|
06 dec 2021 |
08:00 |
|
Zoveel mogelijk asielzoekers aan het werk krijgen
“Er is maar één plaats in mijn land waar 97 procent van de actieve bevolking aan het werk is”, verkondigt staatssecretaris Sammy Mahdi (CD&V) tegenwoordig overal waar hij komt. En na de stilte die dan valt: “Het asielcentrum van Langemark-Poelkapelle.” Gisterochtend was hij samen met zijn partijgenote, Vlaams minister van Werk Hilde Crevits, te gast in Westvlees. Daar gebeurt wat ze vaker willen zien: de vele vacatures in Vlaanderen invullen dankzij asielzoekers.
|
Vijftig asielzoekers zijn aan de slag in Westvlees, een bedrijf dat varkensvlees verwerkt. De meeste jobs zijn loodzwaar en beginnen al vanaf vier uur ’s ochtends. Er werken ook Vlamingen, maar zij die het nog willen doen, worden met de dag schaarser. “Ook een groot deel van onze andere 900 werknemers komt uit het buitenland”, zegt CEO Jos Claeys. “
Net daarom vinden Vlaams minister van Werk Hilde Crevits en staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi er op bezoek. Omdat ze vinden dat asielzoekers sneller de kans moeten krijgen om aan de slag te gaan. Nu al mogen asielzoekers vier maanden na hun asielaanvraag een job uitvoeren, maar bedrijven zijn zich daar te weinig van bewust. En dat terwijl de overheden van dit land zich de tanden stuk bijten op hoe ze hun ambitie kunnen waarmaken om 80 procent van de actieve bevolking aan het werk te krijgen.
In West-Vlaanderen stelt die problematiek zich minder. “Hoe komt het dat het hier werkt en bijna nergens anders?”, vraagt Crevits zich luidop af. In het geval van de asielzoekers: omdat de VDAB, en al zeker de Brusselse tegenhanger Actiris of het Waalse Forem, nog maar weinig inspanningen heeft gedaan om de link te leggen. Daarom wil ze dat de VDAB en Fedasil beter samenwerken.
“De structurele samenwerking tussen de VDAB en het opvangnetwerk van Fedasil bestaat al sinds 2017”, zegt Crevits. Ze krijgen nu de opdracht om daar nog meer en gerichter op in te zetten. Maar volgens Crevits toont het voorbeeld van Westvlees toch vooral dat het van de mensen op het terrein zal moeten komen. “Dit is het verhaal van een ondernemer die zelf innovatief is op het vlak van tewerkstelling, van een directrice van een opvangcentrum die meer dan 200 van haar asielzoekers helpt begeleiden naar bedrijven in de buurt, en van het goede werk van de job- en taalcoaches op de werkvloer.”
En dat heeft ook veel voordelen voor de asielzoekers, benadrukt Mahdi. “Ze winnen aan zelfstandigheid, verdienen de kost, kunnen grote stappen zetten om zich te integreren in ons land, en zelfs wanneer ze na hun procedure terugmoeten naar hun land, hebben ze een rugzakje met vaardigheden die hen ginder altijd van pas komen.”
De getuigenissen van enkele werknemers woensdagochtend bij Westvlees geven aan dat alleen een job op zich niet zaligmakend is. Ramata Niare (28, Mali) en Rohullah Alikhel (33, Afghanistan) deden weinig moeite om te verbergen dat ze diep ongelukkig waren. “Ik ben hier nu twee jaar. Ik ben mijn land niet ontvlucht omdat ik dat fijn vond”, zegt Alikhel. “Ik liet er mijn vrouw en drie dochters achter in de hoop ze later ook naar hier te halen. De taliban heeft ons het leven ginder onmogelijk gemaakt. Ik nam heel veel risico’s om te vluchten naar een continent dat voor ons onbekend is. Maar twee jaar zonder hen is lang. ’s Nachts word ik soms wakker omdat mijn hart pijn doet. Ik werk hier, ik woon samen met andere asielzoekers die ook extreem gestresseerd zijn. Ik doe mijn best, maar niemand geeft hier om mij.”
Bij Niare biggelen de tranen over de wangen. Toch wil ze haar verhaal graag vertellen. “Ik ben blij dat ik kan werken, maar ik ken hier niemand. Ik ben drie jaar geleden alleen naar hier gekomen om geld te verdienen voor mijn straatarme familie. Ik wil hier blijven, ik werk van vier tot twaalf en daarna volg ik nog drie uur Nederlandse les.” Ze kreeg al eerder een negatieve beslissing, maar deed een nieuwe poging.
Mahdi zegt niet te willen ingaan op individuele dossiers. “Dat is de taak van de administratie. Het klopt dat het hard is wanneer je zo je best doet en dan niet kan blijven, maar als je geen werkervaring hebt opgedaan, maakt dat de terugkeer niet gemakkelijker.”
|
|
|
|