|
14 mei 2017 |
17:46 |
|
“Hoe moeten producenten- en brancheorganisaties omgaan met de mededingingsregels"
Het mededingingsbeleid kan een belangrijke rol spelen bij het bevorderen van samenwerking tussen land- en tuinbouwers onderling en tussen land- en tuinbouwers en andere actoren in de keten.
|
|
Mededingingsregels laten intensieve samenwerking toe, horizontaal op producentenniveau en verticaal tussen producenten en marktpartijen zoals bij afzet en verwerking. Samenwerking is mogelijk zolang deze efficiëntie creëert en de concurrentie in de sector, ten nadele van de consument, niet in gevaar brengt.
Samenwerking tussen ondernemingen is wenselijk maar mag een ‘gezonde’ mededinging niet belemmeren.
Mededingingsregels en meer nog, de vrees om ermee in botsing te komen, blijven in de belangstelling staan. Door een aantal boeteprocedures uit het recente verleden zien we soms een angstklimaat rond mededinging. Om alles in perspectief te kunnen plaatsen lichten we hier de algemene principes van mededinging in relatie tot de ketenwerking in de landbouw, systematisch toe.
In 2012 werd een eerste publicatie over de mededingingsregels en de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO), gemaakt. Ondertussen werd het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) eind 2013 grondig hervormd en heeft de Europese Commissie ook een aantal standpunten verduidelijkt. Op basis van deze evoluerende inzichten werd het nodig om een update van de eerdere publicatie te maken.
Met de nieuwe GMO1 wil de Europese Commissie immers de rol van producentenorganisaties (PO’s) en brancheorganisaties (BO’s) uitbreiden door de onderhandelingspositie van de indivi¬duele landbouwer te versterken.
|
|
|
|