Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 11 jan 2024 14:14 

Vraag om uitleg over de wateroverlast


Vraag om uitleg over de wateroverlast in Vlaanderen en de voortgang van de Blue Deal
van Gwenny De Vroe aan minister Zuhal Demir

  De voorzitter

– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.

Mevrouw De Vroe heeft het woord.

Gwenny De Vroe (Open Vld)

Minister, in 2010 hadden we ook te kampen met een heel grote waterlastproblematiek. We hebben toen een actualiteitsdebat daarover gehouden in het parlement. Ik heb dan gevraagd naar een bijzondere commissie Wateroverlast, die toen ook in het leven werd geroepen. Er hebben destijds heel wat hoorzittingen plaatsgevonden. Vervolgens is daar een heel goede resolutie uit voortgesproten. Ondertussen is daar al heel wat mee gebeurd. Dat werk is niet af, zo getuigen ook de recente rapporten en studies. Er is nog heel wat werk aan de winkel, dat hebben we de afgelopen week opnieuw kunnen vaststellen.

Een kletsnatte novembermaand leidde tot overstromingen in de Westhoek. In het begin van het nieuwe jaar werd de Denderstreek heel zwaar getroffen door de aanhoudende regen. Ook mijn provincie, Vlaams-Brabant, heeft het zwaar te kampen gehad. Gezien het heuvelachtige karakter is de Denderstreek wel heel erg kwetsbaar voor overmatige regenval. Daarbij komt opnieuw aan bod dat de stuwen- en sluiscomplexen op de stroom nog steeds heel erg verouderd zijn.

Na de wateroverlast in de Denderstreek van 2010 werd op Vlaams niveau effectief beslist om de stuwen en sluizen daar aan te pakken. Waar men er in Wallonië wel in slaagt om de infrastructuurwerken uit te voeren, hebben we in Vlaanderen te maken met een oud zeer: de vergunningenproblematiek. Infrastructuurwerken geraken bij ons gewoonweg niet vergund of vergunde werken worden aangevochten door actiecomités. Het resultaat is dat geen enkele van de zeven stuwen momenteel is vervangen.

Na de overstromingen in november werd een taskforce wateroverlast opgericht, die midden december haar rapport overmaakte aan de Vlaamse Regering en dat op 23 januari zal voorstellen in onze commissie. We kijken daarnaar uit. De aanbevelingen zijn niet nieuw: door het creëren van sponslandschappen en het voorzien van overstromingsgebieden moeten we ervoor zorgen dat het water trager stroomafwaarts vloeit. Extra pompcapaciteit en het verhogen van dijken en keermuren kunnen op enkele kritieke punten soelaas brengen.

Minister, verder had ik het uiteraard ook graag gehad over uw Blue Deal. Vlaanderen heeft de Blue Deal uitgerold, een ambitieus plan om Vlaanderen te wapenen tegen extreme regenval en droogte. Daarbij ligt de focus op slim watergebruik, het herstellen van natte natuur en de aanleg van blauw-groene infrastructuur. In totaal werd daarvoor 343 miljoen euro voorzien uit het relancebudget, goed voor de ondersteuning van 324 projecten. Een highlevel taskforce van ministers, gouverneurs, beleidsmakers en wetenschappers waakt vervolgens over de voortgang van het programma.

Minister, wat is uw reactie op de recente wateroverlast in mijn provincie, Vlaams-Brabant, en uiteraard ook in Oost-Vlaanderen, en op de aanpak ervan?

In het debat rond de wateroverlast in het Denderbekken werd gewezen naar de vergunningenproblematiek die Vlaanderen kent. Na de wateroverlast van 2010 werden er heel wat beloftes gemaakt om de stuwen en dammen te vernieuwen, maar de infrastructuurwerken geraken momenteel niet vergund of afgewerkt of worden aangevochten door actiegroepen. In welke mate meent u dat het algemeen belang moet primeren bij dergelijke infrastructuurwerken? Hoe wilt u die zaken realiseren of concretiseren?

Minister, welke knelpunten identificeert u concreet met betrekking tot de waterproblematiek in de Dendervallei? Hoe zult u proberen de recente wateroverlast aldaar in de toekomst beter te voorkomen?

De afgelopen dagen ging het in de media over de Blue Deal. Hoe evalueert u zelf die voortgang? Bent u daar tevreden mee? Wat is uw standpunt daarover? In welke mate ondervindt u problemen bij de uitrol van de verschillende projecten wat dat betreft? Wat zijn juist de oorzaken van een eventuele uitgestelde uitrol? Hoe wilt u die knelpunten zelf aanpakken?

