Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 03 feb 2021 10:18 

Het digitale kunstmestregister


Vraag om uitleg over het digitale kunstmestregister van Chris Steenwegen aan minister Zuhal Demir

De voorzitter

– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Minister, een tijdje geleden hadden wij hier een hoorzitting met de Mestbank om haar Mestrapport 2020 voor te stellen. De cijfers over de waterkwaliteit zijn niet goed, ze zijn eerder verontrustend. Omdat fosfor de beperkende factor is geworden in dierlijke mest blijkt uit de mestcijfers dat de stikstofgift meer en meer aangevuld wordt met kunstmest. De cijfers die de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) heeft over het kunstmestgebruik, verschillen erg sterk van de cijfers van het Departement Landbouw en Visserij. Op basis van een extrapolatie van hun monitoring schatten we het werkelijke gebruik echt veel hoger in dan wat de VLM aan gegevens binnenkrijgt. Het Mestrapport geeft nogmaals aan dat er bij controles nog te vaak overtredingen worden vastgesteld. Mest en mestverwerking blijken nog altijd een fraudegevoelige zaak te zijn.

Om de bovenstaande vaststellingen te kunnen remediëren, zijn een aantal maatregelen voorzien. Een ervan is het bijhouden van een kunstmestregister. Dat is vanaf 1 januari 2022 digitaal. De mensen van de Mestbank lieten verstaan dat er reeds een mogelijkheid was gecreëerd om nu reeds digitaal te werken, al was dat weliswaar voor hen die daartoe vandaag al bereid waren of daar de voorkeur aan zouden geven. We hebben het daar in de hoorzitting eventjes over gehad.

Hoewel ik op basis van de hoorzitting met de Mestbank had begrepen dat iedereen zich hierin kon vinden, steeg er tot mijn verrassing een storm van protest op vanuit de sector. Dat gebeurde na een mail van de VLM aan de landbouwers en de kunstmestproducenten, -verdelers, -importeurs en -exporteurs. Die protesten richten zich niet alleen op het feit dat er voorbarig gecommuniceerd wordt, maar ze branden het voorliggende besluit ook tot de grond af.

Het schot voor de boeg werd gegeven door de BB. De voorzitter was erg scherp. Zij schrijft in haar voorwoord in B&T dat als je de mail leest, je de indruk krijgt dat je vandaag al verplicht bent om digitaal te registreren. Niets is minder waar, stelt zij, want het betrokken besluit is nog niet definitief door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Zoals vorig jaar kun je gewoon de gegevens in een eigen papieren of ander register bijhouden. Ze zegt ook dat men doet alsof de definitieve goedkeuring van het besluit slechts een formaliteit is, maar dat is het helemaal niet. Ze stelt ook nog het volgende: “Het register dat vorig jaar in ontwerpversie door de Vlaamse regering principieel werd goedgekeurd, is immers onwerkbaar in de praktijk en pure regelneverij. Wij willen zeker werken aan een verbetering van de waterkwaliteit en wij zijn absoluut tegen misbruik, maar met wat men daar heeft uitgewerkt, schiet men zijn doel voorbij. We hebben de politiek dan ook zeer duidelijk de boodschap gegeven dat het huiswerk opnieuw moet gebeuren. Dat blijft ook ons signaal naar de Vlaamse regering – wees daar maar zeker van. Wij zijn niet tegen een kunstmestregister maar het moet wel eenvoudig en haalbaar zijn. Dus geen gedrocht dat enkel bedoeld is om boeren en tuinders op te zadelen met nog maar eens administratieve rompslomp zonder meerwaarde voor de waterkwaliteit.” Dat zijn volgens mij toch redelijk sterke bewoordingen.

De sectororganisaties FEGRA, VEGROM (Vereniging der Groothandelaars in Meststoffen) en BELFertil sluiten zich hierbij aan. Ze zeggen dat de VLM vooruitloopt op een definitieve goedkeuring van het wetgevend kader. Ze wijzen erop dat de procedure nog lopende is. 

