De voorzitter
De heer Claes heeft het woord.
Bart Claes (Vlaams Belang)
Goedemiddag, minister. Ongeveer twee jaar geleden vond een informatiesessie plaats over de raamovereenkomst voor het beheer van everzwijnen door gemachtigd faunabeheerders in het kader van de problematiek van schade door die everzwijnen. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) zocht toen opdrachtnemers voor het gespecialiseerde beheer van everzwijnen op locaties waar specifiek ingrijpen noodzakelijk is. Het is zo dat de groeiende populatie van everzwijnen op diverse plekken in Vlaanderen vaak leidt tot schade en overlast, zeker in de buurt van bewoning.
In Genk werd er een leertraject uitgewerkt voor een intensiever beheer in stedelijke gebieden, waarbij uitvoerders zich eerst en vooral richten op lokale sensibilisering, ten tweede op preventie en ten derde op beheer. Tijdens de informatiesessie waarover ik het net had, werd verduidelijkt dat de aanpak ook in die volgorde zou moeten gebeuren. Ook werd benadrukt dat het beheer door gemachtigd faunabeheerders niet zomaar het werk van lokale jagers mag doorkruisen. Indien een schadegeval wordt gemeld in of nabij een jachtrevier, zou het ANB eerst en vooral contact opnemen met de lokale jager.
Meer concreet, op 10 februari van dit jaar meldde een inwoner van Ottenburg dat twee everzwijnen met jongen zich in haar tuin ophielden. De gemeentelijke ambtenaar, die in dezelfde buurt woont, heeft dat doorgegeven aan het ANB, waarop het team van gemachtigd faunabeheerders werd ingeschakeld. Bij aankomst gebruikten zij warmtebeeldcamera’s en stelden ze vast dat de everzwijnen zich in de tuin van de buurman bevonden, die op dat moment niet thuis was. De woning was in principe eigendom van een verdere buur, van wie het team een machtiging kreeg om de tuin te betreden, maar dat op dat moment zonder toestemming van de huurder.
De twee zeugen die zich in die tuin bevonden, werden geëlimineerd in hun ketel, waar op dat moment blijkbaar dan ook nog eens tien biggetjes aanwezig waren. Die jongen werden aan hun lot overgelaten. Het team plaatste nadien verderop wel een vangkooi om extra dieren te vangen.
Dit optreden van het ANB en de gemachtigd faunabeheerders heeft uiteraard tot grote verontwaardiging geleid in de buurt. De oorspronkelijke melder zocht eigenlijk enkel advies over hoe ze haar tuin kon beschermen tegen everzwijnen. Het was niet haar intentie dat die dieren zouden worden afgemaakt, zeker niet aangezien er jonge biggen aanwezig waren. De huurder van de betrokken woning is misnoegd omdat zonder zijn toestemming toegang werd verleend tot zijn gehuurde goed, met name zijn tuin. Ook de lokale jager voelt zich buitenspel gezet, niet alleen door de interventie van het team, maar ook doordat achteraf een vangkooi werd geplaatst, in strijd met de eerder gecommuniceerde afspraken.
Minister, ik heb daarbij op dit moment de volgende vragen.
De bedoeling was dus dat gemachtigd faunabeheerders vooral zouden opereren in parkgebieden en rond dorpskernen, waar jacht niet mogelijk is. Waarom werd in dit geval dan opgetreden in een gebied waar de lokale jager perfect zelf het afschot had kunnen verzorgen?
Waarom werd er geen contact opgenomen met de lokale jager, aangezien de achterliggende gebieden als jachtterrein waren ingekleurd?
Jagers hanteren doorgaans ethische normen, waaronder het verbod op het doden van zogende zeugen zonder dat er opvang voor de jongen is. Hoe beoordeelt u het feit dat deze normen in dit geval totaal niet werden gerespecteerd?
Gemachtigd faunabeheerders zijn geen Vlaamse toezichthouders en beschikken niet over dezelfde bevoegdheden. Aangezien de huurder van de woning geen toestemming gaf om zijn gehuurde terrein te betreden, is hier mogelijk sprake van huisvredebreuk. Hoe zult u daarover communiceren en daarop ingaan?
