Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Vorig ArtikelVorig artikel Volgend artikelVolgend Artikel

 08 mei 2025 17:36 

Compensatie bij weigering van ontheffing op het ontbossingsverbod


Vraag om uitleg over compensatie bij weigering van ontheffing op het ontbossingsverbod
van Marianne Verhaert aan minister Jo Brouns

De voorzitter

Mevrouw Verhaert heeft het woord.

Marianne Verhaert (Open Vld)

Minister, uit de rechtspraak van de Raad van State blijkt dat sectorale wetgeving, zoals het Bosdecreet, een doorkruisende werking kan hebben op stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften. Eigenaars van percelen die volgens het gewestplan bestemd zijn voor bijvoorbeeld verblijfsrecreatie of landbouw, kunnen de realisatie van die bestemming onmogelijk zien worden wanneer het perceel onder het ontbossingsverbod valt en een ontheffing wordt geweigerd.

Ik geef een voorbeeld, maar dit komt vaker voor: in een arrest van de Raad van State gaat het bijvoorbeeld om een eigenaar van een perceel in Herenthout dat deels is bestemd voor dag- en verblijfsrecreatie. De aanvrager diende een aanvraag in om een stuk bos te ontbossen en er een kleinschalig wellnesscomplex te bouwen. De plannen waren dus afgestemd op de bestemming van de grond. Toch kreeg de aanvrager geen toestemming. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) weigerde de ontheffing van het ontbossingsverbod, waardoor het project geblokkeerd zat.

De eigenaar stelde dat zijn perceel daardoor bijna onverkoopbaar was geworden, maar de Raad van State ging daar niet op in. Volgens het arrest werd niet afdoende aangetoond dat de eigendom werkelijk in waarde was gedaald. Ook kreeg hij geen compensatie. De raad verwees hem daarvoor naar de burgerlijke rechtbank. Dit voorbeeld toont aan hoe een eigenaar, die handelde volgens de bestemming van zijn grond, door sectorale regels vast komt te zitten in een kluwen van procedures, zonder duidelijke vergoeding of oplossing. Men blijft dus achter met een stuk grond waarop niets mag worden gedaan, en men moet zelf, op eigen kosten, bewijzen dat er recht is op compensatie. Voor veel eigenaars vormt dat een juridische en financiële drempel die nauwelijks te nemen valt.

Het spreekt uiteraard voor zich dat we de bestaande bossen in Vlaanderen, waar mogelijk, zo goed als mogelijk moeten beschermen. Maar het is wel van essentieel belang – meer dan essentieel belang – dat de rechten van de eigenaars worden gerespecteerd.

Daarom heb ik daarover toch een aantal vragen, minister.

Beschikt u over een kader waarbij eigenaars, van wie de aanvraag tot ontheffing van het ontbossingsverbod wordt geweigerd en die daardoor dus geconfronteerd worden met een waardevermindering van hun eigendom, effectief en correct worden gecompenseerd? Zo ja, hoe werkt dat in de praktijk?

Hoe vaak komt het voor dat zulke eigenaars een schadevergoeding bekomen? Over welke bedragen spreken we dan? Beschikt u over cijfermateriaal?

Welke procedures staan ter beschikking van eigenaars die compensatie wensen te bekomen voor zo’n eigendomsbeperking ingevolge het Bosdecreet? Beoordeelt de Vlaamse administratie spontaan of compensatie vereist is, of is dat louter een zaak voor de burgerlijke rechtbank?

Zou het volgens u opportuun zijn om, naar analogie met artikel 6.1.1/1 van het Onroerenderfgoeddecreet, ook in het Bosdecreet een bepaling op te nemen die bepaalt dat het ontbossingsverbod niet mag leiden tot het volledig onmogelijk maken van een bestemmingsvoorschrift zoals vastgelegd in een gewestplan?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Het Vlaams Parlement heeft in het Bosdecreet gekozen voor een betere bosbescherming via een zogenaamde horizontale toepassing, dus ongeacht de ligging binnen een planologische bestemming. Het Bosdecreet voorziet evenwel in een reeks van uitzonderingen op het ontbossingsverbod, zoals u weet, met name voor een aantal ‘hardere’ bestemmingen. Zo kan er in woongebied en industriegebied ontbost worden op voorwaarde van de nodige boscompensatie, waarbij dan geen voorafgaande ontheffing van het ontbossingsverbod is vereist.

