Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 23 apr 2021 09:39 

Impact van het grondwaterarrest RvS


Vraag om uitleg over de impact van het grondwaterarrest van de Raad van State op de grondwaterwinning
van Mieke Schauvliege aan minister Zuhal Demir

Vraag om uitleg over de voorwaarde om een vergunning voor grondwaterwinning af te leveren
van Gwenny De Vroe aan minister Zuhal Demir

Vraag om uitleg over het grondwaterarrest van de Raad van State
van Tinne Rombouts aan minister Zuhal Demir

De voorzitter

– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.             

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Dank u wel voorzitter, ik heb inderdaad een vraag over het grondwaterarrest. De Raad van State vernietigde op 9 maart een vergunning voor de grondwaterwinning die door de Antwerpse deputatie was toegekend aan het landbouwbedrijf Quirynen Agri Farming.

We hebben hier al meerdere keren over het vergunningenbeleid rond grondwaterwinning gediscussieerd. Grondwaterwinningen van minder dan 500 kubieke meter per jaar zijn niet vergunningsplichtig. Grondwaterwinningprojecten van meer dan 500 kubieke meter per jaar zijn wel vergunningsplichtig. Bij de verlening van de vergunning moet, net als bij de stikstofdepositie, de impact van de activiteit op de instandhoudingsdoelstellingen van de speciale beschermingszone worden aangetoond. Als kan worden aangetoond dat de impact verwaarloosbaar is, dan kan de vergunning verleend worden.

De Raad van State besluit en ik citeer: “Uit de stukken van het dossier blijkt dat de voorgenomen activiteiten een invloed hebben op het grondwaterpeil en de beschermde soorten bedreigen. Aldus moet uit de stukken en de bestreden beslissing duidelijk blijken dat de instandhoudingsdoelstellingen niet in het gedrang komen door de bestreden beslissing. Dat blijkt niet uit de bestreden beslissing.”

Naar aanleiding van de Pano-reportage kondigde u extra controles, gps-tracking en extra boetes aan. Maar een aanpassing van de wetgeving is nog niet voorzien.  U onderzoekt of een verstrenging wenselijk is. Nu blijkt ook het afwegingskader waarop de vergunningen gebaseerd zijn, volgens de Raad van State onvoldoende onderbouwd en voor interpretatie vatbaar te zijn. Kortom, ook deze regeling is op juridisch drijfzand gebaseerd.

Een omgevingsvergunning wordt in principe afgeleverd voor onbepaalde duur. Voor grondwaterwinningen bestaat de mogelijkheid om de vergunning maar gedurende een bepaalde termijn goed te keuren.

Op 1 april startte de hydrologische zomer. De toestand van het grondwater is dezelfde als vorig jaar. Het tekort van vorige zomers is bijgevolg niet weggewerkt en er zijn dus geen bodemreserves. Dat is al sinds 2017 dezelfde trend. De jaren voor 2017 werden deze bodemreserves wel aangevuld en opgebouwd. Een lage grondwatervoorraad en lage grondwaterstanden betekenen ook een beperkte voeding van de waterlopen. Vanaf 2017 is er ook een sterke daling te zien, sindsdien is er geen structureel herstel vast te stellen. 31 maart was de warmste 31 maart ooit. Kortom, er kondigen zich een hele reeks problemen aan op het vlak van droogte, voor de vijfde keer op rij.

Minister, wat is de impact van deze uitspraak op de vergunningverlening van het grondwater?

Zult u wetgevende initiatieven nemen om het vergunningenbeleid voor grondwater te verbeteren, rekening houdend met het arrest? Zult u ook het afwegingskader op basis waarop de vergunningverlening is gebaseerd, aanpassen? Zo ja, wat zijn de volgende stappen en de timing?

Wat met toegekende omgevingsvergunningen waarbij de aftoetsing onvoldoende werd gedaan? Vindt u het aangewezen om een evaluatie uit te voeren van de bestaande vergunningen? Indien ja, welke stappen zult u hier nemen?

Gezien de droogteproblematiek is een nauwgezette opvolging van de grondwateronttrekkingen cruciaal. Is het niet aangewezen om de duurtijd van grondwatervergunningen steeds te beperken tot maximaal tien jaar en in de vergunningen ook steeds een verplichting tot monitoring van de grondwaterstanden op te leggen?

De voorzitter

Mevrouw De Vroe heeft het woord.

