Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 16 mrt 2023 19:23 

Weekendhuisjes in natuur- en landbouwgebied


Vraag om uitleg over weekendhuisjes in natuur- en landbouwgebied
van Ludwig Vandenhove aan minister Zuhal Demir

De voorzitter

– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Voorzitter, wat een eer om u hier als voorzitter te ontmoeten.

Minister, ik heb een vraag over weekendhuisjes in het algemeen en de situatie in Haspengouw in het bijzonder. We horen dat op diverse plaatsen in Vlaanderen tiny houses, weekendhuisjes, stacaravans, ‘slow cabins’ in opmars zijn. Daar is ook al tegen gereageerd door bepaalde natuurorganisaties. Ze zijn steeds vaker terug te vinden in natuur- en landbouwgebied. Er zijn reacties van de natuursector, maar soms ook vanuit landbouwmiddens, ook al brengt dat voor hen natuurlijk wel iets op. Er is blijkbaar ook bij bedrijven een groeiende markt voor het bouwen, plaatsen en uitbaten van dergelijke kleinschalige recreatieve verblijven, die voorzien zijn van alle comfort. In dezen botsen uw bevoegdheden Omgeving en Toerisme natuurlijk een beetje. Maar goed dat u Landbouw niet hebt, want anders zou het nog wel meer botsen met uw bevoegdheid inzake het milieu en de natuur. Toeristisch is dit immers een goede zaak, maar Toerisme en Omgeving komen in dezen wel eens in conflict met elkaar.

De voorschriften om dergelijke verblijven op te richten, zijn terecht zeer streng. Weekendhuizen horen in principe niet thuis in natuur- of landbouwgebied. Ik merk dat er bij ons in Haspengouw, en dat is zo’n beetje de achtergrond van mijn vraag, onder andere in landbouwgebied, in fruitgebied, inderdaad units worden geplaatst zonder vergunning. Die situaties worden terecht aangeklaagd door natuurorganisaties, omdat het een beetje onduidelijk is hoe lang die zullen blijven staan. Dat leidt tot situaties van weekendhuisjes die in agrarische gebieden of groengebieden komen te staan. Uiteraard kan men zich afvragen of dat nog thuishoort bij wat men natuurinclusieve landbouw noemt. Dat is een inhoudelijke vraag. Daarnet hebt u die voor een stuk ontweken toen collega Tobback een vraag stelde. Ze tasten de open ruimte verder aan, leiden tot een zekere verstoring. Men kan niet ontkennen dat het op heel wat plaatsen, niet in Haspengouw, voor alle duidelijkheid, maar wel in uw regio en in de Kempen, heel lang veel moeite heeft gekost om een hoop van die illegale verblijven weg te krijgen.

Los van de vraag of dat al dan niet moet kunnen voor enkele maanden, is de vraag: als we dat oogluikend toestaan, komen we dan niet opnieuw tot een situatie waarbij dat soort dingen permanent worden, hetzij in natuurzones, hetzij in landbouwzones? Vandaar mijn vragen. Hoe staat u als bevoegd minister beleidsmatig ten opzichte van deze tendens? Dan heb ik het vooral over uw bevoegdheid Omgeving, minder over Toerisme. Vindt u dat de regelgeving voldoende duidelijk en sluitend is, of zult u werken aan een omzendbrief en/of decretale bepalingen? Hoe staat u als minister van Toerisme ten opzichte van deze tendens? Vreest u niet dat deze situatie opnieuw zal leiden tot een zekere wildgroei in natuurgebieden en zelfs in landbouwgebieden?

U bent geen minister van Landbouw, u hebt dat daarnet nog bevestigd, maar ziet u als minister van Toerisme eventueel een bijkomend verdienmodel voor de landbouwsector? Ik heb de vraag nog niet gesteld aan uw collega. Ik zal dat zeker doen. Ik weet dat de landbouwsector op zoek is naar bijkomende of nieuwe verdienmodellen, maar de vraag is natuurlijk, als we dat inhoudelijk en beleidsmatig bekijken, in welke mate we die richting zouden uitgaan of moeten ingaan. Want ik herhaal het: het risico bestaat immers dat je ergens begint, maar niet weet waar je eindigt.

De voorzitter

Ik hoop dat de minister van Toerisme en de minister van Omgeving met elkaar hebben gesproken voor het beantwoorden van deze vraag.

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Ja, ze hebben met elkaar gesproken. U zult dus een antwoord krijgen van beide bevoegdheden.

