Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 05 jun 2019 09:22 

MB betreffende de tegemoetkoming door het VLIF aan pitfruitbedrijven met liquiditeitsproblemen


Ministerieel besluit betreffende de tegemoetkoming door het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds aan pitfruitbedrijven met liquiditeitsproblemen

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994, artikel 12, § 3, eerste lid, 5°, ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2013;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 betreffende de taken, het beheer en de werkwijze van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, artikel 6;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 mei 2019;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de pitfruitsector lijdt onder het Ruslandembargo, slechte klimatologische omstandigheden (vorst en droogte), hagelschade en bewaringsproblemen;
Overwegende dat door die omstandigheden de opbrengsten zijn verminderd en de bedrijfsreserves uitgeput, wat de continuïteit van de getroffen bedrijven op zeer korte termijn ernstig in het gevaar brengt;
Overwegende dat met de waarborgregeling beoogd wordt de continuïteit van de bedrijfsvoering te verzekeren;
Overwegende dat het dan ook noodzakelijk is dit besluit onmiddellijk goed te keuren en uit te voeren,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° besluit van 11 december 2015: het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 betreffende de taken, het beheer en de werkwijze van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds;
2° erkende kredietinstelling: een kredietinstelling die erkend is door de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, met toepassing van het ministerieel besluit van 6 december 2018 tot erkenning van kredietinstellingen ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 deceber 2015 betreffende de taken, het beheer en de werkwijze van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds en tot opheffing van het ministerieel besluit van 2 februari 2016;
3° operationele kosten: de kosten, vermeld in punt 3.2 van de bijlage bij het ministerieel besluit van 1 oktober 2007 betreffende bepalingen en minimumstandaard voor de bedrijfseconomische boekhouding in de landbouw dienstig als basis voor de door de Vlaamse overheid gesteunde adviseringssystemen;
4° VLIF: het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, opgericht bij artikel 12 van het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994.

HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden voor de waarborg
Art. 2. Er kan een tijdelijke VLIF-waarborg verleend worden voor kredieten met het oog op de verhoging van de werkingsmiddelen, die operationele kosten financieren;
De kredieten, vermeld in het eerste lid, worden verleend door een erkende kredietinstelling.
De waarborg, vermeld in het eerste lid, heeft een maximale looptijd van drie jaar en wordt maandelijks evenredig afgebouwd over de looptijd van de waarborg.
De waarborg, vermeld in het eerste lid, wordt opgenomen binnen de toegekende VLIF-machtiging.
Art. 3. De waarborg, vermeld in artikel 2, eerste lid, kan alleen toegekend worden als aan al de volgende voorwaarden voldaan is:
1° de aanvrager is een landbouwer met lopende VLIF-steundossiers of een landbouwer als vermeld in artikel 1, 9°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw, die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2 en 3, eerste tot en met vierde lid, van het voormelde besluit;
2° het bedrijf is geen "onderneming in moeilijkheden" conform de definitie, vermeld in de Communautaire Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (2014/C 249/01);
3° de aanvrager verklaart de intentie te hebben het bedrijf te blijven exploiteren, minstens voor de looptijd van de toegekende waarborg;
4° met de tussenkomst van een erkende kredietinstelling is een financiële analyse van het bedrijf bezorgd aan de bevoegde entiteit;
5° de aanvrager heeft de de-minimisverklaring, die opgenomen is in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, ondertekend;
6° de opbrengst uit de bedrijfstak `pitfruit' bedraagt minstens 2/3e van de volledige opbrengst van het bedrijf van de aanvrager. Dat wordt aangetoond op basis van het laatst beschikbare volledige boekjaar, of het gemiddelde van de laatste vijf beschikbare boekjaren;
7° het gewaarborgde krediet heeft een maximale looptijd van zeven jaar.
De financiële analyse, vermeld in het eerste lid, 4°, geeft een overzicht van de volgende elementen:
1° een vermoedelijk tijdelijk liquiditeitstekort op het bedrijf;
2° de vermogenstoestand van de aanvrager, waarbij een overzicht wordt gegeven van de waarde van de roerende en onroerende goederen op het bedrijf en de lopende schulden;
3° de kredietlasten en de draagbaarheid van de kredietlasten, waarbij aangetoond wordt dat de aanvrager gedurende de looptijd van de gevraagde waarborgperiode de capaciteit heeft om de bestaande en de nieuwe kredietlasten terug te betalen;
4° de berekening van de jaarlijkse operationele kosten. De berekening kan zowel gebaseerd zijn op een bedrijfseconomische boekhouding, een vennootschapsboekhouding als op een interne berekening op basis van de eigen gegevens over de sector en het bedrijf;
5° de waarborgpositie van de aanvrager.
Art. 4. Het gewaarborgde kredietgedeelte bedraagt maximaal de helft van de jaarlijkse operationele kosten, zoals aangetoond in de financiële analyse, vermeld in artikel 3, eerste lid, 4°.
Art. 5. Het brutosubsidie-equivalent van de waarborg, vermeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt per bedrijf maximaal 20.000 euro per jaar gedurende de volledige looptijd van het krediet.
Het brutosubsidie-equivalent, vermeld in het eerste lid, wordt berekend met de volgende formule: brutosubsidie-equivalent =
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
waarbij:
1° Y = looptijd van de lening;
2° y = jaar;
3° L = bedrag van de lening (euro);
4° r= risico (%);
5° a = beheers- en kapitaalkosten (%);
6° b = de bijdrage, vermeld in artikel 7;
7° r = 1%;
8° a = 0,42%.
Art. 6. Gedurende de looptijd van de waarborg, vermeld in artikel 2, eerste lid, kan de begunstigde geen nieuwe VLIF-steun krijgen, tenzij hij aantoont dat de terugbetaling van het krediet niet in het gedrang komt door de financiering van de verrichtingen waarvoor hij de steun vraagt.
Art. 7. De begunstigde krijgt de waarborg, vermeld in artikel 2, eerste lid, als hij een bijdrage betaalt. Hij betaalt de bijdrage aan het VLIF binnen dertig kalenderdagen nadat aan de kredietinstelling is meegedeeld dat de waarborg is toegekend. Als het VLIF de bijdrage niet binnen die termijn ontvangt, wordt de waarborg van rechtswege ingetrokken.
De bijdrage, vermeld in het eerste lid, wordt berekend met de volgende formule:

