Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 23 dec 2021 08:32 

Verdeeldheid in de Vlaamse Regering over de stikstofproblematiek


Vraag om uitleg over de verdeeldheid in de Vlaamse Regering over de stikstofproblematiek
van Stefaan Sintobin aan minister Hilde Crevits

De voorzitter

– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.

De heer Sintobin heeft het woord voor zijn vraag over de verdeeldheid in de Vlaamse Regering.

Collega Sintobin, wat insinueert u?

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Voorzitter, ik hoor van u dat er unanimiteit is in de Vlaamse Regering en u bent ongetwijfeld gerustgesteld.

Minister, u zei dat ik u niet mag vastpinnen op een datum of een tijdstip, maar met dit dossier doe ik dat wel, en iedereen weet uiteraard waarom. Ik zal niet mijn hele vraag herhalen, want de collega's van de commissie Landbouw en de commissie Leefmilieu kennen dit dossier wel.

Het betreft het stikstofdossier en het uitblijven van een vast stikstofkader. Minister, ik heb u daar al enkele keren over ondervraagd. Volgens de media heeft de Vlaamse Regering een veertiental scenario's met maatregelen laten uitrekenen. In elk scenario zou een plan opgenomen zijn om de piekbelasters zelfs te laten sluiten. Ik ga nu niet verder in op die veertien scenario's, want dat is ook toegelicht in de plenaire vergadering van 1 december. Ik heb daar toen een actuele vraag over gesteld.

Naar aanleiding van de betoging – weet u nog, voorzitter Dochy, toen we op de tractor zaten in Roeselare? – stelden we allebei een actuele vraag in de plenaire vergadering om te weten hoe het zat met het stikstofdossier.

Minister, zowel u als minister Demir van Omgeving waren in die plenaire vergadering aanwezig. Ik heb toen duidelijk gemaakt dat de landbouwsector dit voortdurende uitstel van een definitieve beslissing door het intern – voorzitter Dochy, ik zet dit tussen aanhalingstekens – ‘geruzie’ in de regering kan missen als kiespijn.

Bij de protestactie werd voortdurend verwezen naar de slogan ‘Geef boeren een toekomst’, maar hoe langer deze regering wacht met het nemen van beslissingen, hoe minder toekomst en hoe minder boeren er zullen zijn.

Minister, ik begrijp en ik ga ermee akkoord dat dit een heel complex dossier is en het is niet vanzelfsprekend om zomaar een beslissing te nemen, maar jullie zijn nu toch al een tijdje aan het overleggen met elkaar.

Er was altijd gezegd dat er eind december een definitieve beslissing zou zijn. Voor mij maakt het niet uit of dat eind december of januari of februari 2022 is, maar inzake rechtszekerheid kan het toch niet veel langer meer duren.

In diezelfde plenaire vergadering gaf minister Demir aan dat alles klaarlag en dat er gewoon nog wat knopen moesten worden doorgehakt, en dat iedereen zijn handtekening dan kon zetten. Minister, ook u zei dat het tijd was om te beslissen.

Minister, jullie zouden daar normaal gezien vorige vrijdag over beslissen, maar het is er niet van gekomen. Blijkbaar is er nog altijd – mijn excuses, voorzitter – onenigheid in de Vlaamse Regering over het stikstofdossier.

Het is niet mijn taak, en ik zal dat zeker niet doen, om een bepaalde landbouworganisatie te verdedigen, maar als ik lees en zie hoe minister Demir een beetje provocerend persberichten uitstuurt, dan vrees ik dat die unanimiteit nog verre van bereikt is.

Daarom heb ik de volgende vragen, minister. Wat is de stand van zaken? Heeft de Vlaamse Regering ondertussen al een akkoord bereikt of zal ze wachten tot het parlement in reces is?

Als er een akkoord is, welke maatregelen neemt de regering? Als er geen akkoord is – wat de realiteit is, denk ik – wat zijn dan nog de knelpunten? Zoals ik daarnet heb gezegd, lagen alle documenten volgens minister Demir en volgens uzelf klaar en moesten die alleen nog worden ondertekend.

