De onderzoekers inventariseerden 73 stedelijke locaties in 5 landen: Frankrijk, Duitsland, Polen, het Verenigd Koninkrijk en de VS en keken naar professioneel gerunde stadsboerderijen, particuliere groentetuinen en collectieve tuinen.
Eén portie in de stad geproduceerd voedsel veroorzaakt gemiddeld 420 gram CO2-uitstoot. Dat is zes keer zoveel als de 70 gram CO2 van de conventionele landbouw. Het onderstreept vooral de efficiëntie van gangbare akkerbouw met 1 gewas per akker en een grote oogst per vierkante meter met de hulp van pesticiden en kunstmest. De grootste klimaatimpact van stedelijke landbouw komt van de materialen die nodig zijn om ze aan te leggen.
Er zijn uitzonderingen. Zo zouden tomaten, geteeld in open lucht, een lagere CO2-uitstoot hebben dan tomaten uit kassen. Ook luchtvrachtgewassen kun je net zo goed zelf telen. Met strategische keuzes in gewassen, terreinen en circulariteit (afval als input) kan de stadstuinier wél een verschil maken. De onderzoekers benadrukken daarnaast de grote voordelen van stadslandbouw die niets met voedsel, maar alles met sociale verbinding, saamhorigheid en geestelijke gezondheid te maken hebben.