Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten

 12 okt 2017 05:01 

Meerjarenplan visserij Noordzee


Vraag om uitleg over het door het Europees Parlement aangenomen meerjarenplan visserij Noordzee van Sabine Vermeulen aan minister Joke Schauvliege

De voorzitter

Mevrouw Vermeulen heeft het woord.

Sabine Vermeulen (N-VA)

Voorzitter, mijn vraag om uitleg heeft betrekking op het meerjarenplan visserij Noordzee. Op 14 september 2017 heeft het Europees Parlement gestemd over de meerjarige visserijquota voor de Noordzee. Die quota moeten overbevissing tegengaan en de duurzame visserij bevorderen. Het Europees Parlement heeft het rapport-Rodust over het meerjarenplan visserij Noordzee aangenomen.

Op grond van het voorstel moeten vangstquota worden vastgesteld waarmee de visbestanden ten laatste in 2020 op een “maximaal duurzaam” niveau kunnen worden bevist. Dat houdt in dat een optimale hoeveelheid vis uit de zee kan worden gehaald zonder de gezondheid van de visbestanden in het gedrang te brengen.

Het voorstel van de Europese Commissie kijkt naar de lange termijn en wil de besluitvorming dichter bij de visser brengen. De besluitvorming wordt verplaatst naar de regionale belanghebbenden, die aanbevelingen kunnen doen. De beperking van de zeedagen vervalt en de technische maatregelen worden op het niveau van de lidstaten vastgesteld.

Toch maken heel wat lidstaten kanttekeningen bij het plan. Ze vragen voldoende flexibiliteit om, bijvoorbeeld, rekening te kunnen houden met het meest recente wetenschappelijke advies. Momenteel is er onvoldoende advies met betrekking tot de gemengde visserij. Veel adviezen zijn nog steeds op één enkel visbestand gericht. Het meerjarenplan heeft ook een impact op de noordwestelijke wateren. Ook voor dit bekken moet er op termijn een meerjarenplan komen dat op het plan voor de Noordzee is afgestemd. Verder zou de recreatieve visserij eveneens onder het nieuwe plan vallen.

Het goedgekeurd meerjarenplan is nog niet definitief. Nu worden onderhandelingen met de lidstaten aangeknoopt. Nadien mag het Europees Parlement opnieuw stemmen over het bereikte compromis.

Minister, onze Vlaamse vissers en reders hebben de voorbije jaren met resultaat bijgedragen aan de verduurzaming en het herstel van de Noordzeebestanden. Het Europees Parlement wil nu bijkomende eisen opstellen, die verder gaan dan wat de Europese Commissie aanvankelijk heeft voorgesteld. Vindt u dit haalbaar voor onze gemengde visserij? Wat denkt u over het nieuwe meerjarenplan? Vindt u dat het voorstel van het Europees Parlement voldoende rekening houdt met het karakter van onze Vlaamse visserij?

Na de stemming in het Europees Parlement volgen de verdere onderhandelingen met de lidstaten en met de Europese Commissie. Pas als deze onderhandelingen zijn afgerond, wordt het meerjarenplan visserij Noordzee definitief. Wat zal de Vlaamse input in het meerjarenplan zijn?

De recreatieve visserij, tot slot, zou eveneens onder het nieuw plan vallen. Volgt u deze stelling?

De voorzitter

Minister Schauvliege heeft het woord.

Minister Joke Schauvliege

Voorzitter, ik ben het er volledig mee eens dat onze vissers en reders de voorbije jaren hebben bijgedragen tot de verduurzaming en het herstel van de visbestanden in de Noordzee. Ze hebben dit samen gedaan met de vele vissers uit de zeven Noordzeelidstaten. Dit blijkt ook uit de beleidsbrief van de Europese Commissie uit juli 2017. Die beleidsbrief toont aan dat de toestand van de visbestanden in de Noordzee vrij goed is.

Op 14 september 2017 heeft de plenaire vergadering van het Europees Parlement gestemd over het meerjarenplan visserij Noordzee. Bepaalde voorstellen gaan heel wat verder dan het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie. Zo wil het Europees Parlement niets weten van een mogelijke bandbreedte voor de maximale duurzame opbrengst in de Noordzee en van de marges waarbinnen de Europese Raad elk jaar de totaal toegestane vangsten (TAC’s) en de quota mag vaststellen. Het Europees Parlement heeft dit wel aanvaard voor het meerjarenplan visserij Oostzee. De bandbreedten zijn nochtans vastgesteld door de International Council for the exploration of the Sea (ICES), een onafhankelijk wetenschappelijk orgaan. De ICES heeft dit gedaan in zijn advies over de gemengde visserij in de Noordzee.

Het Europees Parlement stelt dat het beheer van de visbestanden in de Noordzee strenger moet zijn en dat de maximale duurzame opbrengst in de gemengde visserij altijd leidend moet zijn. Dit houdt in dat de visserij vroegtijdig moet worden gesloten indien ook maar een van de bestanden dit niveau niet haalt.

