De voorzitter
De heer Ronse heeft het woord.
Axel Ronse (N-VA)
Collega’s nemen mij de woorden uit de mond, maar vandaag geen hulde, vandaag wel angst, want er zit een ongelooflijke bom onder onze economie. Die bom werd door de Vivaldiregering geplaatst en zal – vrees ik – ontploffen wanneer de programmawet federaal wordt goedgekeurd.
Collega’s, het is geen geheim: nergens wordt werken zo hard belast als in ons land. Als iemand 100 euro verdient, dan gaat 54 euro daarvan naar de staat. Nergens is een overheid – tenzij in een echt communistisch land – zo gulzig wanneer het op lasten op arbeid aankomt. En terecht werd daarom het flexi-jobstatuut in het leven geroepen. Gepensioneerden kunnen het zoveel doen als ze willen, mensen die werken kunnen het doen op voorwaarde dat ze in een viervijfdestatuut zitten en dus voltijds vier vijfde werken. Dat is een goed systeem. Het is eigenlijk ‘second best’; we hebben het in het leven moeten roepen, omdat werken te duur is. Maar goed, het is een goed systeem en heel veel ondernemers hebben op basis van dat systeem beslist om hier in Vlaanderen te blijven, zeker e-commerce.
Welnu, laat heel wat e-commercebedrijven die onder het paritair comité (PC) detailhandel zitten – die op vandaag beslist hebben om in Vlaanderen te blijven, geïnvesteerd hebben in mensen, in infrastructuur – nu met een enorme angst zitten. Want door de uitbreiding naar twaalf sectoren, zijn er nogal wat perverse andere beslissingen meegenomen door Vivaldi, namelijk dat het minimumloon voortaan uit het paritair comité van de betrokken sector moet worden toegepast, en de patronale bijdragen zijn ook verhoogd.
Ik heb een aantal bedrijven aan de lijn gehad die mij zeiden wat ze moeten doen. Mogelijk zal hier een wet gestemd worden die hen 1 tot 2 miljoen euro per jaar meer zal kosten in loonkost. Dit is een bom onder onze Vlaamse economie.
Minister, mijn vraag is heel simpel: zult u als Vlaams minister aan de bel trekken bij Vivaldi om die bom te ontmijnen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Goede collega Ronse, ik maak mij wat zorgen. U voelt zich niet goed in dit Vlaams halfrond. (Applaus bij Groen en Vooruit)
Ik heb het eens opgeteld. Dit is de zoveelste vraag die eigenlijk aan de overkant moet worden gesteld. Maar collega Ronse, vooraleer u ons verlaat, vooraleer u de transfer maakt naar de overkant – en uw goede collega Sander Loones misschien naar hier komt – wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om wél hulde te brengen ter gelegenheid van uw afscheid in het Vlaams Parlement, collega Ronse, omdat u inderdaad wel een zeer goed parlementslid bent.
In alle ernst: die flexi-jobs, we zijn het erover eens dat ze een deel van het antwoord kunnen zijn – een deel van het antwoord op die krappe arbeidsmarkt in Vlaanderen. Structureel, daar komen we zo dadelijk, dat is iets anders. Er zijn piekmomenten die perfect kunnen worden opgevangen met flexi-jobbers.
Wat uw federale vraag betreft over de wijziging die daar op tafel ligt, denk ik dat we het ook met elkaar eens zijn dat elk systeem dat we in het leven roepen om die arbeidsmarkt te versterken, betaalbaar moet zijn. We houden van betaalbare systemen om die welvaart in Vlaanderen op peil te houden, om die welvaart in Vlaanderen te versterken. Dat klinkt u ook als muziek in de oren.
Wat die 12.000 euro betreft, denk ik dat als we vandaag mensen vier vijfde laten werken en bijkomend tot 12.000 euro laten bijverdienen, dat dat wel degelijk hardwerkende Vlamingen zijn. Maar ik ben het met u eens, ik wil dat opvolgen. Ik wil dat monitoren en als blijkt dat er een aanpassing nodig is, dan wil ik dat zeker bespreken. Maar ten gronde, collega, weet u net als ik dat een structurele oplossing in de fiscale hervorming zit die aan de overkant gerealiseerd moet worden. Het verschil tussen werken en niet werken moet groter zijn. U gaat dat daar in de toekomst bepleiten. Ik dank u daarvoor dat u dat zult doen, collega, en ik breng nogmaals hulde aan u, collega Ronse. Dank u wel.
De voorzitter
De heer Ronse heeft het woord.