Gwenny De Vroe (Open Vld)

Vlaanderen is een van de meest waterschaarse regio’s in Europa. De voorbije jaren, met zomers die gekend waren door extreme droogte, hebben dit probleem nog meer blootgelegd. Onder andere meer infiltratie en hergebruik van water moeten het tij doen keren.

Ook in het vergunningenbeleid speelt de thematiek rond water en droogte een steeds belangrijkere rol. Onlangs ging natuurvereniging Natuurpunt in beroep tegen de vergunning voor een nieuwe grondwaterput voor een landbouwbedrijf in Turnhout. De vzw meende dat het bedrijf door de grondwaterwinning het beschermde Turnhoutse Vennengebied schade zou toebrengen. De Raad van State volgde die redenering, met name dat onvoldoende kan worden aangetoond dat het water oppompen geen nadelige invloed zal hebben op die natuur. De Raad van State stelde bovendien de vraag of de voorwaarde om een vergunning af te leveren, namelijk dat het grondwaterpeil niet meer dan vijf centimeter mag zakken, voldoende wetenschappelijk onderbouwd is.

Minister, wat moeten we verwachten van het onderzoek naar de wetenschappelijke onderbouwing van de vijfcentimetergrens? Wie zult u daarbij betrekken, welke timing voorziet u daarvoor? Welke maatregelen plant u in de tussentijd met betrekking tot huidige en toekomstige vergunningen voor grondwaterwinning?

Minister, nog voor de zomer zou u willen landen met een stringentere regelgeving op het vlak van grondwaterwinning. Welke maatregelen mogen we naast een strengere handhaving verwachten?

De voorzitter

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (CD&V)

De aanleiding voor mijn vraag om uitleg is de uitspraak van de Raad van State, die een grondwatervergunning heeft vernietigd die was verleend aan een landbouwer met een grondwaterwinning in Turnhout. Het betrokken perceel is gelegen in een speciale beschermingszone (SBZ).

De verzoekers die de vergunning aanvechten, halen aan dat elke verlaging van het grondwater een betekenisvolle aantasting  inhoudt. Dit komt omdat de habitats zich reeds in een slechte staat van instandhouding bevinden en er hersteldoelen zijn opgesteld. De Raad van State volgt deze redenering en wijst erop dat uit de stukken moet blijken dat de instandhoudingsdoelstellingen niet in het gedrang komen. Dit werd onvoldoende gemotiveerd.

De media lieten al snel uitschijnen dat de zogenaamde vijfcentimetergrens inzake grondwaterwinningen in vraag werd gesteld door de Raad van State. Echter valt dit niet terug te vinden in het arrest zelf. Door de media wordt toch de vergelijking gemaakt met de 5 procentsignificantiegrens die werd gehanteerd inzake stikstofdepositie. In tegenstelling tot de grondwatergrens werd deze van stikstof wel degelijk wetenschappelijk in vraag gesteld.

De vijfcentimetergrens werd gebruikt om een eerste inschatting van de effecten te maken aan de hand van een voortoets, wat ook in de richtlijnenhandboeken naar voren wordt geschoven. Indien er binnen de toetszone geen gevoelige potentiële habitats of voorlopige zoekzones voorkomen, dan is geen passende beoordeling vereist voor wat de beschouwde effectgroep betreft.

In dit specifieke dossier is er wel degelijk ook een passende beoordeling opgesteld geweest. Die vijfcentimetergrens komt eigenlijk helemaal niet in de discussie voor. Men heeft zelfs door de vaststellingen aangetoond dat er inderdaad een passende beoordeling opgemaakt moet worden, maar – en dat is door het Agentschap voor Natuur en Bos trouwens ook in de adviesverlening naar voren geschoven – dat de passende beoordeling onvolledig of onvoldoende was. Bij de vergunningverlening heeft men extra voorwaarden opgelegd, maar heeft men daarvoor eigenlijk geen bijkomende onderbouwing gevraagd. Ik meen uit het arrest te moeten concluderen dat dat de reden is waarom de vergunning vernietigd is. Met andere woorden, minister, ik zou graag de volgende vragen aan u willen stellen.

Hebt u kennis genomen van de inhoud van dit arrest – ik ga ervan uit van wel –  en welke concrete consequenties zijn volgens u aan deze uitspraak verbonden, specifiek voor dit dossier, en eventueel voor andere? Kunnen we die lijn überhaupt doortrekken?