Ik vraag niet alleen naar het waarom en naar de knelpunten, maar ik vraag u ook wat de deadline is, minister. Wanneer zullen onze landbouwers eindelijk duidelijkheid en opnieuw rechtszekerheid krijgen in dit dossier?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Het is inderdaad een actuele vraag. Uw vraag stond vorige week ook al op de agenda, maar ze is nog altijd actueel. 

Collega’s, de Vlaamse Regering heeft nog altijd geen akkoord. Ik moet daar niet flauw over doen. Er is een eensgezinde wil om tot een akkoord te komen, maar we zijn er nog niet. Dat heeft met een aantal factoren te maken. U hebt zelf gezegd, collega Sintobin, dat het complex is. Als je het eens geraakt over een aantal grote principes, dan moet je dat ook vertalen op het terrein en kijken wat de impact is op mensen en bedrijven. Wat is de leeftijd van de bedrijfsleiders? Waar zijn er mensen die ouder of jonger zijn? Je kunt wel zeggen dat je a, b en c zult doen, maar dan blijven de mensen op het terrein met al hun vragen zitten. Dat wens ik echt niet. Ik wil dat we in detail weten wat de effecten van onze beslissingen zijn en vooral wat de positieve impact is voor de stikstofdepositie in Vlaanderen. Dat is het uitgangspunt van dit dossier: we moeten ervoor zorgen dat de kwetsbare natuur beter beschermd wordt. De stikstofuitstoot in Vlaanderen moet omlaag. Er moet een vergunningenbeleid zijn dat rechtszekerheid en perspectief biedt aan de diverse economische sectoren. Dat is de industrie, maar ook de landbouw. Die twee zaken moet je met elkaar verzoenen.

We weten, collega’s – ik heb daar nooit flauw over gedaan en ik zal dat nu ook niet doen – dat ook de landbouwsector een aanzienlijk deel van die inspanning op zich zal moeten nemen. Dat betekent dat er een combinatie van maatregelen moet komen die enerzijds inzetten op technische innovatie en anderzijds leiden tot het beheersen van de veestapel in alle opzichten. Sommigen zeggen dat alles opgelost is als je het aantal dieren vermindert. Laat me daar duidelijk over zijn, collega’s: voor mij is de vermindering van het aantal dieren geen doel op zich. Maar als je bijvoorbeeld naar een gesloten systeem van uitstootrechten gaat – dat is nodig om tot emissiereductie te komen –, dan zal dat het gevolg zijn daarvan. Als we tot een dergelijk systeem komen, moeten we goed weten wat de gevolgen zijn en hoe we dat op een goede wijze op de markt brengen. 

Op die manier zijn we aan het zoeken, collega’s, naar individuele ontwikkelingskansen voor bedrijven die bijvoorbeeld een minder grote impact hebben op een stikstofgevoelige habitat. Een one-size-fits-all-beleid zal de problemen voor een stuk oplossen, maar niet voor alle zones in Vlaanderen.

We verwachten inspanningen van de landbouwsector, maar dat betekent – ik ben ook landbouwminister – dat we ook de nodige ondersteuning en flankering moeten bieden. Ik zag vanmorgen in een persbericht een uitspraak van collega Schauvliege: als je vraagt aan bedrijven om te stoppen, moet je zorgen dat daar budgetten tegenover staan. Ik vind het ook heel belangrijk dat het correcte budgetten zijn. Er zijn al sinds tien jaar een aantal rode bedrijven in Vlaanderen. Er is nog maar een oplossing gevonden voor twaalf bedrijven. Hoe komt het dat we niet al die zaken hebben opgelost? Misschien zit er ook een foutje in de manier waarop we met mensen in dergelijke situaties omgaan?

Dus we hebben ook budget nodig en dat maakt het voor mij een van de moeilijkste dossiers dat al op ons pad is gekomen.

Daar komt bij dat we ook al weten wat Nederland in de komende jaren zal doen. Daar staan ook budgetten tegenover en dat heeft hier een bepaald verwachtingspatroon gewekt. We zullen niets kopiëren, maar we moeten ervoor zorgen dat er budgetten tegenover de inspanningen staan en ook dat er perspectief is voor individuele bedrijven. We hebben gelukkig in Vlaanderen voorlopig nog duizenden enthousiaste – ook jonge – mensen die een toekomst zien in die landbouw. Ik heb het al een aantal keer gezegd: morgen zal niet gelijk zijn aan gisteren. Er is een verschil tussen die twee, maar de manier van begeleiding is daarin enorm belangrijk. Dat vraagt ook wat tijd, collega Sintobin.

