Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 20 apr 2023 13:24 

De uitfasering van kooisystemen in de pluimveesector


Vraag om uitleg over de uitfasering van kooisystemen in de pluimveesector van Sofie Joosen aan minister Ben Weyts

De voorzitter

– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

Minister, bijna een jaar geleden vroeg ik u naar een stand van zaken wat betreft operationele doelstelling 14 van de Vlaamse beleidsnota Dierenwelzijn, met name het afschaffen van de praktijk van kooikippen.

U ondernam in dit dossier al heel wat. Zo was er een economische impactstudie door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), ging u in overleg met de pluimveesector en op Europees niveau bezorgde u aan Europees commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid Stella Kyriakides, samen met enkele andere lidstaten, een ‘position paper’ met onder andere de vraag tot uitfasering van het gebruik van kooisystemen voor leghennen.

U zei toen ook dat u tijdens het EU-voorzitterschap van België in de eerste helft van volgend jaar sowieso een initiatief zult nemen om een akkoord te krijgen omtrent het dossier met de andere EU-lidstaten.

Ik heb dan ook de volgende vragen. Welke bijkomende stappen ondernam u de voorbije maanden om tot een uitfasering van kooikippen te komen? Hebt u er een zicht op of er op Europees niveau nog iets beweegt? Zo ja, wat mogen we verwachten? Zult u tijdens het EU-voorzitterschap van België het dossier op de agenda plaatsen?

De voorzitter

Minister Weyts heeft het woord.

Minister Ben Weyts

We hebben het afgelopen jaar ook in dit dossier niet stilgezeten. Enerzijds zijn we in eigen land in overleg met de sector, maar vooral proberen we de druk op Europa te verhogen om te komen tot een Europese regelgeving, wat voor eenieder de beste oplossing zou kunnen zijn. Ik heb inderdaad ook wel enkele bedrijven ter zake bezocht, met diverse alternatieven, zowel bedrijven met kooihuisvesting als bedrijven met alternatieve huisvesting. Dit was een leerrijke ervaring waarbij ik de kans heb gekregen om rechtstreeks met die leghennenhouders in dialoog te gaan over voor- en  nadelen van huisvestingssystemen, en ook over de overgang naar alternatieven. Ik snap ook dat dat niet eenvoudig is. Maar het blijft mijn overtuiging dat de alternatieve huisvestingssystemen op het vlak van het welzijn van de dieren de beste garanties bieden voor legkippen, en daarom blijft het ook mijn ambitie om kooihuisvestingssystemen voor legkippen uit te faseren, maar natuurlijk bij voorkeur via een Europese regelgeving. Daarom zetten we daar ook de druk. En we zijn niet alleen. We proberen daar met de leden van de Vughtgroep de druk hoog te houden.

Dat heeft al geresulteerd in de ambitie van de Europese Commissie om dit najaar met vier wetgevende voorstellen te komen, rond, ten eerste, het transport van dieren, ten tweede het slachten en doden van dieren, ten derde de labelling, en, ten vierde, een voorstel dat moet leiden tot een algemeen kader rond het welzijn van landbouwhuisdieren met ook soortspecifieke voorschriften, gekoppeld aan het initiatief ‘End the Cage Age’, dat op ruime bijval heeft kunnen rekenen. We gaan er ook van uit dat in dat vierde luik ook heel specifiek wordt ingegaan op onze vraag omtrent Europese regelgeving met betrekking tot de uitfasering van kooihuisvestingssystemen voor legkippen.

Deze voorstellen zullen ook besproken worden tijdens ons eigen Europees voorzitterschap. Normaal gezien krijgen we dit najaar – als het even goed gaat – die voorstellen bezorgd. De timing zit wel vrij goed om daarop te kunnen voortbouwen richting ons voorzitterschap, waar wij vanuit Vlaanderen dierenwelzijn voor het eerst op de Europese agenda willen plaatsen, ook met een Europese top op dat vlak, voor het eerst in de geschiedenis. De cadans zit goed. We hopen dat in die Europese voorstellen verregaande voorstellen ten voordele van dierenwelzijn op tafel liggen. Dat zou natuurlijk het meest ideale zijn. In een ander geval zullen we trachten op de Europese top nog een stap verder te kunnen zetten. Maar ik denk dat we vanuit Vlaanderen resoluut trekken aan die kar, en proberen zoveel mogelijk landen mee te krijgen, want alles welbeschouwd, en ook rekening houdend met bezorgdheden van onze Vlaamse landbouwbedrijven – we moeten er niet flauw over doen dat dat voor hen een harde dobber zou zijn –, is het aangewezen om op Europees niveau ter zake initiatieven te kunnen nemen.