Ten tweede, u verklaarde in de media dat u de vijfcentimetergrens zou laten onderzoeken naar wetenschappelijke onderbouwing. Hoe rijmt u dat met de conclusies van het arrest?

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Ik heb de indruk dat sommigen het arrest toch wel wat anders lezen dan hoe wij het lezen. Ik denk dat wij ondertussen wel gespecialiseerd zijn in het lezen van arresten. Het ene na het andere komt in mijn bakje terecht. Ik zie sommigen met hun ogen rollen, maar dat is nu eenmaal de werkelijkheid. Ik heb daar, voor alle duidelijkheid, ook niet om gevraagd, dat al die arresten uit de lucht komen vallen. Het enige wat ik probeer te doen is om dat op een adequate manier op te lossen, als men het mij tenminste toelaat.

Het grondwaterarrest van 9 maart 2021 van de Raad van State had betrekking op een milieuvergunning voor een grondwaterwinning bij een akkerbouwbedrijf in Turnhout, met name Quirynen. Zoals jullie weten is het bedrijf ook verwikkeld in een gerechtelijke procedure. Het bedrijf is gelegen in een speciale beschermingszone van de Habitatrichtlijn (SBZ-H) en een speciale beschermingszone van de Vogelrichtlijn (SBZ-V). In dit dossier heeft het ANB destijds een ongunstig advies uitgebracht, omdat niet kon uitgesloten worden dat de grondwaterwinning deze speciale beschermingszones zouden aantasten. Dat is feit één.

De discussie die het arrest met zich meebrengt, gaat over het significantiekader dat wordt gebruikt om de effecten van een grondwaterwinning te beoordelen. Indien een project niet leidt tot een grondwaterverlaging van meer dan 5 centimeter, wordt aangenomen dat er geen significant effect is.

De Raad van State vernietigde de milieuvergunning omdat door het ongunstig advies van het ANB er geen wetenschappelijke zekerheid bestond dat de grondwaterwinning niet zou leiden tot een aantasting van de natuurwaarden.

Door bepaalde sectororganisaties wordt beweerd – maar ik hoor het hier ook bij sommigen in de commissie – dat het arrest geen precedent zou vormen, omdat het alleen maar zou gaan om een motiveringskwestie. Indien het arrest wordt gelezen met oogkleppen op, zou men inderdaad tot die conclusie kunnen komen. Maar ik denk dat elke beleidsmaker het arrest grondig moet lezen, en dan blijkt duidelijk dat het wél belangrijke gevolgen heeft.

Uit het arrest blijkt immers dat wanneer een SBZ kampt met verdroging, iedere bijkomende grondwaterwinning een achteruitgang betekent van de aanwezige natuurwaarden. Dat haal ik uit het arrest.

Door de Raad van State wordt hier, net zoals bij het stikstofarrest, opnieuw benadrukt dat significantiekaders een wetenschappelijke onderbouwing moeten hebben. Dit geldt zowel voor stikstofemissies als voor grondwaterwinningen.

Het significantiekader bepaalt dat een project hoe dan ook mogelijk is bij een verlaging van de grondwaterstand tot 5 centimeter in een SBZ. Bovendien wordt ook onvoldoende rekening gehouden met cumulatieve effecten. Dit betekent dat de 5 centimeterdrempel voor grondwaterwinningen niet zomaar blind kan worden toegepast en steeds de concrete effecten per winning moeten worden beoordeeld.

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) dienen hiermee ook rekening te houden bij het verlenen van de adviezen. Het spreekt ook voor zich dat de bestaande en vergunde grondwaterwinningen in de SBZ hierop een negatief effect kunnen hebben. Om deze reden heb ik ook de opdracht gegeven aan de VMM en het ANB om een evaluatie uit te voeren inzake de bestaande vergunningen voor grondwaterwinning in de SBZ. Indien er een significante negatieve impact is op een SBZ, dan moet dat worden moeten bijgesteld. Ik heb natuurlijk ook aan het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en het ANB de opdracht gegeven om het kader in overeenstemming te brengen met het arrest, zodat we dit in de toekomst op de juiste manier kunnen toepassen.

