Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Vorig ArtikelVorig artikel Volgend artikelVolgend Artikel

 08 mei 2025 17:38 

Gezondheidsimpact van stikstofbemesting


Vraag om uitleg over de gezondheidsimpact van stikstofbemesting
van Bieke Verlinden aan minister Jo Brouns

De voorzitter

Mevrouw Verlinden heeft het woord.

Bieke Verlinden (Vooruit)

We weten al langer dat de hoge stikstofuitstoot onze natuur en biodiversiteit aantast, maar nu blijkt uit een nieuwe studie van de KU Leuven dat die uitstoot ook rechtstreeks schadelijk is voor onze gezondheid. Dat maakt ons ernstig ongerust. De onderzoekers tonen aan dat bemeste graslanden tot zes keer meer graspollen produceren dan niet-bemeste graslanden. Die pollen veroorzaken bovendien een veel sterkere allergische reactie.

De boosdoener is stikstof. Het is voor het eerst dat er zo’n duidelijke en concrete link wordt gelegd. De stikstofuitstoot leidt dus niet alleen tot ecologische schade, maar ook tot concrete gezondheidsklachten bij een grote groep Vlamingen, want zo’n 15 à 20 procent van de mensen lijdt aan hooikoorts. Voor sommigen beperkt het zich tot niezen en tranende ogen, maar voor anderen, en zeker kinderen, is het veel ernstiger, met astmatische klachten tot gevolg. Sommige mensen durven in het pollenseizoen zelfs nauwelijks buiten te komen. We mogen de maatschappelijke kosten van dit probleem absoluut niet onderschatten. Denk maar aan het toenemende aantal ziektedagen, de druk op de gezondheidszorg, maar ook de terugbetaling van medicatie. Dat alles komt boven op de schade aan onze natuur.

Minister, hoe kijkt u naar die studie? Ziet u misschien de noodzaak om, vanuit het voorzorgsprincipe, maatregelen te nemen om de gezondheidsschade door stikstof maximaal te voorkomen? Zult u de resultaten meenemen bij het vormgeven van het stikstofbeleid na 2030?

Tot slot heb ik misschien eerder een vraag voor de collega’s die hier aanwezig zijn: zou het geen goede zaak zijn om de onderzoekers uit te nodigen voor een hoorzitting? Zij hebben toch een publicatie kunnen doen in The Lancet, dat is een toonaangevend internationaal wetenschappelijk tijdschrift. Het zou misschien niet slecht zijn om hun bevindingen beter te kunnen begrijpen en hun aanbevelingen daaromtrent te kunnen aanhoren. Ik snap dat we vandaag daarover niet kunnen beslissen, maar bij een volgende regeling der werkzaamheden kunnen we agenderen om te beslissen om daarvoor een hoorzitting te organiseren.

Mijn concrete vraag aan u, minister, is dus hoe u naar de resultaten kijkt en of het voorzorgsprincipe moet worden gehanteerd.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega, de studie werd uitgevoerd door wetenschappers verbonden aan verschillende Vlaamse universiteiten en Sciensano. Ikzelf heb de studie nog niet in detail kunnen bestuderen. Ik moet me baseren op wat erover werd vermeld in verschillende artikelen en opinies.

Een van onze diensten, het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), gaf in een persreactie aan dat het onderzoek onvoldoende rekening zou houden met de courante landbouwrealiteit. In Vlaanderen, zoals u weet, worden de meeste percelen waarop bemesting plaatsvindt, vroeg gemaaid om een hoog proteïnegehalte in het gras te hebben en het gemakkelijk in te kunnen kuilen. Met andere woorden, collega's: een slimme boer laat zijn gras niet in bloei komen. Iedereen die de landbouw een beetje kent, zal dat beamen. Het gras wordt dus gemaaid voordat er een bloem op komt en voordat de pollen kunnen ontstaan. Dat is toch wel een heel belangrijk antwoord vanuit de landbouwpraktijk.

Conclusies trekken uit dit onderzoek voor het omgevingsbeleid is sowieso moeilijk en bovendien onwenselijk. Dat werd ook door een van de onderzoekers zelf gezegd. De studie focust immers hoofdzakelijk op één aspect, namelijk de productie van pollen. Daarnaast spelen ook andere aspecten, zoals de landbouwopbrengst en de waterkwaliteit, een belangrijke rol. In elk geval ben ik van mening dat we beter spaarzaam omgaan met termen als gezondheidsschade.

Los van de sterktes en zwaktes van dat specifieke onderzoek doet het hier wel een uitspraak over de productie van pollen. Ik begrijp dat veel pollen in de lucht – het seizoen is weer gestart – enorm veel hinder en last veroorzaken voor mensen met hooikoorts. Maar het gaat hier over stuifmeel, en dat is natuurlijk niet vergelijkbaar met een of andere chemische stof die door een nabijgelegen fabrieken wordt uitgestoten.

Ten slotte wat uw vraag over het stikstofbeleid betreft, wil ik verduidelijken dat de atmosferische toediening van stikstof gaat over de uitstoot van ammoniak en stikstofoxiden die neerslaan op de gevoelige natuur in de buurt. Dat is eerder beperkt in relatie tot de stikstofaanbreng via bemesting op landbouwpercelen. Een focus op de effecten bij niet-bemeste natuur lijkt me in dezen ook minder relevant.