Water stopt, net als de wasberen waarover we het daarnet hadden, niet bij de landsgrenzen. Bij de wateroverlast in de Westhoek zagen we dat een groot deel water van Frankrijk stroomafwaarts naar het IJzerbekken vloeide. U kondigde toen aan dat u andere Europese lidstaten wilde verzamelen om een Europese Blue Deal uit te rollen. Wat is daarvan de stand van zaken? Hoe ziet u dat precies? Wat hebt u daarvoor ondertussen al gedaan?

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Dank u voor de vraag. Ik ga het antwoord beperken tot het perspectief van de onbevaarbare waterlopen, die onder mijn bevoegdheid vallen. De bevaarbare waterlopen vallen natuurlijk onder de bevoegdheid van collega Peeters.

De aanhoudende neerslag vereiste een bovenlokale coördinatie. Vandaar dat in Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant het provinciaal rampenplan werd afgekondigd. De gouverneurs zijn dan natuurlijk ook verantwoordelijk voor de coördinatie. Net zoals in november in het IJzerbekken, nam de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) daarin haar verantwoordelijkheid als beheerder en adviseur. Alle informatie, voorspellingsmodellen en dronebeelden van de VMM waren daarbij dan ook een belangrijke hulp.

Er werden zeer veel inspanningen gedaan om de bergingscapaciteit van de overstromingsgebieden optimaal te benutten en overstromingsschade maximaal te beperken. Ook werden er extra pompen ingezet.

In Herne en Galmaarden bleven de problemen beperkt, dankzij de aanleg van een gecontroleerd overstromingsgebied en beschermingsdijken. Dat zijn werken die we met de VMM hebben gedaan in het kader van de Blue Deal. Ook voor bijvoorbeeld Sint-Pieters-Leeuw kon de bijkomende buffercapaciteit in het valleigebied de overstromingsschade beperken. De infrastructuur die de voorbije jaren door de VMM gerealiseerd werd, kon de schade sterk inperken.

Ik wil nog eens zeer sterk benadrukken dat de problemen, zonder al deze infrastructuur, nog veel groter zouden zijn geweest, dus dat mogen we zeker niet uit het oog verliezen.

De wateroverlast bevestigt ook wat ik al jaren geleden heb aangegeven; ik ben ook de eerste minister die met het plan in 2020 is afgekomen, de Blue Deal met de nodige budgetten uiteraard voor de onbevaarbare waterlopen. Ruimte voor water is cruciaal in Vlaanderen, dus we moeten het beleid dat we de voorbije jaren hebben ingezet, verder uitrollen. Ik heb altijd gezegd: twee, drie legislaturen minstens, en voor mijn part mag het zelfs radicaler gaan de volgende legislatuur, maar dat hangt natuurlijk af van het regeerakkoord.

Wat betreft uw tweede punt, rond de vergunningenproblematiek: daar hebben we inderdaad gekeken wat het probleem is rond het Denderbekken. Daar zijn inderdaad destijds, in 2010 al, zes of zeven stuwen beloofd. Ik heb navraag gedaan en kan alvast meegeven dat in deze legislatuur één aanvraag is ontvangen. Er waren zes stuwen beloofd, er is voor één dossier een aanvraag ingediend door De Vlaamse Waterweg. Dat was in december 2022. In juni 2023 is dat vergund. Na die vergunning was er inderdaad een beroep, maar wij hebben geen weet van andere aanvragen of van de stuwen of wat dan ook. Zodra dat bij ons komt, zal dat uiteraard ook bekeken worden. Maar deze legislatuur heb ik dus één aanvraag ontvangen van De Vlaamse Waterweg en die is ook, denk ik, vrij snel vergund: als je in december aanvraagt en zes maanden later wordt vergund, denk ik dat je niet kunt zeggen dat dat allemaal heel lang duurt.

Uiteraard, in dit dossier is er dan een beroep gekomen. U weet: we hebben met deze meerderheid een decreet gemaakt om te zeggen dat het algemeen belang op een bepaald ogenblik moet primeren. Maar dat is door het Grondwettelijk Hof helaas vernietigd. Het Grondwettelijk Hof zegt dat de toegang tot de rechter absoluut is, dat het een grondrecht en een mensenrecht is. Terwijl wij met deze regering vonden – en in die optiek hadden we het decreet gemaakt – dat wij dat in het geval van algemeen belang beperkt zien. Persoonlijk vind ik dat alles rond water en energie zo snel mogelijk verleend moet kunnen worden. Het probleem is eigenlijk die beroepsprocedure, moet ik zeggen. Ook in dit dossier zijn het die beroepen. Dat wilden wij eigenlijk in het geval van het algemeen belang toch wel beperkt zien, maar het Grondwettelijk Hof heeft gezegd dat dat niet zal gaan. Ik sta open voor andere oplossingen; iedereen die daar een oplossing voor heeft, mag mij dat meegeven. Wij hebben na het arrest van het Grondwettelijk Hof nog verschillende juristen geraadpleegd, maar tot op heden zijn wij niet tot een sluitende oplossing gekomen rond die beroepsprocedures, want daar situeert zich het probleem. U weet: voor de vergunningsdossiers hebben we voor het kerstreces nog het vereenvoudigingsdecreet rond de procedures goedgekeurd, ik denk dat dat ook nog wel naar het parlement zal komen.

