De voorzitter
De heer Anaf heeft het woord.
Hannes Anaf (Vooruit)
Op vrijdag 9 mei keurde de Vlaamse Regering een visienota goed waarin ze haar visie op de toekomst van de Europese Unie uit de doeken doet. We lazen daarin een uitgebreid luik over PFAS-beleid. Dat is een zeer goede zaak. We lezen dat Vlaanderen zal ijveren voor een Europese uitfasering van PFAS. In de Europese standpuntbepaling vormen de aanbevelingen van de parlementaire Onderzoekscommissie rond PFOS en PFAS van vorige legislatuur duidelijk de leidraad. We hebben in een van onze aanbevelingen aangegeven dat we een voortrekkersrol moeten spelen in Europa en dat we willen gaan voor de uitfasering van PFAS. Dat staat ook in het Vlaamse regeerakkoord. Ook daarin was al een ambitieuze houding rond de omgang met PFAS en andere zorgwekkende stoffen afgesproken.
De onderzoekscommissie, en eigenlijk het volledige Vlaams Parlement, heeft vorige legislatuur gezegd dat we op Europees niveau actief moeten pleiten voor het uitfaseren van PFAS. Daarnaast moet Vlaanderen zich opnieuw expliciet inschrijven in de Europese chemicaliënstrategie, waarin men streeft naar een gifvrij milieu. Volgens de EU-visienota zal Vlaanderen zich Europees ook inzetten voor het versterken van de omgekeerde bewijslast van de REACH-verordening (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals). Eenvoudig gesteld wil dat zeggen dat men geen chemische stoffen meer op de markt kan brengen voordat bewezen is dat ze veilig zijn. In de farmaceutische sector bestaat dat al: men moet eerst kunnen aantonen dat iets veilig is voor men het op de markt kan brengen. Eigenlijk is dat maar de logische manier. Nochtans is het nu nog andersom: men mag iets op de markt brengen en pas nadien kan worden bekeken of het vervuilend of schadelijk voor de gezondheid is. Daarnaast wordt ook de verantwoordelijkheid van de vervuilers voor hun milieuvervuiling vergroot.
Voor de Vooruitfractie is gezondheid prioritair. Je kunt nog zo gezond leven als je wil, als je in je omgeving voortdurend geconfronteerd wordt met ziekmakende stoffen zoals PFAS, dan kan je gezondheid daar nog steeds de dupe van zijn. Daarom moeten we vervuiling stoppen aan de bron, en moeten we vooral ook de vervuilers laten opdraaien voor de factuur voor het opkuisen.
Minister, de ambitieuze houding rond PFAS in de EU-visienota, met daarin ook de uitdrukkelijke verwijzing naar de aanbevelingen van de onderzoekscommissie, is een belangrijke stap in de goede richting, maar nu is het natuurlijk zaak om dat op Europees niveau waar te maken en verder uit te werken. Daarom heb ik een aantal vragen.
Op welke manier wilt u op Europees niveau vorm geven aan de Vlaamse visie rond PFAS?
Op welke manier pleit u actief voor de uitfasering van PFAS?
Hebt u dat reeds aangehaald in contacten met uw Europese collega’s en de bevoegde Europese commissaris? Zo ja, wat waren de reacties?
Hebt u een zicht op een timing voor die uitfasering?
Eind 2025 wil de Europese Commissie een Chemicals Industry Package lanceren. Zult u daar de uitfasering van PFAS ook verder bepleiten?
Draagt u op Europees niveau actief het standpunt rond de omkering van de bewijslast binnen REACH uit? Pleit u daar ook voor een gezondheidsscreening voor chemische producten alvorens ze op de markt komen? Wanneer denkt u dat dit er kan komen?
