De voorzitter
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Collega De Roo heeft in zijn slotbeschouwing een goed bruggetje gemaakt naar deze vraagstelling. Ik wil het immers hebben over een nog niet geïnstalleerd handelssysteem. We hebben inderdaad al een aantal bestaande handelssystemen die misschien voor bedenkingen vatbaar zijn, maar niet zo makkelijk aan te passen zijn. We hebben er ook die op tafel liggen en waarover we het nog niet eens zijn.
Ik wil het hier vandaag op tafel leggen, omdat ik vind dat het de laatste tijd in grote politieke verklaringen opvallend stil is over het grote Mercosur-handelsakkoord.
Ik geef een korte inleiding, voor de volgers die niet meer helemaal mee zijn. Een welvarende en duurzame toekomst voor de Europese landbouw moet worden gebaseerd op de strategieën van de Green Deal en farm-to-fork (F2F). De geplande handelsovereenkomst tussen de EU en Mercosur, die zich nu in de laatste fase van goedkeuring bevindt, zal deze doelstellingen ondermijnen – daarover zijn vele experten het met ons eens – en mag niet worden goedgekeurd.
Minister, in de laatste ministerraad voor het zomerreces geraakte de Vlaamse Regering het niet eens over de goedkeuring van het Mercosur-handelsakkoord. Dat is opmerkelijk en voor ons ook een aanleiding om deze vraag te stellen, aangezien we vernamen dat de Europese Commissie plande om op de vergadering van woensdag 3 september – we hebben de vraag een maand geleden ingediend – de recentste variant van het akkoord goed te keuren, waarna het aan de lidstaten – en dus België – zou zijn om zich in de Raad uit te spreken. Dat Belgische standpunt wordt door overleg tussen de gewesten en de federale overheid bepaald binnen de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE). Zo werkt het in ons land.
De handelsovereenkomst met Mercosur – dat gaat over de landen Argentinië, Bolivia, Brazilië, Paraguay en Uruguay – dreigt de toch al zwaar getroffen agrarische gemeenschappen in Europa verder te verzwakken. Ik heb daar in het verleden heldere verklaringen van u over gehoord. Het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk bracht in een rapport naar buiten dat twee keer zoveel Franse boerengezinnen onder de armoedegrens leven dan het nationale gemiddelde. Een akkoord dat buitenlandse boeren oneerlijke toegang geeft en dus voor oneerlijke handel zorgt, dreigt deze problemen, die in vele Europese landen in vergelijkbare of dezelfde mate aanwezig zijn, ook bij ons, bij kleinere Vlaamse boeren, te verergeren. Desondanks lijkt de Commissie hardleers en heeft ze afgezien van het idee van een compensatiefonds voor boeren. Het lijkt erg duidelijk te zijn dat Vlaanderen een dergelijk compensatiefonds niet heeft geëist de voorbije jaren en maanden en alleszins niet heeft afgedwongen. Dat is extra problematisch, los van de wenselijkheid van het akkoord, als het akkoord dan nog eens wordt uitgevoerd zonder compensatiefonds. Dan zijn we helemaal ver van huis.
De overeenkomst zal ook negatieve gevolgen hebben voor de bevolking in de Mercosur-regio. Dat is ook een belangrijk argument. Volgens het Braziliaanse Instituut voor Geografie en Statistiek heeft 60 procent van de bevolking in Brazilië te maken met voedselonzekerheid. Velen van hen zijn afhankelijk van lokale landbouw.
Minister, ook daar is het een strategische sector en leeft het debat over strategische autonomie. De handelsovereenkomst tussen de EU en Mercosur die op tafel ligt, zal intensieve, exportgerichte landbouw ondersteunen, waardoor kleine boeren niet verder kunnen concurreren. En dan zwijgen we nog over de andere impact, zoals op het Amazonewoud, die desastreus zou zijn.
Daarom vonden we het nu echt wel het moment om de vragen scherp te stellen.