Ik heb in de plenaire vergadering vorige week gezegd dat ik een kader wil uittekenen in de komende weken en dat we een einde willen maken aan de huidige onzekerheid, maar dat dat voor mij gepaard moet gaan met goede overgangsmaatregelen die vermijden dat bedrijven in grote problemen terecht zouden komen. Dat vraagt minutieus werk en het dossier is vandaag nog niet klaar, ook niet op technisch vlak. Het is wel iets wat ons dag en nacht bezighoudt, collega Sintobin. Ik weet niet of je de wallen kunt zien onder mijn ogen. Dat heeft ook te maken met alle besprekingen en ook met de intensiteit en de ernst waarmee er in dit dossier wordt gewerkt. Ik wil niet naar buiten komen met een akkoord waarover er niet volledig is nagedacht, maar met een akkoord waar ik achter sta.

U weet, collega’s, dat de Vlaamse Regering een collegiaal beslissingsorgaan is. Dat betekent dat we het allemaal eens moeten zijn en dat er een goed evenwicht moet worden gevonden tussen de diverse belangen. Het uitgangspunt is duidelijk, zoals ik al zei: de stikstofdepositie moet omlaag in Vlaanderen. Op dat vlak is er weinig tijd te verliezen. Dat vraagt een inspanning van de industrie, maar ook van de landbouw en van een stevig flankerend beleid ter zake. Er wordt naarstig voortgewerkt, collega Sintobin en alle andere collega’s die ongetwijfeld zullen aansluiten.

De voorzitter

Collega Sintobin, stelt u dat gerust?

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Neen, dat stelt me niet gerust.

Minister, ik heb een suggestie: ik doe een bril aan om mijn wallen te verbergen. Dat is altijd een oplossing. (Gelach)

Wat uw antwoord betreft weet ik al lang dat er geen akkoord is. Ik kan best geloven dat de wil er is bij alle partijen en dat het een van de moeilijkste dossier van de Vlaamse Regering is, maar het dossier gaat al veel langer mee. Hoe langer het duurt, hoe langer er ook rechtsonzekerheid voor de bedrijven is. Het is niet de oppositie of om het even wie die de tijdslimiet van eind december vooropgezet heeft. De Vlaamse Regering heeft gezegd dat ze zou zorgen dat er eind december een oplossing is voor het stikstofdossier.

U hebt gelijk: ik heb dat ook gezegd in de plenaire vergadering, maar dat was meer gericht naar uw collega-minister Demir, dat het gemakkelijk is om vanop uw bureau kruisjes te zetten of bedrijven rood te kleuren en te zeggen dat ze weg moeten. Dan je krijg je een abc-verhaal waarin de a’s weg moeten, de b’s moeten verhuizen en de c’s moeten blijven. Zoals u zegt, minister, zitten er nog altijd mensen en gezinnen achter en daar moet ook rekening mee worden gehouden. Niemand zal ontkennen dat er een impact is op het milieu en dat er depositie is, maar ik zeg er altijd bij dat we nooit akkoord zullen gaan met de richtlijnen vanuit Europa, maar dat is een ander debat.

Ik ga ermee akkoord dat ook de landbouwsector initiatieven moet nemen, maar u zult het met me eens zijn dat de landbouwsector de afgelopen jaren al initiatieven heeft genomen. Ik heb al verschillende keren gezegd dat ik regelmatig contact heb met vooral jonge landbouwers en dat die wel degelijk bereid zijn om hun deel te doen. Ik stoor er me altijd aan dat de landbouwsector met alle zonden van Israël wordt beladen. Ik heb dat ook deze week nog in artikelen gelezen. Ik vind dat verschrikkelijk omdat mensen blijkbaar niet beseffen wat de landbouwsector betekent voor een maatschappij.

