|  | 
 
		
			| 20 nov 2021 | 09:42 |  
			| 
						
							|   | Periode van verhoogd risico mbt risico op insleep van aviaire influenza
 Beslissing van de Minister van Landbouw. - Verklaring van "periode van verhoogd risico" met betrekking tot het risico op insleep van aviaire influenza in België |  
							| Sinds begin oktober 2021 werden talrijke  gevallen van hoogpathogene aviaire influenza van het type H5 geïdentificeerd bij wilde vogels en pluimvee  zowel in Noord-, Zuid- als in Zuidoost-Europa (Denemarken, Estland, Finland, Duitsland, Ierland,  Italië, Kosovo, Nederland, Polen, Rusland, Tsjechië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk).Een  nieuwe golf van vogelgriep werd in Europa verwacht met de herfstmigratie van watervogels. Er werd immers  een verhoogde virusactiviteit bij wilde vogels en pluimvee vastgesteld tijdens de zomermaanden van 2021  op plaatsen waar veel Europese watervogels broeden namelijk in Rusland en Kazachstan. De geografische  verspreiding van de gevallen van aviaire influenza in de laatste weken toont aan dat de belangrijkste  migratieroutes naar Europa daadwerkelijk besmet zijn. Aangezien de betrokken vogeltrekroutes via België  passeren, is het risico zeer groot dat het hoog pathogene aviaire influenzavirus wilde vogels en pluimveebedrijven  in België besmet.
 Bovendien bleef het vogelgriepvirus dat tijdens de winterperiode 2020-2021  vastgesteld werd op laag niveau circuleren in lokale Europese vogelpopulaties. Deze ononderbroken viruscirculatie  draagt bij tot deze nieuwe golf van vogelgriep, terwijl gewoonlijk de vorige golf uit de Europese vogelpopulaties  verdwijnt zodra de grote zwermen watervogels in het voorjaar terug in hun broedgebieden in Azië zijn  aangekomen.
 Op 10 november 2021 werd de aanwezigheid van het hoog pathogene H5N1-virus in België  bevestigd bij een wilde vogel (brandgans) die in de provincie Antwerpen werd aangetroffen. Dit wijst  erop dat het virus in België circuleert en dat het hele land het risico loopt te worden getroffen.
 De  verschillende sectoren die nauw betrokken zijn bij deze problematiek zijn op de hoogte gebracht van de  huidige situatie en van de reeds bestaande maatregelen die moeten worden toegepast. Deze maatregelen  zijn preventieve maatregelen met betrekking tot verzamelingen, het transport, de melding van de ziekte  en de bioveiligheid (contacten met wilde fauna,...).
 Deze maatregelen zijn vastgelegd in het  koninklijk besluit van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza en in het ministerieel  besluit van 6 juni 2019 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het influenzavirus type  H3 tegen te gaan.
 Bovenop deze maatregelen die altijd van toepassing zijn, hoofdzakelijk gebaseerd  op bioveiligheid, en waarvan bepaalde specifiek zijn voor gevoelige natuurgebieden, kan de minister in  een periode van verhoogd risico op het volledige grondgebied bijkomende maatregelen opleggen (artikel  3/5 van het KB).
 De periode van verhoogd risico moet ook worden bepaald door de Minister (punt  61°  van de definities van het KB).
 Deze bijkomende maatregelen kunnen geheel of gedeeltelijk  worden genomen ("à la carte") en het betreft de volgende maatregelen:
 - Pluimvee van geregistreerde  pluimveebedrijven moet worden opgehokt of op zodanige wijze worden afgeschermd dat contact met wilde  vogels vermeden wordt;
 - Pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels moeten worden opgehokt  of op zodanige wijze worden afgeschermd dat contact met wilde vogels vermeden wordt;
 - Het voederen  en drenken van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels moet binnen gebeuren of op een zodanige  wijze dat contact met wilde vogels onmogelijk is;
 - Het is verboden om pluimvee en andere in  gevangenschap levende vogels te drenken met water dat afkomstig is van oppervlaktewatervoorraden of regenwater  waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water werd behandeld om eventueel aanwezige virussen  te inactiveren;
 - Verzamelingen van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels, andere  dan markten, zijn verboden, uitgezonderd tentoonstellingen en prijskampen van pluimvee gehouden door  particulieren en van andere in gevangenschap levende vogels, waarbij de dieren niet van verantwoordelijke  veranderen en op voorwaarde dat het aanwezige pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels gedurende  de tien dagen voorafgaand aan de verzameling opgesloten werden of beschermd werden waarbij het contact  met wilde vogels onmogelijk was;
 - Alle slachtkippen, die afkomstig zijn van eenzelfde toom,  moeten worden weggehaald binnen de twee werkdagen volgend op de eerste dag van laden met als bestemming  het slachthuis.
 Op basis van de risicoanalyse heeft de Minister de periode van verhoogd risico  vastgesteld voor een onbepaalde termijn vanaf 15 november 2021 en de 4 volgende maatregelen uit bovenstaande  lijst opgelegd:
 - Pluimvee van geregistreerde (professionele) pluimveebedrijven en pluimvee  gehouden door particulieren (privé) moeten worden opgehokt of op zodanige wijze worden afgeschermd dat  elk contact met wilde vogels vermeden wordt. Deze maatregel is niet van toepassing op loopvogels;
 -  Het voederen en drenken van pluimvee en in gevangenschap levende vogels moet binnen gebeuren of op zodanige  wijze dat elk contact met wilde vogels onmogelijk is;
 - Het is verboden om pluimvee en andere  in gevangenschap levende vogels te drenken met water dat afkomstig is van oppervlaktewatervoorraden of  regenwater waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water werd behandeld om eventueel aanwezige  virussen te inactiveren.
 - Het uitladen van pluimvee kan enkel gebeuren onder de voorwaarden  bepaald door het FAVV.
 Afhankelijk van de evolutie van de situatie kan deze lijst met maatregelen  in voorkomend geval worden aangepast of kan de periode van verhoogd risico worden stopgezet via een nieuwe  beslissing.
 17 november 2021.
 D. CLARINVAL
 
 
   |  |  |  |