Minister, dat leidt tot mijn volgende vragen.

Wat vindt u zelf van de mail die door de VLM, die onder uw bevoegdheid valt, is bezorgd? Bent u van oordeel dat die inderdaad stelt dat een digitale aangifte vandaag al vereist is? Of dat die mail de indruk wekt dat dat zo is?

Kunt u toelichting geven bij de procedures die lopende zijn ter voorbereiding van een definitieve goedkeuring van het besluit van de Vlaamse Regering (BVR)? Wat is daarvan de stand van zaken?

Volgens de BB is wat voorligt, onwerkbaar in de praktijk en pure regelneverij die leidt tot bijkomende administratieve rompslomp. Hebt u van de BB reeds voorstellen ontvangen om tot een werkbaarder voorstel te komen? Welke waren deze? Zullen deze aanleiding geven voor een aanpassing van het BVR?

Volgens de BB zal het voorstel zoals het nu voorligt, niet voor een betere waterkwaliteit zorgen. Welke voorstellen hebt u van de BB ontvangen om, uitgaand van het sterk toenemend gebruik van kunstmest, te zorgen voor een betere waterkwaliteit? 

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Collega, er staat volgens mij niets verkeerds in de mail van de VLM. Landbouworganisaties en individuele landbouwers vragen ons natuurlijk om informatie over het kunstmestregister, wat dat allemaal inhoudt enzovoort. Dan kun je twee dingen doen. Ofwel geef je die informatie en zeg je: ‘Het komt eraan, maar weet wel dat het nog wettelijk definitief moet worden goedgekeurd door de regering.’ Want, zoals u weet, is dat nu naar de Europese Commissie, moet dat nog terugkomen en een definitieve goedkeuring krijgen van de regering. Ik vind het normaal dat een administratie die veel vragen krijgt van landbouwers, een mail stuurt waarin staat dat het besluit nog niet definitief werd goedgekeurd, maar dat het eraan komt. De administratie kon er ook voor kiezen niets te doen. Maar ja, dan zou het ook niet goed zijn. Dan zou men zeggen: ‘We wisten weer van niets, we worden koud gepakt.’ Ik vind het dus normaal dat de Mestbank duidelijk aangeeft dat de digitale registratie eraan komt, maar pas verplicht wordt na de definitieve goedkeuring van het besluit. Ik heb niets verkeerds gelezen in die mail. Het is de taak van de overheid om die informatie te delen.

Zoals ik zei, is het besluit aangemeld bij Europa. De Europese Commissie en de lidstaten hebben vanaf de aanmelding drie maanden de tijd om te reageren via de TRIS-databank (Technical Regulations Information System). Concreet betekent dit dat de definitieve goedkeuring van het besluit pas kan gebeuren na afloop van deze drie maanden. Dat is op 22 februari 2021.

We weten allemaal wat de stand van zaken van onze waterkwaliteit is. Ik bekijk dat allemaal heel nuchter. Ik baseer mij gewoon op de cijfers. De waterkwaliteit is gewoon niet goed. Punt uit. We zullen ze moeten verbeteren. In het principieel goedgekeurd besluit werden al voorstellen van de sector verwerkt, zonder aan de kern van het besluit te raken. Zo werd een uitzondering ingeschreven voor kleinere landbouwers waardoor deze dit jaar en volgend jaar slechts één keer per maand het kunstmestgebruik digitaal moeten registreren.