Axel Ronse (N-VA)
Minister, ik ben nog nooit boos geweest op u, maar nu ben ik het wel. U bent Vlaams minister van Economie. U zou wakker moeten liggen van onze welvaart en onze economie. (Applaus bij de N-VA)
Er zijn bedrijven die verdorie hebben gekozen om in Vlaanderen te blijven en niet naar Nederland te verhuizen, bedrijven die nog geleid worden door de zaakvoerder-eigenaar, die bloed, zweet en tranen gelaten hebben om hier te kunnen blijven, die zich op een bestaand statuut, zij het het flexistatuut, hebben beroepen als keuze en criterium om hier te blijven, en die mogelijk van de ene dag op de andere, verdoken in een federale programmawet, geconfronteerd gaan worden met een exponentiële stijging van de loonkost. En u zegt hier dat het mijn zoveelste federale vraag is, een rondje politique politicienne? U zou als Vlaams minister nu naar de overkant moeten gaan en zeggen: “Ik strijd voor mijn ondernemers, voor mijn werknemers, voor mijn Vlaamse economie, en ik ben doodsbang dat er zullen verhuizen naar Nederland.” Alstublieft, doe dat. (Applaus bij de N-VA)
De voorzitter
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Ilse Malfroot (Vlaams Belang)
Collega’s, u weet het wellicht: het Vlaams Belang reageert natuurlijk ook kritisch op die hervorming van het systeem van flexi-jobs naar alle sectoren, in het onderwijs, de kinderopvang, de horeca, noem maar op. Mijn partij is trouwens ook van mening dat deze hervorming zelfs weinig effect zal hebben op de personeelstekorten in die sector. De hervorming waarover u het hebt, wordt immers enkel gebruikt omdat de arbeidsmarkthervorming die we nodig hebben, en waar de heer Ronse ook naar verwezen heeft, maar die er maar niet komt, door links wordt tegengehouden. Dat is de reden, minister. Links maakt werken duurder, maakt het minder flexibel, wat eigenlijk jobs zal kosten in plaats van jobs op te brengen. Wij wijzen daar ook op, minister. Onze vraag is dan ook hoe u zult voorkomen dat door die hervorming bedrijven zullen verhuizen naar het buitenland en op die manier onze welvaart in gevaar brengen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De voorzitter
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Maurits Vande Reyde (Open Vld)
Collega's, minister, ik denk dat we het er intussen allemaal over eens zijn dat die flexi-jobs een geweldig succes geweest zijn. Meer dan honderdduizend mensen maken daar gebruik van. Dat is de grootste arbeidsevolutie van deze eeuw.
We hebben dat samen met u ingevoerd, collega Ronse. En inderdaad, enkele weken geleden hebben wij met Vivaldi het aantal sectoren nog uitgebreid, naar de landbouw, de kinderopvang, de vastgoedsector, de voedingssector. Dat waren allemaal vragen die wij als Vlaams Parlement ook gesteld hadden. En die zijn ingewilligd.
In plaats van dat pessimistisch te bekijken, zou ik zeggen: minister, laat ons op die weg verdergaan en laat ons nu kijken in welke andere sectoren we die flexi-jobs ook kunnen invoeren, om nog meer vrijheid te geven aan mensen die willen werken zoals zij het willen, en niet zoals de overheid het wil. Dus mijn vraag aan u is: welke plannen hebt u voor de toekomstige sectoren, om die flexi-jobs daar ook in te voeren? (Applaus bij Open Vld)
De voorzitter
De heer Annouri heeft het woord.
Imade Annouri (Groen)
Ik sluit mij graag aan bij deze boeiende vraag. Collega Ronse had het kort over werkgevers die zouden verhuizen naar Nederland en vroeg om dat niet te laten gebeuren. Ik vrees dat als het gaat voor de flexibilisering van de arbeidsmarkt, Nederland net een heel slecht voorbeeld is. En dat is het punt dat ik hier even wou maken, minister. Wij zijn niet zo lang geleden met de commissie op werkbezoek gegaan in Nederland. En eenieder die wij daar hebben gesproken – arbeidsmarktexperten, mensen vanuit de overheidsdiensten, ‘n’importe qui’ – heeft gezegd: “Kijk goed naar wat wij hebben gedaan qua flexibilisering van onze arbeidsmarkt, en doe dat niet.” Je hebt daar 400.000 ‘working poors’. Je hebt daar de bestaanszekerheid die een onderwerp was bij de verkiezingen, omdat mensen die gingen werken, nog altijd niet rondkwamen op het einde van de maand.
Een beperkte flexibilisering op je arbeidsmarkt is dus goed, maar die race aangaan met andere landen die allerlei rechten compleet onder de bodem van werknemers wegslaan om de arbeidsmarkt toch maar artificieel gezond te houden, daar zou ik voor passen. Houd dat alstublieft ook in uw achterhoofd, minister. (Applaus bij Groen)
De voorzitter
De heer Bothuyne heeft het woord.
Robrecht Bothuyne (cd&v)
De flexi-jobs zijn inderdaad een heel belangrijk antwoord op de toenemende vraag naar arbeid en het grote tekort daaraan in Vlaanderen. We hebben het systeem nu inderdaad uitgebreid op federaal niveau, maar er zijn twee beperkingen voorzien, zoals collega Ronse zegt.
