De voorzitter
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Loes Vandromme (cd&v)
Collega's,  jullie weten dat ik afkomstig ben van een van de mooiste steden van  Vlaanderen, Poperinge, waar we het DNA van hop in ons dragen. Daarom  stel ik in deze commissie graag vragen over hop en hopprijzen.
Vorige  week kwam de Duitse hopfederatie HVG met slechte cijfers over de  hopprijzen. In sommige gevallen zijn de prijzen de afgelopen twee jaar  met 90 procent gedaald.
Ook onze Vlaamse hoptelers  zien de prijs voor hun product sterk dalen. “Er is enerzijds een  verminderde consumptie van bier en anderzijds ook een wereldwijde  overproductie van hop, met bijvoorbeeld een zeer goede oogst van hop in  Duitsland.” Dat stelt Bart Boeraeve, inwoner van mijn mooie stad en ook  voorzitter van de Belgische sectorvereniging.
Bovendien  blijven de gevolgen van corona nog nazinderen. Telers konden gedurende  de voorbije jaren nog terugvallen op meerjarige lopende contracten die  ze met de brouwers hadden afgesproken. Zo was hun afzet gegarandeerd,  maar nu zitten brouwers met een grote voorraad die nog niet is verwerkt.  Hop is dan wel mooi om uit te hangen, maar we zien het toch liever in  lekker bier verwerkt.
In de VS is men al versneld  begonnen met de afbouw van het hopareaal en in Duitsland stelt men dat  een krimp met 3000 tot 4000 hectare nodig is om de markt gezond te  houden. 
Hierbij heb ik volgende vragen voor u, minister.
Had  u eerder al contact met de hoptelers over de moeilijke positie waarin  zij zich bevinden? Ziet u mogelijkheden om vanuit uw bevoegdheid steun  te bieden aan onze Vlaamse hoptelers? 
In de voorbije  jaren werden grote inspanningen geleverd om de samenwerking tussen onze  Belgische hoptelers en Belgische brouwers te optimaliseren. Welke  acties of maatregelen voorziet u om deze goede banden verder te  versterken en eventueel aan te grijpen om te zoeken naar een oplossing  voor de prijszetting van Belgische hop?
Volgens de  Belgische sectorfederatie moet vooral worden gefocust op het leveren van  een kwaliteitsvol product om zo de afzet te kunnen blijven garanderen.  Welke extra inspanningen voorziet u om de hoptelers te ondersteunen in  het waarborgen van die kwaliteit?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Het  overaanbod aan hop is, zoals u ook aangeeft, nog steeds een gevolg van  de coronacrisis, waardoor het hop- en bierverbruik tijdelijk sterk  daalde. Maar het is ook een gevolg van een tendens op eerder lange  termijn van verminderd bierverbruik. Ik stel me de vraag of dat ook in  West-Vlaanderen het geval is. Een dalend bierverbruik in het mekka van  de hop? Jullie doen jullie best? Oké.
Daardoor kunnen  we spreken van een structureel overschot van hop, waardoor grote  wereldspelers zoals de VS en Duitsland hun hopareaal al sterk hebben  verminderd.
Waar op wereldvlak voornamelijk bittere  hop wordt geteeld, neemt België echter een niche in met een focus op  aromatische hopsoorten. Het hopareaal in België is bovendien zeer klein.  De Belgische hoptelers telen vooral hop voor de lokale Belgische  brouwers. Onze hoptelers kunnen vooralsnog overigens niet aan die  Belgische vraag voldoen. 
Ik erken het belang van  onderzoek naar rassen en teeltmethodes aangepast aan ons klimaat, en ik  zet dan ook in op de verspreiding van duurzame productiemethoden naar de  praktijk. De resultaten beginnen zichtbaar te worden. Brouwers tonen  opnieuw een toenemende interesse in de Belgische hop, die gekenmerkt  wordt door zijn zeer hoge kwaliteit.
Activiteiten  binnen samenwerkingsverbanden in het kader van hopteelt en verwerking  kunnen ondersteund worden vanuit de GLB-maatregel (gemeenschappelijk  landbouwbeleid), European innovation partnerships (EIP’s), en  samenwerking. Hoptelers hebben tevens toegang tot het Vlaams  Landbouwinvesteringsfonds (VLIF).
Belgische brouwers  en hoptelers komen geregeld samen in het kader van de coöperatie voor  hoptelers, Pacohop. Dat bevestigt de banden tussen beiden. Bovendien  krijgt het Belgische kwaliteitslabel voor hop heel veel erkenning bij  onze brouwers. Dat label wordt enkel toegekend aan Belgische hop die  geteeld en gecontroleerd wordt onder strikte omstandigheden. Deze  werkwijze garandeert herkomst en kwaliteit.
