Voor het eerst wordt kennis expliciet vermeld in elke eindterm en heeft elke eindterm een duidelijk beheersingsniveau. Zo moeten alle eindtermen voortaan door de klas bereikt worden. Daarnaast moet elke leerling op het einde van de eerste graad voor een aantal basiscompetenties ook individueel een niveau basisgeletterdheid behalen. Daarmee wordt de lat hoog gelegd voor iedereen.
Eindtermen bepalen wat leerlingen minimaal moeten kennen en kunnen, wat noodzakelijk is om stevig met beide voeten in de samenleving te staan. De huidige eindtermen zijn 20 jaar oud en dateren van de tijd waarin amper sprake was van een smartphone of internet. Daarom volgde er na een screening van het studieaanbod van het secundair onderwijs een eindtermenonderzoek waarin werd nagegaan of de eindtermen hun doel nog bereikten. Daarna volgde een breed maatschappelijk eindtermendebat om uit te maken wat leerlingen anno 2018 moeten kennen en kunnen
Op basis van dat debat werden 16 sleutelcompetenties vastgelegd. De eindtermen werden geformuleerd in functie van deze sleutelcompetenties: Nederlands, andere talen, digitale vaardigheden, wiskunde, exacte wetenschappen en technologie, financiële competenties, burgerschap, historisch bewustzijn, ruimtelijk bewustzijn, lichamelijke, geestelijke en emotionele gezondheid, sociaal-relationele competenties, duurzaamheid, juridische competenties, onderzoekscompetenties, innovatiedenken, creativiteit, probleemoplossend en kritisch denken, zelfbewustzijn en -expressie, zelfsturing en wendbaarheid, ontwikkeling van initiatief, ambitie, ondernemingszin en loopbaancompetenties, cultureel bewustzijn en culturele expressie. Sleutelcompetenties als burgerschap, digitale vaardigheden en mediawijsheid, maar ook financiële geletterdheid geven een duidelijk antwoord op hedendaagse uitdagingen.
Na de goedkeuring van de sleutelcompetenties in januari 2018 gingen 7 ontwikkelcommissies aan de slag om de nieuwe eindtermen te maken. Daarbij werden leerkrachten, experten, vertegenwoordigers van de onderwijskoepels en -netten en de administratie samengebracht. Na 54 vergaderingen formuleerden ze een voorstel waarbij het aantal eindtermen van 688 vandaag naar 382 werd gereduceerd. De nieuwe eindtermen zijn duidelijker, coherenter en evalueerbaar. Voor het eerst wordt kennis expliciet vermeld in elke eindterm en krijgt elke eindterm een beheersingsniveau.
De nieuwe eindtermen zijn ontwikkeld in functie van sleutelcompetenties. Het leerplan maakt de verbinding met de vakken. Alle eindtermen zijn te bereiken op populatieniveau. De eindtermen basisgeletterdheid (Nederlands, wiskunde, digitale en financiële competenties) moeten door iedereen individueel bereikt worden op het einde van de eerste graad. Bv. financiële geletterdheid: “De leerling maakt budgettaire keuzes voor zichzelf rekening houdend met een eigen budget en een gezinsbudget”. Daarmee leggen we de lat hoog.
Vandaag krijgt die set na het advies van de Vlaamse Onderwijsraad, de SERV en de Raad van State definitief groen licht van de Vlaamse Regering. Daarmee wordt het dossier nu in handen van het Vlaams parlement gelegd. Vervolgens kunnen de onderwijskoepels, het GO! en de uitgeverijen van handboeken aan de slag om de eindtermen door te vertalen naar de klasvloer.
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits: “Vandaag heeft de Vlaamse Regering de nieuwe eindtermen voor de eerste graad van het secundair onderwijs goedgekeurd waardoor het dossier naar het Vlaams parlement kan vertrekken. Met de nieuwe eindtermen willen we onze jongeren de noodzakelijke rugzak meegeven om met kennis sterk, kritisch en weerbaar in de samenleving te staan. Om zich persoonlijk te ontwikkelen en om gewapend te zijn voor het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt. Vandaar de expliciete aandacht voor bv. financiële geletterdheid maar ook burgerschap. De nieuwe eindtermen zijn ambitieuze doelen, concreet en duidelijk geformuleerd. Ze vormen een samenhangend geheel en zijn een houvast voor leerkrachten. Samen met de eerdere goedkeuring van de modernisering van het secundair onderwijs bereiden we ons zo voor op de uitdagingen van de toekomst.”