Peiling Frans
Een jaar geleden is door onderzoekers van de KU Leuven een peiling Frans afgenomen bij 2098 leerlingen van het 6de leerjaar in 78 basisscholen. Met het onderzoek brengen wetenschappers de leerprestaties Frans in kaart en linken ze de leerling- en schoolkenmerken aan de prestaties. De peiling bestond uit 2 schriftelijke toetsen (een lees- en een luistertoets) en een praktische proef spreken.
Positief is dat 7 op 10 leerlingen de eindtermen luisteren voor Frans behalen, voor lezen is dat net niet de helft (45%). Wat betreft spreken kunnen bijna alle leerlingen vragen beantwoorden in het Frans, maar ze doen dat inhoudelijk en vormelijk niet altijd correct. Een ruime meerderheid van de leerlingen past in een gesprek spontaan omgangs- en beleefdheidsvormen toe. Ongeveer de helft van de leerlingen kan in het Frans iets navertellen, een persoon beschrijven of vragen begrijpen en beantwoorden. Minder dan één derde van de leerlingen kan een situatie aan de hand van een opsomming beschrijven en correcte vragen stellen.
Wie taalinitiatie krijgt of positief staat tegenover Frans scoort beter
Meisjes halen over de hele lijn vaker de eindtermen voor Frans dan jongens. Er is een samenhang tussen de sociaaleconomische status (SES) van leerlingen en hun prestaties. Leerlingen uit een kansrijk gezin halen vaker de eindtermen dan leerlingen uit een kwetsbaar gezin. Niet geheel onverwacht maar toch opvallend: leerlingen die thuis geen Nederlands spreken scoren beter voor Frans. Het gaat hier niet enkel over leerlingen die Frans als thuistaal hebben. Ook leerlingen die buiten school meer in contact komen met de Franse taal behalen betere resultaten. Hoe positiever de houding van ouders en leerlingen tegenover het Frans hoe beter de resultaten.
De resultaten tonen aan dat leerlingen die in een klas zitten waar de leerkracht vooral Frans spreekt, hoger scoren op de toets lezen. Ongeveer één vierde tot één vijfde van de leraren spreekt hoofdzakelijk tot uitsluitend Frans tijdens de les. De meeste leraren staan positief ten opzichte van het Frans. Ze vinden woordenschat en taalvaardigheden de belangrijkste domeinen.
Taalinitiatie blijkt gerelateerd te zijn aan de kans die leerlingen hebben om de eindtermen voor Frans te bereiken. Leerlingen halen een hogere score op de toetsen voor lezen en luisteren wanneer ze op een school zitten die vanaf het eerste leerjaar taalinitiatie Frans aanbiedt.
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits: “Het is niet voor het eerst dat we vaststellen dat er aandachtspunten zijn voor het Frans in onderwijs. Uit deze peiling blijkt dat taalinitiatie Frans een positief effect heeft. Net sinds dit schooljaar krijgen basisscholen de mogelijkheid om onderwijs in vreemde talen te versterken. Dat kan door het stimuleren van taalinitiatie vanaf het eerste jaar lager onderwijs en de mogelijkheid om aan leerlingen die al een goede basis Nederlands hebben vanaf het derde jaar lager onderwijs Frans aan te bieden. De rol van de leraar is belangrijk. Samen met de hogescholen werd recent het project ‘Spannende verhalen voor de lessen Frans’ goedgekeurd voor onder meer de derde graad lager onderwijs. Een project dat de bedoeling heeft om de motivatie, de prestaties en de communicatievaardigheden te verbeteren.”
Vergelijkingen met de vorige peiling Frans in 2008 zijn moeilijk, want in 2010 heeft de Vlaamse overheid nieuwe eindtermen Frans ingevoerd. Voor de items van de peilingsproeven die de vergelijking wel doorstaan zien de onderzoekers dat de resultaten in dezelfde lijn liggen.
Alle deelnemende scholen krijgen een feedbackrapport zodat ook op schoolniveau aan de onderwijskwaliteit voor Frans kan worden gewerkt. In het najaar volgt een werkseminarie met de verschillende partners om de resultaten verder te bespreken en na te gaan hoe knelpunten kunnen worden weggewerkt.