De voorzitter

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Het is uiteraard zeer positief dat er nog gewerkt wordt rond dit dossier. Die kooihuisvesting zit sowieso wel in een dalende lijn. In 2017 hadden we nog ongeveer 45 procent van de bedrijven met kooihuisvesting, nu is dat nog ongeveer 24 procent. Ik denk dat dat een goede evolutie is, en ook een bewijs dat het mogelijk moet zijn om die transitie binnen het bedrijf te doen.

Ik vind het positief om te vernemen dat er iets beweegt in Europa, maar zoals vaak is natuurlijk de timing flou en weinig concreet, en dat is een frustratie die we denk ik hier allemaal delen. U hebt gelijk dat we als Vlaanderen binnen Europa aan de kar moeten trekken.

Ik zag daarjuist ook in Belga een communicatie van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn verschijnen, die erop aandringt om de hervorming van de landbouwsector aan te grijpen om ook het dierenwelzijn sterk te verbeteren. Ik denk dat dat een belangrijk punt is. We konden daar ook in lezen dat bijna vier op de vijf vleeskippen voetzoolletsels hebben.

Ik denk dat het welzijn van de landbouwdieren in zijn totaliteit bekeken moet worden. Er zijn al heel wat inspanningen gebeurd. Onder andere de handhaving is heel erg verscherpt. Maar bijkomende stappen zijn nodig. Ik denk dat iedereen dat beseft, en dat kunnen we niet los zien van een Europese context en een Europese markt, die natuurlijk gewoon een realiteit is.

De voorzitter

Mevrouw Almaci heeft het woord.

Meyrem Almaci (Groen)

Collega’s, dit is een problematiek die me na aan het hart gaat. Wij hebben – in afwachting, omdat we ongeduldig waren – een voorstel van resolutie voor een nieuwe Codex Dierenwelzijn ingediend, waarin we expliciet aandacht vroegen voor de situatie in de intensieve veehouderij, ook voor het uitfaseren van kooikippen. Op dit moment leven in Vlaanderen meer dan 3 miljoen kippen in kooien en ruimten zo groot als een A4’tje, de zogenaamde verrijkte kooien.

Minister, u hebt gelijk. Uiteraard gaat het om een marktproblematiek over heel Europa, en moet Europa dat opnemen. Ik was een beetje verbaasd toen u zei dat u in Europa ging starten met dierenwelzijn. Er is het advies waar de collega net naar verwees, vanuit de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn, dat inderdaad verwijst naar voetzoolletsels van vleeskippen. Er komen nu verschillende adviezen rond dierenwelzijn van Europa. Ik heb straks ook een vraag rond een van hen, rond de kalveren. Dus Europa is wel degelijk bezig, want ze willen tegen de zomer van 2023 – dat is dus straks, bij wijze van spreken – de wetgeving rond dierenwelzijn actualiseren. Dus het momentum is er inderdaad.

Maar het is er ook in eigen land. Op dit moment is in Wallonië al lang beslist dat er geen nieuwe bedrijven meer mogen starten met kooien voor legkippen. De momenteel nog bestaande legsystemen moeten stoppen tegen uiterlijk 2028. En ik heb het hier al een paar keer gezegd: op heel wat vlakken van dierenwelzijn zeggen we in deze commissie dat we voorloper willen zijn en dat we daar absoluut het voortouw in willen nemen, maar worden we in eigen land al voorbijgestoken door de andere regio’s.

Ik hoor vaak verwijzen naar die mythische periode van zes maanden van het Europees voorzitterschap. Ik verwacht daar veel van, want de minister heeft de verwachtingen daarvan heel hoog gezet. Maar ondertussen gebeuren er in eigen land zaken die wij als Vlaanderen ook zouden kunnen doen. Ik wil de oproep die vandaag door de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn is gedaan, effectief met betrekking tot het hervormen van de situatie in de intensieve veehouderij, maar ook het feit dat de herziening van de EU-wetgeving volop bezig is, aangrijpen om te vragen om toch te kijken naar dat Waalse model, en sneller uit te faseren.

Want ook als wij het voortouw nemen in eigen land, zet dat mee druk op andere landen in Europa. Dat versterkt het debat. En wij blijven hier precies wachten, om dan te zeggen dat we samen tot een consensus moeten komen. Absoluut, maar soms zijn er ook voortrekkers nodig, en ik mis die rol hier. Dit kunnen wij wel beslissen. Hier kunnen we ook moedig zijn. Het gaat om 3 miljoen kippen in ons eigen Vlaamse gebied, en dat is effectief een economisch belangrijke sector, maar dat mag ons niet weerhouden om op het vlak van dierenwelzijn toch stappen vooruit te zetten, en niet allemaal naar elkaar te kijken.