Minister, hoe zal de Vlaamse Regering hierin verdergaan? Wat hebben de Vlaamse Regering en u het voorbije jaar gedaan in dit dossier? Hebt u er passief op toegekeken of zijn er actieve posities ingenomen door u en de Vlaamse Regering? Het is niet onbelangrijk dat daar geen onderscheid tussen is, want met de mening van een minister alleen zijn we niet zoveel; het gaat ook over de positie van de Vlaamse Regering. Ik wil u niet onderschatten, maar het is toch handig dat een minister spreekt namens een meerderheid in het parlement en namens een regering.
Minister, komt er nog een Vlaamse positie, en zo ja, wat is het geplande traject daartoe? Wat staat een beslissing in de weg? Waarom werd de beslissing niet voor de zomer genomen?
Welke posities namen de vertegenwoordigers van uw kabinet en uw administratie tot op heden in binnen de DGE-vergaderingen?
Wat is het exacte huidige mandaat vanuit DGE voor de Belgische vertegenwoordiging op Europees niveau?
Wat zijn de conclusies uit de belangennota van de Werkgroep Europees Handels- en Investeringsbeschermingsbeleid (WEHIB) en van de evaluatie die binnen die werkgroep werd besproken? U had die aangekondigd.
Hoe zult u de belangen van de landbouwers, het milieu en de werknemers daar en hier verdedigen?
Hoe staat u tegenover het voorstel van de Europese Commissie om het akkoord als een uitsluitend EU-akkoord te beschouwen, waardoor het niet aan de parlementen van de lidstaten moet worden voorgelegd? Die piste ligt al langer op tafel en zou betekenen dat ons eigen Vlaamse landbouwbeleid monddood wordt gemaakt.
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Mijnheer Vaneeckhout, ik dank u om al het een en ander te duiden, zodat ik niet alles hoef te herhalen.
Alleszins moeten we ervan uit blijven gaan dat een vrijhandelsakkoord op zich altijd een goede zaak is, maar we moeten er natuurlijk over blijven waken dat er een goed evenwicht is tussen de markttoegang en de bescherming van onze eigen voedselstandaarden en onze familiale landbouw. Collega Vaneeckhout verwees in dat verband terecht naar het voorliggende rapport.
Ik wil bijkomend verwijzen naar de gedachtewisseling die we in deze commissie hebben gevoerd en waarbij we dieper zijn ingegaan op het verhaal van het waarborgfonds. De Commissie zegt dat ze voorzien in een robuuste vrijwaringsmaatregel en extra importcontroles, maar het is cruciaal dat deze in de praktijk afdwingbaar en effectief zijn. Ook het GLB zou na 2027 moeten bijdragen aan een crisisrespons via het Unity Safety Net voor crisismaatregelen met een totale capaciteit van 6,3 miljard euro – dat bedrag werd toen ook al genoemd qua waarborg.
Tijdens de hoorzitting in de commissie hebben we vernomen dat het uitdrukkelijk de bedoeling was van Europa om dit fonds zo minimaal mogelijk te moeten aanwenden en dat het financiële potje dus absoluut geen verworvenheid is, maar eerder een waarborgregeling voor het geval er iets fout loopt.
Minister, welke inschatting maakt u van de impact van de voorstellen van de Europese Commissie voor de goedkeuring van het Mercosur-akkoord op de kwetsbare subsectoren in de Vlaamse landbouw, zoals rundvlees, suiker en gevogelte? Welk standpunt zult u vanuit Vlaanderen innemen ten aanzien van deze voorstellen?
Bent u van oordeel dat de robuuste vrijwaringsmaatregelen die nu door de Europese Commissie worden voorgesteld voldoende garanties bieden voor een effectief gelijk speelveld?
Hoe staat u tegenover het voorzien van een Unity Safety Net voor crisismaatregelen en de voorziene enveloppe van 6,3 miljard euro? Hebt u al duidelijkheid over de concrete modaliteiten wanneer en hoe dit bedrag kan worden aangewend?