bijdrage = (0,225 % x IB) + n
Σ ([(0,05 % + 1)^(1/12)]-1) x UBi
i = 0

1° In het tweede lid wordt verstaan onder:
2° IB = initieel gewaarborgd bedrag;
3° UBi = uitstaand gewaarborgd bedrag in maand i na afbouw van de waarborg in maand i;
n = aantal maanden dat de waarborg loopt.

HOOFDSTUK 3. - Procedure van de steunaanvraag
Art. 8. De steunaanvraag kan tot en met 15 juli 2019 ingediend worden via het e-loket.
In het eerste lid wordt verstaan onder e-loket: het elektronische loket om steun aan te vragen, dat de bevoegde entiteit ontwikkelt en beheert.
Art. 9. Artikel 16, 19, 22, 23, tweede lid, en 24 tot en met 29 van het besluit van 11 december 2015 en artikel 5 en 21 tot en met 26 van het ministerieel besluit van 3 februari 2016 betreffende de taken, het beheer en de werkwijze van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds zijn van overeenkomstige toepassing op de waarborg, vermeld in artikel 2, eerste lid, van dit besluit.

HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding
Art. 10. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 17 mei 2019
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw,
K. VAN DEN HEUVEL



  Nieuwsflash
 
Overstroming van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen vanaf 19/4/2024Lees meer
 
 
PFAS in het Vlaamse drinkwater Lees meer
 
 
Landbouwconjunctuur licht verbeterd ondanks natte weersomstandigheden Lees meer
 
 
Uiterste indieningsdatum en belangrijke data voor de verzamelaanvraag 2024 Lees meer
 
 
Brede weersverzekering 2024: aanvragen voor 30/4Lees meer
 
 
Infosessies stikstofdecreet Vlaamse overheid Lees meer
 
 
Na de natte winter: eerst de spade, dan de bewerking! Lees meer
 
 
Jachtwild - Seizoenen 2021, 2022 en 2023 Lees meer
 
 
Kunstmest uitsparen Lees meer
 
 
ILVO bouwt hoogtechnologische Feed Pilot Lees meer
 
 
Drones en AI in de strijd tegen aardappelziekteLees meer
 
 
Optimalisatie spuittechniek: tips voor duurzamer gebruik Lees meer
 
 
Plantgoedsubsidie? Dien je facturen vóór 30 april inLees meer