De knelpunten in de Dendervallei zijn volgens mij wel bekend. Zo vormt het fysisch systeem een probleem: veel reliëf, de bodem en verstedelijking in de vallei tot zelfs in de overstromingsgebieden. Ik denk dat het een historische fout was om dat toe te laten. Daarbovenop zijn er de bestuurlijke versnippering en een beperkt lokaal draagvlak om bepaalde noodzakelijke ingrepen uit te voeren. De natuurlijke overstromingsgebieden langsheen de Dender worden onvoldoende aangesproken door de volledige indijking van de Dender. Uiteraard neemt de Vlaamse overheid hier ook initiatieven voor. Ik verwijs naar het strategisch plan Dender om het overstromingsrisico te verminderen, waarvan de voortgang in november nog werd meegedeeld aan de Vlaamse Regering. De hernieuwing van sluizen en stuwen zijn maatregelen die noodzakelijk zijn, maar zeker niet voldoende om alle waterellende te vermijden. Ik wil dat bij dezen toch wel onderstrepen.

We moeten meer ruimte geven aan water. We moeten ontwikkelingen in overstromingsgevoelige gebieden onmogelijk maken door herbestemming of aanduiding als watergevoelig openruimtegebied (WORG). Een aantal gebieden zijn ook als WORG aangeduid. We moeten gebouwen die nagenoeg niet beschermd kunnen worden met dijken of andere maatregelen kopen of slopen. We moeten de rivieren en beken hermeanderen, en ook bufferbekkens en natuurlijke overstromingsgebieden aanleggen. Zoals ik zonet ook aangaf, is dat laatste echt een knelpunt. Het voorzien van meer ruimte voor water botst helaas nog altijd op weerstand. Ik zie gemeentebesturen nog altijd vergunnen, ondanks negatieve watertoetsen. Dat is echt problematisch, maar u weet dat Vlaanderen daartegen in beroep gaat. Ik zal dat ook blijven doen. Ik vind dat niet meer dan normaal om mensen niet in de miserie te steken, en de fouten uit het verleden niet opnieuw te maken. We zien dat in heel wat dossiers. Er zijn een veertigtal dossiers waar, ondanks een negatieve watertoets aan de hand van de overstromingskaarten, de gemeentebesturen toch nog vergunnen. Dat ging vorig jaar over een veertigtal dossiers. Ik vind dat wel nog veel, maar Vlaanderen gaat dus wel in beroep.

We zien bijvoorbeeld bij de inspraak in het strategisch plan Dender dat de gemeentebesturen niets willen weten van dat uitdoofbeleid voor bestaande en geïsoleerde woningen. Maar ik denk wel dat de lokale besturen en burgemeesters op een bepaald ogenblik lef, moed en durf moeten hebben om sommige beslissingen samen te nemen. Daarnaast bundelen de administraties – dat gaat dus over het Departement Omgeving, het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) – de krachten om bovenstrooms het water op te houden. In de streek hebben we acht nieuwe overstromingsgebieden gerealiseerd. In totaal gaat dat over 1 miljoen kubieke meter buffervolume. Er wordt een versnelling hoger geschakeld langs de Bellebeek, de Molenbeek in Zandbergen en in de Markvallei. Via de Blue Deal en de gebiedsdeals droogte ondersteunen we ook de lokale besturen om die sponswerking te versterken. Het ANB kocht tussen 2021 en 2023 al meer dan 75 hectare grond om ruimte te geven aan water. Gronden kopen om als buffer tegen water te gebruiken, doen we dus ook. We maakten 2 miljoen euro vrij vanuit het Vlaams Klimaatadaptatieplan om de uitvoering op te starten voor de bescherming van de dorpskernen van Geraardsbergen en Ninove, en een proactief aankoopbeleid voor de vrijwillige verwerving van slechtgelegen woningen. We hebben ook de voorlopige aanduiding van een aantal WORG’s, onder andere in Geraardsbergen en Affligem, voorbereid.