Wie de eerste stap zet is al duidelijk, dat is Wallonië geweest. Laat ons nu niet achterblijven en eens kijken wat we in tussentijd, in afwachting van Europa, of ter bevordering van het debat in Europa, zelf al kunnen doen. En daarom zou ik toch al een aantal inzichten van de minister willen hebben, want het is niet zo dat er in Europa niets gebeurt. Laat ons de adviezen die er daar zijn, en het advies van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn, nu gebruiken om echt een vliegwieleffect te creëren, en zelf stappen zetten kan daar ook bij helpen. Ik had daar graag uw visie op gehad. 

De voorzitter

Mevrouw Sterckx heeft het woord.

Els Sterckx (Vlaams Belang)

Ik had nog een bijkomende vraag in verband met het uitfaseren van die kooisystemen. Het is een heel goed ding dat we daarmee bezig zijn. Er zijn al heel wat landbouwers die daar effectief in geïnvesteerd hebben, en dan kippen hebben met vrije uitloop. Maar de landbouwers hebben ook al aangekaart dat het probleem bij die kippen met vrije uitloop is, dat er geen bescherming is voor die kippen buiten. Kippen zijn een prooidier. Die willen zich graag in bescherming buiten begeven, wat meestal onder een boom of onder struiken is. Maar dat kunnen de landbouwers niet zomaar buiten aanplanten, omdat dan ook andere vogels in die bomen kunnen terechtkomen, die dan eventueel vogelgriep aan die kippen kunnen doorgeven. Eigenlijk is dat gewoon een afgemaakte weide, zonder dat daar enige beschutting is.

Hebt u daar al eens over nagedacht? Hoe kunnen we dat aanpakken, zodat die kippen sneller uit vrije wil naar buiten gaan? Want als wij zo’n kippenboerderij bezoeken, dan begeven zich heel veel van die kippen binnen, omdat ze zich daar veiliger voelen dan buiten, want daar zijn ze geen prooidier. Wat kunnen we doen om die kippen een veiliger buitengevoel te geven, zonder planten of struiken te moeten aanplanten die eventueel vogelgriep kunnen overbrengen door andere dieren die zich in die struiken bevinden? We moeten er misschien ook eens over nadenken hoe we dat kunnen aanpakken.

De voorzitter

Minister Weyts heeft het woord.

Minister Ben Weyts

Wat dat laatste betreft: de vrije uitloop is geen novum. Er zijn gelukkig heel veel bedrijven in Vlaanderen die met die technieken aan de slag zijn, met succes. Ik denk dat men wel perfect weet welke methodieken ter zake kunnen helpen.

Het is inderdaad zo dat we bij onze ambitie blijven. Als we erin slagen om druk te zetten bij de Europese Commissie, en daar ook een voorstel – algemeen geldend in Europa – kan worden ingevoerd dat zorgt voor een uitfasering van de kooikippen, dan is dat toch het meest preferentiële scenario, in plaats van daar holderdebolder zelf, om toch maar de eerste te kunnen zijn, een alternatief scenario te gaan uitwerken, dat dan vervolgens mogelijk moet worden aangepast in functie van Europese regelgeving. Daarom ook dat ik uitkijk naar wat ter tafel zal komen. Niets belet ons om, wanneer we moeten vaststellen dat Europese voorstellen niet beantwoorden aan onze Vlaamse desiderata inzake dierenwelzijn, met onze codex veel verder te gaan.

De voorzitter

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

Ik denk dat we wel voorzichtig moeten zijn om Vlaanderen op dit vlak te gaan vergelijken met Wallonië. De sector is in Wallonië veel kleiner. Het gaat daar over tien bedrijven. In Vlaanderen gaat het over meer dan vijftig bedrijven. Dat is maal vijf, dus dat is echt wel een ander gegeven. Dat wilde ik toch eventjes meegeven. We mogen daar niet blind zijn voor een andere economische realiteit. We zitten momenteel ook in een context van hoge eierprijzen en een onzekere periode van de landbouwsector.

Maar ik denk wel dat de tijd rijp is voor een uitfasering. Met de nodige flankerende maatregelen, met redelijke overgangstermijnen, moet die economische impact beheersbaar zijn, en moet dat mogelijk zijn binnen een Europese markt. Dus ik kijk uit naar de evoluties in de komende maanden.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
Gezondheidsrisico's bij Basilicumplanten door irrigatie met vervuild (oppervlakte)water Lees meer
 
 
Aanvulling lijsten van oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen in de landbouwLees meer
 
 
Overstromingen van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen dossierLees meer
 
 
Wijziging van diverse decreten over het landbouw- en visserijbeleid Lees meer
 
 
249.000 euro voor vier lokale voedselregisseurs Lees meer
 
 
hittegolven én bosbranden zullen 9 keer vaker voorkomen in Oost-Afrika Lees meer
 
 
Tien nieuwe suikerbietrassen op de Belgische rassenlijst Lees meer
 
 
Packaging: find a workable agreement for the fruit and vegetables sector Lees meer