Wanneer kunnen we het nieuwe voortgangsrapport verwachten over het PFAS-actieplan? Specifiek: waar staat u met de maatregelen om verontreiniging te stoppen aan de bron, zoals staat in het luik ‘Het voorkomen en beperken van emissies en verliezen van PFAS naar het milieu’?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dank u wel, collega. Zoals u weet, stelt het regeerakkoord zeer helder: “We blijven ijveren voor een Europese uitfasering van PFAS op voorwaarde dat er voor de toepassing een gelijkwaardig en mens- en milieuvriendelijk alternatief voorhanden is.” We passen dit standpunt consequent toe. Zodoende breng ik dit ook op het Europese niveau telkens aan bod. Het is echter het Belgische Comité REACH dat de besprekingen van nabij volgt binnen het Europese REACH Committee wat PFAS betreft. Op de jongste vergadering van het REACH Committee van eind april werd op ons aandringen door de Belgische vertegenwoordiger nog een restrictie aangenomen die de impact van PFAS-gebruik in brandblusschuim gevoelig moet reduceren.
Daar mag het uiteraard niet toe beperkt blijven: nog vele andere PFAS-toepassingen moeten zo snel mogelijk uitgefaseerd worden. Binnen ons land zitten we daarover op dezelfde golflengte. We trachten ook actief met gelijkgestemde Europese lidstaten, de zogenaamde REACH-Uplanden, onze boodschap op Europees niveau zo veel mogelijk te laten overnemen.
Als ik mijn collega Roswall, EU-commissaris onder andere bevoegd voor Milieu, ontmoet, kaart ik telkens het voor Vlaanderen zeer belangrijke PFAS-dossier aan. Vanuit België zijn er ook een aantal door Vlaanderen ondersteunde tussenkomsten geweest op de laatste Europese Raden Leefmilieu. Zo was er op de Raad Leefmilieu van 14 oktober 2024 een belangrijke bespreking waar de snelle uitfasering ten aanzien van PFAS werd benadrukt tijdens het agendapunt over de ‘Chemicals Strategy for Sustainability – State of play and way forward’.
Over de timing van de uitfasering kan ik hier nu nog geen uitspraken doen. Het is momenteel nog wachten op de visie van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA of European Chemicals Agency) dat een wetenschappelijke analyse uitvoert inzake de risicoafweging en de sociaal-economische impact van de ingediende voorstellen. Momenteel is er nog geen duidelijke tijdslijn beschikbaar rond het tijdstip waarop die analyse beschikbaar zal zijn. Er wordt ons alleszins verzekerd dat er hard wordt gewerkt om dit verder af te werken. Onze vraag blijft alleszins helder: kom zo snel als mogelijk met een ambitieus voorstel voor de uitfasering van het gebruik van PFAS dat ten andere ook de innovatie voor mens- en milieuvriendelijke alternatieven versnelt.
In het kader van het door de Europese Commissie aangekondigde Chemical Industry Package is er inderdaad sprake van dat de Europese Commissie eind dit jaar meer duidelijkheid zal verschaffen over haar beleidsvoornemens inzake de uitfasering van PFAS. De voorbereidingen op technisch niveau lopen volop. Tegen de zomer wil de Commissie hierover alvast een afgeronde impactbeoordeling hebben. Aansluitend volgt verdere afstemming met de lidstaten en stakeholders in dit verband. Op Vlaams en Belgisch niveau trachten we alvast ons huiswerk klaar te hebben met het oog op die standpuntbepaling. Op 9 april had de Minaraad (Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen) in die zin alvast zijn standpunt klaar.
In het kader van de lopende herziening van de REACH-regelgeving is dit inderdaad een aspect dat wellicht aan bod zal komen door middel van de mogelijke uitbreiding van de gegevensvereisten. Het is belangrijk het evenwicht te bewaren tussen het voorzorgsprincipe en het feit dat we innovatie willen steunen. Wat betreft lozingen moeten we natuurlijk streng zijn, maar we moeten ons hoeden voor het toepassen van het voorzorgsprincipe in de zin dat er helemaal geen ruimte meer zou zijn voor innovatie. Tegen het einde van dit jaar zal moeten blijken wat het door de Europese Commissie uitgebrachte voorstel op dit punt betekent.