In de overige gevallen kan enkel afgeweken worden van het ontbossingsverbod mits een individuele ontheffing van het Agentschap voor Natuur en Bos wordt bekomen.

De decreetgever heeft geen compensatie voor dit bosbehoud voorzien. Eigendom van zo’n terrein betekent dus niet dat men per definitie vrij is om te doen wat men wil of in het andere geval daarvoor door de overheid vergoed zal worden. Verzet daartegen is een zaak voor de burgerlijke rechtbank.

Er wordt wel voorzien in een wettelijke informatieplicht. De bijzondere wettelijke bescherming van een bebost perceel dient in elke akte te worden toegelicht overeenkomstig artikel 91 van het Bosdecreet.

Wat wetsinitiatieven, zoals het voorzien van een clausule in het decreet zodat het ontbossingsverbod de realisatie van de bestemming niet volledig onmogelijk mag maken, betreft: ik denk dat daar best met de nodige omzichtigheid naar gekeken en mee omgegaan wordt bij de opmaak, gelet op de Vlaamse doelen rond het bosbehoud en de bosuitbreiding. Die zijn ook wel belangrijk.

De voorzitter

Mevrouw Verhaert heeft het woord.

Marianne Verhaert (Open Vld)

Minister, ik dank u voor uw antwoord. U duidt een aantal zaken die ik uiteraard ook weet. Ik denk dat u toch niet ingaat op de reële problemen die vandaag de dag voorvallen. Ik kan u honderden voorbeelden geven, ook in harde bestemmingen, waar men de bebouwbaarheid van een perceel totaal verliest of op die manier de bouwgronden verkoopt.

Ik had een aantal concrete vragen waarop u niet dieper ingaat. Het is duidelijk dat u een aantal dingen duidt. Maar ik heb concrete vragen waarop men vandaag in Vlaanderen meer en meer botst. Dat is niet alleen bij het Bosdecreet. We zien dat bij heel veel zaken: bij adviesverlening, bij negatieve adviezen. Wat gaat u daaraan doen? Dat gaat over eigenaars die een vermindering zien van de waarde van hun grond en bepaalde dromen hebben. En zo zijn er verschillende voorbeelden. Ik heb hier eigenlijk echt totaal geen antwoord op mijn vraag gekregen. Wat gaat u daar concreet aan doen? Dat is misschien het enige wat ik nog kan vragen. Ik mis hier toch wel een aantal antwoorden.

De voorzitter

Mevrouw Van Looy heeft het woord.

Sanne Van Looy (N-VA)

De vraag is natuurlijk ingegeven vanuit de concrete casus. Het is niet aan deze commissie om daar een uitspraak over te doen.

Maar wat wel belangrijk is dat, wanneer een perceel een bepaalde bestemming heeft, dat niet betekent dat je daar 100 procent op kunt doen wat je wilt. Het is geen vrijgeleide. Je moet altijd rekening houden met de karakteristieken van een perceel, met de vorm van een perceel en met wat er is aangevraagd: heeft dat een bemaling nodig, ja dan nee? Dat speelt altijd een heel belangrijke rol. Dat is maatwerk waarover de vergunningverlener zich moet buigen.

In het kader van de bescherming van bos is het belangrijk dat we een functie of een bepaalde bebouwing niet onmogelijk maken, maar dat er op het vlak van het perceel ook altijd wordt gekeken naar de omgeving en dat er respectvol met de omgeving wordt omgegaan in de omgevingsvergunning.

