Stand van zaken stikstofdecreet

Het stikstofdecreet stelt de algemene G8-doelstelling om uiterlijk t2030 een reductie van 21.800 ton (45%) stikstofoxiden en 21.300 ton ammoniak (40%) ten opzichte van 2015 te realiseren. Specifiek voor de gehele mestverwerkingssector dient men uiterlijk 2030 een reductie van 30% ammoniakemissie te realiseren ten opzichte van 2015. Bij deze sectordoelstelling kijkt men enkel naar een specifieke groep mestver/bewerkingsinstallaties: met een vergunde jaarlijkse capaciteit van minstens 40.000 ton, zonder de installaties waar men enkel mest scheidt of de dunne fractie verwerkt in een biologie. 

Volgende maatregelen gelden enkel voor bovenvermelde installaties, die vergund zijn voor 23/02/2024. Deze installatie moet één specifieke ammoniakemissie-reducerende maatregel doorvoeren en opnemen in de omgevingsvergunning uiterlijk 01/01/2027. Hierbij telt het verminderen van de jaarlijkse capaciteit niet als een maatregel. Momenteel is er geen AEA-lijst voor mestverwerkingsinstallaties; het voorstel decreet aangaande ammoniak-reducerende maatregelen moet nog gestemd worden. 

Indien een mestverwerkingsinstallatie al een maatregel nam, die niet vervat zit in de vergunningstoestand van 01/01/2015, dan is er voldaan aan deze verplichting en moeten er geen verdere maatregelen genomen worden. 

In 2028 evalueert de Vlaamse overheid of de sectordoelstelling van 30% ammoniakemissiereductie behaald werd voor de specifieke vermelde installaties. Indien dit niet het geval is, volgen bijkomende ammoniakemissie-reducerende maatregelen per bedrijf. Indien een bedrijf reeds maatregelen nam met een reductie van minstens 30%, is deze vrijgesteld van bijkomende maatregelen. 

Volgende beoordelingskaders gelden voor alle lopende en nieuwe vergunningsaanvragen ingediend tot en met 31/12/2030. De beslissingstermijn van een lopend dossier kan met 60/120 dagen verlengd worden als geen/wel advies van de commissie vereist is door de bevoegde overheid. Het decreet bevat niet langer een onvergunbaarheidsdrempel en tijdens de beoordeling kijkt men naar de som van ammoniak en stikstofoxiden voor de berekening van de impactscore. 

1) Bestaande mestverwerkingsinstallatie

• Bij een impactscore lager of gelijk aan 0.025% kan een vergunning van onbepaalde duur verkregen worden zonder een passende beoordeling zolang de installatie voldoet aan de bovenvermelde maatregelen. 
• Bij een impactscore hoger dan 0.025%, is een passende beoordeling nodig. Als de impactscore lager dan 50% is en de stikstofdepositie niet stijgt t.o.v. de vergunde situatie, is een vergunning mogelijk.
• Als laatste kan nog een vergunning verkregen worden als de neerwaartse depositietrend van ammoniak niet in het gedrang komt. 

2) Nieuwe mestverwerkingsinstallaties

• Bij een impactscore lager of gelijk aan 0.025%, kan een vergunning van onbepaalde duur verkregen worden zonder een passende beoordeling zolang de installatie voldoet aan de bovenvermelde maatregelen. 
• Bij een impactscore hoger dan 0.025%, maar uit de passende beoordeling blijkt dat de neerwaartse depositietrend ammoniak niet in het gedrang komt, is ook een vergunning voor onbepaalde duur mogelijk. 

3) Extern salderen
Momenteel wordt onderzocht a.d.h.v. plan-MER en een passende beoordeling of extern salderen mogelijk is na 01/01/2025. In afwachting hiervan is een omzendbrief van toepassing waarbij bijkomende uitstoot mogelijk is door stopzetting of stikstofreductie van een andere inrichting. Hier zijn weliswaar enkele voorwaarden aan verbonden, vermeldt in deze omzendbrief.

Het stikstofdecreet verplicht een exploitatie om een overzicht van alle ammoniakemissiepunten op de exploitatie te bezorgen aan de Mestbank, deze zal elk emissiepunt een identificatienummer toekennen. De hoeveelheid ammoniakemissie moet worden meegenomen in de jaarlijkse mestbankaangifte per emissiepunt. Hiervoor moet de exploitatie zorgen voor voldoende meetapparatuur om de correcte registratie van de emissies toe te laten. De Vlaamse regering kan nader bepalen welk type meetapparatuur moet gebruikt worden, het al dan niet automatisch doorsturen naar de Mestbank en voorwaarden voor vrijstellingen hiervan. 

Het decreet voorziet een procedure waarmee de VLM piekbelasters kan aanduiden a.d.h.v. de impactscore berekend o.b.v. de emissies van 2020-2022. Piekbelasters kunnen verder werken als emissiereductie gerealiseerd is tegen 2030 en impactscore < 50% door eigen bedrijfsvoering en deze aanpassingen op te nemen in de omgevingsvergunning uiterlijk 2029 of wanneer de exploitatie wordt stopgezet waarvoor een flankerend beleid is voorzien. 

Momenteel voorziet het stikstofdecreet steunmaatregelen voor veehouders en de landbouwsector, maar niet voor mestverwerkers. 

Voor meer informatie over het stikstofdecreet en de transitie PAS kunt u terecht op de website van de Vlaamse overheid en Agentschap Landbouw en Zeevisserij. Voor uitleg over groepen, Webinars en artikelen kunt u terecht bij deze contactpersonen: 

• Riccy Focke: PAS-transitie manager; Riccy.focke@lv.vlaanderen.be
• Katrien Boussery: technische expertise, Katrien.boussery@lv.vlaanderen.be

Daarnaast volgt VCM zelf de actualiteit rond het stikstofdecreet op, inclusief het beleidsforum vanuit departement omgeving waarvan hier de slides terug te vinden zijn. Ter informatie, het Agentschap Landbouw en Zeevisserij organiseert verschillende Webinars i.v.m. de implementatie van het decreet. Via deze nieuwsbrief zal VCM u blijven informeren wanneer nieuwe info beschikbaar is.