De uitvoering van de Blue Deal zit op schema. Van de 82 acties is het overgrote deel in uitvoering. Ruim een vijfde van de acties is intussen afgerond. Ik zal ook de commissie nog een overzicht bezorgen. Dat is altijd goed om te weten. Soms worden vertragingen gerapporteerd bij aannemers, of koppelingen met andere dossiers om het project op te schalen. Mijn administraties volgen dat nauwgezet op, en we helpen ook waar mogelijk. Maar we moeten de investeringen uit de Blue Deal nog tientallen jaren voortzetten, want we zijn daar nog maar net mee gestart. Dat is ook de reden waarom we vlak voor dit kerstreces het Blue Dealdecreet in de regering hebben verankerd en goedgekeurd. Dat betekent ook dat alle volgende Vlaamse regeringen acties en middelen op tafel moeten leggen voor meer ruimte voor water. Deze legislatuur, wat mijn bevoegdheid betreft, hebben we toch bijna een half miljard euro in de onbevaarbare waterlopen gestoken. Dat is dus heel wat, denk ik. Dat is puur nieuw beleid, maar we gaan dat tientallen jaren moeten doen.

Maar zoals gezegd – u hebt er ook naar verwezen, mervrouw De Vroe – zullen we de Blue Deal verder opschalen, niet enkel in Vlaanderen – water kent geen grenzen –, ook in Europa. Het Europese voorzitterschap biedt ook opportuniteiten. Tijdens dat voorzitterschap zullen we de bakens voor een Europese Blue Deal uitzetten en hierover raadconclusies voorstellen. We organiseren hiervoor op 12 maart ook een waterconferentie. We hopen hierover op de Europese Raad Milieu van maart ook tot een agendapunt te komen.

Wat vragen we daarbij? Ten eerste, we vragen een verdere integratie van de Vlaamse Blue Dealprincipes in het toekomstige Europese water-, klimaatadaptatie- en milieubeleid. Ten tweede vragen we een gecoördineerde aanpak in functie van een versnelde investering in Blue Dealprojecten via Europese financieringsinstrumenten. Ten derde vragen we een Europees level playing field voor circulair watergebruik.

Dus: tijdens het voorzitterschap wil Vlaanderen de bakens verzetten voor een Europese Blue Deal, daar gaan we voor. Ik zie het ook als onze plicht om onze inwoners te beschermen. Ik ben dan ook verheugd dat ook andere leefmilieuministers dit willen ondersteunen. We zullen hierover onder andere contact opnemen – ik denk deze week al – met de Franse bevoegde diensten, met Nederland is dat ook al gebeurd, om zo hopelijk tot een Europese Blue Deal te komen.

De voorzitter

Mevrouw De Vroe heeft het woord.

Gwenny De Vroe (Open Vld)

Minister, dank u wel voor uw antwoord. Wateroverlastproblematiek is een reuzenpuzzel met heel wat stukjes die moeten worden samengelegd om situaties zoals in het Denderbekken afgelopen week – ook elders eind vorig jaar, en op andere plaatsen in de toekomst – zoveel mogelijk te voorkomen. Daarvoor is er op alle vlakken samenwerking nodig: tussen ministers onder elkaar, tussen Europese landen, ook binnen België met de gewesten, et cetera. Er is heel veel samenwerking nodig.

Na de overstromingen van de afgelopen week, denk ik ook dat evaluaties opnieuw op hun plaats zijn, om daaruit te leren. Want elke keer opnieuw zijn er wel nieuwe zaken waarbij je ziet wat er goed liep, waar het fout liep en waar het volgende keer beter kan. Daar wil ik dus echt op hameren, en ik wil vragen dat dat goed wordt gecoördineerd en dat dat uiteraard ook wordt opgevolgd vanuit Vlaanderen.

Naar aanleiding van de overstroming van de Vesder werd er een rapport opgemaakt: ‘Weerbaar Waterland’. We weten met zijn allen dat de neuzen ongeveer in dezelfde richting staan en dat men weet welke richting men uit moet om tot definitieve oplossingen te komen.

Maar inderdaad, we zien dat het soms toch heel wat tijd kost om dingen te implementeren, veel meer tijd dan men zou willen. Er zijn procedures en beroepen waar u ook naar verwees. Ik denk dat als het over veiligheid gaat, en als men met de voeten in het water staat, het algemeen belang zeker ook primeert. Ik denk dat we daar ook zeker op dezelfde golflengte zitten.

Wat de Blue Deal betreft, minister, zou ik uiteraard heel graag – de collega’s allicht ook – het schema willen ontvangen. Het is een goede zaak dat een vijfde van de acties is gerealiseerd. Ik denk dat we dat samen met u heel graag verder willen opvolgen, zeker omdat we in de media hebben gezien dat er door hydroloog Patrick Willems toch ook wel wat kritiek over was dat er heel wat projecten zijn, maar dat er volgens hem toch wel wat strategie en samenhang zou ontbreken. Een systematisch plan ontbreekt, zo beschreef hij het. Naar aanleiding daarvan zou dat bij de evaluatie misschien toch ook meegenomen kunnen worden. Misschien dat er ook wat dat betreft verbeterpunten zijn, maar ik denk dat het al heel goed is dat een vijfde van de acties gerealiseerd is. We kijken ernaar uit om dat goed verder te bestuderen.