Voor alle duidelijkheid, ik vind het ook niet plezant dat al die arresten een voor een naar beneden komen vallen. Ik heb immers ook gelezen in de media dat sommigen doen alsof ik dat allemaal leuk vind, maar dat is helemaal niet het geval, want dit betekent ook wel dat al het nieuwe beleid dat ik moet voeren, moet wachten omdat het echt alle hens aan dek is met al die arresten, waaraan we heel snel tegemoet moeten komen. Die timing wordt van ons verwacht, wat betekent dat we daar onmiddellijk mee aan de slag gaan, dat we snel moeten gaan. Mijn ambitie is in ieder geval mijn verantwoordelijkheid te nemen en die dossiers op te lossen, die tot een goed einde te brengen, voor de rechtszekerheid voor eenieder.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik kan mij voorstellen dat dat inderdaad geen leuke vaststelling is dat een dergelijk arrest uit de lucht komt vallen. Ik heb eigenlijk twee vragen. U sprak over de vijfcentimetergrens. Dat is natuurlijk ook weer bepaald door het individuele dossier, maar net als bij het stikstofarrest gaat het ook over het cumulatieve effect. Hoe zal daar in de toekomst mee worden omgegaan? We moeten er immers inderdaad ook voor zorgen dat de habitats niet verder verdrogen, en als we dat alleen maar beoordelen op individueel niveau, dan gaan we er niet geraken.

We bevinden ons nu opnieuw in de toestand dat er eigenlijk geen richtlijnen zijn. Eigenlijk is dat zeer gelijkaardig aan het stikstofarrest. Wat is, in afwachting van een nieuw wetenschappelijk onderbouwd kader, nu de richtlijn voor de vergunningverlening als het gaat over grondwaterwinningen?

De voorzitter

Mevrouw De Vroe heeft het woord.

Gwenny De Vroe (Open Vld)

Minister, dank u wel voor uw uitgebreid antwoord. We weten natuurlijk allemaal dat water en droogte een heel grote rol zullen spelen in de toekomst. We moeten natuurlijk wel opletten met die opeenvolging van arresten. Ik begrijp natuurlijk dat dat niet leuk is voor u, en het is ook goed dat u er de nadruk op legt dat u dat inderdaad niet leuk vindt, want sommige andere indrukken worden soms wel eens gewekt in de media. We moeten natuurlijk opletten dat we niet komen tot situaties waarbij er eigenlijk sprake is van een soort onvergunbaarheid, in het kader van deze problematiek, maar ook als het gaat over stikstof en andere situaties. Dat is natuurlijk niet goed voor onze economie. Daar moeten we natuurlijk ook wel heel sterk voor opletten. Zeker in deze coronatijden moeten we daar toch wel zeker ook de nodige aandacht voor hebben. Wetenschappelijke onderbouwing is natuurlijk echt heel belangrijk voor MER-procedures en passende beoordelingen in het kader van vergunningen. Ik wil echt het belang benadrukken van die socio-economische impact. Dat speelt toch wel een heel grote rol en daar moeten we toch heel sterk rekening mee houden, voor onze bedrijven, maar ook voor onze havens en anderen.

Het is dus belangrijk om te weten, minister, hoe u inzake de regelgeving rond grondwaterwinning de verschillende belangen in rekening zult brengen. De socio-economische impact is immers heel belangrijk.

De voorzitter

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (CD&V)

Bedankt voor uw antwoord, minister.

Ik begrijp, net als de collega’s, dat arresten en bepaalde uitspraken niet altijd fijn zijn om op uw bureau te krijgen. Er zijn ongetwijfeld bij elke minister wel minder fraaie dossiers. Daar ga ik van uit. Maar ik heb de indruk dat u gepikeerd bent door mijn vraagstelling. Ik heb in dezen gewoon getracht om de correcte lezing van het arrest te doen en te kijken naar de eventuele gevolgen die eruit voortvloeien. U hebt beaamd dat het ANB in zijn adviesverlening met betrekking tot het kader, zoals het vooropgesteld is, met de vijfcentimetergrens, nog een knelpunt zag. Er moest een passende beoordeling opgemaakt worden. Dat is gebeurd, maar men zag die nog als onvoldoende. In die zin denk ik dat het kader een zeer terecht kader is en dat het arrest zich niet specifiek uitgesproken heeft over dat kader en die grens, maar wel over de passende beoordeling die nodig was.

