De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Voorzitter, minister, het parket bij de rechtbank Limburg voert reeds geruime tijd een strafrechtelijk onderzoek naar grootschalige mestfraude. We hebben dat allemaal in de krant kunnen volgen, maar dat is puur mediagericht. Het is een onderzoek dat blijkbaar nog steeds verder uitdijt. In die optiek werden niet alleen in februari, maar nu ook recent medio november, verspreid over heel Vlaanderen huiszoekingen verricht waarbij onder meer medewerkers van de Mestbank en toezichters van de afdeling Handhaving bijstand verleenden. Naar aanleiding van dit onderzoek werden reeds verschillende verdachten onder voorlopig aanhoudingsmandaat geplaatst, wat duidt op mogelijk zeer ernstige milieumisdrijven die een gevaar voor de mens en het leefmilieu kunnen betekenen.
Recente persberichten melden onder meer talrijke niet-geregistreerde mesttransporten en het manipuleren van meststaalnames, zaken die voor de mestfraudeurs al snel enkele tien- tot honderdduizenden euro’s vermogensvoordeel kunnen opleveren.
Minister, kunt u, rekening houdend met de beperkingen die het geheim van het strafonderzoek op dit ogenblik oplegt, verduidelijken hoe ernstig de feiten die aanleiding gaven tot dit grootschalig onderzoek, intussen zijn?
Wat is op dit ogenblik de impact en schade voor de mens en het leefmilieu? Waar in Vlaanderen stellen zich op dit punt milieuproblemen en zijn er maatregelen nodig om deze milieuschade te herstellen?
Op welk bedrag wordt de financiële schade voor de Vlaamse overheid voorlopig begroot ingevolge de door deze mestfraude misgelopen heffingen of andere inkomsten?
Hoe komt het dat deze mestfraude intussen dergelijke grote proporties heeft aangenomen? Wat loopt er nog steeds mis binnen de Vlaamse mestaangiftecontroles en de handhaving van de Vlaamse mestwetgeving?
In het gecoördineerd antwoord op schriftelijke vragen van collega Sintobin in juni stelden de Vlaamse minister van Omgeving en de Vlaamse minister van Landbouw een aantal belangrijke maatregelen in het vooruitzicht om dergelijke grootschalige mestfraude te voorkomen. Zo zouden onder meer verhoogde staalnamefrequenties door de handhavingsdiensten – die echter reeds met chronische mankrachttekorten kampen – en een verruiming van de toepassing van AGR-GPS-opvolging voor mesttransporten soelaas moeten brengen. In welke mate werden deze maatregelen intussen reeds gerealiseerd? Zijn deze voldoende of dringen zich nog extra maatregelen op?
Op welke wijze zal de Vlaamse minister de ingevolge deze grootschalige mestfraude door de Vlaamse overheid misgelopen inkomsten alsnog op de overtreders verhalen? Stelde de Vlaamse overheid zich intussen reeds burgerlijke partij met betrekking tot dit strafonderzoek?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Collega’s, deze vraag betreft twee verschillende onderzoeken. Het eerste werd opgestart binnen het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, het andere bij het parket in Limburg. In beide gevallen werd een onderzoeksrechter gevorderd. Dit zijn verschillende onderzoeksrechters.
Bij het dossier in Antwerpen van februari werd ik daags voor de gerechtelijke actie via de verbindingsofficier in kennis gesteld van een schrijven van het parket en parket-generaal van Antwerpen: “gelet op het potentieel risico op schade aan het milieu en de openbare gezondheid (…) met het oog op het nemen van bestuurlijke maatregelen”. Hierop heb ik de leidinggevende ambtenaren van het Departement Omgeving en de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) verwittigd opdat hun diensten zich daags nadien konden begeven naar de geviseerde plaatsen voor het verrichten van hun taken.
Bij het dossier in Limburg werd ik niet voordien verwittigd maar zijn ambtenaren van de omgevingsinspectie en de Mestbank als technisch deskundige aangesteld in het gerechtelijk onderzoek. Dit houdt in dat zij als gerechtelijk expert gebonden zijn aan het geheim van het onderzoek. Zij mogen daarom geen informatie delen.
Mijn diensten hebben contact genomen met de gerechtelijke overheden van Limburg om indien mogelijk reeds informatie te ontvangen om eventueel bijkomende bestuurlijke maatregelen te nemen. We zijn er, voor zover we informatie krijgen, zeker mee bezig.
De mechanismen die mogelijk aanleiding hebben gegeven tot fraude, zijn stilgelegd door het gerechtelijk onderzoek. Er is momenteel geen bijkomende milieuschade te verwachten.
Transport van dierlijke en andere mest naar mestverwerkingsinstallaties houdt voor betrokkenen grote kosten in. Deze transporten zijn dan ook fraudegevoelig. Er zijn, onder andere in het Mestdecreet, heel wat maatregelen opgelegd om de mesttransporten op te volgen. Denk maar aan het verplicht gebruik van AGR-GPS-meldingen dat in kader van MAP 6 werd uitgebreid naar burenregelingen. Momenteel werken we voorstellen uit naar verruiming van het gebruik van AGR-GPS voor mesttransporten van en naar mestverwerkers.
De Mestbank blijft inzetten op bedrijfsdoorlichting en handhaving om illegale mestverwerkingspraktijken te stoppen. Naar aanleiding van de gerechtelijke onderzoeken zet de Mestbank sterker in op risicogestuurde metingen van de producten van de mestverwerking en het uitvoeren van meer onaangekondigde controles.
