Gelet op decreet van 3 juni 2016 betreffende de tegemoetkoming voor schade, aangericht door algemene rampen in het Vlaamse Gewest, artikel 5, eerste en derde lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2016 tot uitvoering van het decreet van 3 juni 2016 betreffende de tegemoetkoming voor schade, aangericht door algemene rampen in het Vlaamse Gewest;
Overwegende dat storm en rukwinden met een lokaal karakter hebben plaatsgevonden tussen 9 en 15 maart 2019 op het grondgebied van het Vlaamse Gewest;
Gelet op het advies van het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België van 4 juni 2019 betreffende voormeld natuurverschijnsel;
Overwegende dat uit het advies van het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België blijkt dat Stabroek voldoet aan het opgelegde criterium van windsnelheden van 120 km/h;
Gelet op de bevindingen van het technisch verslag van 15 juli 2019, uitgevoerd door het Vlaams Rampenfonds, waarin gesteld wordt voor welke gemeenten dit fenomeen voldoet aan het in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2016 tot uitvoering van het decreet van 3 juni 2016 betreffende de tegemoetkoming voor schade, aangericht door algemene rampen in het Vlaamse Gewest opgelegde criterium;
Overwegende dat de storm en de rukwinden met een lokaal karakter derhalve een uitzonderlijk karakter hebben;
Gelet op de inlichtingen die de Vlaamse steden en gemeenten hebben verstrekt betreffende de omvang van de schade, veroorzaakt door dit natuurverschijnsel;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 5 december 2019;
Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse Regering;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. De storm en rukwinden met een lokaal karakter die hebben plaatsgevonden tussen 9 en 15 maart 2019 op het grondgebied van het Vlaamse Gewest worden beschouwd als een algemene ramp die de toepassing rechtvaardigt van het decreet van 3 juni 2016 betreffende de tegemoetkoming voor schade, aangericht door algemene rampen in het Vlaamse Gewest.
Art. 2. De geografische uitgestrektheid van de ramp is beperkt tot de steden en gemeenten waarvan de naam hieronder vermeld wordt:
Aalst
Aalter
Antwerpen
Assenede
Balen
Beveren
Boechout
Bonheiden
Boortmeerbeek
Bornem
Brasschaat
Brecht
Brugge
Buggenhout
Damme
Deinze
Dendermonde
Duffel
Edegem
Eeklo
Essen
Evergem
Geel
Gent
Gistel
Haacht
Hamme
Hasselt
Heist-op-den-Berg
Herenthout
Holsbeek
Hooglede
Hoogstraten
Jabbeke
Kalmthout
Kapellen
Keerbergen
Kontich
Kortenberg
Laakdal
Laarne
Lebbeke
Lier
Lint
Lochristi
Lokeren
Maldegem
Mechelen
Meerhout
Merchtem
Merelbeke
Meulebeke
Moerbeke
Mol
Niel
Nijlen
Olen
Oostkamp
Opwijk
Oud-Turnhout
Putte
Puurs-Sint-Amands
Ranst
Rijkevorsel
Rotselaar
Schoten
Sint-Gillis-Waas
Sint-Katelijne-Waver
Sint-Niklaas
Sint-Truiden
Stabroek
Steenokkerzeel
Stekene
Temse
Tessenderlo
Tongeren
Vorselaar
Wachtebeke
Wemmel
Wetteren
Willebroek
Wuustwezel
Zandhoven
Zedelgem
Zemst
Art. 3. Voor schade aan de landbouwproductie kan alleen een tegemoetkoming worden verleend als het productieverlies per landbouwer en per teelt meer dan 30% bedraagt. Het productieverlies per teelt wordt berekend op basis van de totale oppervlakte van de teelt.
Art. 4. De tegemoetkoming voor de schade wordt berekend conform hoofdstuk I en II en artikel 25 van de verordening nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie L193 van 1 juli 2014.
Art. 5. De minister-president van de Vlaamse Regering is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 13 december 2019.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
