In 2014 maakte Vlaams minister voor Dierenwelzijn Weyts komaf met onverdoofd slachten op niet-erkende slachtvloeren. Hij wijst daarbij naar de Europese regels: onverdoofd slachten is verboden, tenzij er religieuze gronden zijn én het in een erkend slachthuis gebeurt. "Die tijdelijke slachtvloeren zijn niet erkend - soms werd er gewoon op een voetbalveld of in een schuur geslacht", legt Weyts uit in Knack.
Dat verbod wordt aangevochten door verschillende islamitische verenigingen, die redeneren dat er te weinig erkende slachtvloeren zijn in Vlaanderen. Daardoor zou niet iedereen kunnen deelnemen aan het offerfeest, wat een beknotting van de geloofsbelijdenis is. En dat is een van de Europese grondrechten.
Ook de Belgische poot van Diyanet, vorige week nog door Staatsveiligheid beschreven als "de lange arm van Erdogan", behoort tot de vragende partijen in de rechtszaak. Dat blijkt uit een openbaar document van het Europees Hof, waar de rechtbank van eerste aanleg in Brussel een advies aangevraagd heeft in de zaak.
Dat Diyanet zich actief moeit in een rechtszaak tegen het Vlaams Gewest, doet bij minister Weyts de wenkbrauwen fronsen: "Er is toch sprake van inmenging in ons democratisch proces wanneer buitenlandse overheden via eigen organisaties ministeriële beslissingen gaan aanvechten."
Onlangs bereikte de Vlaamse regering een akkoord dat onverdoofd slachten vanaf 2019 helemaal verboden maakt.