Het is vooral ook een kwestie van betere en nieuwe rassen te produceren met een rijk gehalte aan alfaolie en aroma.  Daarom  is een aantal jaren geleden gestart met een LA-project (landbouw),  HopBel 2.0, om via veredelingstechnieken nieuwe hopvariëteiten in  Vlaanderen te ontwikkelen. Dat is echter een meerjarig proces, dat in de  toekomst ongetwijfeld zijn vruchten zal afwerpen. Daarnaast is een  Interreg-project (Interreg Community Initiative), TOMORR’HOP, gestart,  met als doel hopvariëteiten te ontwikkelen die meer opgewassen zijn  tegen klimaatverandering en extremere weersomstandigheden waarmee de  hopteler geconfronteerd wordt.
Een kwaliteitsvol  product start met kwaliteitsvol teeltmateriaal. Om de kwaliteit te  verzekeren van het teeltmateriaal van hop dat op het grondgebied van het  Vlaamse Gewest geproduceerd of verhandeld wordt, werd naar analogie met  andere deelsectoren van het plantaardige teeltmateriaal en in overleg  met de Vlaamse hopsector, een algemeen Vlaams kader voor de keuring en  certificering van teeltmateriaal voor hop uitgewerkt. Dat wordt nu volop  in de praktijk gebracht.
De voorzitter
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Loes Vandromme (cd&v)
Er  vonden in het verleden inderdaad heel wat inspanningen plaats. U haalt  enkele projecten zoals HopBel en TOMORR’HOP aan. Het gaat om veel  inspanningen om die kwaliteit te garanderen waar we in Vlaanderen, en  zeker in mijn eigen streek, graag aan meewerken. Op heel wat dagen  hebben we mensen samengebracht om die kwaliteitsgarantie te kunnen  bewerkstelligen. Ook aan de zoektocht naar nieuwe varianten werkt men,  ook vanuit Inagro, volop mee.
Ik denk dat we echt  moeten samenwerken om de hopteler te helpen. Het is niet alleen een  traditie, maar ook iets dat we echt nodig hebben om goed bier te kunnen  blijven garanderen.
Hoptelers betalen al enkele jaren  geen VLAM-bijdrage (Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing)  meer. Er was te weinig budget om een betekenisvolle campagne te voeren.  Met de gelden van vorige periodes betaalden ze wel. Toen hebben we een  soort Belgisch hoplogo gerealiseerd. Dat logo gebruiken wij in onze stad  op elk glas dat we gebruiken om mensen iets aan te bieden. Dat is al  heel bekend bij ons, maar ik denk dat we dat verder in de markt moeten  zetten, en daarvoor zijn nog extra middelen nodig.
Vandaag  kunnen hoptelers hun hop laten keuren door een onafhankelijke  hopkeurder, betaald door de Vlaamse overheid. Binnen enkele jaren gaat  die man met heel veel expertise op pensioen. Bent u bereid om blijvend  te zorgen voor een onafhankelijke instantie die de Belgische hop ook kan  keuren, om zo het verschil te maken met het buitenland?
De voorzitter
Mevrouw Ryde heeft het woord.
Eva Ryde (N-VA)
Geloof  het of niet, maar de twee mooiste steden in Vlaanderen liggen naast  elkaar en hebben beide een hopproductie. We bevestigen wel de noodkreet  van de sector en ik ben heel blij dat dit hier aan bod komt en ik  ondersteun de vragen die collega Vandromme stelt.
We  hebben inderdaad gezien dat er heel wat onderzoeksprojecten lopen, maar  we krijgen de feedback dat het nog altijd onvoldoende effectieve  technieken oplevert voor de gewasbescherming in de hopteelt. Wij vragen  dus met aandrang om die projecten verder op te volgen. Die resultaten  worden zichtbaar, maar zijn nog niet ver genoeg gevorderd om echt  bestand te zijn tegen de gewijzigde klimaatomstandigheden.
Collega  Vandromme verwees ook naar VLAM. In een recente schriftelijke vraag  heeft VLAM gezegd dat er een mogelijkheid zou zijn om in toekomstige  biercampagnes de hopteelt te gaan belichten om het imago naar de  eindconsument te versterken. Aangezien er veel  business-to-businessrelaties zijn, zou een extra communicatiecampagne  naar de brouwers ook een mogelijke piste zijn. We vroegen ons af of u  daarover al feedback van VLAM hebt ontvangen.
U hebt  de beschikbare middelen via de GLB-projectoproepen genoemd. We lezen  daar dat een producentenorganisatie voor die sector heel belangrijk is.  Deelt u de mening dat de voordelen voor die sector nog groter zouden  kunnen zijn als de producentenorganisatie ook in die sector op punt  staat? Moet daar nog aan gesleuteld worden en kan daarover in gesprek  worden gegaan? Dat zijn mijn bijkomende vragen. 