De voorzitter

Mevrouw Verlinden heeft het woord.

Bieke Verlinden (Vooruit)

Minister, ik begrijp dat u het onderzoek nog niet helemaal in detail hebt kunnen bekijken. Wie zijn wij om daar vanop afstand en vanuit opinies en gedachten een oordeel over te vormen, of om het onderzoek meteen al in vraag te stellen?

Ik denk dat het belangrijk is om de bevindingen en de kijk te verbreden, en om de onderzoekers te horen, om een beter begrip te krijgen van hoe ze tot die bevindingen komen en wat hun eventuele aanbevelingen kunnen zijn. Ik denk misschien dat we met deze commissie de onderzoekers hier eens moeten uitnodigen voor een gesprek.

De voorzitter

Ik zou even willen stellen dat de vraag over een bespreking met de collega’s om een eventuele hoorzitting te organiseren, niet in een openbare zitting hoort plaats te vinden. Dat moeten we straks in de regeling der werkzaamheden doen.

De heer Pieters heeft het woord.

Andy Pieters (N-VA)

Ik denk inderdaad dat het gezondheidsaspect heel weinig aandacht kreeg in het hele stikstofuitstootbeleid van de voorbije jaren. Ik denk dat het op zich belangrijk is, ook los van deze studie, dat we dat blijven meenemen. Als dat inderdaad tot optimalisaties van het beleid kan leiden, moeten we dat maximaal doen. Ik denk ook dat het de afspraak is dat we, in die geest, telkens alle wetenschappelijke inzichten meenemen. Maar zoals de minister ook zegt, en zoals de onderzoekers aangeven, is dit nog maar een eerste vaststelling en zal er vervolgonderzoek nodig zijn.

Het enige wat ik toch nog zou willen aankaarten, is dat er direct kritiek kwam op het onderzoek omdat het te weinig rekening zou houden met de courante landbouwpraktijken. Ook dat hebben de onderzoekers geprobeerd om te weerleggen, om te duiden dat dat toch wel het geval was. In die zin is het misschien een idee om hen te ontvangen.

Minister, ik weet niet of het gepland is dat het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) of ILVO een analyse gaat maken van de studie en daar conclusies uit gaat trekken, maar zou dat dan eventueel met ons kunnen worden gedeeld? Ik denk dat hun expertise op dat vlak wel belangrijk is.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Ik heb vanochtend toevallig zowel ILVO als het INBO gezien, die de handen in elkaar slaan om nog meer samen te werken. Daar vertelde men mij dat we in Vlaanderen 300.000 hectare aan grasland hebben, en dat we op ongeveer 2500 van die 300.000 hectare het gras laten groeien, waar dan bloemen kunnen komen en pollen kunnen ontstaan. Al de rest wordt gemaaid, omdat het natuurlijk moet dienen als voeder voor de dieren. Die proteïnen moeten optimaal kunnen worden ingezet, daarom wordt het gras gemaaid.

Dat is geen miskenning van het onderzoek, helemaal niet. Daar gaat het niet over. Het gaat alleen over wat de praktijk is en over wat de realiteit is. Dat staat in contrast met het idee dat we alle bemeste grassen zouden laten staan, tot bloei zouden laten komen, zodat er pollen kunnen komen die sterker zouden zijn qua allergene karakteristieken dan wanneer we minder bemesten. Dat is toch wel een heel belangrijke nuance die de studie niet in vraag stelt, die alleen de reële landbouwpraktijk in Vlaanderen op het areaalniveau verder nuanceert. Dat is niet onbelangrijk.

Wat jullie hier verder willen afspreken om daar kennis van te krijgen, is natuurlijk aan jullie, aan het parlement. Ik heb daar geen enkel probleem mee.

De voorzitter

Mevrouw Verlinden heeft het woord.

Bieke Verlinden (Vooruit)

Ik denk dat het aan ons is om daar verdere uitspraken over te doen. Ik begrijp ook dat dat niet tijdens deze zitting kan, maar dat dat in de regeling der werkzaamheden moet, zoals ik ook heb aangegeven. Dat zullen we zeker kunnen doen.

Ik denk wel dat het de eerste keer is dat er een heel concrete link wordt gelegd tussen gezondheid en stikstof, dat dat belangrijke signalen zijn die we echt ernstig moeten nemen en dat we hopelijk enkele concrete aanbevelingen kunnen krijgen over hoe we daar beter mee kunnen omgaan.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 

 


  Nieuwsflash
 
PAS-referentietool Lees meer
 
 
Gezondheidsimpact van stikstofbemestingLees meer
 
 
Grote populaties Aziatische hoornaars Lees meer
 
 
Compensatie bij weigering van ontheffing op het ontbossingsverbodLees meer
 
 
Onderzoek van het Waalse beleid voor het duurzaam gebruik van pesticidenLees meer
 
 
Progression des surfaces PDT plantées Lees meer
 
 
April 2025 was zeer zonnig, zeer zacht en droog Lees meer
 
 
Geen enkele reden om de sociale bijdragen voor de zelfstandigen te verhogenLees meer
 
 
Gebruik van de pesticide glyfosaat Lees meer
 
 
PAS-referentie 2030 Lees meer
 
 
Restaurant Léa Linster en Maison Colette bekroond met twee Sterren in de MICHELIN Gids België en LuxLees meer