In hoeverre voorziet de Europese Commissie niet alleen maatregelen om een crisismoment te overbruggen, maar ook om structureel het hoofd te kunnen bieden aan blijvende ongelijkheden tussen de EU-normen en de standaarden in de Mercosur-landen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega’s, ik dank jullie voor de vragen.
Dat Mercosur de gemoederen blijft beroeren, is een understatement. In toenemende mate is de diversificatie van onze handel natuurlijk uitermate belangrijk, zeker als exportland, als exportregio. Dat is echter enkel een meerwaarde als die handel ook eerlijk en op basis van gelijke normen gebeurt. Voor alle duidelijkheid: dat is niet enkel mijn mening; het staat ook met zoveel woorden in het regeerakkoord. Ik herhaal het graag nog eens letterlijk: “Binnen het Europese handelsbeleid pleiten we voor dezelfde standaarden voor agrovoedingsproducten als diegene die hier binnen de Europese Unie worden gehanteerd.”
Met name in het Mercosur-dossier is die afweging belangrijk. Daarnaast is het een bijzonder complex dossier, waarin voortdurend nieuwe elementen opduiken. In die zin zijn bijvragen gesteld aan de Europese Commissie.
Ik kan evenwel zeggen dat ik bijzonder veel belang hecht aan het gelijk speelveld voor onze land- en tuinbouwers. Het zal u niet verbazen; ik heb dat altijd gedaan. We zijn in Europa koploper in milieuwetgeving en sociale wetgeving. Die kunnen zorgen voor een grote regeldruk en een bepaald competitief nadeel. Vervolgens producten invoeren van regio’s waar die regels niet gelden, is niet bijzonder consequent en ondermijnt elk draagvlak om in Vlaanderen en Europa nog inspanningen te doen.
De houding die ik hier nu breng, nam mijn kabinet steeds in. Wat betreft de Werkgroep Europees Handels- en Investeringsbeschermingsbeleid is het standpunt inzake het Mercosur-akkoord momenteel nog niet afgeklopt, zeker aangezien we nog op verdere verduidelijkingen vanuit de Europese Commissie over het akkoord dienden te wachten.
Sowieso is er nog geen Belgisch gecoördineerd standpunt. Van de Waalse Regering weten we dat ze daartegen is, maar voorts is er nog geen inhoudelijk mandaat afgeklopt.
Daarnaast werd gevraagd wat mijn inschatting was van de tegemoetkomingen van de Europese Commissie. Het betreft de zogenaamde vrijwaringsmaatregelen en de Unity Safety Net. In eerste instantie moet ik daarvan zeggen dat het wel degelijk een stap vooruit is. De vraag is of het voldoende zal zijn. Wat betreft de vrijwaringsmaatregelen is er een duidelijk kader dat ervoor zorgt dat minstens tijdelijk een onderzoek zal worden ingesteld bij een ernstige marktverstoring.
Met het Unity Safety Net doelt men op het instrument dat vandaag de crisisreserve heet. Dat instrument dient vandaag om marktverstoringen maar ook klimaatrampen te vergoeden. Hoewel het budget sterk wordt verhoogd, is het dus geen budget louter voor verstoringen van Mercosur.
Mijn diensten studeren nog op de details, maar de vraag of de handel eerlijk en gelijk zal lopen, blijft voor mij de centrale vraag. Dat kan, ondanks de inspanningen van de Commissie, op dit ogenblik niet gegarandeerd worden.
Met de publicatie van het Mercosur-akkoord werd ook duidelijk dat men het zogenaamde ‘Chilimodel’ zal volgen. Men zal het handelsakkoord dus opsplitsen zodat het deel met exclusieve handelsaangelegenheden onafhankelijk van de stemming in de parlementen van de lidstaten in werking kan treden zonder opschorting daarvan indien er op nationaal vlak bij een lidstaat geen akkoord zou worden gevonden. Dat is belangrijk vanuit de Commissie, maar het neemt de lidstaten bijzonder veel zeggenschap af.