Daarnaast steunt het Europees Parlement het complexe voorstel van de Europese Commissie om met zeven groepen van visbestanden te werken. Volgens veel visserijexperts van de EU is dit voorstel in de praktijk moeilijk te hanteren. Om die reden heeft de Europese Raad in zijn standpunt voor een veel eenvoudiger en eenduidiger systeem geopteerd. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de doelsoorten in de Noordzee en de bijvangstsoorten.

Met deze stemming heeft het Europees Parlement zijn standpunt bepaald. Nu kunnen de onderhandelingen met de Europese Raad starten. Uit de voorgaande punten besluit ik dat de Europese Raad en het Europees Parlement er met betrekking tot enkele essentiële punten verschillende opinies opna houden. Op korte termijn lijkt een akkoord onwaarschijnlijk. Ik hoop dat het standpunt van het Europees Parlement nog kan worden bijgestuurd.

Vlaanderen heeft ingestemd met het standpunt dat de Europese Raad op 25 april 2017 heeft aangenomen. Het gaat om een compromis dat de verschillende lidstaten hebben bereikt. Het standpunt van de Europese Raad heeft het voorstel van de Europese Commissie grondig aangepast. Hierbij is vooral gestreefd naar een eenvoudiger beheerssysteem. Dit moet visserijbeheerders in staat stellen flexibeler in te spelen op veranderingen in het ecosysteem. Zo is, bijvoorbeeld, een belangrijke rol weggelegd voor de regionale samenwerking. Indien het wetenschappelijk advies aangeeft dat bijkomende corrigerende maatregelen noodzakelijk zijn, kunnen de betrokken lidstaten door middel van gemeenschappelijke aanbevelingen onder meer beschermingsmaatregelen voorstellen.

Wat het finale akkoord over het meerjarenplan visserij Noordzee betreft, wil ik streven naar een eenvoudig, flexibel en werkbaar plan. Dit plan moet rekening houden met de complexe wisselwerking tussen de verschillende bestanden in de gemengde visserij, wat trouwens typisch is voor de Noordzee, en met de uitdagingen van de aanlandplicht en de toenemende beschikbare informatie.

Mevrouw Vermeulen, u hebt in uw inleiding terecht opgemerkt dat de adviesverlening tot kort geleden volledig op één enkel bestand was gefocust. De omschakeling naar een advies voor de gemengde visserij blijft voor wetenschappers dan ook een belangrijke uitdaging. Hierbij moet immers rekening worden gehouden met talrijke, soms ongekende, parameters. De kennis hiervan evolueert nog sterk.

Om die reden moet een toekomstig meerjarenplan voldoende armslag geven aan het visserijbeleid om beslissingen te kunnen nemen op basis van de laatste inzichten en het best mogelijke wetenschappelijk advies.

Het Europees Parlement stelt inderdaad ook voor om de recreatieve visserij onder het meerjarenplan voor de Noordzee te laten vallen. Er bestaat in de raad een belangrijke tegenstand van een aantal lidstaten tegen de opname van de recreatieve visserij in het meerjarenplan. In principe kan ik aanvaarden dat een aantal bepalingen over de recreatieve visserij worden vastgelegd op Europees niveau, zodat er ook hier een gelijk speelveld wordt gegarandeerd binnen de Europese Unie. Het heeft immers weinig zin dat Vlaanderen maatregelen neemt om de recreatieve visserij op bepaalde kwetsbare soorten in te perken wanneer andere lidstaten dat niet doen. Hiervoor lijken momenteel de TAC en quotaverordening beter geschikt dan het meerjarenplan Noordzee. Ik verwijs naar de beschermingsmaatregelen voor de zeebaars die op deze manier door de raad afdwingbaar werden gesteld. Ik wil er ook op wijzen dat bepaalde voorstellen van het Europees Parlement nu al een bestaande praktijk zijn. Er gebeurt bijvoorbeeld al een belangrijke gegevensverzameling voor de recreatieve visserij.

De voorzitter

Mevrouw Vermeulen heeft het woord.

Sabine Vermeulen (N-VA)

Minister, we zitten grotendeels op dezelfde lijn. Er zijn heel wat inspanningen geleverd inzake selectiviteit, maar de aanlandplicht ligt nog altijd op tafel. Wat is de stand van zaken voor het verkrijgen van uitzonderingen op de aanlandplicht? Maakt Vlaanderen daar vorderingen in? Hoe zit het met de overlevingskansen? Moeten wij nog meer inspanningen doen op basis van selectiviteit? Zullen wij die uitzonderingen op de aanhaalplicht halen?

U sprak ook over het gelijke speelveld voor de recreatieve visserij en er gebeurt inderdaad al een monitoring, maar men mag niet voortdurend de recreatieve visserij met de vinger wijzen als zou zij aan de basis liggen van de terugloop van de visstocks. Ik zeg niet dat u dat hebt gezegd, maar ik wil mijn mening daarover uiten. In Vlaanderen heeft de recreatieve visserij al heel intens meegewerkt aan de monitoring van deze soort visserij. Zij hebben de onderzoekers heel wat input gegeven om te zien hoe zij zelf omgaan met die recreatieve visserij. Onze stelling is dat een recreatieve visser nog recht heeft om een visje op te halen.

