|
Groen!: "Europa heeft lak aan het bijensterfteprobleem"
Al jaren is de achteruitgang van het bijenbestand een bron van grote bezorgdheid, omdat de insecten onmisbaar zijn voor onze voedselproductie en biodiversiteit. Europa erkende dat de gebruikte bestrijdingsmiddelen een belangrijke oorzaak zijn van de bijensterfte.
|
Daarom werkte het Europees Voedselagentschap (EFSA) in 2013 de bijenrichtlijn ‘Bee Guidance Document’ uit: een leidraad voor hoe pesticiden getest moeten worden op hun schadelijkheid voor bestuivers. Afhankelijk van de resultaten wordt dan beslist of een nieuw bestrijdingsmiddel dat de industrie op de markt wil brengen al dan niet wordt toegelaten.
Op basis van die bijenrichtlijn werden in mei 2018 drie bekende en uiterst schadelijke neonicotinoïden verboden. Maar de richtlijn, al in 2013 opgesteld, is door de lidstaten nog altijd niet goedgekeurd, omdat er geen meerderheid werd gevonden om de strenge regels in te voeren.
Sinds januari 2019 ligt er nu een drastisch afgezwakte versie op tafel. In dat nieuwe voorstel wordt de schadelijkheid voor bijenlarven niet meer getest en wordt alleen nog de acute toxiciteit van nieuwe pesticiden getest, en niet meer de chronische toxiciteit ervan. Er wordt dus geen rekening gehouden met het effect dat pesticiden op lange termijn op bijen hebben.
‘Bij acute toxiciteit laat men bijen lopen op behandelde planten of laat men ze pesticiden consumeren via pollen of nectar. Dan wordt geteld hoeveel bijen er binnen een dag sterven’, verduidelijkt Pieter Spanoghe, hoofddocent gewasbescherming aan de UGent. ‘Bij chronische toxiciteit krijgen bijen dagelijks een kleine dosis pesticiden binnen. Na tien dagen kijkt men hoeveel bijen er dood zijn, en worden de bijen gecontroleerd op de grootte van specifieke spijsverteringsklieren in het hoofd.’
Spanoghe heeft vragen bij de betrouwbaarheid van die laatste test, omdat het microscopisch expertenwerk is. Het is niet duidelijk of dit de reden is waarom de lidstaten de strenge regels niet willen invoeren, of dat ze zich laten beïnvloeden door de lobby van de industrie van bestrijdingsmiddelen. Maar toxicoloog Jan Tytgat (KU Leuven) wijst erop dat het toch belangrijk is om niet alleen kortstondige maar ook langdurige blootstelling te testen. ‘Sommige gevolgen kun je niet inschatten als je alleen op korte termijn test’, zegt Tytgat. ‘De ongerustheid bij wetenschappers is erg groot over de achteruitgang van de bijen en insecten, en als Europa regels invoert, moeten ze wel streng genoeg zijn.’
Eind februari stuurde een honderdtal ongeruste EU-parlementsleden van verschillende politieke partijen een brief naar de Commissie met de vraag er alles aan te doen om de strenge versie van de bijenrichtlijn goed te keuren, zoals EFSA ze aanvankelijk opstelde, en niet het afgezwakte voorstel. Voorlopig zonder resultaat. Op 20 of 21 mei zullen de experten van de lidstaten (met mandaat van hun minister) toch stemmen over de minder strenge regels.
‘Als dit voorstel wordt goedgekeurd, dreigen er zelfs schadelijkere pesticiden dan de verboden neonicotinoïden op de markt te komen’, zegt Europees Parlementslid Bart Staes (Groen), die samen met partijgenote Petra De Sutter een brief stuurde naar minister van Landbouw Denis Ducarme (MR). Ze vragen hem onder andere meer energie te steken in het overtuigen van zijn collega’s van andere landen om alsnog de strenge versie goed te keuren.
Ducarme zegt dat hij voor een strenge regelgeving is, maar liet al eerder weten dat België de afgezwakte regelgeving toch zal goedkeuren. ‘Een weinig ambitieus plan is nog altijd te verkiezen boven de volledige patstelling waarin we ons thans bevinden’, zei hij op 13 maart in de Kamer.
|
|