Er wordt eveneens naar voren geschoven dat indien een speciale beschermingszone met een verdroging kampt, elke grondwaterwinning in de omgeving moet worden vermeden. Ik stel me dan wel de vraag hoe ver dat reikt. Als dat de lijn is die gevolgd wordt, wil dat zeggen dat elke vergunning, niet alleen in een speciale beschermingszone, maar ook in de omgeving ervan, vandaag onder druk staat en/of moet worden stopgezet, wetende dat het over de meest diverse grondwaterwinningen gaat. Hier gaat het over landbouw, maar het gaat eveneens over grondwaterwinningen voor grote bedrijven en grondwaterwinningen voor drinkwatervoorziening, waar er trouwens ook een heel sterk meetnet op zit. Ik ben dus toch een beetje verward door de conclusies die uit dit arrest worden getrokken.

De insteek van mijn vraag was dat één uitspraak voor één specifieke vergunning, met een specifieke onderbouwing, nu ineens doorgetrokken wordt naar alle vergunningen die er vandaag zijn, en dat daardoor het probleem vergroot wordt, maar misschien niet altijd terecht. Vanuit die bezorgdheid stel ik deze vraag, want ik heb nu het gevoel dat elke vergunning in een speciale beschermingszone of in de omgeving van een speciale beschermingszone, met eender welk doel, vandaag op de schop gaat en dus mogelijk morgen moet worden stopgezet. Is dat wat u concludeert uit dit arrest, minister? Of heb ik hier iets verkeerd begrepen?

De voorzitter

Mevrouw De Coninck heeft het woord.

Inez De Coninck (N-VA)

Voorzitter, collega’s, minister, ik kom even tussen namens mijn fractie, ook al zit het dossier droogte in het algemeen bij collega Perdaens, maar zij is, zoals jullie weten, in zwangerschapsverlof.

Ik sluit mij aan bij de opmerkingen dat die arresten voor niemand leuk zijn. We moeten zien hoe we dat kunnen vermijden. Zonder in de techniciteit van dit dossier te willen treden, want daarvoor ken ik het ook niet voldoende, begrijp ik dat deze uitspraak er is vanwege wetenschappelijke onderbouwingen of het ontbreken van een kader. En dan doet dit dossier mij een beetje denken aan het luchthavendossier, waar we ook verschillende uitspraken hebben. Ook daar ontbreekt er een kader voor de fameuze vliegwet en de vliegroutes, waardoor de ene overheid die normen hanteert en de andere overheid andere normen. De parallel is misschien niet helemaal door te trekken, maar ik hoop dat jullie de geest van wat ik wil zeggen, volgen.

Dus ook daar worden we geconfronteerd met allerlei uitspraken die het dossier blokkeren, maar die uitspraken zijn het gevolg van het ontbreken van een beleidskader, van beleidslijnen die dan consequent worden toegepast, waardoor er minder kans is op vernietigingen of op beroepen. Minister, daarom zou ik u willen vragen om zeker verder werk te maken van de Blue Deal en dat droogteplan en ook deze problematiek daarmee aan te pakken. 

Bruno Tobback (Vooruit)

Ik sluit ook zelf even kort aan.

Minister, inpikkend op wat collega De Coninck zei: ik denk dat het probleem of de aanleiding voor die arresten vooral is dat het beleid in veel gevallen probeert om geen rekening te houden met de kaders die wel heel duidelijk zichtbaar zijn. Het is te zeggen: de realiteit van de verdroging, de realiteit van het probleem van illegale waterwinning in dit geval, de langetermijnwaterproblematiek waar men keer op keer probeert te zeggen dat men toch een oplossing moet vinden voor het probleem. Het probleem is dan nooit dat we geconfronteerd worden met verdroging, maar wel dat we geen vergunning kunnen geven. In een aantal gevallen kan je gewoon geen vergunning geven. Punt. In een aantal gevallen zijn een aantal activiteiten gewoon niet mogelijk. Punt. Men moet niet zeuren over het feit dat men arresten krijgt wanneer men met die realiteiten geen rekening houdt in het beleid. Het is heus niet alleen met het grondwater, maar net zo goed met de luchtvaartproblematiek rond Zaventem, net zo goed met de ontbossing, met de ruimtelijke ordening. Er zijn nu eenmaal een aantal limieten. In de studie van Hogeschool Gent lees ik deze week dat we in Vlaanderen 33,3 procent van ons grondgebied met menselijke nederzetting hebben bezet, terwijl dat in Europa gemiddeld 5 procent is. Goed, op zeker moment moet men weten dat er keuzes gemaakt moeten worden. Keuzes maken, betekent dat je sommige dingen gewoon niet kan doen, daarmee uit.

