Bij gekoelde bewaring van rauwe melk op de hoeve en in het zuivelbedrijf vóór het verwerkingsproces wordt de groei bevorderd van koudetolerante micro-organismen, vnl. Pseudomonas. Deze kunnen hitteresistente bederfenzymen vormen, die actief blijven na UHT-verhitting of sterilisatie. De enzymen kunnen smaak- en stabiliteitsproblemen veroorzaken vóór het bereiken van de houdbaarheidsdatum. Dit kan leiden tot klachten en mogelijk ook tot een terugroepen van de betrokken producten. Om die enzymen te kunnen opsporen, gingen ILVO en Flander’s food op zoek naar geschikte staalvoorbereidings- en detectiemethodes. Bovendien gingen de onderzoekers na wat de invloed is van Pseudomonas aantallen in rauwe melk op melkstabiliteit/smaak, en of er winst te boeken is met speenbehandeling en desinfectie van tepelvoeringen.
PROMILK leverde een eenvoudige procedure voor staalvoorbereiding, die kan toegepast worden op het zuivelbedrijf zelf. Een detectiemethodologie via HRMS (hoge resolutie massaspectrometrie) bleek niet gevoelig genoeg bij natuurlijk besmette stalen. Daarom is overgeschakeld op een gerichte LC-MS/MS methode. Het is echter niet haalbaar om deze methode op een zuivelbedrijf te gebruiken. In zusterproject MiMip wordt reeds gepoogd om een MIP (Membrane Interface Probe)-gebaseerde methode te ontwikkelen. Voorbehandeling van spenen en desinfectie van tepelvoeringen blijkt weinig tot geen effect te hebben op het aantal koudetolerante bacteriën. Ook blijkt de productie van de bederfenzymen door Pseudomonas stammen niet consequent te gebeuren. Meer onderzoek is nodig om de factoren te identificeren die de productie in gang zetten.
Project: Ontwikkeling en toepassing van een snelle methode voor de kwantificatie van de thermoresistente, bacteriële proteolytische activiteit in rauwe melk
Looptijd: 2016 - 2018
Financiering: Flander’s Food
Contact: els.vancoillie@ilvo.vlaanderen.be