De voorzitter

De heer Vandenberghe heeft het woord.

Steve Vandenberghe (sp·a)

Dit is een heel goede vraag, en het antwoord van de minister daarop is uitgebreid en interessant. Het evenwicht tussen de recreatieve en de professionele visserij moet inderdaad worden bewaard. De recreatieve visserij heeft nu vaak het idee dat zij met alle zonden van Israël wordt overladen – ik zeg niet dat het zo is, maar zij heeft wel vaak dat gevoel. We moeten ervoor zorgen dat die mensen hun rol kunnen blijven spelen in het feuilleton van de visserij. Ik vind dit een belangrijk statement dat mevrouw Vermeulen hier heeft gemaakt.

Jos De Meyer (CD&V)

Minister, ik las ook dat onze collega in het Europees Parlement, Tom Vandenkendelaere, pleit voor een sterkere samenwerking tussen de vissers en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) om verdere uitzonderingen op de aanlandplicht te bestuderen. Hebt u er zicht op hoever ILVO daarmee staat? Moet dit nog worden opgestart of zijn er al vorderingen op dat vlak?

De voorzitter

Minister Schauvliege heeft het woord.

Minister Joke Schauvliege

De vraag van de voorzitter is gelijkaardig aan de bijkomende vraag van mevrouw Vermeulen. Uiteraard zijn wij al bezig met dat onderzoek, het zou jammer zijn indien de samenwerking met ILVO nog niet zou zijn opgestart. Er wordt momenteel volop onderzoek gedaan naar het onderbouwen van uitzonderingen. We hebben momenteel nog geen zicht op de haalbaarheid, mevrouw Vermeulen, dat is ook niet evident. We zetten daarop in, samen met de sector. Het is een goede samenwerking, maar het gaat over een gigantische uitdaging.

Ik zie dat zogenaamde spanningsveld tussen de recreatieve en professionele visserij niet. Ik geloof dat beide een plaats hebben. Wanneer het Europese beleid zich daar meer op toespitst, zal dat een heel andere benadering zijn. We moeten dit goed opvolgen. Het feit dat we die recreatieve visserij beter in kaart brengen, geeft ons de mogelijkheid om een en ander beter te onderbouwen.

De voorzitter

Mevrouw Vermeulen heeft het woord.

Sabine Vermeulen (N-VA)

Ik denk dat de visserij hier nog vaak op tafel zal liggen. Gisteren kwam in de Europese Visserijcommissie het rapport-Mato aan bod. Het gebruik en de inzet van de pulskor is een van de elementen die hier aan bod zal komen. Het rapport heeft de naam: ‘Instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen’. Het werd verschoven naar 21 november, want zij zijn er zelf nog niet uit. Zij willen dat rapport in trialoog onderzoeken. Ik denk dat wij daar zelf ook nog heel veel input voor zullen moeten geven.

De voorzitter

Minister, wanneer er resultaten zijn van ILVO, kunt u ons die dan bezorgen via het secretariaat?

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
Versoepeling boetesysteem Mestbank Lees meer
 
 
Gloednieuwe website rond duurzame bemesting van aardappelen Lees meer
 
 
EU-lidstaten geven groen licht voor versoepelingen GLBLees meer
 
 
Pesticiden - Schadelijke gezondheidseffecten voor landbouwers Lees meer
 
 
Landbouwsites - Zonevreemde functiewijzigingen Lees meer
 
 
West-Vlaamse landbouwbedrijven - Stopzetting en opstartLees meer
 
 
2024 Beheerovereenkomst 3000 landbouwersLees meer
 
 
Nauwelijks aanvragen voor provinciale subsidies voor kustvaartuigen Lees meer
 
 
Lokale familiale landbouw wordt verdreven door Natuurpunt! Lees meer
 
 
Versoepelingen en administratieve vereenvoudigingen van het GLB in 2024 Lees meer
 
 
België haalt stemming over natuurherstelwet van agenda Lees meer
 
 
Toelating van Renure-meststoffen Lees meer
 
 
Planeet op rand van afgrond na warmste decennium ooitLees meer
 
 
Vlaamse peer verbazend sterk omringd door technologie Lees meer
 
 
Verhoogde kans op voetziekte in wintertarwe door natte najaar 2023Lees meer
 
 
Agristo nv: opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Wielsbeke Lees meer
 
 
Nieuwe IPM-checklist 2024 met extra driftreducerende technieken en doppen Lees meer
 
 
Vlaams Belang steunt juridische acties tegen goedgekeurd Ventilus-tracé Lees meer
 
 
Correct rekenen met dierlijke mest Lees meer
 
 
Plantenveredeling via nieuwe genomische technieken Lees meer
 
 
Herbekijk de recente studiedagen akkerbouw over suikerbieten- en aardappelteelt Lees meer
 
 
Webinars en studiedagen Landbouw&VisserijLees meer
 
 
Verzamelaanvraag 2024 invullen kan tot en met 30 april Lees meer
 
 
VLIF-steun voor productieve investeringen (vanaf 2023) VLIF-aanvraagperiodes 2024 Lees meer