|
Agrometereologische berichten
De voorbije winter was erg zacht. Natte en droge periodes wisselden elkaar af. Vooral in februari kregen we heel wat regen over ons heen. Half maart brak er dan een lange periode van droog en tijdelijk ook erg warm weer aan. Door het neerslagtekort en de sterke oostenwind droogde het bodemoppervlak snel uit. Plaatselijk bemoeilijkte dit de aanleg en de opkomst van de zomergewassen. Ook bij de wintergranen, die het tot dan toe erg goed deden, vertraagde de groei. Eind april regende het, maar véél te weinig. De strakke wind maakte de uitdroging des te groter.
|