Wat Europa betreft, denk ik dat het Europese voorzitterschap hier effectief een opportuniteit biedt. Ik heb ook begrepen dat u daar werk van gaat maken. Ik denk dat het echt nodig is om gesprekken te voeren om de situatie van de waterlopen met al onze buurlanden te bespreken, en om dat ook te blijven bespreken en te evalueren, en dat samenwerking daar ook nog heel wat verbetering kan brengen. Want we hebben bijvoorbeeld al gezien dat als er in Wallonië versneld op stuwen, dammen en baggeren wordt ingezet, we bij ons bijvoorbeeld ook heel snel water hebben. Dat geldt ook in andere landen. Ik denk dus dat overleg en samenwerking in dezen echt wel van cruciaal belang zijn.

Mijn laatste vraag was op welke manier u eventueel zelf nog een versnelling naar maatregelen kunt verwezenlijken. Ik weet dat dat niet gemakkelijk is, maar ik denk dat we met zijn allen beseffen dat het volgende regeerakkoord daar effectief heel belangrijk voor is. Maar ik denk dat we nu ook nog wel zelf moeten bekijken op welke manier we toch bepaalde zaken kunnen doen waarvan we weten dat die broodnodig zijn, en waarvan dat nu ook uit de evaluatie blijkt. Dan denk ik dat we toch niet moeten wachten en dat we nog snel concrete maatregelen moeten proberen te nemen. Tot daar mijn vraag.

De voorzitter

De heer Pieters heeft het woord.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

Minister, de Blue Deal is iets waar wij achter staan. Wij steunen u daarin. Ik denk dat het alleen maar kan afhangen van volgehouden inspanningen. Het is zoals u aangeeft: over de legislaturen heen, maar wel vastleggen dat het ook gebeurt.

Men kan daar wel geld voor vrijmaken, maar men kan dat natuurlijk niet in één keer uitgeven. Dat zijn projecten die elkaar aanvullen. Het is niet omdat men één project uitvoert dat ineens heel veel opgelost is. Coördinatie en samenwerking zijn natuurlijk de codewoorden in dit geval.

Ik denk wel dat we beter af zijn met bilaterale overeenkomsten met onze partnerlanden of onze buurlanden. Ik denk aan een bilateraal overleg of akkoord met Wallonië, maar ook een bilateraal akkoord met Frankrijk. Met Nederland hebben we de waterakkoorden, maar ik heb al meerdere keren aangegeven dat we dat ook met Wallonië en met Frankrijk moeten doen. Als men op Europees vlak zo’n Blue Deal kan realiseren, is dat meegenomen, maar u weet ook dat akkoorden op Europees vlak niet zo evident zijn, want dan moeten ook andere gebieden, waar men misschien een andere aanpak wil, daarmee akkoord gaan en vice versa. Ik denk dus dat bilateraal overleg of bilaterale akkoorden veel beter zijn dan akkoorden op Europees vlak.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, de studie naar aanleiding van de waterbom in de Vesder heeft aangetoond dat als er een gelijkaardige waterbom als in 2022 op Vlaanderen zou vallen, de schade gigantisch zou zijn: 70 miljoen euro aan de IJzer, 1 miljard euro ter hoogte van de Dender en 6,5 miljard euro ter hoogte van de Gentse kanalen, de Leie en de Bovenschelde.

Wat hebben we gezien dit najaar? Gigantische schade in de IJzer. Deze kerstperiode was er schade aan de Dender. Maar eigenlijk wisten we allemaal dat dit kon gebeuren. En we weten ook dat, als er opnieuw veel water valt en dat boven de regio Gent gebeurt, de schade daar nog groter is. Met andere woorden, minister: er is voor elke rivier in Vlaanderen een overstromingsplan nodig dat elke Vlaming in Vlaanderen beschermt tegen overstromingen, net zoals dat is opgesteld voor de Zeeschelde, een soort sigmaplan voor elke rivier. Dat is niet alleen een samenwerking met De Vlaamse Waterweg, maar ook met uw administraties, want het is uiteraard een overstromingsplan waarbij er gezorgd zal moeten worden dat er ruimte is voor water, ook naast de rivier.

