|
19 dec 2021 |
17:16 |
|
Ambitieuzer mestplan
Mest blijft een chronisch probleem voor de Vlaamse waterlopen in landbouwgebied. In 2020-2021 werd er op 31 procent van de 746 meetpunten in het oppervlaktewater een overschrijding van de nitraat-drempelwaarde van 50 milligram per liter vastgesteld. Dat is iets beter dan de twee voorgaande meetjaren, maar we zijn nog ver verwijderd van de doelstellingen van het zesde Mestactieprogramma (MAP 6). Dat had als doel tegen 2022 een daling met 4 milligram nitraat per liter teweeg te brengen. Maar sinds 2016 is de gemiddelde nitraatconcentratie gestegen.
|
Dat staat in het nieuwe ‘Mestrapport 2021’ van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), waarvan de Mestbank een onderdeel is.
Nitraat is een stikstofverbinding. Het belandt in het water door uitspoeling vanop akkers die bemest zijn. Te veel of onoordeelkundig bemesten kan de verspreiding naar het milieu in de hand werken. Ook droogte kan een ongunstig effect hebben, wanneer de gewassen minder opnemen.
Hetzelfde gaat op voor fosfaten. Wat fosfaat betreft is een verbetering merkbaar maar nog altijd is de kwaliteitsnorm op 57 procent van de meetpunten overschreden.
West-Vlaanderen is de slechtst scorende provincie met overschrijdingen op meer dan de helft van de meetpunten.
Bij de rivierbekkens scoren de IJzer, Leie en Maas het slechtst. Alleen het Denderbekken haalt de doelstelling van slechts 5 procent meetpunten met een overschrijding.
Op landbouwbedrijven met veel dieren en een mestoverschot blijft een tekort aan grond om mest op kwijt te kunnen het belangrijkste probleem, zegt de VLM. Mest elders laten verwerken is duur en dat zet aan om er meer op het veld te gebruiken dan toegelaten is.
Op 1 januari gaat een maatregel in die soelaas moet brengen. Dan wordt een digitale debietmeter verplicht bij de mestverwerkers. Zo krijgt de overheid een beter zicht op wat er binnen- en buitengaat.
De mestproductie nam toe (2 procent), doordat het aantal varkens en kippen omhoog is gegaan. Ook nam de oppervlakte van nitraatgevoelige teelten zoals maïs, aardappelen en groenten toe. ‘Het mestbeleid heeft op die factoren weinig vat’, stelt de VLM vast.
Toch is het gebruik van dierlijke mest afgenomen maar dat van kunstmest is dan weer gegroeid.
Deze weinig bemoedigende resultaten komen er ongeveer halfweg de looptijd van het zesde MAP. Dat het niet zou volstaan, stond in de sterren geschreven. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) is begonnen met de voorbereiding van een zevende versie, die in 2023 van kracht zou worden. MAP 7 zal uit een ander vaatje moeten tappen, beseft de minister. ‘De huidige maatregelen botsen op hun grenzen. We moeten nadenken over zowel de instrumenten als het beleidskader. Zonder taboes. Nieuwe, ambitieuze maatregelen zullen effectiever moeten zijn, maar ze mogen het niet nog complexer maken voor de boeren.’ Demir vraagt de inbreng van wetenschappers, actoren en het middenveld.
Europa legt ons land op om tegen 2027 in alle waterlopen een goede kwaliteit te realiseren. Samen met onder andere Nederland en Duitsland zitten we in het kransje landen dat het meeste werk op de plank heeft om dat waar te maken.
|
|
|
|