Waarover gaat dat concreet? Dat gaat over een plafond van 12.000 euro vanaf wanneer de fiscale vrijstelling niet meer zou gelden. Aan een gemiddeld loon van ongeveer 15 euro dat wordt betaald, gaat dat over honderd werkdagen die op die manier fiscaal vrijgesteld gepresteerd kunnen worden. Honderd werkdagen, collega's. Het lijkt mij niet onlogisch dat we in het systeem van flexi-jobs niet veel meer dan honderd werkdagen fiscaal moeten gaan vrijstellen. Dat is een enorm aantal.
Daarnaast gaat het over een aanpassing waarbij in de toekomst bedrijven in die sectoren die gebruikmaken van flexi-jobs, het geldende minimumloon moeten hanteren voor de flexi-jobbers in die sector. Is het niet logisch dat mensen die dezelfde arbeid verrichten als iemand met een vast contract, ook minstens hetzelfde minimumloon kunnen krijgen? Ik denk dat zulke aanpassingen wel degelijk nuttig kunnen zijn om ervoor te zorgen dat werk loont en dat ook flexi-jobs lonen.
Ik heb één bijkomende vraag, minister. Zult u ook inzetten op vorming en opleiding voor deze flexi-jobbers? Want ook zij hebben daar uiteraard recht op. (Applaus bij cd&v)
De voorzitter
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Thijs Verbeurgt (Vooruit)
Collega Ronse, u was toch mee naar Nederland, een paar weken geleden? U hebt daar toch geluisterd naar wat daar werd verteld? We hebben in Nederland – collega Annouri heeft er al naar verwezen – de verhalen gehoord van de dramatische impact van de overflexibilisering van de arbeidsmarkt. 40 procent zit in een flexibel statuut. Tot 20 procent van de mensen is onzeker over het bestaansinkomen. 20 procent van de Nederlanders weet op het einde van de maand niet wat ze zullen verdienen. Wie vandaag pleit voor een flexibilisering naar Nederlands model ter rechterzijde, die organiseert de onzekerheid in de samenleving. Dus ja, wij hebben er federaal voor gekozen om de roep naar flexibilisering te beantwoorden met een uitbreiding, maar gekoppeld aan meer inkomenszekerheid, betere sociale bescherming en meer sociale bijdragen, om op die manier ervoor te zorgen dat de flexibilisering, waar sommigen om roepen, gepaard gaat met betere sociale bescherming en sterke lonen.
U bent begonnen met te zeggen: “Werken moet lonen.” Welnu, wat doet de Federale Regering? Ervoor zorgen dat de minimumlonen stijgen en dat flexi-jobbers de lonen krijgen die ze verdienen. U zou aan de kant moeten staan van de mensen die betere lonen willen, mijnheer Ronse. (Applaus bij Vooruit)
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dank u wel, collega’s.
Ik heb het in het begin gezegd, en ik herhaal het. We hebben inderdaad gevraagd om die flexi-jobs uit te breiden. Ik denk dat het een instrument is om pieken op te vangen. Dat is bewezen in de horeca. In een arbeidsmarkt die, zoals vandaag, in brand staat, is het een instrument dat een deel kan zijn van de oplossing. Wat mij betreft is het geen structurele oplossing, duidelijk niet. Ik denk dat er nog oplossingen zitten in de vrijwillige overuren. Maar meer ten gronde, collega’s: de lasten op arbeid moeten zakken. Ja, het verschil tussen werken en niet werken moet groter. Daar zit de grootste hefboom om mensen in Vlaanderen te activeren. Flexibilisering van de arbeidsmarkt is nodig. Maar tegen nepstatuten zoals in Nederland zeg ik heel duidelijk “nee”.
Collega Bothuyne, vorming en opleiding zijn een belangrijke aanvulling om mensen nog meer kansen te bieden om via flexi-jobs onze bedrijven te versterken bij piekmomenten.
De voorzitter
De heer Ronse heeft het woord.
Axel Ronse (N-VA)
Ik denk dat een aantal collega’s het nog altijd niet doorhebben. We staan voor een economisch kerkhof. Als dit goedgekeurd en doorgevoerd wordt, dan zeg je aan bedrijven en ondernemers die de keuze gemaakt hebben om in Vlaanderen te blijven en niet naar Nederland te gaan, ondanks het feit dat het daar makkelijker en goedkoper zou zijn: “Geen probleem voor ons, van dag op dag veranderen we de spelregels en zal uw loonkostmassa 1 miljoen, 2 miljoen euro op jaarbasis stijgen.” (Opmerkingen bij Vooruit)
Ik voorspel u dat er een aantal zullen vertrekken. Er zullen er een aantal vertrekken. En u zult met uw Vivaldi misschien op papier kunnen zeggen dat u dat hebt verhoogd, maar in realiteit zult u mensen in armoede hebben gestort en zult u onze economie een uppercut hebben toegediend. Als het van de N-VA afhangt, komt dat er absoluut niet door. (Applaus bij de N-VA)
De voorzitter
De actuele vraag is afgehandeld.