking, pleit voor het behoud, en, als je goed luistert, zelfs voor het verhogen van het landbouwbudget. 

De vraag is in welke mate dat dan ook wordt gedragen door de lidstaten die ze vertegenwoordigen. Dat is de uitdaging waar we voorstaan. We moeten niet naïef zijn: we weten dat het budget onder druk staat en dat daar effectief een zekere uitdaging ligt om dat toch op een behoorlijk niveau te houden.

Maar wat heel belangrijk is en wat ik daar toch algemeen heb gehoord, is het feit dat wat naast het budget staat veel belangrijker of minstens even belangrijk is. Het gaat dan over de manier waarop er met risicobeheersing kan worden omgegaan en in welke mate dit daar mee in wordt geïntegreerd. Ik verwijs ook naar de problematiek van gewasbeschermingsmiddelen: het hebben van producten en het erkenningsverhaal. Vorige week hebben we met de drie commissies samen trouwens een interessant studiemoment gehad op een landbouwbedrijf over die gewasbeschermingsmiddelen. Dat is een heel grote uitdaging. Ik verwijs naar de administratieve vereenvoudiging. Die lijkt meer en meer op een ufo: iedereen spreekt erover, maar niemand heeft hem gezien. Het is toch echt wel straf dat iedereen ervan overtuigd is dat die er moet komen, maar dat de regeringen er nog niet in geslaagd zijn om daar fundamentele stappen in te zetten.

Minister, voor u is dat een uitzonderlijke uitdaging om dat toch te doen, voor het Vlaamse gedeelte, maar ook Europees. Als er ergens administratieve vereenvoudiging mogelijk is, dan is het toch wel op Europese niveau, zeker als het gaat over projectwerking, LEADER-werking. De rompslomp die daarmee gepaard gaat – we spreken dan nog niet over ESF-projecten (Europees Sociaal Fonds) – is echt hallucinant. Daar is zeker winst te boeken. Het is misschien raar, maar het kan deels een compensatie zijn in de discussie over het budget.

Ik ben blij dat er nog vragen op de agenda staan over de wereldhandel, Mercosur. Want het gaat ook over die dingen, over de markttoegang van producten die elders gekweekt zijn. Onder welke omstandigheden moet dat gebeuren? Iedereen is ervan overtuigd dat het onder dezelfde standaarden moet gebeuren. Maar de vraag is hoe het afdwingbaar is en waar we daar staan. Dat is toch ook een heel belangrijk vraagstuk.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dank u wel voor deze enigszins filosofische beschouwing, collega. Ik heb het vorige week gezegd en grijp elke kans aan die ik krijg om het te herhalen: als het gaat over regels, nieuwe regels moeten we nu een zekere terughoudendheid aan de dag durven te leggen en veel meer uitgaan van vertrouwen. Daar zijn we als samenleving allemaal een beetje schuldig aan. Volgens een gezegde is vertrouwen goed, maar controle beter. Ik zou dat tweede deel wat meer durven weg te laten. Ik ga er nog altijd van uit dat de meeste mensen deugen en dat vertrouwen de basis is in onze samenleving. En als je kritisch kijkt naar heel veel regels die we gemaakt hebben, dan zijn die vaak tot stand gekomen op basis van het gedrag van enkelen.

Collega’s, ik kan bevestigen – ook uit eigen ervaring, dat zal u niet verbazen – dat die LEADER-middelen altijd zeer waardevol zijn geweest en zeer goed werden ingezet. We moeten er alles aan doen om die te behouden, ten behoeve van het platteland en van onze landbouwsector. Ik krijg die signalen ook. Het is goed dat we daar samen in optrekken.

Ik noteer ook uw volledige steun als het gaat over het oormerken van het landbouwbudget. Het landbouwbudget op niveau houden, is vandaag een heel grote uitdaging in Europa, gelet ook op alle noden die daar zijn en die wij ook hier kennen. Dat is ook de positie van de Vlaamse Regering, laat dat heel duidelijk zijn: het moeten geoormerkte budgetten zijn. Ze moeten niet in een grote pot verdrinken tussen de rest. Het moeten geoormerkte landbouwbudgetten zijn op het niveau van vandaag, zodat de landbouwers krijgen wat hun toekomt.

Het is belangrijk dat dat spoort met uw visie. Wat mij betreft, is het in de toekomst ook belangrijk dat we, zodra we die gedragen visie hebben, onze middelen in die richting oormerken. Dat lijkt mij vanzelfsprekend.

De voorzitter

Mevrouw Ryde heeft het woord.

Eva Ryde (N-VA)

Ik dank u voor uw aanvulling.

De meeste mensen deugen. Dat vind ik ook. Ik heb hier niet gepleit voor meer controle. Een evaluatie – hebben we bereikt wat we willen bereiken? – heeft niets te maken met een gebrek aan vertrouwen, integendeel, maar met vooruitblikken. Ik hoop dat dat is wat u ook bedoelt. Dat was mij niet helemaal duidelijk.

Ik hoop ook dat u samen met uw collega-minister Crevits die LEADER-middelen en wat daar aan het gebeuren is, mee opvolgt. Dat is zowel in het belang van het platteland, maar zeker ook in het belang van de landbouwers. Maar dat heb ik in uw antwoord gehoord, dus we gaan daarop vertrouwen.

De voorzitter

De vragen om uitleg zijn afgehandeld.

 

 


  Nieuwsflash
 
Brede weersverzekering 2026Lees meer
 
 
Klimaat-Landbouwalliantie Lees meer
 
 
Omnibus lll: Europese voorstellen tot vereenvoudiging GLBLees meer
 
 
Toekomst van de kalkoenhouderij in Vlaanderen Lees meer
 
 
Uitblijven beslissing over het Mercosur-handelsakkoordLees meer
 
 
Nieuwe handelsafspraken tussen de EU en de Verenigde Staten over landbouwproductenLees meer
 
 
GLB 2028-2034 en VlaanderenLees meer
 
 
Vraag om uitleg Vraag om uitleg over de doornappel 58 (2025-2026) van Bart Dochy aan minister Jo BLees meer
 
 
Presentaties graanavonden najaar 2025Lees meer
 
 
Voorstel resolutie ivm versterken van het welbevinden van de Vlaamse landbouwersLees meer