Ik denk dat er zonder landbouw geen maatschappij zou bestaan, maar daarover kunnen we op een later tijdstip nog verder debatteren.

Ik ben het ook met u eens, minister, over de vermindering van het aantal dieren. Het is heel gemakkelijk om te zeggen dat de veestapel moet verminderen met zoveel procent, maar je moet natuurlijk rekening houden met alle consequenties als je zo’n beslissing neemt.

Wat betreft de budgetten hebt u gelijk. In Nederland wordt er gesproken over miljarden euro’s die worden vrijgemaakt om de gevolgen van de stikstofproblematiek op te vangen. Wij spreken hier over een paar miljoen euro. Een aantal mensen – en ik kijk dan naar de voorzitter - weet wat een degelijk landbouwbedrijf waard is. Met die paar miljoen euro zul je niet ver geraken, zeker als er in Nederland nu al miljarden euro’s worden vrijgemaakt.

Het is misschien mijn slechte karakter – wat een aantal leden ongetwijfeld zal beamen –, maar kunt u bevestigen, minister, dat het inderdaad gaat om tegengestelde visies op landbouw tussen uzelf en de minister van Omgeving? Ik heb de indruk dat we in plaats van vooruit te gaan in dit dossier veeleer achteruitgaan of stilstaan. Kunt u dat bevestigen?

Ik weet dat ik u niet kan of mag vastpinnen op een datum, maar ik heb nu al genoteerd dat ik eind januari een vraag over het stikstofdossier zal indienen. Ik heb ook een vraag ingediend bij uw collega-minister Demir en ik had gehoopt om deze namiddag te kunnen aansluiten bij iemand. Dat is jammer genoeg niet het geval. Ik wil ook eens de kant van het verhaal van minister Demir horen. Wanneer denkt u dat de Vlaamse Regering tot een akkoord zal komen?

De voorzitter

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (CD&V)

Ik sluit me graag aan. Ik denk dat we allemaal worden getriggerd door dit dossier en ongeduldig kijken op welke manier we tot oplossingen kunnen komen. Ik wil beginnen met een positieve noot. Er was dit weekend in het dorp een tractoroptocht in een ongelooflijk mooie kerstsfeer. Dat heeft heel veel mensen samengebracht. Ze kwamen allemaal kijken naar een optocht van maar liefst honderd-en-zeven verlichte tractoren. De meeste opmerkingen die ik heb gehoord, zijn: wauw en amai, dat zijn allemaal jonge mensen. Ik stond ervan versteld dat mensen daar zo verbaasd over waren. Het is ongelooflijk dat mensen er te weinig bij stilstaan dat jonge land- en tuinbouwers willen bouwen aan een toekomst. Heel veel jonge mensen staan klaar om in de sector te stappen en in de toekomst te kunnen zorgen voor kwaliteitsvolle voeding.

Minister, ik ben het met u dan ook eens dat het een complex dossier is en dat alle facetten ervan in beeld moeten worden gebracht wat betreft de impact op zowel de omgeving als het bedrijf en de gezinnen. Die jonge mensen hebben heel veel gedaan om voor ons kwaliteitsvolle voeding te produceren en vooral ook om Vlaanderen een strategische positie te bezorgen op het vlak van de voeding. Als er een impact is, mag het heel duidelijk zijn dat de land- en tuinbouwsector dat niet alleen kan doen. Die boodschap is althans heel duidelijk in Nederland doorgedrongen en ik hoop dat dat inzicht ook in deze Vlaamse Regering aanwezig is. Dat zal nodig zijn om samen een stap voorwaarts te kunnen zetten en effectief een toekomst te bieden aan al die jonge mensen en bedrijfsleiders die zich vandaag actief in de sector inzetten. 

Minister, ik heb een vraag over de rechtszekerheid. Ik heb het daar in het verleden ook al over gehad. We kunnen stellen dat die rechtszekerheid momenteel wankel is. Het is het einde van het jaar en we weten dat vergunningen in het verleden maar verlengd konden worden tot december 2022, dan betekent dat dat bedrijven opnieuw een vergunningsaanvraag zouden moeten indienen, maar dat ze totaal niet weten aan welke voorwaarden die moet voldoen. Dat maakt dat ze vanaf het begin van het jaar mogelijk in een rechtsonzekere positie terechtkomen. Kan het parlement daarvoor een initiatief nemen en/of hoe kijkt u daarnaar zodat we ten minste kunnen voorkomen dat bedrijven in rechtsonzekerheid en dus in de illegaliteit dreigen terecht te komen omdat de overheid nog geen duidelijk kader heeft gecreëerd?