Zijn er na de interventie nog extra everzwijnen gevangen door het ANB in de geplaatste vangkooi? Zo ja, hoeveel?
Ziet u aanleiding om de huidige werking van het team van gemachtigd faunabeheerders te herzien?
De voorzitter
Mevrouw Verhaert heeft het woord.
Marianne Verhaert (Open Vld)
Bedankt om dit onderwerp mee aan te snijden, collega. Ik ga hier verder op bouwen.
In 2023 werd een leertraject voor everzwijnbeheer in geürbaniseerde context uitgewerkt in Genk. De voormalige minister van Omgeving heeft daarbij een team van gemachtigd faunabeheerders aangesteld voor snelle en oplossingsgerichte interventie. Het team focust zich op bewoond gebied. Er werden daarover ook afspraken gemaakt met de jachtsector dat het team enkel zou optreden in geürbaniseerd gebied en niet in of zeer nabij jachtgebieden. In de aanloop van het leertraject werd ook gesteld dat het project misschien zou kunnen worden opgeschaald naar Vlaams niveau.
Er blijkt hier en daar toch wel commotie ontstaan te zijn tussen de gemachtigd faunabeheerders, de lokale besturen, burgers en jagers over het beheer op lokaal openbaar of niet-bejaagbaar terrein door de gemachtigd faunabeheerders. Zo werd er inderdaad melding gemaakt van een casus in Vlaams-Brabant, waarbij de gemachtigd faunabeheerders de eerder gemaakte afspraken en de drietrapsmethodiek waar de collega al naar verwees – sensibilisering, preventie, actief ingrijpen – niet zouden hebben gevolgd. Blijkbaar zouden de gemachtigd faunabeheerders onmiddellijk everzwijnen gedood hebben, zonder daarbij in te zetten op sensibilisering en preventie, uiteraard tot ontsteltenis van de lokale buurt.
Ook in Houthalen-Helchteren ontstond de voorbije jaren een heus everzwijnenprobleem. Tuinen werden omgewoeld, er werd melding gemaakt van aanrijdingen met voertuigen en er trad een aanzienlijke landbouwschade op. De inspanningen van het agentschap bleken dus onvoldoende. Daarop trad het lokaal bestuur in contact met de twee lokale wildbeheereenheden. Er werden daarop dan ook afspraken gemaakt en er volgde actie door de lokale jagers. Twee jaar later blijkt de everzwijnenproblematiek aldaar verdwenen te zijn of op zijn minst fel verminderd, al hebben we recent – ik denk vorige week – in Meerhout nog wel een voorval gehad; deze vraag is immers al een tijdje geleden ingediend.
Maar toch heb ik daar heel wat vragen over, minister:
Bent u ervan op de hoogte dat faunabeheerders de afgesproken drietrapsmethodiek niet naleven en onmiddellijk ingrijpen, zonder daarbij in te zetten op sensibilisering en preventie? Indien u daarvan op de hoogte bent, ben ik benieuwd welke stappen u daartegen reeds hebt ondernomen.
Klopt het daarnaast dat de gemachtigde faunabeheerders kooivallen inzetten in of in de zeer nabije omgeving van jachtgebieden?
Wat is de totale kostprijs van het team gemachtigd faunabeheerders, inclusief de inzet van ANB-personeel? Graag ontvang ik daarover een uitgesplitst en gedetailleerd overzicht. Aangezien het al een tijdje geleden is, ga ik ervan uit dat ik dat wel kan ontvangen.
Bent u van plan om de werking van het team gemachtigd faunabeheerders te bestendigen, aangezien lokale jagers in Houthalen-Helchteren hebben kunnen aantonen dat zij gratis – en dat lijkt me toch heel belangrijk in tijden dat het budgettair toch moeilijk is – hetzelfde doel bereiken van het herleiden van de everzwijnenproblematiek tot een minimaal aantal schademeldingen?
Indien u de werking van het team toch bestendigt, is er dan sprake van een opschaling naar Vlaams niveau? Zo ja, is daar draagvlak voor te vinden binnen de jachtsector, en wat zal de totale kostprijs bedragen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega’s, het team van gemachtigd faunabeheerders treedt op in die situaties waarbij zich problemen voordoen met everzwijnen. Het team werkt daarbij op basis van meldingen die het Agentschap voor Natuur en Bos ontvangt, voornamelijk meldingen via het meldingsplatform Wild In Zicht, maar ook meldingen die via andere kanalen binnenkomen. Met die meldingen gaat het team aan de slag in bepaalde probleemzones.