We hebben er ook speciaal op gelet dat de administratieve last tot een minimum wordt beperkt. Hoe hebben we dat gedaan? In het ontwerpbesluit is opgenomen dat in de toekomst de gegevens die de kunstmesthandelaren registreren, automatisch kunnen worden overgenomen, zodat de landbouwer die niet nog eens moet registreren. Dit willen we samen met de betrokken actoren zo snel mogelijk implementeren. Daarnaast heeft de VLM momenteel al contact met firma’s die software ontwikkelen die door de landbouwers reeds gebruikt wordt in het kader van kwaliteitsprogramma’s van bijvoorbeeld veilingen en voedingsindustrie en waarin de landbouwers nu al informatie moeten ingeven over het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Er is reeds voorzien dat deze systemen automatisch informatie kunnen uitwisselen met het loket van de Mestbank, zodat de landbouwer deze info niet opnieuw moet ingeven. Wij proberen zo veel mogelijk informatie die reeds beschikbaar is en werd meegedeeld, op te slaan in de software, zodat er geen dubbel werk moet worden verricht. Dat lijkt mij toch een heel belangrijk gegeven.

Het klopt dat niet alle voorstellen werden opgenomen, zoals het afstappen van de registratie op perceelsniveau of een registratie met een lagere frequentie. Het decreet schrijft een registratie op perceelsniveau voor. Dat voorstel werd dan ook niet weerhouden. Een lagere frequentie houdt risico’s in voor de volledigheid van de gegevens en beperkt de handhavingsmogelijkheden op een correcte bemesting. Het uiteindelijke doel van dit besluit is het reëel kunstmestgebruik te inventariseren. Zoals u zelf aangeeft, toont het laatste mestrapport dat de waterkwaliteit niet verbetert, en dat het kunstmestgebruik veel hoger ligt dan hetgeen aangegeven wordt via de jaarlijkse Mestbankaangifte.

Om dus een correct zicht te hebben op het reële kunstmestgebruik is dan ook een meer gedetailleerde en snelle registratie noodzakelijk, natuurlijk zonder dat we de landbouwers dubbel werk gaan laten verrichten, als het gaat om informatie die we al hebben. Daar letten we dus wel op.

Een andere bekommernis was de digitale registratie. Hieraan is tegemoetgekomen door een overgangsperiode van twee jaar te voorzien waarbinnen een maandelijkse digitale registratie volstaat. Deze periode biedt ook de mogelijkheid om de digitale vaardigheden te versterken. Ik denk dat dit allemaal heel redelijk is, wat we aan het doen zijn, collega Steenwegen.

Dan mijn antwoord op uw laatste vraag. Zoals u aangeeft, gaf ik naar aanleiding van de ongunstige evolutie van de waterkwaliteit de opdracht aan de VLM om in de zomer van 2020 een consultatieronde te organiseren met het middenveld, met de uitdrukkelijke vraag naar voorstellen om de effectiviteit van het mestbeleid te verhogen. Zowel de BB als het Algemeen Boerensyndicaat (ABS), voor alle duidelijkheid, zijn ingegaan op dit consultatievoorstel. Ze legden hierbij de nadruk om de in het zesde actieprogramma opgenomen maatregelen en instrumenten verder uit te rollen vooraleer extra maatregelen op te leggen. Verder is de BB ook vragende partij om de methodiek van de beoordeling van de waterkwaliteit te herbekijken en vraagt de organisatie aandacht voor de impact van de klimatologische omstandigheden.

Op basis van deze consultatieronde bezorgde ik, zoals ik tijdens de hoorzitting aankondigde, begin deze maand mijn voorstellen aan zowel de landbouworganisaties als aan de milieuorganisaties. Het overleg hierover is ook lopende.

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Ik heb die vraag gesteld omdat ik wat verwonderd was, en ook niet goed begreep vanwaar die scherpe reacties kwamen. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat in de hele mestproblematiek een goede controle nodig is. Het Mestrapport heeft nogmaals aangetoond dat het een heel fraudegevoelige materie is. We hebben het al vaak gehad over digitale manieren die ons kunnen helpen om de controles op een bepaalde manier te vergemakkelijken, en om een meer ‘level playing field’ te creëren. Ik denk dat de meeste collega’s ook voorstander zijn om op dat pad verder te gaan.