Minister, u hoeft niet blij te zijn met die arresten, maar ik hoop dat u minstens een poging doet met deze meerderheid om te zorgen dat uw opvolgers niet opnieuw geconfronteerd worden met een waslijst aan dit soort arresten. De enige manier om dat te doen is gewoon rekening te houden met de realiteit en niet vechten om vergunningen toe te kennen, maar om de juiste vergunningen toe te kennen en de juiste vergunningen te weigeren.

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Akkoord, collega Tobback. Ik ben het eens collega De Coninck, de Blue Deal die vorig jaar is afgesloten zijn we volop aan het uitvoeren met een snelheid die we kunnen. We moeten daar ook regelgevend een aantal dingen doen; ook rond illegale grondwaterwinning zijn we regelgevend zaken aan het veranderen. Ook als het gaat over het herstellen en aanmaken van natte natuur: ik kan het niet genoeg herhalen, de laatste 50 jaar is 75 procent van de natte natuur verdwenen. Godzijdank waren er heel veel goede projecten die klaarlagen, die we ook de afgelopen maanden hebben kunnen uitbesteden. Dus dat is goed, we blijven daar investeren. Ik hoop dat alles van de Blue Deal de komende jaren en op het einde van de legislatuur uitgevoerd is.

Wat nu? Ten eerste, collega Rombouts, ik ben helemaal niet gepikeerd, maar ik ben wel heel bezorgd als ik zie wat er allemaal op ons afkomt. Ik zou heel graag al die zaken in orde willen stellen, omdat ik echt vind dat er een algemeen belang is. En het algemeen belang is de welvaart van iedere Vlaming. Ik ga niet zeggen: die organisatie of die belangen. Nee, het algemeen belang staat voorop, welvaart van alle Vlamingen staat voorop. Dat is mijn kompas dat ik hanteer in al die moeilijke dossiers. Ik besef wel dat er in al die moeilijke dossiers allemaal specifieke belangen zijn: die wil dit, de andere wil dat. Het is ongelooflijk hoe hard de ruimtelijke ordening eigenlijk verzuild is in Vlaanderen. Maar ik kan als minister niet anders dan zeggen – zoals collega De Vroe zegt, ik ben het daarmee eens – het is corona geweest, er zijn heel wat relancemaatregelen, heel wat projecten die ook gepaard gaan met tewerkstelling, ik wil niet dat al die projecten gegijzeld worden, dus die moeten allemaal vooruit.

Ik heb die drive, ik heb die energie en ik luister ook goed naar de experten en de wetenschappers die zeggen wat de richting is van het algemeen belang van zoveel mogelijk Vlamingen op korte en op lange termijn. Ook in dit dossier zullen we dat op die manier doen. Dat wil zeggen dat we het beoordelingskader moeten aanpassen en dat we zullen moeten evalueren wat de effecten zijn van bestaande vergunningen. Als ze te veel oppompen met schade aan de natuur, moeten we die vergunning aanpassen, en desnoods extra voorwaarden opleggen of het debiet verlagen enzovoort. Die evaluatie moeten we doen, omdat we toch niet willen meemaken dat we naar aanleiding van een arrest weer zoiets tegengekomen.

We zullen die evaluatie doen en het beoordelingskader aanpassen waar er nood is aan wetenschappelijke onderbouwing, en we zullen ook de cumulatieve effecten meenemen. Voor de individuele beoordeling van vergunningsaanvragen zijn er op dit moment leidraden van het INBO. Die vijf centimeter mag niet meer blind worden toegepast. Dat is heel duidelijk. Ondertussen zullen we werken – de administratie is daarmee belast – aan een nieuw beoordelingskader om er toch voor te zorgen dat – hopelijk, als iedereen het daarmee eens is, maar ik denk het wel als ik de tussenkomsten horen in de commissie – we niet tot een stilstand komen, dat Vlaanderen niet stilstaat. Er komen heel wat projecten aan. Dat is het algemeen belang en ik hoop dat iedere vertegenwoordiger van de bevolking dat algemeen belang toch vooropstelt. Je kunt niet voor dit of voor dat belang gaan. Neen, we moeten het kompas richten naar hét algemeen belang. In die zin moeten we al die dossiers proberen tot een goed einde te brengen. Zo niet vrees ik voor het ergste in Vlaanderen.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, het algemeen belang vooropstellen zodat het welzijn en de welvaart van elke Vlaming gegarandeerd is, dat is uiteraard onze opdracht. Als u dat nastreeft, dan zullen wij u daarin steunen.