De situatie wordt geanalyseerd en wordt meestal verder in kaart gebracht via terreinbezoeken en overleg met de lokale besturen. Dan gaat het team aan de slag met als doel de situatie zo snel mogelijk onder controle te krijgen. Daarbij gaat het zowel inzetten op sensibilisering en preventie als op beheer.
Wanneer er zich concreet een schadegolf voordoet in woongebied en de telefoon bij het ANB als het ware roodgloeiend staat, dan heeft het weinig zin om eerst te gaan inzetten op preventie en sensibilisatie. In dat geval wordt onmiddellijk overgegaan tot beheer. Enkel waar lokale jagers geen, onvoldoende of te weinig doeltreffende acties nemen of kunnen nemen, gaat het team zelf beheeracties plannen. Uiteraard zal er tegelijkertijd ook in de betrokken buurt gecommuniceerd worden dat tuinen en dergelijke zo goed mogelijk afgesloten moeten blijven om verdere schade te vermijden. Dergelijke beheeracties kunnen een direct afschot inhouden of het plaatsen van kooivallen. De ruimtelijke beperking die daarbij geldt, is die van de toestemming van de grondeigenaar of de grondgebruiker, niet de aanwezigheid of de nabijheid van een jachtterrein.
In 2024 werd het project van de gemachtigd faunabeheerders opgeschaald naar het Vlaamse niveau. Hiervoor werden toen zes voltijdsequivalenten aangetrokken, waarvan vier medewerkers van het Agentschap voor Natuur en Bos. Dat betekende een kostprijs van ongeveer 520.000 euro. Voor 2025 werd de personeelsinzet verlaagd naar vier voltijdsequivalenten, waarvan twee medewerkers van het ANB, omdat de belangrijkste probleemregio’s onder controle gebracht konden worden. De personeelskosten worden geraamd op 400.000 euro. Naast de personeelskosten is er ook de inzet van middelen voor aanschaf van materieel, waaronder de kooien. Deze kosten bedroegen in 2023 en 2024 telkens 180.000 euro. Qua kosten voor de inzet van faunabeheerders moet worden opgemerkt dat een deel hiervan ook de bestrijding van bepaalde invasieve exoten omvat, zoals de Chinese muntjak, de rosse stekelstaart, de wasbeer, de Nijlgans en de heilige ibis.
Ik kom tot de specifieke vragen over Houthalen-Helchteren. Sinds 2020 wordt er vanuit het Agentschap voor Natuur en Bos intensief overlegd met de gemeente en de lokale jachtsector. Eigendommen van de gemeente en het ANB werden hierbij verpacht voor de jacht op everzwijn, zodat het beheer maximaal gefaciliteerd kon worden. Bijkomend bundelden de gemeente en de lokale wildbeheereenheden in 2023 de krachten en zetten ze bestrijdingsacties op in diverse woonwijken. Ondanks deze inspanningen raakten de schade en overlast helaas niet onder controle.
Midden 2023 is de gemeente Houthalen-Helchteren daarom ingestapt in het leertraject van de gemachtigd faunabeheerders. Hierbij werd ingezet op het gebruik van kooivallen om de overlast onder controle te krijgen. Op vraag van lokale jagers werd plaatselijk ook het beheer tijdelijk overgenomen door de gemachtigd faunabeheerders. De samenwerking tussen jagers en de gemachtigd faunabeheerders heeft hier geleid tot een gebiedsdekkend beheer, met als resultaat het grotendeels verdwijnen van de overlast. Momenteel zien we opnieuw specifieke overlastrisico’s opduiken. Ik heb begrepen dat de lokale jagers en het team van gemachtigd faunabeheerders opnieuw samen op zoek gaan naar gepaste oplossingen.
Vorig jaar gebeurde reeds een opschaling naar het Vlaamse niveau. Geïnteresseerde gemeenten kunnen sindsdien intekenen. Op dit moment maken zestien gemeenten gebruik van de diensten van het team van gemachtigd faunabeheerders.