Het is ook wel zo, en dat begrijp ik, dat de landbouwers zelf schrik hebben om weer bijkomende administratieve verplichtingen te krijgen. Ik denk dat dit een belangrijk aandachtspunt is. Ik heb van u gehoord dat er een aantal voorstellen zijn opgenomen om daaraan te voldoen. Ik denk dat het vermijden van dubbel werk zeer belangrijk is op dat vlak. Daarover – en ook over andere dingen die u aangeeft – ben ik dus wel tevreden.

Ik vraag me eigenlijk af hoe het nu verder gaat. Het besluit zit nu in die consultatie, maar voor zover ik begrijp, is het besluit – zoals het in die consultatie of in de procedure gegaan is – totaal onaanvaardbaar voor de landbouworganisaties. Hoe ziet u nu de toekomst nadat het besluit terugkomt? Gaat u nog aanpassingen doen? Gaat u opnieuw in overleg met de landbouworganisaties? En vooral, hoe gaat u ervoor zorgen dat de bedoeling van het besluit wordt gerealiseerd? Hoe gaat u er dus voor zorgen dat de kunstmestgift veel beter in kaart wordt gebracht dan vandaag – want we hebben er eigenlijk vandaag geen idee over – zodanig dat we veel beter kunnen sturen, zodat het teveel aan mestgift vermindert om onze waterkwaliteit te verbeteren. Mijn bijkomende vraag is dus: wat na terugkomst van het dossier, en het terug naar de regering brengen ervan?

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (sp·a)

Ik kan me aansluiten bij de laatste bedenkingen van collega Steenwegen. We zijn alle twee heel duidelijk trouwe lezers van B&T. Daarin merk ik toch echt wel dat, hoe meer het duidelijk wordt dat er een immens probleem is van impact van landbouw op waterkwaliteit, hoe schriller de toon wordt in dat blad – met name bij de voorzitter, die in haar edito’s een soort van guerrilla aan het voeren is tegen een beleid dat gericht is op waterkwaliteit.

Je kunt daar bedenkingen bij hebben. Het lijkt alsof de BB ervan uitgaat dat je alleen aan landbouw kunt doen als je geen rekening hoeft te houden met de effecten op de omgeving. Maar goed: iedere activiteit die een impact heeft op de omgeving, wordt nu eenmaal geacht om daarmee rekening te houden en zich daarnaar te gedragen. Je rijdt met je auto waar je naartoe wilt, maar dat moet wel gebeuren volgens de regels die voor iedereen gelden. Ik heb toch de indruk dat er bij een aantal landbouworganisaties een manifeste onwil is, die hoe langer hoe groter wordt, om op een manier die echt effect heeft, mee te werken. Men is eerder bezig met de leden op te jutten dan met oplossingen te zoeken.

Ik heb het u vorige week al in de plenaire vergadering gevraagd, en ik zal er dadelijk nog eens op terugkomen in mijn eigen vraag om uitleg over de waterkwaliteitsplannen en de stroomgebiedsbeheersplannen, maar kunt u wat inzage geven in het verloop van dat stakeholderoverleg rond MAP 6+? Zijn daar verslagen van? Zijn die beschikbaar? Kunnen die misschien publiek worden gemaakt? Door de escalatie die er nu is, zou het voor iedereen toch wel nuttig zijn om te weten wat de verschillende standpunten zijn, wie er bereid is om zijn verantwoordelijkheid te nemen en wie totaal onwillig is. Ik denk dat het voor iedereen nuttig zou zijn om dat te weten. Dank u wel. 

De voorzitter

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (CD&V)

Dank u wel, minister, voor het antwoord.

Mijnheer Tobback, u maakt heel graag processen van mensen. Ik vind het spijtig dat ze zich in dezen niet kunnen verdedigen. Misschien zegt dat meer over hen die beoordelen dan over hen die hebben gesproken, maar dat laat ik voor uw rekening.

