Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 11 jan 2023 18:11 

Certificering van koolstofrechten


Vraag om uitleg over het voorstel van richtlijn van de Europese Commissie rond de certificering van koolstofrechten
van Arnout Coel aan minister Jo Brouns

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

We hebben het er begin november al over gehad. U gaf toen aan dat er vanuit het Frans voorzitterschap een kader was uitgewerkt en de Europese Commissie kwam intussen met een voorstel tot richtlijn. De EC stelde dat ze een duidelijker kader moet creëren voor de certificering van koolstofrechten. De Commissie wil met dit kader duidelijkheid en zekerheid brengen voor zowel de sectoren landbouw, maar even goed bosbouw en agroforestry die extra CO2 kunnen opslaan en deze willen vermarkten, als voor de sectoren die ter compensatie van hun eigen uitstoot certificaten van CO2-opslag willen aankopen. Ze wil vooral garanties inbouwen zodat 1 veronderstelde ton CO2 die uit de atmosfeer werd gehaald en verkocht wordt, daadwerkelijk extra in de bodem is opgeslagen.

In deze commissie hebben we het al vaker gehad over het feit dat landbouwers beter zouden moeten worden vergoed voor hun ecosysteemdiensten. CO2-captatie en vermarkting via certificaten is een van die nieuwe verdienmodellen waarmee onder andere onze landbouwers een extra inkomen kunnen verwerven in ruil voor een bijdrage aan de klimaatuitdagingen. Een aantal weken geleden werd dat hier besproken. U gaf toen toelichting bij de Vlaamse aanpak en zei dat de roadmap van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) in februari 2023 zou worden opgeleverd. Daarnaast gaf u aan dat het aan de verschillende initiatiefnemers toekomt om te kiezen voor een vergoedingssysteem dat gebaseerd is op resultaat, inspanning en/of een hybride vorm. U signaleerde dat onder Frans voorzitterschap de basis voor zo’n Europees kader is gelegd en dat Vlaanderen zich binnen dat kader zou organiseren.

Een robuust en betrouwbaar kader komt natuurlijk met een aantal belangrijke criteria. Zo wil de Europese Commissie dat de toekomstige certificering aan de eisen van kwantificeerbaarheid, additionaliteit, langetermijnopslag in de bodem en duurzaamheid voldoet. Met name de additionaliteit lijkt een vrij strikte voorwaarde. Men streeft immers naar extra koolstofopslag in de strijd tegen de klimaatopwarming. Maar zoals ik het voorstel lees, laat het nog veel vrijheid aan de lidstaten.

Minister, hebt u kennisgenomen van dit nieuwe voorstel van de Europese Commissie en met name de vier criteria? Ziet u parallellen met de roadmap die ILVO in februari zal voorstellen? Zal de roadmap in functie van dit nieuwe voorstel bijgestuurd worden?

Nu zal het voorstel door de Raad en het Europees Parlement behandeld moeten worden. Welke standpunt zal Vlaanderen daarover innemen? Is er overleg gepland met de andere deelstaten en de federaal bevoegde minister?

De Commissie stelt een aantal vrij strenge voorwaarden voorop om zich ervan te verzekeren dat de koolstof daadwerkelijk opgeslagen wordt. Een aantal van de huidige platformen werken op basis van een inspanningsverbintenis, die kijken niet zozeer naar het resultaat. Is dit volgens u compatibel met het kader dat de Europese Commissie nu voorstelt?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega, we verwelkomen een Europees kader voor certificering van koolstofverwijderingen, gezien dit kan bijdragen tot een harmonisatie van de verschillende lopende en nieuwe initiatieven en het zorgt tegelijkertijd voor een gelijk speelveld.

De vier vooropgestelde kwaliteitscriteria zijn niet geheel verrassend. Het is positief dat Europa deze criteria heeft uitgewerkt. Ze komen tegemoet aan een aantal bezorgdheden over koolstoflandbouw. Specifiek vind ik het waardevol dat er een oplossing lijkt te zijn voor de pionierlandbouwers. In het voorstel is er immers sprake van de mogelijkheid tot het opstellen van een baseline voor additionaliteit op regionaal niveau in plaats van op bedrijfsniveau. Een landbouwer die beter doet dan gemiddeld, zoals een pionierlandbouwer, komt hiervoor in aanmerking. Ook positief is het meenemen van duurzaamheidscriteria om een tunnelvisie op koolstof te vermijden. Het is de bedoeling die maatregelen te stimuleren die niet alleen goed zijn voor klimaatmitigatie maar ook voor de omgeving en het leveren van andere ecosysteemdiensten. 