Laat mij beginnen met te zeggen dat in principe steeds een bouwvergunning vereist is voor het plaatsen van dergelijke constructies, zelfs indien ze op wielen of verplaatsbaar en tijdelijk van aard zouden zijn. Weekendhuisjes, chalets, slow cabins zijn allemaal voorbeelden van dergelijke constructies. Het lijkt mij ook niet wenselijk dat we in de regelgeving inzake ruimtelijke ordening voor elk van die types een definitie zouden beginnen in te voeren, met het oog op het aanzwengelen van de flexibiliteit van onze regelgeving. Het gaat steeds om constructies, los van de aard en verschijningsvorm of materialen waarin ze zijn opgebouwd. Het gaat om constructies met een bepaalde functie: ofwel wonen, ofwel recreatie.

Als het gaat om constructies voor recreatie, dan kunnen deze in principe enkel in woongebieden en gebieden voor verblijfsrecreatie. In andere gebieden, zoals landbouwzone of natuur- en groengebieden, kan dit in principe niet. Enkel op basis van artikel 4.4.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) kan men een vergunning krijgen voor recreatief medegebruik.

In die zin kunnen gemeenten dus bijvoorbeeld een vergunning afleveren voor kleinschalige, tijdelijke constructies aan de rand van een groengebied of versnipperd landbouwgebied. Als het echter gaat om permanente constructies, met bijkomende verhardingen, ontbossing of vernietiging van natuurwaarden, is dat sowieso niet evident. Een camping met tien chalets in het midden van een open landbouwkouter lijkt me bijvoorbeeld moeilijk te verantwoorden.

Naast de mogelijkheden voor recreatief medegebruik bestaat uiteraard ook de mogelijkheid dat een actief leefbaar landbouwbedrijf haar activiteiten omzet in hoevetoerisme. Dit kan bijvoorbeeld in bestaande gebouwen zijn, maar eventueel ook het voorzien van een vorm van kampeerplek op het erf van de boerderij. Het is opnieuw aan de vergunningverlenende overheid om na te gaan in hoeverre deze zaken ruimtelijk inpasbaar en vergunbaar zijn.

Dat gemeenten in bepaalde gevallen vergunningen afleveren kan dus, voor zover de ruimtelijke draagkracht niet overschreden wordt en de hoofdfunctie niet in het gedrang komt. Dat er constructies zonder vergunning geplaatst worden, is natuurlijk wel een probleem, dat kan in principe niet. Lokale besturen hebben echter ook op het vlak van handhaving een verantwoordelijkheid.

Het lijkt mij niet nodig om hiervoor bijkomende regelgeving te voorzien. Op de website van het Departement Omgeving vinden gemeenten en burgers informatie terug over deze regelgeving en wordt een leidraad ter beschikking gesteld. Dat is, denk ik, voldoende.

Bezoekers van het platteland maken vaak ook uitstapjes in de omgeving. Ze dragen zo ook bij aan de welvaart en aantrekkingskracht van de ruimere omgeving. Ik denk dat dat goed zit.

Zoals reeds eerder gezegd moet het dan wel gaan om kleinschalige logies in landbouwgebied die deel uitmaken van een leefbaar landbouwbedrijf. Een wildgroei van recreatieve constructies in natuur- en landbouwgebied ligt zoals gezegd veel moeilijker – en is ook niet wenselijk – omdat deze leiden tot het verdringen van de hoofdfuncties landbouw, natuur en bos, en tot een verdere versnippering van de open ruimte.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Ik heb geen bijkomende vragen, wel een bijkomende opmerking. Het is goed dat dit op de website en toestanden staat, maar ik merk – niet alleen bij ons in Haspengouw, maar naar wat ik in de media lees ook in andere gemeenten – dat men daar bijzonder inventief mee omgaat. Ik denk dat we er op tijd moeten aan beginnen. De vraag is of we niet bijkomend aan steden en gemeenten een bepaald signaal moeten geven. Nogmaals, we weten waar we beginnen – en een aantal van die dingen moet kunnen, flexibiliteit moet kunnen – maar ik hoop dat we niet opnieuw in situaties verzeild geraken waar we vroeger in verzeild zijn geraakt. Als ik het heb over de landbouw, heb ik het niet zozeer over mensen die aan landbouw doen of boerderijen die voor een stuk aan toerisme doen – ik denk dat dat een goede zaak is – maar hier gaat het om landbouwgrond die ingenomen wordt om bepaalde van die constructies op te zetten. Dan komen we opnieuw in het debat van beschikbare landbouwgrond, dure landbouwgrond, concurrentie van andere sectoren. Het is een beetje in die context dat ik het meegeef, ook al bent u – voorlopig misschien – nog geen minister van Landbouw.     