Ik wil graag eindigen met de vragen over de algemene bescherming van onze landbouwers. Ik stel hier in Vlaanderen alles in het werk om ervoor te zorgen dat de land- en tuinbouwers een positief toekomstperspectief kunnen genieten. Dat blijft onze belangrijkste uitdaging en ambitie. Net omdat we zo’n voorloper zijn op het vlak van milieu, klimaat en sociale normen, moeten we hetzelfde vragen aan onze importproducten. De strategische autonomie waarover we het hier al hebben gehad, ook vandaag nog, komt anders in het gedrang. Ook in Europa spreekt men vaak van strategische autonomie en erkent men de landbouwsector als een strategische sector. Dan moet men daar ook consequent naar handelen. Ik verwacht dat ze dat serieus nemen en die gelijke normen vooropstellen.
De voorzitter
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Minister, ik dank u.
Ik hoop dat iedere fractie hier vandaag aanwezig zich ook duidelijk uitspreekt over dit dossier. Dat zou ook al een beetje helpen om de Vlaming te laten weten wie op dit moment en op welke manier waarnaar kijkt.
Ik ben heel bezorgd over uw antwoord, al snap ik een aantal insteken wel. Ik zeg dit niet om u aan te spreken, maar ik vrees een soort van tjeveneindresultaat te krijgen: “We zijn op Vlaams niveau tegen, maar het is op Europees niveau goedgekeurd. We hebben daar nu eenmaal geen vat op en het zal nu eenmaal zo zijn.” (Opmerkingen van minister Jo Brouns)
U hoeft zich niet persoonlijk aangesproken te voelen. Ik wist niet goed hoe ik ‘enerzijds, anderzijds’ met een ander voorbeeld moest illustreren. Ik stel hier toch wel zeer grote vragen bij. Zo vraag ik me af hoe jullie eigen fracties zich dan gaan gedragen in het Europees Parlement en hoe hiermee zal worden omgegaan. Want als het dan niet door een nationaal parlement of een regionaal parlement moet worden goedgekeurd, moet het minstens door het Europees Parlement worden goedgekeurd. Ik hoop dat ook daar de consequenties van alles wat hier gezegd wordt en de impact op onze landbouwsector, net als de andere nefaste gevolgen op het gebied van leefmilieu en van landbouw in de andere partnerlanden, worden meegenomen. Ik vind dat toch wel bijzonder.
Verder kom ik graag tussen over de controle, het level playing field en het hanteren van dezelfde standaarden. Er is inderdaad een groot verschil tussen de theorie en de praktijk. Er zal in de theorie gezegd worden dat dezelfde standaarden worden gehanteerd. Ik wijs erop dat bijvoorbeeld nog maar vijf dagen geleden gebleken is dat er op de Europese markt illegaal rundvlees verkocht wordt, rundvlees dat illegaal gekweekt wordt midden in het Amazonewoud in Brazilië. Dat vlees komt gewoon op onze markt terecht. Ik hoor de Europese Unie graag zeggen dat ze de invoercontrole zal versterken, maar vandaag blijkt die al zo lek als een zeef.
Je kunt je dus echt de vraag stellen in welke mate dat goed is voor ons geweten, want op het einde van de rit is het slecht, zowel voor de omgeving en de sociale en ecologische omstandigheden in Brazilië, als voor onze landbouwers hier, die proberen het beste van zichzelf te geven en duurzame producten te produceren.
Minister, ik heb enkele fundamentele vragen. Hoe zult u proberen te vermijden dat dit enkel een EU-akkoord is en ervoor zorgen dat ook het Vlaams Parlement daar een uitspraak kan over doen?
Hoe hebt u overleg met uw Europese collega’s van uw partij en eventueel van de andere meerderheidspartijen om hier consequent in het Europees Parlement rond te handelen?