Ik heb in uw antwoord heel veel goede intenties gehoord, maar geen concrete afspraken. Ik kijk wel uit naar uw concreet plan om een oplossing op tafel te leggen, want het is ernstig. We moeten zorgen dat we niet gegijzeld worden door deze uitspraak, maar wel een oplossing bieden zodat onze natuur in een goede instandhoudingstoestand komt.

Ik onthoud dat er een evaluatie komt van de bestaande vergunningen, en dat het cumulatieve effect zal worden meegenomen. Ik dring er ook op aan dat er wordt nagedacht over de termijn waarvoor vergunningen worden verleend, zodat we geen toekomstige problemen creëren. Ik kijk dus uit naar een concrete oplossing, want die moet er komen, willen we niet in een impasse terechtkomen.

De voorzitter

Mevrouw De Vroe heeft het woord.

Gwenny De Vroe (Open Vld)

Minister, ik kijk uit naar het verdere verloop van dit dossier. Ik ben op zich tevreden met uw antwoord en dat u mijn bezorgdheid over de sociaaleconomische impact hebt onderschreven. Wordt vervolgd.

De voorzitter

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (CD&V)

Ik ga ervan uit dat iedereen in het parlement de ambitie heeft om het algemeen belang voorop te stellen en dat dat ook het doel is dat we in elk dossier benaderen. Het is belangrijk dat zaken zoals arresten juist en met de nodige nuance worden gelezen. In die zin blijf ik op mijn honger zitten als die vijf centimeter onderuit zou worden gehaald in het arrest.

Ik begrijp dat u zegt: ‘Kijk, ik wil het kader nader bekijken.’ Ik moet ook vaststellen dat de leidraad grondwatermodellering meteen offline gehaald is. Ik veronderstel dus dat u daaraan aan het werken bent, om daarvoor andere voorstellen te doen. Wij zullen dat zeker ook met interesse volgen en graag verder in debat gaan, om te zorgen dat we voldoende rechtszekerheid kunnen bieden aan eenieder, en ook aan de natuur, om geen nadelige effecten te hebben. Maar ik ben bezorgd over eventuele rechtsonzekerheid, die bij dezen toch gecreëerd is door een aantal snelle acties. Daar doe ik een andere lezing van het arrest, en blijkbaar ik niet alleen. Het debat zal zeker verdergezet worden.



  Nieuwsflash
 
Milieuaansprakelijkheid mbt het voorkomen en herstellen van milieuschade Lees meer
 
 
Versoepelingen boetesysteem Mestdecreet Lees meer
 
 
Stikstofdecreet en de omgevingsvergunningen Lees meer
 
 
Overstroming van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen vanaf 19/4/2024Lees meer
 
 
Gefractioneerde bemesting in aardappelen Lees meer
 
 
‘Na 10 jaar eindelijk doorbraak voor toelating kunstmestvervangersLees meer
 
 
Steeds minder antibiotica verstrekt via gemedicineerde voeders Lees meer
 
 
Groen licht voor proefstalregeling en meer rechtszekerheid voor ammoniak reducerende techniekenLees meer
 
 
Tweede prognose van de landbouweconomische rekeningen van 2023 Lees meer
 
 
PFAS in het Vlaamse drinkwater Lees meer
 
 
Landbouwconjunctuur licht verbeterd ondanks natte weersomstandigheden Lees meer
 
 
Uiterste indieningsdatum en belangrijke data voor de verzamelaanvraag 2024 Lees meer
 
 
Brede weersverzekering 2024: aanvragen voor 30/4Lees meer
 
 
Infosessies stikstofdecreet Vlaamse overheid Lees meer
 
 
Na de natte winter: eerst de spade, dan de bewerking! Lees meer
 
 
Kunstmest uitsparen Lees meer
 
 
ILVO bouwt hoogtechnologische Feed Pilot Lees meer
 
 
Drones en AI in de strijd tegen aardappelziekteLees meer
 
 
Optimalisatie spuittechniek: tips voor duurzamer gebruik Lees meer
 
 
Plantgoedsubsidie? Dien je facturen vóór 30 april inLees meer