Om tot een optimaal beheer van everzwijnen te komen, is het belangrijk dat er een goede samenwerking is tussen de gemachtigd faunabeheerders en de lokale stakeholders. Daarom worden in gemeenten waar de gemachtigd faunabeheerders actief zijn, toelichtingen gegeven over de werking. Zo ontstaan er lokale samenwerkingen en contacten. Langzamerhand wordt het iedereen dan ook duidelijk dat het beheer van de gemachtigd faunabeheerders complementair is aan het beheer van de jagers. Enkel die complementariteit kan leiden tot het duurzaam voorkomen en beperken van schade en overlast. Want laat het duidelijk zijn, collega’s: het team van gemachtigd faunabeheerders heeft niet tot doel om de reguliere jacht over te nemen of tegen te werken. Het enige doel is het terugdringen van de overlast.
Collega Claes, wat betreft uw specifieke case in Ottenburg, een deelgemeente van Huldenberg, gaf ik reeds aan dat, wanneer er zich ernstige overlast voordoet, er steeds eerst contact wordt gelegd met de lokale jagers, de lokale wildbeheereenheden. Dat leidt tot zeer verschillende resultaten. Soms treden de jagers echt doortastend op, soms voelt een jager zich niet comfortabel om aan beheer te doen vlakbij bewoning. Wat ook de reactie van de lokale jagers is, de gemachtigd faunabeheerders zetten zich steeds vol in om een probleemsituatie zo snel mogelijk onder controle te krijgen.
Dit is ook in deze concrete casus zo gebeurd. De wildbeheereenheid en de aangrenzende jagers werden op de hoogte gebracht van de overlast in het desbetreffende woongebied. Het lokale bestuur heeft op een bepaald moment contact opgenomen met het ANB om deze overlastproblematiek aan te kaarten, met de vraag om actie te ondernemen. De lokale jachtrechthouder werd gevraagd om actie te ondernemen, en die heeft ook aangegeven dit te doen. Wegens aanhoudende meldingen werd er tien dagen later en na toestemming van de grondeigenaar besloten om actief in te grijpen. Dit doet niets af aan de inspanningen van de lokale jager op de percelen waarover hij het jachtrecht heeft en is op geen enkele wijze een miskenning of tegenwerking van zijn inspanningen. De actie van de gemachtigd faunabeheerders vond complementair plaats op aangrenzende percelen waar het jachtrecht niet actief werd uitgeoefend. In de kooi die geplaatst werd op het perceel, werden nog everzwijnen gevangen.
Elke ingreep op het terrein kan enkel mits schriftelijke toestemming van de grondeigenaar of de grondgebruiker. Deze aanpak ligt ook in lijn met het jachtrecht van de eigenaar. In dit geval werd er bezwaar gemaakt door de huurder van een terrein, terwijl er wel expliciete toestemming was van de eigenaar van het terrein. Ook in geval van jacht kan de huurder de uitoefening van het jachtrecht dat door de eigenaar werd verpacht aan de jager, niet verhinderen.
Alle informatie over de gedode en gevangen dieren wordt echter wel overgemaakt aan het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek voor verdere wetenschappelijke verwerking, net zoals dat het geval is voor alle dieren die gedood worden tijdens de reguliere jacht. Alle verzamelde informatie is publiek beschikbaar via de website faunabeheer.inbo.be.
De voorzitter
De heer Claes heeft het woord.
Bart Claes (Vlaams Belang)
Dank u wel, minister, voor de verduidelijking die u hebt gegeven. Met betrekking tot de feiten in Ottenburg: kunt u zeggen hoeveel meldingen er waren? Ik heb de indruk dat de lokale jager nooit werd gecontacteerd door de gemachtigd faunabeheerders of het ANB, en dat er meteen werd overgegaan tot afschot van de dieren die daar aanwezig waren, toch de volwassen dieren. Men heeft geen rekening gehouden met het feit dat er ook nog een stuk of tien frislingen aanwezig waren. Kunt u daar iets meer informatie over geven?
Ten tweede: u hebt gezegd dat het niet de bedoeling is om bij herstructureringen van het ANB de jacht buitenspel te zetten. Toch leeft dat gevoel wel in een groot deel van de jachtsector. Iedere herstructurering neemt steeds meer bevoegdheden van de jachtsector weg. Kunt u daar duidelijk op antwoorden dat dat niet het geval zal zijn onder u als minister van Leefmilieu?