Hoe zult u het Europese niveau bevragen over de invoercontrole op dat moment? Wij roepen u alvast op om dit zeer onverstandige akkoord nu te begraven en er ook formeel met de Belgische en Vlaamse Regering een standpunt over in te nemen.
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Voor de gemoedsrust van de heer Vaneeckhout wil ik alleszins nog maar eens herhalen dat handelsakkoorden in se een positief verhaal zijn, omdat ze heel wat opportuniteiten kunnen bieden. Zo is het Mercosur-akkoord hier een goede zaak, onder andere voor onze perensector. Maar we moeten wel waakzaam blijven. We hebben al meermaals een aantal subsectoren genoemd die het kind van de rekening kunnen zijn en problemen kunnen ondervinden. Daarover moeten we zeker waken. Akkoorden sluit je uiteindelijk ook met twee personen, dus dan moet je ook kunnen waken over die sectoren die er potentieel de rekening van betalen. Daarom ook moeten we ervoor zorgen dat er voldoende garanties zijn.
Minister, u zegt dat de vrijwaringsmaatregel zoals ze nu geformuleerd wordt al een grote stap vooruit is. Ik hoor dat er een kader is. Ik ben zelf nog niet volledig overtuigd. Ik heb de regeltjes natuurlijk nog niet gezien. U vindt het een grote stap vooruit, maar zegt wel dat het nu eigenlijk een soort van crisisreservefonds is. (Opmerkingen van minister Jo Brouns)
Niet alleen voor Mercosur, maar een crisisfonds dat voor tal van calamiteiten geldt. Dan blijft de vraag of een bedrag van 6,3 miljard euro voor alle Europese landbouwactiviteiten en tuinbouwactiviteiten wel voldoende is.
Ik heb een tweede bijkomende vraag. Zou het niet goed zou zijn dat ook het Agentschap voor Landbouw en Zeevisserij desgevallend een impactanalyse maakt over de voorstellen van de EU rond Mercosur, zeker voor die subsectoren die daar nu eigenlijk vrij ongerust over zijn?
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Voor alle duidelijkheid: er zijn inderdaad een aantal sectoren die misschien wel gediend zouden zijn met het Mercosur-akkoord.
Maar, collega Peeters, u noemt de Vlaamse en de Europese veehouderij een subsector. (Opmerkingen van Lydia Peeters)
Jawel, u zegt dat er subsectoren zijn. Wie wordt het slachtoffer van dit voorliggende akkoord? Wie zullen de grootste verliezers zijn van dit akkoord? Dat zal de veehouderij zijn. Zuid-Amerikaanse landen hebben enorme producties van rundvlees en pluimvee. De productie is er vaak goedkoper. Ze werken met lagere lonen, zoals collega Vaneeckhout heeft gezegd. Er is een lagere milieukost en het kader rond dierenwelzijn en voedselveiligheid is er minder streng. Daarbij komt dat die Zuid-Amerikaanse landen zich ook geen zorgen moeten maken over steeds strenger wordende regels rond stikstof, antibiotica, pesticiden en dierenwelzijn.
Er is een bijkomend probleem dat ingevoerd vlees niet altijd herkenbaar is als biefstuk, maar wordt verwerkt in producten, waardoor het moeilijk is om dit te detecteren.
Minister, collega Vaneeckhout zegt wel dat het niet persoonlijk bedoeld is, maar hij noemt u wel degelijk een tjeef. U kunt natuurlijk altijd een voorbereid antwoordje voorlezen, maar ik zou eigenlijk toch van u willen weten wat uw standpunt is over dit Mercosur-akkoord zoals het nu voorligt. Wat is het standpunt van uw Europese fractie? Ik dacht dat uw Europese fractie in de meerderheid zat in het Europees Parlement. Ik zie trouwens regelmatig een tweet of een post van een voormalig Vlaams minister van Welzijn die zich nu plots bezorgd toont over de Vlaamse landbouw.