Ik zie vandaag dan weer het andere uiterste, namelijk dat er vaak nog volledige percelen gerooid worden. Wanneer een huis wordt aangevraagd op een perceel van 2000 vierkante meter, kan er mijns inziens ook wel gewoon een stuk bos behouden blijven. Dat is belangrijk. En dat is misschien een oproep en een vraag aan u, minister: zult u dit meenemen bij de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega Verhaert, ik ben het eens met collega Van Looy dat het inderdaad niet zo is dat, als je eigenaar bent van een perceel, dat jou dan een vrijgeleide geeft om te doen en laten wat je wilt op dat perceel. Je hebt er altijd een vergunning voor nodig. En daar heb ik ook naar verwezen. Want de zorg rond de harde bestemming is er, dat begrijp ik. Ik heb er ook heel duidelijk naar verwezen, dat er uitzonderingen op het ontbossingsverbod mogelijk zijn. Zo kan een woongebied of industriegebied worden ontbost met die boscompensatie waarbij geen voorafgaande ontheffing van een ontbossingsverbod is vereist. Dat hebben we heel duidelijk geantwoord. Wat dat betreft, is het duidelijk, lijkt me.

U vraagt of er initiatief kan worden genomen, door mij of vanuit het parlement. Dat staat u vrij. U wilt voorzien in een clausule in een decreet, zodat het ontbossingsverbod de realisatie van bestemming niet volledig onmogelijk maakt. Dat is uw vraag. Ik heb gezegd dat je met de nodige omzichtigheid moet omgaan met dit soort clausules, net wegens het belang van bosuitbreiding en het bosbehoud. Het evenwicht is daar belangrijk.

In het kader van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen moet er aandacht zijn voor de doelen die we allemaal hebben als het gaat over het ruimtelijk beleid in Vlaanderen, onder andere bosbouw en bosuitbreiding. Dat verdient daarin een plaats.

De voorzitter

Mevrouw Verhaert heeft het woord.

Marianne Verhaert (Open Vld)

Dank u wel, minister. 

Collega Van Looy, wij zitten blijkbaar met totaal andere adviesinstanties. Bij ons is het net het tegendeel. Zelfs op een boscompensatie biedt men geen antwoord. Heel wat mensen die dat voorstel doen, krijgen daar geen antwoord op. Dossiers zitten compleet vast, waarbij het ANB die rechtsonzekerheid creëert bij de eigenaars. Dat is de realiteit vandaag de dag. Dat is wat wij vandaag de dag meemaken in onze gemeenten, in woonparkgebied, in woongebied. Ik stel me dan echt de vraag of dat de rechtszekerheid is die wij aan onze burgers willen bieden. 

Neem het voorbeeld van Herenthout. Ik kan ook andere voorbeelden geven uit mijn gemeente en uit verschillende gemeenten waarbij wij dergelijke adviezen binnenkrijgen en men zegt dat ze op die manier nog niet de helft van wat zij wensten te bouwen in woongebied of in woonparkgebied kunnen realiseren. Zo kan ik u verschillende voorbeelden geven.

Ik heb dan toch een andere visie en vind het wel belangrijk om de nodige rechtszekerheid te geven aan burgers.

Ik kom terug op het voorbeeld uit Herenthout. Daarin wordt erkend dat het eigendomsgebruik fors wordt beperkt, maar de eigenaar moet dan zelf op eigen risico en kosten naar de burgerlijke rechter stappen om een eventuele vergoeding te verkrijgen.

Wel, dat is niet het Vlaanderen dat ik wil en de richting die ik wil uitgaan. Ik zal zeker bekijken waar ik dan zelf initiatief kan nemen, als u daar anders naar kijkt.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 

 


  Nieuwsflash
 
PAS-referentietool Lees meer
 
 
Gezondheidsimpact van stikstofbemestingLees meer
 
 
Grote populaties Aziatische hoornaars Lees meer
 
 
Compensatie bij weigering van ontheffing op het ontbossingsverbodLees meer
 
 
Onderzoek van het Waalse beleid voor het duurzaam gebruik van pesticidenLees meer
 
 
Progression des surfaces PDT plantées Lees meer
 
 
April 2025 was zeer zonnig, zeer zacht en droog Lees meer
 
 
Geen enkele reden om de sociale bijdragen voor de zelfstandigen te verhogenLees meer
 
 
Gebruik van de pesticide glyfosaat Lees meer
 
 
PAS-referentie 2030 Lees meer
 
 
Restaurant Léa Linster en Maison Colette bekroond met twee Sterren in de MICHELIN Gids België en LuxLees meer