Meer info over peiling Frans : http://eindtermen.vlaanderen.be/peilingen/basisonderwijs/peilingen/frans-2017.htm
Technique, c'est chic: 14-jarigen scoren goed op techniek
De peiling techniek eerste graad werd in mei 2017 voor het eerst afgenomen door onderzoekers van de KU Leuven bij 2197 leerlingen uit 70 secundaire scholen verspreid over heel Vlaanderen. Omdat in het vakgebied techniek veel nadruk ligt op praktische vaardigheden van de leerlingen, werd er naast een schriftelijke toets ook een uitgebreide praktische proef afgenomen.
Voor de schriftelijke toets zijn de resultaten heel goed. Bijna 9 op de 10 leerlingen (86%) beheersen de eindtermen. Jongens (89%) doen het iets beter dan meisjes (83%). Ook voor techniek worden de prestaties van de leerlingen beïnvloed door de thuistaal en sociaal economische status. Leerlingen die thuis geen Nederlands (76%) spreken doen het minder goed dan leerlingen die thuis exclusief Nederlands praten (90%). Ook de sociaaleconomische status (SES) speelt een rol. Jongeren uit kwetsbare gezinnen (76%) halen minder vaak de eindtermen dan leerlingen uit kansrijke gezinnen (91%). Tot slot speelt ook de basisoptie van de leerlingen een rol in het behalen van de eindtermen. Zo scoren jongeren die kozen voor Latijn, Techniek-Wetenschappen en Industriële wetenschappen heel goed.
Meer dan 8 op 10 leerlingen kan een regenboogcocktail maken
De resultaten op de praktische proef die bestond uit 6 opdrachten zijn minder éénduidig dan die van de schriftelijke proef. De resultaten zijn vaak afhankelijk van het type opdracht. In het algemeen valt het wel op dat leerlingen minder moeite hebben met iets ‘maken’ of ‘in gebruik nemen’ dan met ‘ontwerpen’ of ‘evalueren’.
Zo kregen de leerlingen de opdracht om een brug voor speelgoedauto’s te verstevigen. Hierbij werd getest of leerlingen de stevigheid van verschillende constructies kunnen testen, een plan kunnen tekenen waarbij ze rekening houden met het zwakste punt, het daarna ook kunnen uitvoeren en tot slot evalueren of het ontwerp geslaagd is. Bijna alle leerlingen stellen door uitproberen vast waar het zwakste punt ligt (94%), maar bij de uitvoering van het ontwerp komt bij slechts van de helft van de leerlingen (56%) de gemaakte brug overeen met het plan.
In een andere opdracht werd aan de leerlingen gevraagd om een voor een feestje een mooie regenboogcocktail te maken met gekleurd water. Om verschillende lagen te kunnen maken, moet elke kleur wel een andere massa hebben. Dit kan door water te verzwaren door er suiker aan toe te voegen. Bijna 85% van de leerlingen slaagt erin om de instructies juist te lezen en een correcte regenboogcocktail te maken. Om op basis van hun ervaringen een nieuwe cocktail te maken en hiervoor een stappenplan op te stellen, ondervonden de leerlingen meer moeilijkheden. Zo kon slechts 4 op 10 leerlingen een correct stappenplan voor een nieuwe cocktail ontwerpen.
Jongeren en hun ouders zijn overtuigd van techniek!
Uit het onderzoek blijkt ook dat de meeste leerlingen overtuigd zijn van het belang van technische kennis voor het beroepsleven (76%). Daarnaast valt het op dat ouders een positieve houding hebben ten aanzien van techniek. Zo vinden bijna alle ouders het waardevol en noodzakelijk dat hun kinderen op school over techniek leren en ze vinden technische kennis belangrijk in het leven (85%). Een verbeterpunt is wel dat meer leerlingen ook effectief willen kiezen voor een beroep (32%) of een studie waar techniek aan bod komt (24%).
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits: “Uit de peiling blijkt dat onze 14-jarigen goed scoren op techniek. Bijna 9 op 10 leerlingen beheersen de eindtermen. Het valt op dat er een duidelijk verband is tussen een positieve houding voor techniek en goede prestaties op de proeven. Met het STEM-actieplan beklemtonen we niet alleen de enorme waarde van het technisch -en beroepsonderwijs maar stimuleren we jongeren ook om zelf op technische ontdekkingstocht te gaan. Goed nieuws is ook dat de meeste leerlingen en ouders overtuigd zijn van technische kennis en het belangrijk vinden voor het beroepsleven.”
Meer info over peiling techniek : http://eindtermen.vlaanderen.be/peilingen/secundair-onderwijs/peilingen/techniek-en-wetenschap.htm