Biologische kippen, varkens en koeien lopen buiten, eten biologisch voer en kunnen lekker zichzelf zijn. De biologische veeteelt houdt uit principe nooit meer dieren dan de grond aankan en streeft naar het sluiten van de kringloop dichtbij. Minder dieren betekent minder milieulast. En dus ook minder vlees. Ga voor minder, maar beter met bio! Campagne van 3 tot en met 11 juni 2017.
Biologisch varkenshouder Raf Francken van De Groene Boerderij is het trotse boegbeeld van de biocampagne over vlees. Hij houdt opvallend minder dieren dan een klassiek varkensbedrijf. Toen Raf het varkensbedrijf van zijn vader omschakelde naar bio had hij 140 zeugen en 1.000 mestvarkens. Nu zijn dat nog 34 zeugen en 200 mestvarkens.
Raf wilde een gezond varken kweken met lekker, sappig vlees en een eerlijke boterham verdienen. Hij kwam uit bij de biologische productiemethode: “Zowel de moederdieren als de mestvarkens leven grotendeels buiten. Ik kweek mijn eigen robuuste ras, dat mals en sappig vlees levert. Mijn dieren zijn door mijn manier van werken erg weerbaar tegen ziekten. Gelukkig want in bio is het antibioticagebruik sterk beperkt. Ik heb op mijn bedrijf al meer dan 10 jaar geen antibiotica nodig. Mijn biggen drinken tot tien weken bij de moeder. Dat is erg lang, maar daarna zijn de biggen sterker.”
Voor dat sappige, malse varkensvlees betalen zijn klanten graag iets meer. Raf heeft een slagersdiploma en kan daardoor het vlees van zijn dieren zelf verwerken en in korte keten afzetten. “Mijn eigen vleesverkoop is de sturende factor, niet de markt. Goed vlees waar geen water inzit heeft een prijs, maar je betaalt ook niet zoveel meer dan gemiddeld. Mijn klanten zijn enthousiast over de smaak en daaruit haal ik veel voldoening.”