U zegt dat het moeilijk is, omdat u met twee bent en een akkoord moet zoeken. Maar hebt u al eens geprobeerd op Europees niveau via uw vertegenwoordigers in het Europees Parlement of via uw contacten met andere ministers van Landbouw in Europa? Ik verwijs bijvoorbeeld naar Frankrijk. Als er nu één land tegen het Mercosur-akkoord zal zijn ... (Opmerkingen van minister Jo Brouns)
Ja, maar wacht totdat de boeren komen betogen in Brussel.
Minister, er zijn toch een aantal landen waar dit ook ter discussie staat. Het is uw taak om bondgenoten te zoeken om dit Mercosur-akkoord inderdaad af te keuren. Trouwens, de Europese Unie verwijst altijd naar andere landen en zegt dat er daar geen democratie is. Ik ga ze hier niet allemaal noemen, maar ze zetten zelf de parlementen buitenspel wanneer het gaat over een belangrijk akkoord.
Wie gelooft dat de Zuid-Amerikaanse landen ooit aan dezelfde standaarden zullen voldoen als hier in Europa, die dwaalt. Er zal ook nooit voldoende controle zijn op ingevoerde producten.
Minister, neem een standpunt in, een direct standpunt. Zeg gewoon dat we niet akkoord kunnen gaan met het Mercorsur-akkoord zoals het nu voorligt. Ik denk dat men ook in Wallonië op dezelfde lijn zit. Het Belgische standpunt is bij dezen bij mij gekend.
Lydia Peeters (Open Vld)
Voorzitter, ik wil graag tussenkomen voor een persoonlijk feit.
Ik heb zeker niet onze volledige land- en tuinbouw een subsector genoemd, mijnheer Sintobin. (Opmerkingen van Stefaan Sintobin)
Ik heb wel gezegd dat een aantal subsectoren er wel bij varen – denk aan onze peren. Er zijn echter ook subsectoren die er problemen mee ondervinden. Daarom moet dat met argusogen worden bekeken en moet er worden gekeken naar een waarborgfonds. Dat wil ik even rechtzetten, al is het voor de notulen.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Collega’s, we hebben het hier al gehad over het Mercosur-debat, zowel in deze commissie alsook in andere commissies en in de hoorzitting in december. De standpunten zijn daar toen ook op tafel gekomen.
Wanneer het gaat over handelsverdragen wordt er vaak gezwaaid met de algemene winst. “De algemene welvaart gaat erop vooruit wanneer we handelsverdragen sluiten”, dat is vaak het credo van voorstanders van onder andere een handelsverdrag als Mercosur. We zien echter dat dat altijd ten koste gaat van een aantal sectoren. Je hebt winnaars en je hebt verliezers in zo’n handelsakkoord. Met wat voorligt in Mercorsur dreigt de landbouwsector een verliezer te worden.
Het valt ook op dat we een aantal principes die we hanteren, gewoon laten varen wanneer het gaat over het handelsakkoord met Mercosur. Ik heb het dan over Europese principes, maar ook over Vlaamse principes, als het gaat over de boer-tot-bordstrategie, de farm-to-forkstrategie, over onze Blue Deal, over hoe we kijken naar ons gemeenschappelijk landbouwbeleid, over de uitdagingen rond biodiversiteit. Daar gaat het immers over andere normen, over andere waarden en vaak over andere democratische waarden dan wij hier hebben.
Het was ook duidelijk – of het is voor mij toch alleszins duidelijk geworden in de hoorzitting die we hadden in december – dat er eigenlijk heel moeilijk kan worden gegarandeerd dat er geen enkel product binnenkomt dat producten bevat die hier verboden zijn. Ik verwijs bijvoorbeeld naar het gebruik van hormonen, wat nog een praktijk kan zijn in Mercosur-landen, maar hier al lang geen praktijk meer is. Het is heel moeilijk om garantie te bieden over het feit dat dat soort producten hier niet binnenkomen. Voedselveiligheid, dierenwelzijn en traceerbaarheid zijn nog eigenschappen die we niet kunnen garanderen wanneer we producten uit Mercosur hier binnenlaten.