Voor alle duidelijkheid: de timing is belangrijk, maar de inhoud is in dit dossier minstens even belangrijk. We moeten zeker de tijd nemen om tot een goed besluit te komen, maar we moeten er ook over waken dat we de land- en tuinbouwbedrijven niet in een onmogelijke situatie brengen waarvoor ze niet kiezen.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Ik dank collega Sintobin voor de vraag. Het is een vraag die we ons allemaal stellen. Minister, uw antwoord baart me ernstige zorgen want wat u vandaag vertelt, hebt u maanden geleden al verteld. Dat horen we al de hele tijd. Er komt niet veel bijkomende informatie. Het klopt: hoe langer we wachten, hoe groter de rechtsonzekerheid is. De toestand wordt alleen maar erger. Het probleem zal niet vanzelf oplossen. Het verbetert niet, het wordt gewoon erger.

Ik sluit me aan bij de vraag van collega Sintobin. Welke tegenstellingen zijn er nu precies? Ik hoor u daarnet vertellen dat de afbouw van de veestapel voor u geen doel is, maar mogelijk een middel. Ik lees in alle kranten dat u de hakken in het zand zet over de afbouw van de veestapel. Ik wil van u horen: onder welke condities is de afbouw van de veestapel wel bespreekbaar? Het is duidelijk dat we zullen moeten gaan naar een gecombineerd voorstel van maatregelen en dat de afbouw van de veestapel daar een onderdeel van zal zijn, naast een relanceplan voor de landbouw en natuurherstelmaatregelen. U lijkt zich te kanten tegen die eerste maatregel, namelijk de afbouw van de veestapel. Kunt u me vertellen onder welke condities u die afbouw van de veestapel wel ziet zitten?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Ik dank de collega’s voor de aanvullende en heel pertinente – de meeste toch – vragen.

Collega Sintobin, we moeten het kader daarvoor uittekenen. We kunnen niet anders. We moeten ook een einde maken aan de onzekerheid. U hebt het zelf gezegd: het gaat over mensen die in een bedrijfsexploitatie zitten. Tegen sommigen zullen we moeten zeggen dat ze niet op de juiste plaats zitten en tegen anderen dat ze misschien niet zullen kunnen uitbreiden. Ik wil daar met heel veel verantwoordelijkheidszin over kunnen oordelen. De zaak roept heel veel vragen op. Als we nu niet proberen om een antwoord te zoeken op al die vragen, dan zullen die achteraf worden gesteld en dan hebben we geen antwoord. Dat is nog erger dan dat je nu nog wat tijd neemt om duidelijkheid over alles te krijgen.

U hebt heel terecht gezegd dat er ook overgangsmaatregelen moeten worden genomen. Dat zal effectief moeten gebeuren.

Wat die tegengestelde visies betreft zijn er binnen een coalitie uiteraard verschillende partijen. We zijn het eens over het uitgangspunt en wat er moet gebeuren. De doelstelling is ook heel duidelijk, net als het traject dat we tegen 2030 willen afleggen. Maar we moeten tot een werkbare oplossing komen die de landbouw en de industrie leefbaar houdt en waaruit niet blijkt dat de industrie alles mag en de landbouw niets. We moeten ook rekening houden met de cumulatieve effecten voor de boeren omdat er meer landbouwbedrijven zijn. Er zijn heel veel discussiepunten. Ik kan dat niet ontkennen.

Maar het is ook een technisch dossier waarin alle elementen goed moeten worden onderzocht en op punt gezet. Zoals ik al heb gezegd, moet alles voor mij in orde zijn. De boeren hebben daar ook recht op.