De Vlaamse Regering heeft op de laatste ministerraad, zo heb ik begrepen, kennisgenomen van het rapport ‘Weerbare Westhoek’, waar een hele rist maatregelen in staan die zouden moeten worden genomen om op korte termijn de IJzervallei te beschermen. Er is in de pers aangekondigd dat er 80 miljoen euro extra zou moeten worden voorzien om dat te kunnen uitvoeren. Ik heb geen beslissing van de Vlaamse Regering gezien over extra middelen daarvoor. Nu is de Dender erbij gekomen. Ik begrijp dat, als er geen beslissingen over extra middelen zijn, er zal moeten worden geschoven met bestaande middelen. Dat betekent dat het dan bestaande middelen van andere waterlopen zullen zijn. Ik houd dus mijn hart vast, als de beslissing is dat er middelen voor de bescherming in de Denderstreek zullen worden gebruikt voor de bescherming van de IJzervallei. Ik heb met andere woorden de indruk dat de Vlaamse Regering op dit moment een beetje concurrentie aan het organiseren is tussen de verschillende waterbekkens.

Daarom is het belangrijk dat er ten eerste een beslissing komt dat er voor elke rivier in Vlaanderen een soort beschermingsplan komt, en ten tweede dat er ook structurele middelen voorzien worden om dat ook uit te voeren. Dat is dus mijn vraag aan u, minister. Bent u bereid om mee te werken aan plannen om voor elke rivier in Vlaanderen een soort ‘ruimte voor water’-plan te maken dat elke Vlaming beschermt tegen overstromingen en daar deze legislatuur nog middelen voor te voorzien om de eerste maatregelen daarvoor te nemen?

De voorzitter

Mevrouw Perdaens heeft het woord.

Freya Perdaens (N-VA)

Minister, ik hoor heel wat over initiatieven die binnen uw bevoegdheden vallen: integrale projecten om water bovenstrooms nog beter vast te houden en er ruimte aan te geven, dat is exact wat er nodig is. Er gebeurt al heel erg veel, maar het sluitstuk zit natuurlijk ook voor een groot deel bij de bevaarbare waterlopen. De begrotingsopmaak (BO) 2023 maakte 60 miljoen euro vastleggingskredieten vrij, in de BO 2024 zien we 50 miljoen vastleggingskredieten voor het Sigmaplan. De vraag is hoe die 110 miljoen euro binnen het Sigmaplan geïnvesteerd gaat worden om het water bovenstrooms te houden. Dat staat donderdag op de agenda, dat is niet meteen hier aan de orde.

Minister, voor u heb ik nog één concrete vraag: welke maatregelen heeft de VMM de voorbije jaren genomen in verband met bufferbekkens? U zei dat we ruimte voor water moeten creëren, dat wil zeggen bovengronds houden en bufferen. Wat heeft de VMM de voorbije jaren concreet gedaan rond die bufferbekkens?

Bruno Tobback (Vooruit)

Minister, mijn vraag sluit eigenlijk aan bij de vraag van collega Perdaens. Ik heb twee weken geleden een foto gezien uit een gemeente in de Dendervallei, waarbij een volledig industrieterrein onder water stond. Als je dan vraagt wat er vroeger op die plek was, dan is het antwoord dat er een waterbekken was. Ik kan hieruit maar één conclusie trekken, en dat is dat er in het verleden veel te weinig actiecomités geweest zijn om het soort idioten dat dit soort vergunningen heeft afgeleverd, dit soort ontwikkelingen mogelijk heeft gemaakt, op tijd tegen te houden. Het water dat vroeger in dat waterbekken of in dat bufferbekken was, stroomt nu binnen in de woningen van mensen. Men heeft daar dus geen rekening mee gehouden. Het gemekker over die actiecomités die alles tegenhouden, mag dus stilaan stoppen.

Dat geldt ook als ik naar een tweede vaststelling kijk. Als ik u goed begrijp, minister, was er in 2010 vastgesteld dat we zes stuwen dringend moesten renoveren. De eerste aanvraag daarvoor is ingediend in 2022. Als men praat over het algemeen belang dat zou worden tegengewerkt of belet of doorkruist door actiecomités – die nota bene gelijk krijgen van de rechtbank –, kan iemand me dan eens uitleggen waarom het twaalf jaar moet duren om voor een van die zes stuwen een vergunningsaanvraag in te dienen? Voor de andere vijf stuwen is blijkbaar nog helemaal niets gedaan.

Iedereen zegt terecht zegt dat er overstromingsgebieden moeten komen in de Dendervallei. Hoever staat het mee met het ontwikkelen van die gebieden en met het vrijmaken van ruimte voor die rivier? Hoever staat het met het nemen van concrete samenhangende maatregelen, in plaats van hier en daar wat schaamlapjes?

Ik ga nog eens zeggen dat hele gezeur en gemekker over die ene procedure tegen een vergunningsaanvraag – die sowieso al twaalf jaar te laat is ingediend – mag stoppen. Het mag stoppen, tot men als Vlaamse overheid en als Vlaamse regeringspartij bewijst dat men het algemeen belang wil dienen via een sluitend plan, met sluitende vergunningsprocedures, met sluitende engagementen, om ervoor te zorgen dat dingen die fout zijn, niet meer kunnen gebeuren en dat de dingen die zouden moeten gebeuren, en waarvan we al tien jaar weten dat ze zouden moeten gebeuren, een eerste aanzet krijgen.