Ik probeer in dezen wel effectief naar de boodschap te kijken, minister. Ik had tijdens de bespreking van het voortgangsrapport van de Mestbank zelf al gevraagd naar het kunstmestregister en de digitalisering daarvan. Ik heb op dat moment ook mijn bezorgdheid geuit. Het hoofd van de Mestbank heeft toen heel snel geantwoord dat er eentje online staat en dat er nog over gecommuniceerd zal worden. Terwijl we in de commissie zaten, stelde ik vast dat er een mailing is vertrokken naar de landbouwers om te zeggen dat het kunstmestregister online stond. Er staat inderdaad ook uitdrukkelijk bij dat het besluit nog niet definitief genomen is, maar als het dit jaar wordt genomen, moet men vanaf 1 januari dit digitale register gebruiken.

Ik denk, collega’s, dat wij er allemaal van overtuigd zijn dat het kunstmestgebruik zo goed mogelijk in beeld moet worden gebracht, en dat wat digitaal kan, ook digitaal moet gebeuren, natuurlijk wel op een gebruiksvriendelijke manier. Ik begrijp uit de reacties dat er daar effectief iets mee scheelt. Minister, ik ben blij dat u aangeeft dat de gegevens van een verkoper in de toekomst zouden kunnen worden overgenomen door de koper. Ik ga er eigenlijk wel van uit dat als een iemand die ingeeft, dat al voldoende is, en dat het duidelijk is dat de kopers, de landbouwers in dit geval, geen actie meer hoeven te ondernemen, tenzij er fouten gebeuren.

Ten tweede ben ik blij dat u ook bereid bent om in de systemen die vandaag reeds bestaan, zoals teeltfiches en/of andere aangiftes van bemestingspraktijken, naar gelijkaardige informatie te zoeken. Zo hoeft men het gebruik van de mest slechts eenmaal aan te geven. Het register, waarvan het hoofd van de Mestbank heel trots was dat het tijdens mijn vraag online stond, laat dat echter totaal niet toe. Vandaag moet men op perceelniveau alle gegevens volledig opnieuw ingeven, en dat binnen een heel beperkt tijdsbestek. Men moet bij wijze van spreken al de aangifte doen als men op het veld staat. Daar liggen dus een aantal knelpunten.

Ik ben dus blij, minister, dat u heel duidelijk aangeeft dat u bijsturingen op basis van het gebruik wilt doen, maar in dezen heb ik toch de vraag op welke manier daarover verder op het terrein wordt gecommuniceerd?

Zult u ten tweede ook verder in overleg gaan omtrent het besluit?

Een laatste vraag die ik zou willen stellen, is over de overgangsperiode. U haalt heel duidelijk aan dat er een periode van twee jaar wordt voorzien voor de overgang, om ook de digitale vaardigheden van de mensen te kunnen versterken. Mijn eerste vraag daarbij is of dat gekoppeld is aan een eventuele evaluatie tijdens die periode, waarin geleerd kan worden van wat de ervaringen op het terrein zijn? En hoe gaat u in dezen om met de handhaving daaromtrent?

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Het thema van de toename van het kunstmestgebruik is hier inderdaad al eerder ter sprake gekomen. Maar er is een gebrek aan betrouwbare cijfers, en vanuit het beleid hebben wij natuurlijk zeer sterk behoefte aan correcte cijfers, om op basis daarvan dan ook een correct beleid te kunnen voeren. Ik hoop dus de sector hieraan meewerkt, in plaats van de stekels op te steken. Ik denk, collega’s, dat we allemaal vol interesse dezelfde vakliteratuur – waaraan hier wordt gerefereerd – lezen. In die vakliteratuur beweert de landbouwsector altijd constructief te zullen meewerken aan dit verhaal, aan dit milieubeleid, aan die waterkwaliteit. Dan moeten ze dat inderdaad ook bewijzen, denk ik. ‘Geen woorden, maar daden’, zou ik zeggen. Maar uiteraard, ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat dit best gebeurt met een minimale administratieve last. Dat geldt voor alle sectoren, en dat geldt ook hier. Dus: liefst correcte cijfers, hoe sneller hoe beter, graag constructief, en met zo weinig mogelijk administratieve overlast voor de sector.

