Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Afdeling 1. - Wijziging van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987
Art. 2. Artikel 1 van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2012, wordt aangevuld met de bepalingen onder 13. en 14., luidende :
"13. laboratorium : elk laboratorium dat onderzoek doet naar dierenziekten of zoönosen die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III;
14. verantwoordelijke van een laboratorium : de natuurlijke persoon verantwoordelijk voor het laboratorium, of de aangewezen persoon of personen, onder de verantwoordelijkheid van wie de analyses worden uitgevoerd.".
Art. 3. In artikel 7 van dezelfde wet wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende :
" § 1/1. De Koning kan onder de voorwaarden die Hij bepaalt, aan de verantwoordelijke van een laboratorium de aangifte van dierenziekten vastgesteld in het kader van een laboratoriumonderzoek opleggen en de overheidspersonen aanwijzen aan wie de aangifte moet worden gedaan.".
Afdeling 2. - Verplichte bijdragen voor het Begrotingsfonds voor de Gezondheid en de Kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten - sector varkens
Art. 4. In artikel 24 van de programmawet (I) van 29 maart 2012, gewijzigd bij de wet van 20 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a)in de bepaling onder 6° worden de woorden "tot de datum waarop de Koning de bedragen bedoeld in artikel 6, § 1, van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, vastgesteld zal hebben :" opgeheven;
b) in artikel 24 wordt de bepaling onder 6° /1 ingevoegd, luidende :
"6° /1 In afwijking op de bepaling onder 6° worden verplichte bijdragen aan het Fonds bedoeld in artikel 5, 1°, van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, opgelegd aan de verantwoordelijken van bedrijven waar varkens worden gehouden, voor de periode vanaf 1 januari 2014 tot 31 december 2014 vastgelegd op 0 euro.".
c) in artikel 24 wordt de bepaling onder 6° /2 ingevoegd, luidende :
"6° /2 In afwijking op de bepaling onder 6° worden verplichte bijdragen aan het Fonds bedoeld in artikel 5, 1°, van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, opgelegd aan de verantwoordelijken van bedrijven waar varkens worden gehouden, voor de periode vanaf 1 januari 2015 tot 31 december 2015 vastgelegd op 0 euro.".
Art. 5. Artikel 4, b), heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014 voor de periode vanaf 1 januari 2014 tot 31 december 2014.
Artikel 4, c), heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015 voor de periode vanaf 1 januari 2015 tot 31 december 2015.
Art. 6. Het koninklijk besluit van 6 januari 2015 betreffende de verplichte bijdragen aan het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten vastgesteld volgens de sanitaire risico's verbonden aan bedrijven waar varkens worden gehouden, wordt ingetrokken.
Afdeling 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 juli 2004 betreffende de verplichte bijdragen aan het Begrotingsfonds voor de gezondheid en kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, vastgesteld volgens de sanitaire risico's verbonden aan bedrijven waar runderen gehouden worden
Art. 7. In het koninklijk besluit van 8 juli 2004 betreffende de verplichte bijdragen aan het Begrotingsfonds voor de Gezondheid en kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, vastgesteld volgens de sanitaire risico's verbonden aan bedrijven waar runderen gehouden worden, wordt een artikel 2/3 ingevoegd, luidende :
"Art. 2/3. In afwijking van artikel 2, worden de verplichte bijdragen verschuldigd aan het Fonds door de verantwoordelijke van een beslag voor het begrotingsjaar 2015, referentieperiode van 1 november 2014 tot 31 oktober 2015, verminderd met 57 % en vervangen als volgt :
1° een verplichte forfaitaire bijdrage van 11,18 euro per beslag;
2° een verplichte forfaitaire bijdrage van 57,77 euro per vleeskalverbedrijf;
3° een verplichte bijdrage van 0,12 euro per rund tijdens de referentieperiode geboren op een beslag;
4° een verplichte bijdrage van 1,10 euro per rund ouder dan één jaar dat gedurende de volledige duur van de referentieperiode gehouden werd in één enkel beslag;
5° een verplichte bijdrage van 0,12 euro per rund dat toegevoegd werd aan het beslag tijdens de referentieperiode en op de datum van toevoeging jonger was dan één jaar en er al dan niet nog gehouden wordt;
6° een verplichte bijdrage van 1,68 euro per rund dat toegevoegd werd aan het beslag tijdens de referentieperiode en op de datum van toevoeging gelijk aan of ouder dan één jaar was en er al dan niet nog gehouden wordt.".
Art. 8. Artikel 7 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Afdeling 4. - Wijziging van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten
Art. 9. In artikel 4, eerste lid, van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, gewijzigd bij de wet van 22 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) de bepaling onder 1° wordt aangevuld met de woorden : "en de verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid;";
b) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :
"2° artikel 9, § 2, tweede tot vierde lid van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde;".
HOOFDSTUK 3. - Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Afdeling 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Art. 10. In artikel 8 van het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, bekrachtigd bij de wet van 20 juli 2006 en vervangen bij de wet van 22 december 2008, worden de woorden "in deze sector" ingevoegd tussen de woorden "geen enkele activiteit uitoefenen" en de woorden "die conform het koninklijk besluit".
