Sociale uitkering bij arbeidsongeval of beroepsziekte leidt niet langer tot schorsing gezinsbijslag

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse Regering definitief haar besluit tot vaststelling van de diverse hoedanigheden van het rechtgevend kind en over de vrijstellingen van de toekenningsvoorwaarden voor de gezinsbijslagen, de startbedragen geboorte en adoptie en de universele participatietoeslagen. Het wijzigingsbesluit voorziet dat het ontvangen van een sociale uitkering ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte niet langer een schorsing van de gezinsbijslagen tot gevolg heeft. Studenten zijn een kwetsbare doelgroep voor arbeidsongevallen, gezien hun beperkte werkervaring. Het is echter niet de bedoeling om jongeren die slachtoffer zijn van een arbeidsongeval of beroepsziekte bijkomend te straffen door de gezinsbijslagen terug te vorderen.

Zowel jobstudenten als student-werknemers worden binnen de sociale zekerheid beschermd onder de tak 'arbeidsongevallen en beroepsziekten'. Bij arbeidsongevallen zijn ook jobstudenten al vanaf de eerste dag van tewerkstelling beschermd. Op basis van dit wijzigingsbesluit wordt vermeden dat deze bescherming wordt uitgehold en dat de financiële compensatie die de jongere ontvangt met betrekking tot het arbeidsongeval of de beroepsziekte niet meer leidt tot een schorsing van de gezinsbijslagen. Het besluit heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2019 zodat ook de schorsingen die in het verleden zijn gebeurd, kunnen worden rechtgezet.