De voorzitter
Mevrouw Verhaert heeft het woord.
Marianne Verhaert (Open Vld)
Dank u wel, minister. Het verhaal dat u brengt, is toch iets anders dan wat mij bereikt. Het ANB heeft, ook in Vlaams-Brabant, de drietrapsmethodiek uit urgentie niet gebruikt. Ik hoor echter een ander verhaal. Het lijkt mij belangrijk dat u daar in de eerste plaats zeer kordaat op toeziet.
Daarnaast vond ik het bijzonder wat u vermeldde over de kooivallen. Voor de gewone jacht zijn die verboden – en ik denk niet dat zij vragende partij zijn –, en dus stel ik mij vragen bij het feit dat het ANB die wel gebruikt. Het lijkt mij behoorlijk onethisch om dergelijke kooivallen te gebruiken.
U hebt cijfers vermeld en spreekt constant over complementair faunabeheer: ze werken elkaar niet tegen, maar zijn complementair. Toch kost het ons heel wat geld. U sprak over een bedrag van 400.000 euro. Ik vind het bijzonder dat we zoiets in stand houden terwijl er een gratis oplossing is. Ik hoor duidelijk van jagers dat zij die oplossing willen bieden. Ik denk dat we op een ander spoor zitten. Misschien kunt u nog eens met de jagers aan tafel zitten of kijken of dat niet op een andere manier kan. Ik wil het nog eens benadrukken: gratis ten opzichte van 400.000 euro, als ik het juist heb begrepen. Ik lees dit nog eens na, maar in dat geval – en zeker vandaag, wanneer alles ons gigantisch veel geld kost –, denk ik dat we wel twee keer mogen nadenken.
We hebben een tijdje geleden ook nog een discussie gehad over het Agentschap voor Natuur en Bos dat het ontzettend druk heeft. Sommige collega’s vroegen om meer personeel. Dan denk ik dat we hier toch eens moeten kijken of we niet terug naar de jagers kunnen. Ik zie u knikken, maar ik hoor het u ook graag zeggen.
De voorzitter
De heer Coel heeft het woord.
Arnout Coel (N-VA)
Ik wil kort aansluiten. Bij ons in de streek, in Huldenberg, is de problematiek reëel. Niemand betwist dat er overlast is van een toenemende populatie van everzwijnen. Voor de mensen die last hebben van die schade, is het vooral belangrijk dat er een oplossing komt. Hoe die er komt, is van secundair belang. Ik volg wel deels de collega’s die zeggen dat we dit op een kostenefficiënte manier moeten doen. We hoeven niet, om het plat te zeggen, een legertje ambtenaren jager te laten spelen op kosten van de belastingbetaler wanneer we ook een performante jachtsector hebben die zijn rol kan spelen.
Mij bereiken signalen vanuit de sector dat zij het gevoel hebben buitenspel te staan. Er worden allerlei strenge regels opgelegd die niet gelden voor ambtenaren die gelijkaardige activiteiten ondernemen. U claimt altijd de verzoener te zijn in allerlei debatten. Ik roep u op om ook hier die rol op te nemen tussen enerzijds het ANB in het algemeen en de faunabeheerentiteiten in het bijzonder, en anderzijds de jachtsector. Breng die twee partijen eens samen rond de tafel om goed te bespreken hoe ze elkaar kunnen versterken in plaats van elkaar voor de voeten te lopen. Dat gebeurt vandaag te veel.
Ik heb een concrete vraag. In een eerdere discussie over dit thema kwam naar voren dat er federaal wordt gedacht aan nachtkijkers en geluidsdempers om de jacht efficiënter te maken, omdat everzwijnen ’s nachts gemakkelijker kunnen worden bejaagd. Hebt u daar al contact over gehad? Toen was de Federale Regering nog niet in stelling, maar ondertussen wel. Is daar al nieuws over? Kan dat binnenkort ook in Vlaams jachtgebied gebruikt worden?