De voorzitter
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Jeremie Vaneeckhout (Groen)
Ik  denk dat de collega’s het heel goed geschetst hebben. Collega  Vandromme, dank om de vraag te stellen. Ik denk dat de uitdagingen voor  de sector inderdaad heel duidelijk zijn. Ik heb dus eigenlijk maar één  aanvullende vraag. 
Collega's, hop wordt uiteraard in  voornaamste mate gebruikt om bier te brouwen, maar er zijn wel nog  andere toepassingen van hop, ook voor culinaire doelstellingen  bijvoorbeeld, minister. Als de markt onder druk staat, lijkt het mij  interessant om ook na te denken over hoe we kunnen afnemen en in de  toekomst de markt een stukje kunnen verbreden en diversifiëren.  Minister, ik weet niet in welke mate u ook met de sector en met de  culinaire sector in overleg kunt gaan rond onder andere hopscheuten,  over hoe we die nog wat hoger op de agenda en op de menukaarten kunnen  krijgen. Want ik denk dat ook daar een deel van de oplossing ligt: niet  alles investeren in enkel afname via de brouwsector. 
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord. 
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Ik  was niet van plan om tussen te komen, maar ik wil de collega's toch  even met beide voeten op de grond zetten: de mooiste stad van Vlaanderen  en ver, ver daarbuiten is niets anders dan Brugge. Trouwens, collega  Vaneeckhout, ik wil u misschien wel een keer uitnodigen in Brugge, in  bepaalde restaurants waar bier al langer dan vandaag op de kaart staat,  hoor. Misschien kan dat met de commissie. Ik nodig jullie uit om te  komen. 
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Ja,  het kan niet anders dan dat ik dan nu begin over de Limburgse vlaai.  Nee, we gaan het daar zo dadelijk nog even kort over hebben.
Heel  specifiek wat VLAM betreft: we zullen dus bekijken welke rol Vlaanderen  daarin kan spelen. Ik denk dat het belangrijk is om dat mee te nemen.  We hebben wel nog geen feedback. U vroeg naar feedback omtrent die  vragen. Daarover heb ik nog niets ontvangen.
Wat de  keuring betreft: ik denk dat dat een vraag is die al eens gesteld is of  een zorg die al geuit is vanwege de continuïteit en de  kwaliteitsbewaking. Ik denk dat we dat duurzaam moeten kunnen  garanderen. We nemen dat mee.
We vinden de hopsector  uiteraard cruciaal voor Vlaanderen, en niet alleen om – zoals u zelf  zegt – culturele of andere redenen, maar ook puur vanuit economisch  belang voor Vlaanderen. We zijn wat dat betreft ook – niet alleen hier,  maar hier is het een opportuniteit – absoluut voorstander van een  producentenorganisatie, als daarnaar verwezen wordt. De diversificatie  in heel onze land- en tuinbouw en ook zeker in de hopsector is iets wat  ik omarm en ondersteun.
Als het gaat over hop, dan  gaat het over bier. En als het gaat over bier, dan mogen we bijzonder  trots zijn in Vlaanderen, in het bijzonder natuurlijk in de hopregio. Ik  wil in dat verband graag van de gelegenheid gebruikmaken – en dat gaan  de West-Vlaamse collega's mij zeker niet kwalijk nemen, integendeel – om  mee te geven dat we recent ons akkoord hebben gegeven om aan de  Europese Commissie te vragen om Vlaams roodbruin bier te erkennen als  geografische aanduiding. Die aanduiding bestaat al, bijvoorbeeld voor de  Limburgse vlaai. In dit geval gaat het om het welbekende Rodenbachbier,  onder andere uit de regio Zuid-West-Vlaanderen. Ook op die bieren, echt  Vlaams erfgoed, mogen we dus heel fier zijn. We gaan er dus van uit dat  de Europese Commissie dat zal erkennen.
De voorzitter
Dank u wel, minister, voor deze appreciatie voor de hop en bij uitbreiding het Belgische bier. 
Mevrouw Vandromme heeft het woord. 
Loes Vandromme (cd&v)
Dank  u wel, collega's, om aan te sluiten. Het is duidelijk dat hop  waardering kent. In Poperinge word je geboren met een hop-DNA-staal in  het lijf, krijg je dat met de moedermelk mee, bij wijze van spreken.  Vandaar dat we daar zo erg voor streven. Het klopt dat hop niet alleen  gebruikt wordt in bier. Je hebt ook de hopscheuten. We zetten daar heel  fel op in. Er is ook de vraag om dat via het toerisme te ondersteunen. 
Maar  sowieso moeten we iets wat hier zo aanwezig is, volop steunen – het  economisch verhaal, maar zeker ook het cultureel en toeristisch verhaal.  Ik kijk alvast uit naar het vervolg en hoop later met u te blijven  klinken. Of het nu een blondje is of een rood bier, het is mij om het  even, zolang er maar lekkere Belgische hop in verwerkt is.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.