Mijn vraag is heel simpel, minister: hoever staat het met een globale visie en een globaal plan met concrete maatregelen om dit soort dingen te vermijden? Zo kan men stoppen met zeuren over dingen die eigenlijk helemaal niet ter zake doen en die eigenlijk alleen maar aantonen hoezeer het Vlaamse Gewest zelf de voorbije jaren in gebreke is gebleven om het algemeen belang te dienen van al die burgers wier woning onder water staat en die men niet beschermd heeft.

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Ik zal mij natuurlijk beperken tot de onbevaarbare waterlopen. De vragen over bevaarbare waterlopen zullen donderdag in de commissie van collega Peeters aan bod komen. Misschien moet de volgende regering de onbevaarbare waterlopen samennemen met de bevaarbare. Dat zou misschien geen slecht idee zijn.

Toen ik was aangesteld als minister, heb ik met betrekking tot de onbevaarbare waterlopen vrij snel naar de experten geluisterd. Aan de hand van wat zij zegden heb ik de Blue Deal gemaakt. Dat is wel nog drie maanden of langer aanhangig geweest op de regering. Ik ben blij dat ik toch heb doorgezet. Ik heb gezegd dat we dit echt wel nodig hebben. Dat is politiek niet altijd evident. Maar ik ben heel blij dat de voltallige regering zich achter de Blue Deal heeft geschaard.

We weten eigenlijk al lang wat we moeten doen. We moeten geen nieuwe dingen uitvinden. We moeten in Vlaanderen de sponsfunctie herstellen. We hebben de afgelopen vijftig jaar 75 procent van onze natte natuur vernietigd. Dan moet je bij de toestand van vandaag niet versteld staan van wat we tegenkomen. We hebben ook vergunningen verleend op plekken waarvan je weet dat dat toch niet kan, dat dat onmogelijk is. Dat zijn allemaal zaken die in het verleden verkeerd zijn ingeschat. We moeten het nu wel op een andere manier doen. We weten wat we moeten doen: de sponsfunctie in Vlaanderen herstellen.

Toen ik in het begin van deze legislatuur de Groene Delle niet vernietigde, was daar heel veel kritiek op. Dat moest industrie worden en ik weet niet wat allemaal. Ik werd afgemaakt tot en met. Maar de reden waarom ik het proces om van de Groene Delle industrie te maken heb stopgezet, was de aanwezigheid van veen in dat gebied. Er was daar heel veel trilveen. Daarom heb ik dat behouden. Dat was een omkering van het beleid.

Er is in het begin altijd wel wat protest, maar ik vind dat we moeten uitvoeren wat de experten ons al jaren zeggen. We weten wat we moeten doen: de sponsfunctie herstellen. Ik heb het dan over mijn bevoegdheid. Dat is ook een kwestie van draagvlak vinden, vergunningen aanvragen, middelen uittrekken. Daarbij zullen nog wel heilige huisjes sneuvelen. Dat is nu eenmaal zo.

Wat het IJzerbekken betreft, collega Schauvliege, heb ik binnen mijn budget voor de onbevaarbare waterlopen in dat gebied 10 miljoen euro vrijgemaakt. Er staan een aantal zaken op til.

Voor de Blue Deal heb ik ook bewust gekozen voor de principes en niet voor plannen. Ik ken dat: als men in Vlaanderen plannen maakt, komt er helaas heel weinig van in huis. Daarom heb ik op een bepaald ogenblik aan mijn administratie gezegd wat de principes zijn, volgens wat de experten zegden. Dit is de Blue Deal die mijn kabinet samen met die experten heeft gemaakt. Ik moet niet allerlei plannen hebben per rivier of per ik weet niet wat, en dan nog allerlei onderzoeken en studies. Met alle respect, dan had ik vandaag nog niets gerealiseerd. Echt waar, nog niets. Als men over plannen spreekt, begin ik al te zeggen: neen, geen plannen, wel werken op het terrein. We zullen jullie tonen wat we al hebben gedaan. Ik moet mijn administratie daar echt wel enorm voor bedanken, want dat kwam boven op alle werken voor de Blue Deal. We zijn erin geslaagd om een half miljard euro op niet eens vier jaar tijd buiten te krijgen. Dat ging allemaal naar infrastructuurwerken. Ik ben er mijn administraties enorm dankbaar voor dat dat ons is gelukt.

Mevrouw Perdaens, voor de Dender hebben wij een achttal gecontroleerde overstromingsgebieden ingericht. De VMM heeft dat gedaan. Dat zorgt voor meer dan 1 miljoen kubieke buffervolume. Dat is positief. Dat gaat over ruimte maken voor water.