Mien Van Olmen (cd&v)
Minister, ik heb een heel kleine bijvraag. We vernamen vorige week via de pers dat in de Antwerpse Kempen een dame die in natuurgebied op de grens tussen Geel en Meerhout aan het wandelen was, ernstig gewond is geraakt toen ze werd aangevallen door een everzwijn. Dat is dus geen landbouwschade of overlast in tuinen, maar menselijk leed. De dame zou nog steeds in het ziekenhuis verblijven. Zijn er nog gelijkaardige incidenten van die orde, met menselijke schade, met schade aan huisdieren, bekend? Zijn er daarvoor extra maatregelen in het vizier?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega’s, ik heb inderdaad de ambitie om veel mensen met elkaar te verzoenen, maar geen jagers met everzwijnen. (Gelach)
Neen, in alle ernst, ik heb wel wat ervaring op het terrein. Ik heb er al vaak naar verwezen: ik woon in een regio waar nogal wat everzwijnen actief zijn. Ik heb ook al wat ervaring met lokale drukjachten. Ik ken de inzet dus ongelooflijk goed. Ik waardeer die lokale wildbeheereenheden enorm. Die zijn voor mij dé bondgenoten, dé partners als het gaat over het beheer inzake everzwijnen in Vlaanderen, op de eerste plaats. Laat dat heel duidelijk zijn, collega Claes, collega Verhaert. Ik ben dus absoluut pro die wildbeheereenheden en het werk dat zij doen inzake het beheer en het veilig houden van onze woongebieden. Dat is van onschatbare waarde. We zien immers dat de everzwijnen steeds meer naar Midden-Vlaanderen oprukken. Ik merk dat ook in mijn eigen provincie: ze gaan van het bosrijke Noord-Limburg naar Midden-Limburg, naar Houthalen-Helchteren, naar Genk. We trekken wat mij betreft dus eerst voluit de kaart van de wildbeheereenheden. De inzet vanuit Vlaanderen, van de gemachtigd faunabeheerders, is inderdaad complementair. Dat was hier ook niet anders.
De concrete vraag naar het exacte aantal meldingen die zijn voorafgegaan, moet ik aan de administratie stellen. Dat antwoord heb ik niet bij.
Ik wil nogmaals benadrukken dat dit complementair is. Op de eerste plaats moet zeker worden ingezet op samenwerking met de wildbeheereenheden vanuit goede praktijken en goede ervaringen.
Wat de concrete vraag over de nachtkijkers betreft: federaal hebben een aantal collega’s inderdaad een initiatief genomen. Ik heb wel geen zicht op de timing wat de stemming daarover betreft. Dat moet ik nagaan.
Er is verwezen naar het incident dat zich vorige week in Meerhout heeft afgespeeld. Een van de twee everzwijnen die betrokken waren bij die aanval, is inmiddels afgeschoten. Het andere staat op de radar, maar is nog niet gedood.
De voorzitter
De heer Claes heeft het woord.
Bart Claes (Vlaams Belang)
Ik doe nog eens een warme oproep om bij de federale collega’s te pleiten voor het invoeren van de nachtkijkers en de geluidsdempers. Ik hoop dat u inderdaad de minister kunt zijn van de verzoening tussen het ANB of de Vlaamse overheid en de jachtsector, want de afgelopen jaren waren het wantrouwen en de ergernis ten aanzien van elkaar alleen maar gegroeid. Ik hoop dus inderdaad dat u beide partijen rond de tafel krijgt en de scherpe, wat activistische kantjes van het ANB eraf kunt halen.
De voorzitter
Mevrouw Verhaert heeft het woord.
Marianne Verhaert (Open Vld)
Dank u wel, minister. We zijn het er toch over eens dat het werk van de jagers van onschatbare waarde is. Ik hoop dat zij dan ook altijd een prioritaire behandeling krijgen.
Het punt van de nachtkijkers is wel degelijk al in de commissie behandeld, maar moet nog in de plenaire vergadering behandeld worden, uiteraard met onze steun. Dat volg ik uiteraard ook op. Wat dat complementaire betreft: ik blijf benadrukken dat men eerst moet kijken naar het werk van de jagers en dat men er echt op moet toekijken dat de driestapsmethodologie wel degelijk wordt toegepast, want daarover krijg ik echt wel andere verhalen.
De voorzitter
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.