Wat tot slot uw vraag betreft naar de voortgangsrapportage van het PFAS-actieplan, kan ik meedelen dat dat nog voor het zomerreces staat ingepland op het niveau van de Vlaamse Regering. Het PFAS-actieplan zal worden meegenomen in de geïntegreerde rapportage, waar ook de aanbevelingen van de parlementaire Onderzoekscommissie PFAS-PFOS en de acties van het plan rond zorgwekkende stoffen (ZS’en) deel van uitmaken.
Het luik ‘voorkomen en beperken van emissies en verliezen van PFAS naar het milieu’ omvat vijf acties. De aanpassing van de VLAREM-bepalingen (Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning) inzake water en lucht konden helaas niet worden afgerond tijdens de vorige legislatuur, zoals initieel voorzien. Het huidige kabinet zal de behandeling van deze dossiers dan ook met de nodige aandacht en spoed verderzetten.
De voorzitter
De heer Anaf heeft het woord.
Hannes Anaf (Vooruit)
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik denk dat het belangrijk is dat jullie contacten hebben op Europees niveau, dat jullie zelf aan die kar trekken. Ik begrijp dat u dat al met de Europese commissaris hebt besproken. Het is ook belangrijk dat België in de Europese Raad druk blijft zetten om snelheid te maken met de uitfasering van PFAS. We gaan dat uiteraard blijven opvolgen. Er wordt verzekerd dat er hard wordt gewerkt, dat is prima, maar het kan soms lang duren op Europees niveau. Ik denk dat het dus belangrijk is om er druk te blijven zetten, ook vanuit de regering.
Ik begrijp dat de voortgangsrapportage nog voor de zomer door de regering wordt besproken. Is het de bedoeling dat die hier nog in de commissie zal worden besproken en toegelicht? Zit die timing ook nog voor de zomer of is het dan de bedoeling om dat net na de zomer te doen? Ik denk dat het wel belangrijk is om daar ook in de commissie – maar dat is dan misschien eerder iets voor de regeling van de werkzaamheden – echt op te blijven doorgaan, om daar ook goed de opvolging vanuit het parlement te kunnen blijven doen.
U sprak over innovatie. Dat zal zeker belangrijk zijn. Daarom heb ik nog een aantal bijkomende vragen. Het is vooral belangrijk om te zoeken naar alternatieven en het onderzoek ernaar. Is er momenteel al onderzoek naar? Hoever staat het met dat onderzoek?
Het is ook belangrijk om PFAS te stoppen aan de bron. Als je dan kijkt naar de pesticiden – die discussie hebben we hier ook al vaak gevoerd –, zie je dat maar 2 procent van de pesticiden op de Belgische markt PFAS bevat. Dan is het duidelijk dat er wel alternatieven voorhanden zijn. Dan is het soms een kwestie van doorduwen en willen om voor een alternatief te kiezen. Ik denk dat we een aantal dingen wel zelf in de hand hebben. Ik heb ook daar de vraag om er echt op door te duwen en ervoor te zorgen dat we een voortrekkersrol blijven spelen om PFAS uit te faseren.
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Dank u wel, collega, voor deze vraag rond PFAS. Minister, we hebben hier vorige week een hoorzitting gehad over PFAS-pesticiden. Een van de uitspraken van professor de Boer was: “Er is een verbod nodig, zodat er innovatie op gang getrokken wordt, want zonder een duidelijk verbod of een vooruitzicht op een verbod, zal dat niet gebeuren.” Met andere woorden: het is belangrijk dat er daadkracht getoond wordt. Zoals we weten, is het tijdelijk handelingskader rond PFAS zo goed als vernietigd door een auditeur. Er zal dus een vernietiging volgen.