Daarnaast moet, zoals u weet, vanaf 1 januari 2022 elke mestverwerkings- en bewerkingseenheid uitgerust zijn met digitale debietmeters. Verder gaf ik begin dit jaar aan het Vlaams Centrum voor Mestverwerking vzw de opdracht voor de uitwerking van een autocontrolegids voor mestverwerkers.
De onderzoeken in het afgelopen jaar tonen wel aan dat er al heel wat stappen zijn gezet om deze fraudemechanismen op te sporen en te stoppen. Ik ben zeer tevreden dat het parket alsook de Mestbank hier hard op inzet, en ik ben blij dat mijn diensten een bijdrage kunnen leveren in het onderzoek dat aanleiding gaf tot de acties van 17 november.
Ik beschik niet over informatie over misgelopen inkomsten voor de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid zal zich sowieso burgerlijke partij stellen in deze dossiers.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik moet vaststellen dat er door het onderzoek minder duidelijke antwoorden kunnen worden gegeven.
Ik verwijs naar het onderzoek van februari. Ik heb het met eigen ogen kunnen waarnemen. We hebben hier in mijn gemeente Maaseik een verwerkingseenheid van de Quirynen Groep. Vanaf het moment van de invallen in Antwerpen merkten wij onmiddellijk een verdubbeling of zelfs verdrievoudiging van de transporten naar de vestiging hier in Maaseik. Zo’n groep verhuist gemakkelijk en regelt de zaken wel.
In welke mate is de volledige groep getroffen? Zijn er maar enkele vestigingen? In welke mate kunnen we voorkomen – tijdens het onderzoek nog – dat deze of andere praktijken worden verdergezet?
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
Het mag en moet in dezen heel duidelijk zijn dat fraude effectief aan banden wordt gelegd. Dat kan niet, vooral door de gevolgen voor mens en omgeving, maar ook omdat dit een bepaalde uitstraling geeft voor een hele sector.
Minister, u stelt heel duidelijk – dat gevoel heb ik althans, en anders zult u mij tegenspreken – dat het gaat over mesttransporten en illegale mestverwerkingen. U geeft duidelijk aan dat de sector al heel wat inspanningen geleverd heeft inzake mestverwerking, en om de kring beter te sluiten en controleerbaar te maken. Gaat het hier inderdaad over mesttransport en/of eventueel -fraude? Is het in alle bedrijven specifiek dat element dat aanleiding gaf tot de onderzoeken? Is dat recent naar boven gekomen vanuit de Mestbank? Waren er al langer eventuele aanwijzingen voor?
Liggen er eventueel ook andere zaken aan de basis om deze controle te doen, en welke zouden dat dan zijn? Ik stel deze vraag zo, minister, omdat uit de informatie waarover ik beschik, blijkt dat niet alle bedrijven mest verwerken. Ik moet me natuurlijk baseren op de persberichten en de krantenberichten. Bij de bedrijven die daar vernoemd worden, zitten ook andere, voornamelijk waar biostromen verwerkt worden. Gaat het in dat onderzoek over andere elementen die daar naar boven zouden komen die gevoelig zijn voor eventuele frauduleuze praktijken of voor problematische situaties? Waarover gaat het dan precies? Maakt dat deel uit van een breder onderzoek naar andere bedrijven die heden worden gecontroleerd? Hoe gaat u daarmee om? Kunt u ons daar meer duiding over geven?
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Ook van onze kant, minister, krijgt u alle steun om dit soort acties en frauduleuze praktijken uit de sector te weren. Ik ben liberaal en daardoor geen fan van veel regels. Maar de regels die we maken, moeten we afdwingen en moeten gecontroleerd worden. U krijgt alle steun voor het handhavingsbeleid. We moeten de cowboys uit de sector halen. Wordt er nagedacht over een kwaliteitslabel? Kunnen we inzetten op innovatievere, elektronische controlesystemen? Ik was op een conferentie over ruimtevaarttechnologie, en zelfs daar zit potentieel in voor handhaving. Wordt naar de nieuwe technologieën voor de handhavers gekeken om de sector schoon te vegen?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Collega’s, we voeren de controles in deze sector op. Dat is nodig. Over de gerechtelijke onderzoeken kan ik geen informatie geven. U weet wat de aanleiding is geweest om al dan niet een gerechtelijk onderzoek te beginnen. We volgen sowieso ook de andere transporten op. Tijdens het onderzoek worden ook andere mestverwerkers verder opgevolgd. Zoals ik eerder heb gezegd, zijn de controles opgetrokken. Wel kan ik zeggen dat bedrijven ruimer gecontroleerd worden dan transport alleen. Ook vergisters worden gecontroleerd. En zoals ik aangegeven heb, heb ik opdracht gegeven aan het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM) om een kwaliteitsborgingssysteem uit te werken. Er wordt ook onderzoek gedaan naar innovatieve technieken zoals bijvoorbeeld slimmere dataverwerking en teledetectie.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Minister, bedankt voor de bijkomende antwoorden. We weten dat de mestsector fraudegevoelig is. Er worden veel subsidies uitgekeerd, en dat gaat over grote bedragen. Het is dikwijls meer om de subsidies te doen dan om de activiteit die uitgevoerd wordt. We moeten kijken of de handhaving voldoende zal zijn. Dat is de vraag. Het komt hier zeker nog aan de orde hoe dat met de eengemaakte handhavingsafdeling zal gebeuren. Opvolging is dringend en veelvuldig nodig om van deze praktijken af te geraken.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.