Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 13 jun 2018 16:41 

Opvolging van herstelvorderingen


Vraag om uitleg over de opvolging van herstelvorderingen van Lode Ceyssens aan minister Joke Schauvliege

De voorzitter

De heer Ceyssens heeft het woord.

Lode Ceyssens (CD&V)

Minister, een persoon die een bouwovertreding begaat, zal – afhankelijk van de inbreuk – bepaalde stappen moeten ondernemen om zich terug in regel te stellen. Om een einde te stellen aan de gevolgen van de bouwovertreding, kan/kunnen het college van burgemeester en schepenen en/of de stedenbouwkundige inspecteur een herstelvordering uitspreken. Daarmee wordt er gevraagd een herstelmaatregel op te leggen.

Vorige maand vroeg ik bij u de cijfers op met onderscheid tussen herstelvorderingen uitgeschreven op gemeentelijk en gewestelijk niveau. Ik was enorm verrast over de daling in 2017. Met name bij de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur halveerden de herstelvorderingen bijna van 216 in 2016 naar 131 in 2017. Deze van de schepencolleges daalden van 172 naar 109. In 2017 heeft het schepencollege zich op geen enkel moment aangesloten bij een herstelvordering door een gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur.

Minister, hebt u een verklaring voor deze algemene daling? Is er een verklaring voor het feit dat het schepencollege zich in 2017 bij geen enkele herstelvordering op gewestelijk niveau aansloot? Mogen we die dalende trend ook in de toekomst verwachten? Staan er momenteel herstelvorderingen on hold? Wat is of zijn daarvoor de reden of redenen?

De voorzitter

Minister Schauvliege heeft het woord.

Minister Joke Schauvliege

Er kan geen eenduidige verklaring worden gegeven voor de daling van de cijfers op het gewestelijke niveau. Het gaat om een combinatie van factoren.

In de laatste jaren is het totaal aantal adviesaanvragen van gewest en gemeenten samen vrij stabiel gebleven: op 454, 451 en 446 in 2014, 2015 en 2016. De daling naar 335 is dus pas ingetreden in de cijfers van 2017 en heeft vrij rechtstreeks te maken met een daling in de adviesaanvragen van de gewestelijke inspectie. De gewestelijke inspectie focust zich sedert 2017 op de gewestelijke en gezamenlijke prioriteiten zoals eind 2016 gezamenlijk bepaald.

Daarnaast stelt het handhavingsprogramma 2015 een handhavingstraject voorop. Dit is een handleiding voor de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteurs. Hier wordt meer en meer ingezet op aanmaningen en opvolging van dit instrument. Hierdoor hoeft men vaak de herstelvordering niet meer in te zetten omdat de aanmaning resultaat heeft opgeleverd. Dat is een positieve zaak: het herstel werd al bewerkstelligd.

De gemeenten nemen zelf meer taken op zodat dit deels ook voor een interne verschuiving in de aantallen heeft gezorgd. De inspectie heeft ook verder ingezet op haar eigen herstructurering na de opheffing van het agentschap Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed, en op de operationalisering van de bestuurlijke handhaving. Het gaat dus niet om één enkele aanwijsbare reden, maar om een combinatie van factoren.

Het is ontegensprekelijk zo dat de gemeenten hun rol inzake handhaving steeds meer zelf opnemen. Dat blijkt onder meer uit het feit dat zij jaar na jaar meer adviesaanvragen op eigen initiatief indienen bij de Hoge Raad voor de Handhavingsuitvoering zonder de bijstand van het gewest in te roepen. Dit blijkt ook uit het feit dat zij zich steeds minder aansluiten bij de gewestelijke adviesaanvragen. In 2016 was dit slechts in 1 procent van de gevallen. In 2017 was dit niets meer.

De lokale overheden hebben inmiddels ook zelf expertise kunnen opbouwen, en ik vind dat een zeer goede zaak. Dat is efficiënt.

Een trendanalyse is altijd moeilijk, maar in dit geval is de dalende trend ook in de toekomst te verwachten om die reden dat sedert 1 maart 2018 de nieuwe handhavingsregels in werking zijn getreden. Daardoor kunnen verschillende nieuwe bestuurlijke instrumenten worden ingezet en mag er een verschuiving worden verwacht. Dat is logisch. We zullen dat zien in de statistieken.

Hierdoor zal er meer kunnen worden gevarieerd en zal een voorafgaand advies bij de Hoge Raad voor de Handhavingsuitvoering voor gerechtelijke herstelvorderingen niet meer steeds vereist zijn en dus ook geen indicatie meer zijn voor het geheel aan herstelinitiatieven.