Gelet op het belang van dit nieuwe voorstel van de Europese Commissie zal de roadmap in het kader van het onderzoeksproject LIFE CarbonCounts hier rekening mee houden. Het is echter belangrijk om te duiden dat deze roadmap beleidsvoorbereidend onderzoek is, met de doelstelling om het werkveld voor beleid rond koolstoflandbouw binnen Vlaanderen in beeld te brengen.

Binnen het project LIFE CarbonCounts organiseerden ILVO en het Departement Landbouw en Visserij op 9 december vorig jaar een inhoudelijke toelichting over de uitgevoerde systeemanalyse rond ‘carbon farming’ en de implicaties van het recente Europese kader, gevolgd door een begeleide discussie waarbij stakeholders uit dertien verschillende organisaties hun standpunten en verwachtingen ten opzichte van de roadmap konden inbrengen. Uit deze workshop bleek duidelijk de nood tot samenwerking tussen beleid, private actoren en onderzoek.

Het Vlaamse standpunt wordt momenteel gevormd binnen het SOIA-netwerk (Strategisch Overleg Internationale Aangelegenheden) en wordt gecoördineerd door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) gezien het over materie gaat die breder is dan enkel landbouw, en nadien wordt eveneens een Belgisch standpunt gevormd samen met de andere deelstaten en het federale niveau. Er zijn ook verschillende Belgische en Vlaamse kandidaten voor de expertengroep die door de Europese Commissie opgericht wordt. In het kader van de verschillende relevante projecten worden de ontwikkelingen rond dit voorstel verder opgevolgd.

Om te voldoen aan het voorstel van de Commissie dat nu voorligt, is het duidelijk dat de koolstofverwijdering op relevante, accurate, consistente, volledige, vergelijkbare en transparante manier gekwantificeerd moet worden. Op welke manier dit voor de verschillende koolstofverwijderingen, waaronder carbon farming, in de praktijk geïmplementeerd moet worden, zal moeten blijken uit de methodologieën die opgesteld dienen te worden door de expertengroep die door de Commissie is samengesteld. Op basis van deze methodologieën zal ook moeten blijken welke aanpassingen bestaande platformen dienen te maken om te voldoen aan het certificatiekader. Het lijkt wel dat we als lidstaat enige vrijheid krijgen om zelf onze werking op te zetten rond koolstoflandbouw, aangepast aan onze lokale landbouwcontext.

We kunnen dus met de huidige platformen samenwerken, bijvoorbeeld binnen de voorgestelde netwerken, om te evalueren of en hoe we die overeenstemming met het kader zullen nastreven. De overheid kan proactief een faciliterende rol opnemen om zo lokale initiatieven maximaal te ondersteunen en meer private middelen aan te trekken.

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat we het eens zijn over het nut van de carbon farming en de opportuniteit voor onze landbouwers om hun klimaatinspanningen meer vergoed te zien. Het blijft toch een complex verhaal. Het is goed dat de EC een kader probeert te creëren zodat er een duidelijk speelveld komt en de landbouwers weten binnen welke regels ze hun diensten kunnen aanbieden aan zo’n platform.

Landbouwers die al goed gewerkt hebben in het verleden en al veel inspanningen hebben gedaan zonder dat ze daarvoor vergoed werden, door de sterke focus op de additionaliteit en de extra opslag, dreigen nu tussen schip en wal te vallen. Ze hebben al goed werk gedaan, ze zijn er niet voor vergoed, en het is moeilijk om nu nog extra inspanningen te doen omdat ze al heel wat opslag hebben gedaan. Hoe kunnen we een oplossing vinden zodat zij voor hun inspanningen in het verleden nog vergoed kunnen worden? Dat zou toch een van de prioriteiten moeten zijn. Voor al degenen die nog veel ruimte hebben om hun CO2-opslag te verbeteren, kunnen duidelijke spelregels alleen maar helpen.

