De Vlaamse Regering hecht haar principiële goedkeuring aan het uitvoeringsbesluit bij het decreet over de tegemoetkoming in de schade die aangericht is door rampen in het Vlaamse Gewest.
Bij dit besluit wordt rekening gehouden met het voornemen om de voorwaarden met betrekking tot terugkeerperiodes om als ramp erkend te worden te actualiseren, in functie van de wijzigende klimaatomstandigheden. Dit leidt tot een terugkeerperiode van dertig jaar in plaats van twintig jaar. Omdat weersvoorspellingen accurater zijn dan vroeger kunnen burgers beter hun voorzorgen nemen tegen voorspelde natuurverschijnselen met uitzonderlijk karakter en zo de mogelijke schade beperken. Daarom zijn de normen strenger dan voorheen.
Daarnaast baseert het Vlaams Rampenfonds zich voortaan voor de erkenning van de meeste rampen op het advies van de bevoegde wetenschappelijke instellingen en verdwijnt dus de verwijzing naar fotomateriaal dat ingediend kon worden door de schadelijders. Dit zorgt voor een objectivering van de beslissing tot erkenning. Voor die rampen waarvoor geen enkele wetenschappelijke instelling bestaat die advies kan verlenen, wordt wel de mogelijkheid van waarnemingen op het terrein behouden. Over dit uitvoeringsbesluit wordt het advies ingewonnen van de SERV en van de SALV, daarna gaat het naar de Raad van State.