De voorzitter

Mevrouw De Coninck heeft het woord. 

Inez De Coninck (N-VA)

Collega’s, minister, ik wil namens onze fractie ook even aansluiten bij de interessante vraag van collega Vandenhove, over de inname van natuurgebied en agrarisch gebied voor recreatieve doeleinden. We klagen in deze commissie vaak over het gewestplan: dat het rigide is, die het al een zekere leeftijd heeft. Maar het heeft wel het voordeel van de duidelijkheid. Daar worden de bestemmingen vastgelegd, gebetonneerd. De gebieden die daar zijn afgebakend als natuurgebied of agrarisch gebied zijn wat ze zijn, dat is ook heel duidelijk. Al die uitzonderingsregels en afwijkingen die we toestaan op de gedachte van die hoofdbestemming, halen dat idee onderuit.

Ik ben het volledig eens met uw antwoord, minister, dat u geen extra initiatief zult nemen, of geen regelgeving. Er zijn afwijkingen mogelijk, dat recreatief medegebruik, maar we moeten daar zeer omzichtig mee omgaan. Ik hoop dat de gemeentebesturen dat ook zeker en vast doen. Het doet me ook denken aan het boek ‘Met voorbedachten rade. De sluipmoord op de open ruimte’, waarbij men ook al die afwijkingsregels en uitzonderingsregels aanhaalt, die eigenlijk die open ruimte beknibbelen, en net dat natuurgebied, dat een toeristische trekpleister is, zo ondermijnen. Alle begrip voor uw antwoord. Ik heb verder geen bijkomende vragen.

Bruno Tobback (Vooruit)

Spontaan kwam ook de vraag bij mij opborrelen, minister: maakt de VCRO een onderscheid tussen slow cabins en fast cabins, en zo ja: welk? Daar ben ik nu wel eens heel benieuwd naar geworden.

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Ik ga misschien eerst in op de bezorgdheid van collega Vandenhove: ik zal anders aan het Departement Omgeving vragen dat ze de gemeentebesturen, en ook de omgevingsambtenaren, nog eens duidelijk in herinnering brengen wat de regels zijn.

Collega Tobback, neen, er is geen definitie over beide soorten van cabins.

De voorzitter

Dat was om de link te leggen tussen slow cabins en natuurbegraafplaatsen, maar dat is een andere discussie.

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

U moet het niet te ingewikkeld maken, voorzitter.

Dank u wel, minister. Dat was ook mijn bedoeling. Het is een bepaalde markt. Het is een bepaalde tendens ook in het toerisme en in de natuurbeleving. Maar ik denk dat we er goed aan doen om heel duidelijk af te bakenen wat kan en wat niet kan. Natuurlijk, we moeten daar heel eerlijk in zijn: meestal zijn diegenen die dat leveren of die in die sector zitten, inwoners van die gemeente, of hebben die daar alleszins goede contacten mee. Het eerste wat er is, is dat men zogezegd zoekt naar goede oplossingen als dat kan. Maar het moet in regel zijn met het decreet of met andere bepalingen. Ik denk dus dat het goed is dat u de gemeenten, de ambtenaren ruimtelijke ordening en de handhavingsambtenaren daarop wijst.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
Fruitboeren houden hart vast voor voorspelde nachtvorst Lees meer
 
 
Landbouwconjunctuur licht verbeterd ondanks natte weersomstandigheden Lees meer
 
 
Uiterste indieningsdatum en belangrijke data voor de verzamelaanvraag 2024 Lees meer
 
 
Brede weersverzekering 2024: aanvragen voor 30/4Lees meer
 
 
Overstroming van 5 - 22 november 2023 erkend als rampLees meer
 
 
Infosessies stikstofdecreet Vlaamse overheid Lees meer
 
 
Na de natte winter: eerst de spade, dan de bewerking! Lees meer
 
 
Jachtwild - Seizoenen 2021, 2022 en 2023 Lees meer
 
 
Kunstmest uitsparen Lees meer
 
 
ILVO bouwt hoogtechnologische Feed Pilot Lees meer
 
 
Drones en AI in de strijd tegen aardappelziekteLees meer
 
 
Optimalisatie spuittechniek: tips voor duurzamer gebruik Lees meer
 
 
Plantgoedsubsidie? Dien je facturen vóór 30 april inLees meer