En als je dan spreekt met voorstanders van Mercosur, dan zeggen die vooral dat het maar over heel beperkte hoeveelheden gaat en dat er een compensatie komt voor landbouw. Die compensatie zal natuurlijk veel te beperkt zijn. Er werd gesproken over een compensatiefonds van 1 miljard euro voor de hele Europese Unie. Dat is natuurlijk veel te weinig. Dat zal zwaar tekortschieten.
Ik denk dat het duidelijk is: de principes die in Mercosur vervat zitten, stroken eigenlijk niet met de waarden die wij hier in Vlaanderen hanteren. Ik denk dat we daar dan ook consequent in moeten zijn: wanneer we het hier niet toelaten, laten we het dan vooral ook niet van de andere kant van de wereld importeren. (Opmerkingen van Stefaan Sintobin)
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega Sintobin, u gaat van mij niets anders horen. Ik dacht dat u mij zeer goed volgde. (Opmerkingen van Stefaan Sintobin)
Ik heb er in het verleden al heel duidelijke standpunten over ingenomen. Zoals het nu voorligt, voldoet het niet aan de toets van het regeerakkoord en ben ik daartegen. Dat is heel duidelijk.
We leggen vandaag zoveel standaarden op: op het vlak van milieu, op het vlak van omgeving, op het vlak van voedselveiligheid, van gewasbescherming, noem maar op. Dan moet je daar consequent in zijn. Voor mij is het zeer duidelijk: dat volstaat vandaag niet. Het doorstaat niet de toets zoals wij die hebben beschreven in het regeerakkoord, over die gelijke productiestandaarden bij import. Wij zijn vandaag bijzonder streng over gewasbescherming. Vandaag worden er in Zuid-Amerika nog tientallen producten gebruikt die hier al lang verboden zijn.
Het omkeren lijkt mij ook niet evident. Collega Vaneeckhout, u gaat daar ook niet mee akkoord, denk ik, dat we in Europa zeggen: “Doe hier maar een beetje minder.” (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
Dat lijkt mij een heel duidelijk antwoord. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat wij noch in Vlaanderen, noch in Europa een absolute meerderheid hebben. Het spreekt voor zich dat er daarover een politiek debat is. U hebt dat vooralsnog ook niet.
Ik wil wel iets positief benadrukken. Collega Vaneeckhout, ik heb iets genoteerd wat u gezegd hebt en heel belangrijk is. Wij hebben hier in Vlaanderen een heel duurzame landbouw. Dat vind ik positief en dat stemt mij tevreden. (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
Dat meen ik oprecht. Het stemt mij tevreden dat u dat in deze context ook benadrukt. Als we dat internationaal durven af te zetten, kunnen we dat heel duidelijk stellen. (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
Dat is wat mij betreft de essentie van dit debat, collega.
Dan was er nog de specifieke vraag in welke mate het Agentschap Landbouw en Zeevisserij de impact kan nagaan. Er is hierrond al een hoorzitting geweest in het parlement. Het agentschap kan worden uitgenodigd om die impactanalyse nog een keer te tonen. Dat moet dan worden gevraagd aan het agentschap. Dat kan worden afgestemd met het parlement.
De voorzitter
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Minister, ik dank u voor uw aanvullende antwoord.
Wat dat laatste betreft, denk ik inderdaad dat het een goed idee zou zijn om die impactanalyse hier te brengen en te bespreken. Ik denk dat we dat in de regeling van de werkzaamheden kunnen opnemen, eventueel samen met andere betrokken commissies.