Er is nu dat Europees kader maar ook de vrijheidsgraad van de lidstaten. Er is de rol van de private partners. Hoe ziet u dat qua governancestructuur? Hoe wilt u dat kader uitwerken en controleren? Wie neemt daar welke rol op? Is dat het Departement Landbouw op Vlaams niveau dat de platformen zal auditen? Hoe ziet u dat verder?

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Ik zit met dezelfde bezorgdheden als collega Coel in zijn bijkomende vraag. Minister, u zei inzake de additionaliteit dat er niet uitsluitend zou worden gekeken op bedrijfsniveau maar eerder op regioniveau. Op zich is dat een goede zaak, maar aan de andere kant vraag ik me af hoe individuele inspanningen op bedrijfsniveau dan worden gehonoreerd. Hoe kunnen mensen die in het verleden geïnvesteerd hebben in een gezonde bodem met veel koolstof in zo’n systeem worden gehonoreerd? Hoe zullen zij niet in de kou blijven staan?

Als we echt willen spreken over een verandering in onze landbouwpraktijken en meer koolstof in de bodem willen krijgen, zullen we dat niet los kunnen zien van een multidimensionale benadering gekoppeld aan de totaliteit van broeikasgasemissies, de koolstofsequestratie in de bodem, afhankelijkheid van externe inputs enzovoort. Het bedrijfsniveau is hier een goed niveau, maar het is waarschijnlijk niet voldoende. We zullen dit moeten bekijken op een hoger niveau. Er wordt voor gepleit om dat ook op landschaps- en regioniveau te zien, en daar bijvoorbeeld producentenorganisaties bij te betrekken zodat het geen zaak blijft van de individuele boer die dan individueel al dan niet inspanningen kan leveren.

Ziet u dat ook zo, minister, dat het ruimer moet worden bekeken dan het individuele bedrijf? Zijn er op dat vlak door u al gesprekken geïnitieerd om met bijvoorbeeld producentenorganisaties te bekijken hoe men dat streven naar meer koolstof in de bodem samen kan verbeteren?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dank u voor de bijkomende vragen. Het is misschien goed om te herhalen dat we oplossingen aanreiken voor die pioniers. Ik heb dat al gezegd. In het voorstel is er sprake van de mogelijkheid tot het opstellen van een baseline voor die additionaliteit op regionaal niveau in plaats van bedrijfsniveau. Het is wel de inspanning op bedrijfsniveau die vergeleken wordt met de regio. Wie het beter doet, moet de waardering daarvoor krijgen. Dat lijkt me logisch. Dat zal zo voorzien zijn in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

Wat de monitoring betreft, is er het project van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). De rol van de overheid zal dan moeten blijken wat de governance betreft. Voor de monitoring is een neutrale partner belangrijk. Dat lijkt me nodig.

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Er zal nog wel wat tijd over gaan voor we een goed uitgewerkt systeem hebben dat met alle elementen rekening houdt en kansen geeft zowel aan degenen die in het verleden goed hebben gewerkt als aan degenen die nu in het nieuwe kader extra CO2 willen opslaan. De vrije markt is er al volop opgesprongen, we zien heel wat platformen ontstaan. Het is goed dat dit verder gereguleerd wordt. Ik zie hier toch vooral de opportuniteit voor onze landbouwers om hun verdienmodel te versterken. Het moet wel goed worden uitgewerkt. Ik kijk uit naar de roadmap die in februari zal worden voorgelegd en de lessen die we daar als beleidsmakers kunnen uit trekken.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
Gezondheidsrisico's bij Basilicumplanten door irrigatie met vervuild (oppervlakte)water Lees meer
 
 
Aanvulling lijsten van oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen in de landbouwLees meer
 
 
Overstromingen van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen dossierLees meer
 
 
Wijziging van diverse decreten over het landbouw- en visserijbeleid Lees meer
 
 
249.000 euro voor vier lokale voedselregisseurs Lees meer
 
 
hittegolven én bosbranden zullen 9 keer vaker voorkomen in Oost-Afrika Lees meer
 
 
Tien nieuwe suikerbietrassen op de Belgische rassenlijst Lees meer
 
 
Packaging: find a workable agreement for the fruit and vegetables sector Lees meer