|
Administratieve topfuncties meer en meer in handen van N-VA
Topfuncties binnen de Vlaamse administratie raken steeds meer in handen van N-VA. De Vlaams-nationalisten vergroten zo hun greep op de ambtenartij, vroeger enkel een bolwerk van christen-democraten, liberalen en socialisten.
|
Het lijstje begint stilaan indrukwekkend te worden. Laatste benoeming in het rijtje is die van Wim Adriaens, de kabinetschef van Vlaams minister van Werk Philippe Muyters. Hij volgt deze zomer Fons Leroy op aan het hoofd van de VDAB. Leroy had een rood etiket. Muyters’ vorige kabinetschef, Koen Algoed, maakte eerder al eenzelfde beweging. Hij werd secretaris-generaal van het departement Financiën en Begroting. En Algoeds voorganger, Peter Cabus, is ondertussend leidend ambtenaar van het departement Omgeving. Maar ook de kabinetten van minister-president Geert Bourgeois en viceminister-president Liesbeth Homans leverde al topmannen af. Mark Andries - de kabinetschef van Bourgeois - werd onlangs adminstrateur-generaal van het Agentschap Innoveren en Ondernemen. En Jeroen Windey (kabinetschef Homans) leidt nu al een tijdje het Agentschap Binnenlands Bestuur.
Niet dat andere partijen geen mannetjes of vrouwen hebben zitten in de administratie, maar bij N-VA valt het extra op. De partij is politiek veruit de grootste politieke kracht in Vlaanderen, maar dat was tot enkele jaren geleden nog niet voelbaar in de administratie. N-VA maakt nu een inhaalbeweging en stuurt haar zonen en dochters nu ook in de ambtenarij uit. De voorbije jaren was dat vooral het geval met benoemingen in de raden van bestuur van de Vlaamse agentschappen, de laatste tijd leveren de Vlaams-nationalisten ook meer en meer leidend ambtenaren.
“Objectieve benoemingen”
Volgens N-VA gaat het ook hoegenaamd niet over politieke benoemingen. Op federaal niveau worden wel afspraken gemaakt over welke partij welke posten krijgen, maar dat is in Vlaanderen niet het geval, zegt Muyters’ woordvoerder Thomas Pollet. De Vlaamse regering stelt voor elke topfunctie een extern bureau aan, dat de regering dan een lijstje bezorgt met een aantal geschikte kandidaten. Die mogen dan op gesprek bij de Vlaamse regering, die collegiaal de keuze maakt. Het is de procedure die ook bij de vastgelopen aanstelling van de Oost-Vlaamse gouverneur werd gebruikt. “Dat zijn objectieve benoemingen. Dat er soms mensen met een politieke kleur uitkomen, is normaal. Cabinetards zijn ook heel bekwaam en kennen het vak als geen ander,” geeft Pollet nog mee. Toch wordt in de wandelgangen van de Wetstraat gezegd dat er bij de regeringsonderhandelingen in 2014 wel degelijk afspraken zijn gemaakt over benoemingen.
Groen-fractieleider in het Vlaams parlement Björn Rzoska vindt de praktijk problematisch. “Op die manier politiseer je de administratie. De N-VA was vroeger wel tegen politieke benoemingen, maar gedraagt zich nu als de PS in Vlaanderen. Ze is een echte machtspartij geworden,” zegt hij. Zijn SP.A-collega Joris Vandenbroucke tilt minder zwaar aan de praktijk. Hij wijst erop dat de uitverkorenen stuk voor stuk bekwaam zijn. “Laten we daar niet flauw over doen. Die mensen hebben jarenlang een kabinet geleid en dus ook bewezen dat ze iets kunnen. Maar het is even duidelijk dat N-VA helemaal niet meer verschilt van de andere partijen”.
|
|