Het raamconvenant heeft als doel om tot een verhoging te komen van de effectiviteit en kwaliteit van de aanpak van de illegale in- uit- en doorvoer van verdovende middelen in de havens van Antwerpen, Zeebrugge, Terneuzen, Gent, Amsterdam, Rotterdam en Vlissingen, alsook in de wateren tussen deze havens. Dit convenant is nodig omwille van het zogenaamde “waterbedeffect”, waarbij criminelen hun activiteiten verleggen naar havens waar minder controles en vaststellingen zijn en beoogt anderzijds het zo effectief mogelijke inzetten van het beschikbare personeel en de materiële middelen.
Om dit te bereiken regelt het raamconvenant onder andere: de afstemming van activiteiten en gezamenlijke acties, de inzet van het personeel, de bevoegdheden van het personeel, de kosten, informatie-uitwisseling en geheimhouding, …
Alexander De Croo, vicepremier en minister van Financiën: “De drugshandel is een internationaal probleem dat geen enkel land op zijn eentje succesvol kan aanpakken. Internationale samenwerking en informatie-uitwisseling zijn dan ook cruciaal. Het is goed te zien dat de samenwerking met onze Nederlandse buren vlot loopt en tot concrete operaties leidt. De volgende jaren moeten we die internationale samenwerking nog verder verdiepen.”
Aan kaai 212 vond vandaag een gecoördineerde actie plaats. Een schip afkomstig uit Guadeloupe en Martinique werd door de scheepsvaartpolitie met sonar onder handen genomen. Nadien gaven duikers van de Nederlandse douane ondersteund door 2 Belgische douanevaartuigen de romp een nauwgezette inspectie. Een techniek die meer en meer zal gebruikt worden om smokkel van verdovende middelen onder de waterlijn tegen te gaan. In combinatie met een rummage van het schip, waarbij gezocht wordt naar verborgen laadplaatsen voor illegale producten aan boord van een schip, wordt eigenlijk het schip zowel aan de buiten-als binnenzijde binnenstebuiten gekeerd.
Smokkelaars zijn gewaarschuwd, de Belgische en Nederlandse douanediensten zijn klaar om de strijd tegen drugs aan te gaan op alle fronten.