Normaal worden herstelvorderingen niet on hold gezet. Het is wel mogelijk dat een overtreder na het opstellen van een herstelvordering of na een positief advies van de hoge raad toch blijk geeft van een intentie om de herstelmaatregel uit te voeren. In dat geval wordt er even gewacht met het indienen van de herstelvordering.

Lode Ceyssens (CD&V)

Ik dank u voor uw duidelijk antwoord, minister. Het is uiteraard een goede evolutie als het daalt omdat andere bestuurlijke instrumenten meer worden gebruikt. Ik herinner me de toelichting over handhaving waarbij het stokje werd doorgegeven aan de gemeentebesturen. Dat was de afbeelding bij het begin van de powerpoint. Wij vroegen nog: ‘Is dat de stok om te slaan?’ De conclusie was dat de stok het allerlaatste middel moet zijn. Als deze cijfers dat staven, is dat alleen maar toe te juichen.

Ik zal een bijkomende schriftelijke vraag stellen. Kunt u ons de cijfers bezorgen over de inzet van de andere bestuurlijke instrumenten? Op welke manier en hoe vaak worden ze ingezet?

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Minister, ik begrijp uit uw antwoord dat u niet de vinger op de wonde – als het al een wonde is – kunt leggen. Het is een samenloop van omstandigheden: meer aanmaningen, de herstructurering van het departement, de integratie van de inspectiediensten RO en Leefmilieu. Ik hoop dat we daar in de toekomst toch meer zekerheid over kunnen krijgen. Ik vind die handhaving toch nog altijd bijzonder belangrijk, zowel op het gewestelijke als op het gemeentelijke niveau.

Als het zo zou zijn dat de gemeenten dat inderdaad meer naar zich toetrekken, dan is dat bewonderenswaardig, want ik heb altijd wel het gevoel dat dat voor gemeenten niet echt een beleidsprioriteit is. Ik heb het al vaker gezegd: soms staan ze te dicht bij de burger, lees kiezer. Ze zijn ook niet altijd geëquipeerd om dat te doen, het ambtelijk apparaat op gemeentelijk niveau, zeker in de kleinere gemeenten, is daar niet altijd voor uitgerust.

Nog een laatste punt, voorzitter, dat we onlangs nog ter sprake brachten: ook de middelen zijn er niet altijd. Vandaar een pleidooi – in aansluiting trouwens op de vraag van de VVSG en van de strategische adviesraad voor ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed (SARO) – om de middelen van de administratieve boetes, dwangsommen en bestuurlijke meerwaarde bij bouwinbreuken naar analogie met onze beslissingen inzake de milieu-inbreuken naar de gemeenten te laten komen.

De voorzitter

Mevrouw Peeters heeft het woord.

Lydia Peeters (Open Vld)

Het is alleszins een interessante vraag van de heer Ceyssens, zeker omdat er een opmerkelijke daling is van de cijfers.

Minister, u hebt verwezen naar het handhavingsprogramma van 2015 of 2016 – dat was me niet heel duidelijk. Daarin stond ook dat er jaarlijks zowel een gewestelijke als een gezamenlijke prioriteitenlijst zou worden opgesteld. Gebeurt dat jaarlijks? Zo ja, hoe wordt dat concreet doorgezet naar de praktijk om de prioritaire doelstellingen te realiseren?

Minister Joke Schauvliege

Die prioriteitenlijst wordt jaarlijks opgemaakt. Er worden afspraken gemaakt: waar gaan we ons op focussen, waar leggen we de accenten, en dat wordt door de mensen in het veld zo geïnterpreteerd.

De bijkomende antwoorden zullen wij u graag op papier bezorgen.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
Europese Commissie sleutelt aan milieuregels GLB Lees meer
 
 
Wijziging van diverse decreten over het landbouw- en visserijbeleidLees meer
 
 
Wijziging voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers GLBLees meer
 
 
Nieuwe aandeelhouder Ardo, The Nest Lees meer
 
 
Over een innovatief landbouwbeleid Lees meer
 
 
Grondwater op hoogste peil in meer dan 20 jaar in Vlaanderen Lees meer
 
 
Oproep voor een waarnemings- en waarschuwingsdienst ziekten en plagen Lees meer
 
 
Herbekijk de recente studiedagen akkerbouw over suikerbieten- en aardappelteelt Lees meer
 
 
Steun voor toepassen van niet-kerende bodembewerking Lees meer
 
 
Webinars en studiedagen Landbouw&VisserijLees meer
 
 
Verzamelaanvraag 2024 invullen kan tot en met 30 april Lees meer
 
 
VLIF-steun voor productieve investeringen (vanaf 2023) VLIF-aanvraagperiodes 2024 Lees meer
 
 
Boerenbetogingen: De boer op met JoLees meer