Het verleden is wat het is. We moeten durven te zeggen dat er in het verleden verkeerde keuzes werden gemaakt. Dat is zo, collega Tobback. Ik kijk vooral vooruit. U zult dat fijn vinden, dat ik vooruit kijk. Ik kijk vooral naar de oplossingen. Daarom ben ik bezig met de herbestemmingen voor watergevoelige openruimtegebieden, met het plan Ruimte voor Water voor de Dender. De vraag over de stuwen op de Dender is voor collega Peeters. Dat zijn allemaal noodzakelijke maatregelen, die zeker niet voldoende zijn om de waterproblematiek op te lossen. Daar is veel meer voor nodig. Ook in de valleien en op de hellingen, denk aan de erosiebestrijding en de zijbeken.

Ik hoop dat iedereen zijn heilige huisjes kan verlaten en dat we de maatregelen kunnen nemen die nodig zijn. Collega De Vroe, ik zal een aantal zaken die ik in het verleden had geagendeerd, maar die nooit door de ministerraad zijn geraakt, opnieuw agenderen. Misschien maken ze nu wél kans. Voortschrijdend inzicht noemt men dat.

We moeten immers meer ruimte geven aan het water, en dat is net wat we doen bij de uitrol van het Strategisch Plan Ruimte voor Water Dendervallei. Naast de realisatie van het stuwen- en sluizenprogramma gaan we meer ruimte geven aan water. We gaan bepaalde gebieden verder beschermen tegen hogere waterstanden, maar bepaalde geïsoleerde woningen zullen plaats moeten maken voor water.

Het werk is niet af. Dat heb ik ook van in het begin, toen ik bezig was met de Blue Deal, gezegd. Dit is het startschot, en er zijn zeker nog minstens twee legislaturen nodig om ons effectief te beschermen tegen water.

De voorzitter

Dank u, minister, ook om nog eens te onderstrepen dat het vooruit of achteruit is.

Mevrouw De Vroe heeft het woord.

Gwenny De Vroe (Open Vld)

Minister, oplossingen en concrete maatregelen op het terrein, dat is inderdaad wat we willen. Zoals ik daarnet al zei, zijn samenwerkingen daarbij van cruciaal belang. Er moet worden geleerd uit de evaluaties, die na zulke probleemsituaties heel belangrijk zijn. Ik hoop dat u daarvoor het nodige zult doen.

Verder kijk ik uit naar de commissievergadering van 23 januari, waar we het rapport van de taskforce wateroverlast zullen krijgen, waaruit we opnieuw zullen kunnen leren.

Zoals ik daarstraks al zei, is de oplossing een grote puzzel waarbij vele kleine stukjes moeten worden samengelegd. We moeten daar met z’n allen samen aan werken. Daartoe vindt u in ons zeker een goede partner.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
Open Food Conference Lees meer
 
 
Overstroming van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen vanaf 19/4/2024Lees meer
 
 
De Under-Cover overkapping ook in land- en tuinbouwLees meer
 
 
Koningin Mathilde stelt onrechtvaardige cacaoprijzen aan de kaak Lees meer
 
 
Doelgerichtere veredeling naar inuline-rijkere cichorei door CRISPR/Cas Lees meer
 
 
Packaging: find a workable agreement for the fruit and vegetables sector Lees meer
 
 
Ontwerpprogramma 2023-2027 van het Federaal Reductieplan voor GewasbeschermingsmiddelenLees meer
 
 
Afschaffen constructie ‘samengestelde landbouwer’: overgangsregeling Lees meer
 
 
Preventieve maatregelen tegen uitbraak bacterievuur bij fruit- en bomenkweekLees meer
 
 
Milieuaansprakelijkheid mbt het voorkomen en herstellen van milieuschade Lees meer
 
 
Versoepelingen boetesysteem Mestdecreet Lees meer
 
 
Stikstofdecreet en de omgevingsvergunningen Lees meer
 
 
Gefractioneerde bemesting in aardappelen Lees meer
 
 
Steeds minder antibiotica verstrekt via gemedicineerde voeders Lees meer
 
 
Groen licht voor proefstalregeling en meer rechtszekerheid voor ammoniak reducerende techniekenLees meer
 
 
Tweede prognose van de landbouweconomische rekeningen van 2023 Lees meer
 
 
PFAS in het Vlaamse drinkwater Lees meer
 
 
Landbouwconjunctuur licht verbeterd ondanks natte weersomstandigheden Lees meer
 
 
Uiterste indieningsdatum en belangrijke data voor de verzamelaanvraag 2024 Lees meer
 
 
Brede weersverzekering 2024: aanvragen voor 30/4Lees meer
 
 
Infosessies stikstofdecreet Vlaamse overheid Lees meer