Minister, hoever staat u met dat normenkader? Het is namelijk zeer belangrijk om daar heel daadkrachtig duidelijke afspraken over te maken, zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Dat is op dit moment niet het geval.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Het is inderdaad een heel interessante vraag. Minister, als we van PFAS af willen – ik denk dat iedereen dat wel wil – zijn we aan een aantal zaken gebonden. Ten eerste zegt u we daarover akkoord zijn in België, ook met het federale niveau. Vermits productnormering een federale bevoegdheid is, zullen we ofwel ervoor moeten zorgen dat we zelf iets kunnen doen aan die productnormering, ofwel erop toezien dat die normering goed aangepast wordt.
Ten tweede hebben we in de hoorzitting ook gehoord dat er een tweetal stoffen zijn die absoluut niet in die verbinding mogen voorkomen. Er moet inderdaad innovatie komen op het vlak van alternatieven, maar wat dan? De politiek is namelijk altijd langzaam en die innovatie komt als een sneltrein. Als er nieuwe producten op de markt komen, in welke mate zullen we die kunnen controleren en beoordelen voordat ze op de markt komen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega’s, door de grote PFAS-problematiek in Vlaanderen zijn we op dat vlak een voorloper op het Europese toneel. Heel wat landen kijken daarvoor ook naar ons. Persoonlijk vind ik dat het debat over essentieel versus niet-essentieel een interessant debat kan zijn als het gaat over het gebruik en de toepassing van PFAS. Ik denk dat we het erover eens zijn dat, als er een verbod in het vooruitzicht gesteld wordt, dit de innovatie zal stuwen en stimuleren. Dat kan je niet ontkennen.
Er is echter een verschil in het gebruik van PFAS voor medische toepassingen tegenover niet-essentieel gebruik. Ik denk dat we allemaal voorbeelden kennen van het gebruik van PFAS dat gedefinieerd kan worden als ‘niet-essentieel’. Ik vind dat een belangrijk debat dat meegenomen kan worden op het Europese niveau. Wij werken daar inderdaad naarstig aan verder.
Er werd ook verwezen naar de gewasbeschermingsmiddelen, de pesticiden. Het is inderdaad zo dat er vandaag al geen gebruik meer wordt gemaakt van PFAS bij de ontwikkeling van nieuwe gewasbeschermingsmiddelen. Daar hebben we dus ook zeker aandacht voor.
Het is inderdaad zo dat het tijdelijk handelingskader kon rekenen op een vrij negatief advies van de auditeur. Daarom bereiden we nu dus nieuwe richtlijnen voor, een nieuw tijdelijk handelingskader.
Zoals gezegd, zitten ook de structurele aanpassingen aan het Bodemdecreet in de pijplijn. Daarover zijn we momenteel op het niveau van de regering aan het spreken. Ik hoop dat we hier zo snel mogelijk klaar mee zijn.
De voorzitter
De heer Anaf heeft het woord.
Hannes Anaf (Vooruit)
Ik denk dat het echt belangrijk is dat we de lessen die we geleerd hebben uit de PFOS-saga – die trouwens nog steeds bezig is in Zwijndrecht en omgeving – echt ter harte blijven nemen. Dat we een voorloper zijn in Europa, komt natuurlijk doordat we hier een ernstig schandaal meegemaakt hebben. Ik denk dat het belangrijk is dat we dat hier nauw blijven opvolgen, zowel vanuit de regering als vanuit het parlement, en dat we ook echt stappen vooruit zetten. We moeten niet enkel aan de bel trekken maar ook tot echte resultaten komen.
Ik ben het eens met collega Schauvliege: er is echt nood aan daadkracht. We gaan echt moeten proberen om die uitfasering op Europees niveau af te dwingen. We moeten hier in Vlaanderen ook alle aanbevelingen van de PFAS-commissie tot uitvoering brengen en er natuurlijk vooral ook lessen uit trekken voor andere schadelijke stoffen, het mag niet beperkt blijven tot die PFOS.
Ik zal het zeker blijven opvolgen. Minister, blijf in elk geval ook aan die Europese bel trekken.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.