Collega Rombouts, u hebt terecht verwezen naar de rechtsonzekerheid en naar de overgangsregeling die nodig is. Dat gaat hand in hand met een definitieve regeling. Als het kader er is, moet er een openbaar onderzoek komen, vervolgens een definitieve beslissing en uiteindelijk moet de regelgeving worden uitgewerkt. Er is nog een jaar nodig voordat alles effectief in werking kan treden. Ondertussen is de vergunning van de boeren ook ten einde. Nu hebben ze een jaar nodig om een nieuwe vergunning aan te vragen. Als je het allemaal optelt, zit je twee jaar verder. Je kunt natuurlijk de indieningstermijnen een stukje korter maken. Er zijn wel mogelijkheden om goede overgangsmaatregelen te nemen, maar die moeten hand in hand gaan met de rest. Er zijn ook vergunningen die begin volgend jaar vervallen. We zullen een initiatief moeten nemen om ook daarvoor een oplossing te vinden zolang de regeling niet definitief is. Dat probleem is niet opgelost als we het voorlopige kader hebben. Dat is maar opgelost als het definitieve kader in werking treedt. Voor heel die periode moet er een overgangsregeling komen.

Collega Schauvliege, het gespin in de kranten is wat het is. Ik spin niet en mijn kabinet ook niet. Misschien worden we daarvoor gestraft. Als ik de krantenartikelen in de voorbije weken lees en zie in welke hoek ik word gezet, dan zou je zin krijgen om te spinnen, niet als een kat of een kater, maar om hetzelfde te doen. Dit dossier is voor mij te belangrijk om dat te doen. Ik zal niet ten koste van mensen allerhande zaken in de media verkondigen die niet correct zijn. Dat doe ik niet. Er is geen heilig huisje in dit dossier. De uitstoot moet omlaag. Ook de veestapel is voor mij geen heilig huisje. Sowieso zal de uitkomst van sommige maatregelen zijn dat er minder dieren zijn, maar dat is voor mij niet het uitgangspunt. Dat is het gevolg van beleidskeuzes die je maakt en waarvan je zeker bent dat de uitstoot ook naar beneden gaat. Ik heb het al een paar keer gezegd: wat dat betreft is er bij mij geen limiet. Je moet niet denken dat de eis van mij is dat er een ongebreidelde groei van het aantal dieren moet zijn. Dat vraag ik absoluut niet. Ik heb geen heilig huisje, maar ik wil ook dat de maatregelen die we nemen, effect hebben en dat we weten dat we op die manier vooruit kunnen.

Voor mij kan het nooit de bedoeling zijn – en dat is voor mij een rode lijn – dat we nu plots van dag op dag inbreken in bestaande bedrijfssituaties en dat we mensen die in de toekomst hebben geïnvesteerd, zouden dwingen om nu alles plots on hold te zetten zonder dat we ze correct vergoeden. Je moet echt correct zijn in wat je doet.

Collega Schauvliege, ik heb daarnet ook verwezen naar het feit dat een gesloten systeem van uitstootrechten bespreekbaar is. Ik vind dat niet zo slecht. Dat laat op sommige plaatsen ook individuele bedrijfsontwikkeling mogelijk. Ik vind dat op zich een bespreekbaar systeem, maar ik maak geen veronderstellingen omdat de doelstelling voor mij is dat de impact van de uitstoot van NOx en ammoniak absoluut moet dalen. Het doel van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) is de stikstofneerslag op de natuur verminderen, dus ook het verminderen van emissies, en dat kun je met heel veel maatregelen realiseren. Dat heb ik ook in de plenaire vergadering gezegd. Een bedrijf dat minder dieren zal houden, zal uiteraard minder impact hebben, maar er zijn ook technologische en voedermaatregelen. Daar mogen we ook geen taboes over hebben.

Iemand wilde die vraag ook graag aan collega-minister Demir stellen. Ik zal niet in haar plaats antwoorden, maar ik wil wel zeggen dat ook het engagement van minister Demir bijzonder groot is. Uit botsende gedachten groeit het licht. Ik vind het ook niet erg dat de gedachten soms eens fors botsen als dat gebeurt in functie van de oplossing die we gezamenlijk willen bereiken.