Art. 11. In artikel 9 van hetzelfde besluit, bekrachtigd bij de wet van 20 juli 2006 en vervangen bij de wet van 22 december 2008, worden de woorden "in deze sector" ingevoegd tussen de woorden "geen enkele activiteit uitoefenen" en de woorden "die conform het koninklijk besluit".
Art. 12. Artikel 13 van hetzelfde besluit, bekrachtigd bij de wet van 20 juli 2006, wordt vervangen als volgt :
"Art. 13. De gefactureerde bedragen moeten aan het Agentschap zijn betaald binnen 30 kalenderdagen volgend op de verzending van de factuur. "
Art. 13. In artikel 14, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij de wet van 22 december 2008, worden de woorden "twee maand" vervangen door de woorden "een maand".
Art. 14. Deze afdeling treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Afdeling 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen
Art. 15. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001 en gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt :
"2° De minister : de minister tot wiens bevoegdheid de Veiligheid van de Voedselketen behoort;".
Art. 16. In artikel 3 van hetzelfde besluit, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in paragraaf 3, eerste lid worden de woorden "ter plaatse" opgeheven;
b) paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende :
"Alle diensten van de Staat, met inbegrip van de parketten en de griffiers van de gerechtshoven en van alle rechtbanken, alsook de politiediensten, mogen aan de statutaire en contractuele personeelsleden van het Agentschap die belast zijn met de controle, alle inlichtingen en documenten verstrekken die nodig zijn voor het uitvoeren van hun opdrachten.";
c) in paragraaf 4 wordt het tweede lid vervangen als volgt :
"Indien nodig, gaan ze over tot het verhoor van de overtreder en tot elk ander nuttig verhoor.";
d) in paragraaf 6, tweede lid, worden de woorden "door de burgemeester of zijn afgevaardigde of" opgeheven;
e) in paragraaf 6, tweede lid, worden de woorden "of door een agent van de federale of lokale politie" ingevoegd tussen het woord "politie" en het woord ", kan".
Art. 17. In artikel 4, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001, worden de woorden "van weigering van controle, "ingevoegd tussen de woorden "herhaalde inbreuk, "en de woorden "van weigering zich te schikken".
Art. 18. In artikel 5 van hetzelfde besluit, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid, a), worden de woorden "en de overtreden wetsbepaling of reglementaire bepalingen" opgeheven;
2° in het tweede lid wordt de bepaling onder b) vervangen als volgt :
"b) de termijn(en) waarin zij dienen te worden stopgezet;";
3° in het tweede lid, c), worden de woorden "behalve bij overmacht" ingevoegd tussen de woorden "geen gevolg wordt gegeven" en de woorden ", een proces-verbaal zal worden opgesteld";
4° in het tweede lid, c), worden de woorden "en doorgezonden aan de ambtenaar die is aangewezen krachtens artikel 7 van dit besluit en dat de procureur des Konings zal worden ingelicht" opgeheven;
5° in het derde lid, tussen de woorden "de vaststelling" en de woorden ", wordt de waarschuwing" worden de woorden "van de inbreuk" opgeheven.
Art. 19. Artikel 5bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij wet van 9 juli 2004, wordt opgeheven.
Art. 20. In artikel 6 van hetzelfde besluit, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "van de persoon die het heeft opgelegd" vervangen door de woorden "van de personen aangewezen in toepassing van artikel 3, § 1, van dit besluit";
2° paragraaf 7 wordt aangevuld met een lid, luidende :
"De vervoermiddelen die gebruikt werden voor het begaan van de overtreding kunnen worden geïmmobiliseerd of naar een bepaalde bestemming worden afgeleid door de in het eerste lid bedoelde personen.".
Art. 21. In artikel 7, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001 en gewijzigd bij de wetten van 28 maart 2003 en 29 maart 2012, worden de woorden "van dit besluit of" ingevoegd tussen de woorden "hetzij van de bepalingen" en de woorden "genomen in uitvoering".
Afdeling 3. - Wijziging van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Art. 22. In artikel 11 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 2bis, eerste lid, worden de woorden "omwille van een geval van overmacht, "ingevoegd tussen de woorden "binnen de termijn te betalen," en de woorden "kan bij ter post";
2° in paragraaf 2bis, derde lid, worden de woorden "of zijn afgevaardigde" ingevoegd tussen de woorden "De gedelegeerd bestuurder" en de woorden "kan, rekening houdende";
3° in paragraaf 2bis, vijfde lid, worden de woorden "of van zijn afgevaardigde," ingevoegd tussen de woorden "van de gedelegeerd bestuurder" en de woorden "wordt aan de operator betekend".
Art. 23. Deze afdeling treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt
Afdeling 4. - Wijziging van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Art. 24. In de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen wordt een artikel 5/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 5/1. Het Agentschap is bevoegd om op te treden als aankoopcentrale of opdrachtencentrale voor andere federale overheden en dit zelfs buiten de opdrachten die verband houden met de veiligheid van de voedselketen.".
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 7 april 2017.
FILIP
Van Koningswege :
De minister van Justitie,
K. GEENS
De Minister van Volksgezondheid,
M. DE BLOCK
De Minister van Landbouw,
W. BORSUS
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
K. GEENS
_______
Nota
Kamer van volksvertegenwoordigers
(www.dekamer.be)
Stukken : 54 2295
Integraal Verslag : 16 maart 2017.