"Europa zégt wel dat met de nieuwe richtlijn een nieuwe stap naar harmonisering is gezet, maar door heel wat uitzonderingen mogelijk te houden voor individuele lidstaten, zal er van die gelijkschakeling in de praktijk weinig in huis komen." UNIZO vindt het goed dat Europa de wettelijke garantieperiode van twee jaar niet heeft verlengd, maar betreurt dat de bewijslast bij betwistingen voortaan pas na een jaar naar de consument verschuift, terwijl dat tot nu toe na een half jaar was."
Ondernemers die consumentengoederen verkopen, moeten daarop al geruime tijd twee jaar wettelijke garantie geven. Op zich niet altijd eenvoudig. Meestal hebben ze de verkochte goederen n iet zelf geproduceerd en liggen ze dus zelf niet aan de basis van het defect. En hoewel ze de herstelling van een defect product binnen de wettelijke garantieperiode in principe naar de fabrikant kunnen doorschuiven, lukt dat in de praktijk lang niet altijd. Omdat de fabrikant die verantwoordelijkheid, vanuit zijn machtspositie, terug afschuift naar de handelaar. Die zo tussen hamer en aambeeld belandt en meestal niet alle gemaakte kosten terugbetaald krijgt. In haar voorstel voorziet Europa helaas geen verbetering van dit verhaalrecht voor de kleinere bedrijven tegenover de economisch vaak machtige fabrikanten.
UNIZO heeft zich altijd fel verzet tegen een verlenging van de wettelijke garantieperiode. En die verlenging is nu ook niet opgenomen in de nieuwe Europese garantierichtlijn. "Een goede zaak", erkent Danny Van Assche van UNIZO, "Alleen verlengt het voorstel nu de periode waarin niet de consument maar de betrokken handelaar moet bewijzen d at hij niet verantwoordelijk is voor het defect, van zes maanden naar een jaar. Waardoor de consument weer minder eigen verantwoordelijkheid moet nemen, in het nadeel van de handelaar."
Tenslotte betreurt UNIZO de individuele vrijheid die afzonderlijke lidstaten behouden om af te wijken van de Europese garantierichtlijn. "Hierdoor mist Europa de kans om een effectieve harmonisering door te voeren, die duidelijkheid en rechtszekerheid had kunnen geven aan alle ondernemers en consumenten binnen de Unie. "Verder bevat de richtlijn geen enkele verplichting voor de fabrikanten om meer duurzame goederen te produceren, om vlot en voldoende wisselstukken te voorzien... kortom om hun deel van de garantieverantwoordelijkheid op te nemen", onderstreept Danny Van Assche van UNIZO. "En de mogelijkheid om een apart garantieregime toe te passen op tweedehandsgoederen, zoals dat momenteel in België bestaat, werd in de nieuwe richtlijn afgeschaft. Kortom: deze nieuwe ri chtlijn is niet alleen een gemiste kans, maar betekent ook helemaal geen verbetering voor de Europese handelaars in consumentengoederen."