Collega’s, kerst is doorgaans een periode van vrede en misschien een goede periode om een stapje te zetten in het ontwarren van een aantal moeilijke knopen. Ik heb deze week een indrukwekkende delegatie van boeren ontvangen, eerst van de kippenboeren en vervolgens van de varkenshouders. Dat zijn heel indrukwekkende gesprekken die je niet onberoerd laten. 

Ik moet dat wel zeggen. Met mensen spreken en luisteren naar hun zorgen laat niemand onberoerd, en mij zeker niet. Het sterkt me ook in de overtuiging dat we voor hen tot een menswaardige oplossing moeten komen.

De voorzitter

Ik dank de minister voor haar bevlogen antwoord.

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Iedereen geeft een andere invulling aan het woord ‘bevlogen’. Minister, u mag me in alle anonimiteit de nodige informatie bezorgen, en dan zal ik wel in uw plaats spinnen. Dat is geen enkel probleem. Ik zal u niet vernoemen.

Ik vind het wel jammer. Het is inderdaad een volledig antwoord, maar het is tegelijk ook geen antwoord. U spreekt over kerst en vrede, maar voor veel landbouwers zal het een rechtsonzekere kerst zijn. U zegt dat u de komende dagen en weken inspanningen zal doen. Ik hoop voor u dat u daarin slaagt.

We hebben vorige week ook heel wat gesprekken gehad met de varkensboeren, terwijl andere collega’s vruchteloos voor hun scherm zaten te wachten tot de commissievergadering begon. Ik heb al een paar maanden geleden in de commissie gezegd dat de landbouwers binnenkort op straat zullen komen. Tot op heden blijft het protest heel braaf. Niet dat ik wil dat het er anders aan toegaat, maar het feit dat beide landbouworganisaties op straat komen, bewijst dat het water hen in diverse sectoren tot aan de lippen komt.

Het is zoals collega Rombouts zegt. Ik heb ook heel wat gesprekken en ik verbaas me er telkens opnieuw over dat jonge mensen van 20, 21 of 22 jaar een landbouwbedrijf opstarten of overnemen en met volle goesting een toekomst voor zichzelf en hun gezin willen opbouwen. Ze zeggen dat ze echt niet weten wat er volgend jaar zal gebeuren. U geeft een aantal zaken aan waardoor het twee jaar duurt, maar die mensen zijn daar natuurlijk niet van gediend. Ze moeten rechtszekerheid voor een langere periode krijgen.

U hebt op alles geantwoord, behalve op één vraag. Jammer genoeg kunt u niet meer antwoorden, maar u kunt het antwoord – nogmaals – in alle anonimiteit naar mij sturen. U hebt geen timing gegeven. Ik heb de indruk … De Vlaamse Regering heeft beloofd dat er tegen eind december een oplossing zou komen. We zullen zien wat het resultaat is als ze in de komende dagen plots het licht ziet. Dan kunnen we misschien de commissie bijeenroepen, voorzitter. Ik wacht af en zie wat er gebeurt. Als er een akkoord komt, zal het parlement dat sowieso moeten bespreken. Als er geen akkoord is, staat hier op mijn briefje dat ik eind januari een vraag zal indienen bij minister Crevits en minister Demir.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
Het versterken van de productiviteitsgroei Lees meer
 
 
Pesticiden vanaf 2025 in Brusselse privétuinen verbodenLees meer
 
 
Oproep onderzoeksprojecten biolandbouw 2024 Lees meer
 
 
Half mei start veldkeuringen vermeerderingspercelen zaaizaden van landbouwgewassen Lees meer
 
 
Gezondheidsrisico's bij Basilicumplanten door irrigatie met vervuild (oppervlakte)water Lees meer
 
 
Aanvulling lijsten van oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen in de landbouwLees meer
 
 
Overstromingen van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen dossierLees meer
 
 
Wijziging van diverse decreten over het landbouw- en visserijbeleid Lees meer
 
 
249.000 euro voor vier lokale voedselregisseurs Lees meer
 
 
hittegolven én bosbranden zullen 9 keer vaker voorkomen in Oost-Afrika Lees meer
 
 
Tien nieuwe suikerbietrassen op de Belgische rassenlijst Lees meer
 
 
Packaging: find a workable agreement for the fruit and vegetables sector Lees meer