Actualisatie van het duinenbeleid

De heer Vaneeckhout heeft het woord.

Nadat door het verdwijnen van de camping Duinenpark in De Panne, zes jaar geleden, duidelijk werd hoe snel een aangetast duinengebied zich kan herstellen – dat is hoopgevend – en kan verworden tot een waardevol gebied op het vlak van biodiversiteit, stak de West-Vlaamse provincieraad de koppen bij elkaar. We zien dat niet zo vaak gebeuren, maar dat heeft geleid tot een kamerbreed gedragen motie waarin de Vlaamse Regering wordt opgeroepen om de toestand van de duinen te actualiseren. Het Duinendecreet is ondertussen dertig jaar oud en verdient dus een stevig opfrissing, zeker omdat we ondertussen met nieuwe uitdagingen geconfronteerd worden. Steeds meer wordt duidelijk dat een natuurlijke duinengordel de beste manier is en blijft om onze kustlijn te wapenen tegen de komende zeespiegelstijging en zwaardere en frequentere stormen. Voor de collega’s die daar belang aan hechten: het is ook veel goedkoper dan onze zandstranden constant kunstmatig op te spuiten met aangevoerd zand.

In de voorbije dertig jaar groeide ook de overtuiging dat de biodiversiteit binnen de duinengebieden uniek is en dus een ruimere bescherming verdient. Het is een goede zaak dat daar nu consensus over is binnen de West-Vlaamse provincieraad.

Het is geen wenselijke situatie dat een eigenaar in de vergunningsfase van een project geconfronteerd wordt met bijkomende bepalingen, vereisten of procedures bij het realiseren van een wettelijk vastgelegde bestemming. Dit moet in de toekomst vermeden worden. Daarom is het wenselijk, minister, om een proactieve oefening op te starten die harde ruimtelijke bestemmingen in mogelijk duinengebied evalueert en waar nodig wijzigt. Dat is ook de vraag van de provincieraad. Uiteraard gaat een dergelijke ingreep, die zorgt voor rechtszekerheid, gepaard met het opvangen van de negatieve gevolgen voor de betrokken eigenaars, via een billijke financiële compensatie of een grondruil. Het debat over wat billijk is, kunnen we een andere keer voeren.

In een eerdere commissievergadering gaf u al aan te willen onderzoeken hoe een en ander beter kon, maar daarbij gaf u geen concrete timing. Deze provinciale motie biedt ongetwijfeld een aanleiding om met de Vlaamse Regering een versnelling hoger te schakelen in de versterkte bescherming van onze duinen.

Hoe reageert u op de kamerbrede motie vanuit de West-Vlaamse provincieraad?

Bent u bereid een proactieve actualisatie van het duinenbeleid langs de hele kust uit te voeren, waarbij waardevolle en mogelijk waardevolle duinengebieden die nog niet onder bescherming van het Duinendecreet vallen, gescreend worden op de wenselijkheid van een gewijzigde ruimtelijke bestemming?

Is de motie vanuit de provincieraad voor u een signaal dat de bezorgdheid breed gedragen is en er dus versneld werk moet worden gemaakt van die actualisatie? Welke concrete timing hebt u hierbij voor ogen?

Minister Demir heeft het woord.

Ik reageer uiteraard zeer positief op het brede maatschappelijke draagvlak.

Ik heb recent aan het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) opdracht gegeven om, in samenwerking met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), de oude ecosysteemvisie voor de Vlaamse kust, die dateert uit 1997, te actualiseren en daarbij een inventaris te maken van de gebieden met actueel en potentieel aanwezige, voor het kustecosysteem typische natuurlijke vegetaties. Die opdracht is gegeven, en ik denk dat ik tegen 15 mei een uitgewerkte actualisatie zou krijgen van mijn administratie, om daarna verdere stappen te zetten.

De heer Vaneeckhout heeft het woord.

Dat is een heel duidelijk antwoord, minister. Ik ben blij dat u zich daar mee achter schaart. 15 mei, we zetten het in onze agenda om dan te vragen wat de actualisatie heeft opgeleverd.

Aanvullend wil ik nog een oproep doen om in de tussentijd en in het verdere traject – dit is nog maar de eerste stap – ook de deputatie, de provincieraad en de lokale besturen voldoende te betrekken, zodat ze in de tussentijd, dus voor er werk wordt gemaakt van een verdere bescherming van onze duingebieden, lopende dossiers al proactief aanpassen. Dit is dus een oproep om daarover in overleg te gaan met alle betrokkenen, zodat ze niet allerlei vergunningsaanvragen goedkeuren voor dingen die niet geschikt zijn in die gebieden.

De bezorgdheid van collega Vaneeckhout om geen bouwstopscenario te krijgen waarbij men nu nog snel anticipeert op een aantal verstrengingen, deel ik wel. Ik denk dat dat wel belangrijk is, minister. We worden aan de ene kant blij van de grote eensgezindheid hier, maar het resultaat op het terrein moet er wel zijn. Daar zou ik toch ook aandacht voor willen vragen.

Minister Demir heeft het woord.

Die aandacht is er ook. We zijn een halfjaar geleden te weten gekomen dat men in De Panne iets wilde ontwikkelen, en toen hebben we heel duidelijk gezegd dat we dat niet wilden doen. We zijn dus aan het bekijken hoe we dat ongedaan kunnen maken. Ik ben me er dus van bewust en ik denk dat we daarover kamerbreed op dezelfde lijn zitten.

De vraag om uitleg is afgehandeld.