|
02 jan 2020 |
10:20 |
|
Wat wil die boer eigenlijk
De boerenprotesten zullen in het nieuwe jaar doorgaan. Daarmee dreigt het gevaar dat de kloof met de rest van de maatschappij wordt vergroot. Vijf inzichten om dat gat te dichten.
|
Trekkers op het Malieveld snappen we, trekkers op de snelweg vinden we al minder en als de boerenprotesten zich herhalen verdwijnt de sympathie vanuit de samenleving voor de actievoerende land- en tuinbouwers. Het zou goed zijn, denkt Melle Nikkels, onderzoeker aan de Wageningen University & Research, als we boeren met een socialere blik bekijken. Samen met bodemexpert Everhard van Essen en hoogleraar culturele geografie Frank Vanclay bedacht hij tientallen mogelijkheden om de huidige impasse te doorbreken. Nikkels: “Voor een goede samenwerking met overheid, mede-landschapsbeheerders en burgers is het hard nodig om boeren beter te snappen.”
“De ene boer is miljonair, de ander zit onder het minimumloon. Plus: bedrijfstakken en intenties zijn totaal uiteenlopend. ‘De boer’ bestaat niet, dat wil ik er eigenlijk mee zeggen. De veestapel verkleinen kan een richting zijn, maar als je wil verduurzamen, onderken dan eerst dat boer geen uniform begrip is.”
“Na de Tweede Wereldoorlog is de nadruk enorm komen liggen op produceren. Iedereen was het over één ding eens: we willen nooit meer honger. Tot op de dag van vandaag hebben veel boeren dus investeringen gedaan die op massaproductie gericht zijn. Het paradigma van meer voor minder is ten einde. Het maatschappelijk verlangen dat het anders moet vind ik heel mooi, maar daarmee vraag je dus iets nieuws van boeren. Dat vergt aanpassingen. Dat neemt overigens niet weg dat agrariërs andere keuzes hadden kunnen maken. Ik ben geen beschermheilige van boeren, ik wil graag duiden.”
“Uit recent onderzoek in opdracht van Trouw blijkt dat vooral jonge boeren feller zijn en dat zelfs 73 procent ontkent dat er een probleem met stikstof is. Je zou dit inzicht dus ook kunnen veranderen in: de houding van boeren wás niet het probleem. Toch denk ik dat het geen kwestie is van ‘niet willen’. Daarvoor was de uitslag van een eerder onderzoek (‘Staat van de Boer’, 2018 red.) te overtuigend. Driekwart van de Nederlandse boeren zei toen immers best te willen veranderen en te vergroenen. Dat momentum is niet ineens weg. Daarom is het nu zo belangrijk om weer in dialoog te gaan. Boeren beter begrijpen vanuit een sociaal perspectief draagt enorm bij aan de dialoog en daarmee aan de transitie naar duurzame landbouw.”
Het is niet eenduidig wat ‘goed boeren’ is.
“Iedere boer denkt: Ik doe toch iets goeds voor Nederland? Maar over wat het goede is bestaat onenigheid. Belangrijk is dat boeren gehoord worden want zij hebben kennis en vaardigheden die essentieel zijn voor het verbeteren van beleid. De basis ligt er om tot een oplossing te komen. Overheid, burgers en boeren zien echt wel allemaal de noodzaak van een duurzame, biodiverse landbouw. Dan is de ‘hoe dan’-vraag ook minder moeilijk. Zoals we het ooit eens waren over nooit meer honger, zo moeten we het nu eens kunnen worden over hoe het platteland van de toekomst eruit moet zien.”
|
|
|
|