Ik ben blij dat u zelf zegt dat de lat op een aantal standaarden werd gelegd. We zullen het nog niet over ieder deeldomein eens zijn in Vlaanderen, maar op een aantal gebieden hebben we in Europa en in Vlaanderen op het gebied van duurzaamheid, milieuwetgeving en zo verder, een lat gelegd die ik inderdaad niet wens te verlagen. En dat, collega’s, zal het gevolg zijn. Als je dit goedkeurt, zal dat het eerste zijn dat gebeurt: dan wordt onze markt overspoeld door producten die aan lagere normen worden geproduceerd. Het gevolg daarvan zal zijn dat er binnen Europa druk komt om die standaarden hier te gaan verlagen. Ik wens inderdaad niet toe te geven aan de druk om gezondheid, leefomgeving, levenskwaliteit en sociale voorwaarden onder druk te laten zetten door een aantal landen die die historisch nog niet hebben opgebouwd en die dat beter zouden moeten doen.
Dat is de reden waarom wij ons verzetten, sinds heel lang tot vandaag, en dat we dat tot in de verre toekomst zullen doen, tegen akkoorden die niet het evenwicht bevatten dat een handelsakkoord moet hebben. Want ik ben inderdaad niet tegen internationale handel als dat eerlijke handel is. Maar, collega Peeters, u moet toch wel durven te zeggen dat wat hier op tafel ligt, dat niet is? Wat we niet mogen hebben, is wat we de voorbije dertig jaar hebben gedaan, namelijk dat jullie het allemaal finaal, op het einde van de rit, goedkeuren met dichtgeknepen neus, maar dan drie weken later hier oprechte vragen komen stellen over hoe het zover is kunnen komen met onze landbouwsector.
Minister, ik zie op dit moment nog één groot probleem. Er gebeurt een schending van het regeerakkoord. Dat gebeurt nog onderhuids, maar u zult op een bepaald moment kleur moeten bekennen. Er zijn hier vandaag vier kopjes die niet naar boven zijn gegaan om te antwoorden op de vraag. Vier kopjes zijn naar beneden gegaan, omdat er binnen de N-VA een instructie is om hier vooral nog niet over te spreken.
Maar ik heb het heel goed gehoord. Het regeerakkoord is duidelijk. Wat hier op tafel ligt, is een schending van de voorwaarden die in het regeerakkoord staan. Dit betekent dat de Vlaamse Regering nooit zal kunnen instemmen met het Mercosur-akkoord zoals het vandaag op tafel ligt. Ik ben heel erg benieuwd naar wat dat voor de komende maanden geeft. Het is alvast doodzonde voor de landbouwsector dat de N-VA in dezen niet de consequente lijn heeft die het rond landbouwdossiers – en dat compliment wil ik dan nog wel geven, collega’s – meestal wél nog probeert te hebben.
De voorzitter
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Lydia Peeters (Open Vld)
Mijnheer Vaneeckhout, ik wil toch opnieuw benadrukken dat handelsakkoorden ook positieve effecten kunnen hebben op heel wat sectoren. (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
We moeten hier wel waakzaam blijven over een aantal subsectoren binnen de land- en tuinbouw die potentieel problemen ondervinden. En ja, wij zijn koploper inzake onze milieuregelgeving en onze voedselstandaarden en die positie moeten we zeker ook behouden. Maar wij zijn ook koploper inzake regeldruk en administratieve lasten en dat is ook waarover onze land- en tuinbouwsector heel hard klaagt. Ik denk dat we in eerste instantie vooral daarnaar moeten kijken, als we onze land- en tuinbouwsector willen ontzorgen op tal van vlakken.
Daarnaast zal voor die subsectoren het debat nog verder moeten lopen op Europees niveau. Daar zal men nog verder over moeten onderhandelen. We moeten ook uit dat akkoord het beste zien te halen voor onze eigen sectoren. Dat wilde ik hiermee toch nog even opnieuw verduidelijken.
Minister, ik dank u voor wat u zegt over de impactanalyse: dat we die alsnog ter beschikking kunnen hebben of desgevallend in de commissie kunnen bespreken.
De voorzitter
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.