|
13 nov 2023 |
14:17 |
|
Ramp overvloedige regenval Westhoek: hoe kunnen we overstromingen voorkomen?
Na weken van hevige regenval komt het water in West-Vlaanderen bij veel gezinnen tot aan de voordeur. Volgens gouverneur Carl Decaluwé stonden in de Westhoek zelfs nooit eerder zoveel weilanden en straten blank. Een gevolg van de klimaatverandering? “Nee, niet helemaal”, zegt professor Patrick Willems. “De kwetsbaarheid van honderden Vlaamse wijken en dorpen heeft een andere oorzaak.” En ook de oplossing is niet wat u dacht. “Dijken verhogen? Slecht idee.”
|
Dammen bouwen met zandzakjes, regenlaarzen aantrekken om naar de winkel te gaan en ieder halfuur het weerbericht checken om te berekenen hoeveel neerslag er nog zal vallen. Voor veel gezinnen in de Westhoek - het gebied tussen Ieper en Veurne - was dat het afgelopen weekend de realiteit. Met man en macht probeerden brandweer en civiele bescherming het water uit de huizen te houden en in veel gevallen is dat gelukt, maar er moesten ook mensen geëvacueerd worden en de komende dagen wordt het in sommige gebieden nog bang afwachten of de geïmproviseerde dijkjes stand houden.
Het werpt de vraag op: kunnen we ons in Vlaanderen niet beter wapenen tegen hevige regenval? Patrick Willems, die als hydroloog aan de KU Leuven al heel zijn carrière nadenkt over hoe we met water moeten omgaan, is overtuigd van wel.
Laat ons beginnen met de situatie in de Westhoek. Hoe uitzonderlijk is het dat daar in november huizen onder water dreigen te lopen?
“Dat is niet uitzonderlijk. In de herfst regent het wel vaker gedurende lange periodes en dan kunnen gebieden zoals die in de Westhoek in de problemen komen. We hebben dat land gewonnen op het water en hebben dorpen en huizen gebouwd in wat we de ‘winterbedding’ van rivieren noemen. Het is logisch dat je daar sneller geconfronteerd wordt met watersnood.”
Velen in de streek zijn onder de indruk van de snelheid waarmee het water deze keer steeg. En met de omvang van de overstroming. Gezinnen van wie het huis nog nooit gevaar liep, moesten nu toch hun deuren barricaderen. Het woord ‘klimaatverandering’ brandt dan op ieders lippen, maar is dat ook deze keer de verklaring?
“Niet helemaal. Het speelt zeker een rol - regenval is intenser aan het worden door de klimaatverandering - maar ik zie in Vlaanderen toch een andere oorzaak voor het feit dat we in steeds meer gebieden geconfronteerd worden met overstromingen van zodra het een paar weken hevig regent. We hebben onze rivieren de voorbije decennia omgevormd tot heuse ‘snelwegen’ voor water. We hebben rivieren ingedijkt, gebaggerd en rechtgetrokken, veel grachten en drainage aangelegd, enzovoort. Dat leidt ertoe dat het water steeds sneller naar zee stroomt en dat maakt gebieden die stroomafwaarts liggen extra kwetsbaar.”
“Bovendien zijn we de voorbije jaren blijven bouwen en hebben we waardevolle landbouwgewassen geplant in gebieden die gevoelig zijn voor overstromingen. Als je dat allemaal samenvoegt, dan krijg je een situatie waarbij water op bepaalde kritieke punten steeds sneller stijgt en ook steeds meer schade berokkent eenmaal de buffers vol zitten of de dijken overlopen.”
Over hoeveel ‘kritieke punten’ spreken we in Vlaanderen?
“Oh, dat zijn er honderden. De focus ligt nu op de Westhoek, omdat er in Noord-Frankrijk zeer veel regen is gevallen en dat water vloeit naar West-Vlaanderen, maar ook andere gebieden in Vlaanderen zijn erg gevoelig voor overstromingen. Denk maar aan de regio rond Ninove, Denderleeuw en Geraardsbergen. Die liggen allemaal in de Dendervallei en komen snel in de problemen als daar veel regen valt. Ook in de Demervallei - bij Diest, Herk-de-Stad en Aarschot - zijn veel kritieke punten. Maar de volledige lijst is nog langer. Ik denk dat veel mensen niet beseffen hoe kwetsbaar Vlaanderen is.”
Ik sprak met een paar burgemeesters in de Westhoek en zij verzekerden mij dat ze al jaren maatregelen nemen. Ze leggen buffers aan, verwijderen planten en bomen uit rivieren en verhogen dijken.
(onderbreekt) “Oei. Dat is exact wat ze niet moeten doen.”
Excuseer? Dijken verhogen moeten ze... niet doen?
“Ik zou alvast zeer voorzichtig zijn met het verhogen van dijken en eerst nagaan of dat echt het probleem zal oplossen. Want in veel gevallen bescherm je daar enkel tijdelijk een paar huizen of wijken mee. Ik begrijp dat lokale burgemeesters daarop inzetten. Zij willen hun bezorgde burgers snel een oplossing aanbieden en kennen in de meeste gevallen niet veel van waterbeheer. Dan lijkt een dijk of een extra buffer aanleggen een goed idee. Maar je verlegt het probleem gewoon naar een volgende generatie. Want binnen pakweg tien jaar volstaat ook de nieuwe dijk niet meer of loopt de buffer iedere herfst vol. We moeten het probleem bij de wortel aanpakken.”
Hoe doen we dat?
“Door onze rivieren vooral stroomopwaarts aan te passen. We moeten daar zorgen dat het water veel trager wegloopt. We kunnen dat doen door kleine stuwdammetjes te zetten, maar ook door meer begroeide bufferzones langs grachten en akkers aan te brengen. Eigenlijk moeten we aan het begin van de ‘watersnelweg’ veel meer ‘verkeersdrempels’ plaatsen. As we het water daar wat langer kunnen ophouden bij hevige regenval, dan komen de gebieden die lager liggen minder snel in de problemen. En dan is er daar geen nood meer om de dijken te verhogen.”
Als het zo eenvoudig is, waarom doen we het dan niet?
“De oplossing ligt effectief al jaren voor onze neus, maar bijna niemand kijkt naar de zogenaamde ‘bovenstroom’. De oplossingen aan de ‘benedenstroom’ zijn simpeler en hebben een direct effect, maar op de lange termijn werken ze eigenlijk niet. Maatregelen die je stroomopwaarts neemt, zijn minder zichtbaar en vergen wat meer inzicht in hoe je water moet beheren.”
“Let op, er is de voorbije jaren wel al iets in beweging gekomen. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) heeft met haar ‘Blue Deal’-plan een stap in de goede richting gezet, maar we zullen de komende jaren een versnelling hoger moeten schakelen. Want voorlopig blijft het vooral bij pilootprojecten en studies. Als we Vlaanderen optimaal willen beschermen tegen overstromingen, dan is er een ambitieuzer en omvangrijker plan nodig. Om te beginnen, zouden we al eens moeten becijferen wat de oplossingen die we nu aan het voorzien zijn, zullen opbrengen. Want eigenlijk weten we dat niet. We varen blind. Als we de huidige situatie eerst deftig in kaart brengen - en ik hoor dat daar plannen voor zijn - dan kunnen we verder.”
|
|
|
|