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Ja, collega’s, wij blijven natuurlijk altijd constructief, ook de medewerkers van het kabinet, en ook de administratie. Wij willen natuurlijk ook wel vooruit, vooruitgang boeken in de waterkwaliteit. Wij vinden dat bijvoorbeeld ook als het gaat over rioleringen. Daarvoor hebben we ook heel wat budgetten naar voren getrokken. We proberen op alle fronten inspanningen te leveren, en uiteraard moet dat gebeuren op een constructieve toon. Ik denk dat iedereen dat ook moet nastreven. U moet dat ook aanbrengen bij uw mensen. We moeten vooral vermijden om in een polemiek te komen, want ik denk dat de waterkwaliteit daar helemaal geen baat bij heeft.

Als het bijvoorbeeld gaat over de administratieve vereenvoudiging: ik denk dat ik heel duidelijk heb geantwoord dat de gegevens die handelaren registreren in de toekomst automatisch zullen worden overgenomen. Dat kan. We zijn ook softwarematig bezig, zodat dit ook mogelijk wordt. Maar tijdens overleg bleek, bijvoorbeeld, dat de BB niet op de hoogte was van de mogelijkheden om data over te nemen uit systemen van veilingen en handelaars. Dat hebben we ook uitgelegd tijdens die overleggen. Daar zitten dus heel wat kansen om samen te werken om de administratieve last voor de landbouwers ook zo beperkt mogelijk te houden. Het is echt niet de bedoeling om daar een heel boek over te schrijven, integendeel, het moet echt bijdragen tot realisaties op het terrein. Vandaar ook de bekommernis rond de digitale registratie. Ik denk dat we daar toch ook heel redelijk zijn als we spreken over een overgangsperiode van twee jaar waarbinnen een maandelijkse digitale registratie volstaat. In die twee jaar denk ik dat het toch wel mogelijk moet zijn om de digitale vaardigheden ook aan te leren, te versterken, enzovoort. Het zijn allemaal heel redelijke en normale zaken die we doen.

Uiteraard zullen we ook afwachten wat de reacties zullen zijn uit de Europese consultatie. We zullen kijken wat die reacties zijn, en of we eventueel nog aanpassingen moeten doen. We blijven natuurlijk in overleg. Eenmaal we de feedback hebben van Europa zullen we weer overleg met de landbouworganisaties organiseren, om te zorgen voor een goede uitvoerbaarheid van het kunstmestgebruik. Daarvoor hebben we natuurlijk iedereen op het terrein nodig.

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Minister, bedankt voor uw antwoord. Laat mij duidelijk zijn: ik heb de vraag niet gesteld om uw beleid in vraag te stellen, maar wel vooral omdat ik het enorm betreur dat de voorzitter van de grootste landbouworganisatie eigenlijk opruiende taal spreekt. Ik kan het niet anders noemen. Ik zag ook niets verkeerds in de mail. Die was heel duidelijk en gaf aan, zoals trouwens ook in de hoorzitting is gezegd, dat die mogelijkheid bestaat, maar dat er nog geen enkele verplichting is om dat te doen en dat je gewoon op een andere manier kunt registreren. Dat wordt volledig in vraag gesteld, er worden conclusies uit getrokken en er wordt daar een verhaal gebracht dat heel sterk polariseert, terwijl we allemaal weten hoe moeilijk het al is en we proberen om die polarisatie te vermijden. Ik vind dat echt heel betreurenswaardig. Ik was ook echt geschrokken van de toon, die ik echt betreur.

Ik denk dat wij allemaal samen moeten proberen om daar wat afstand van te houden, verder te werken en vooral voor ogen te houden wat we moeten bereiken, namelijk een betere waterkwaliteit. Dat zal inderdaad maar kunnen door betere controles en vooral door beter zicht te krijgen op die stromen, ook van kunstmest, dat een alsmaar belangrijker plaats inneemt, zoals we hebben kunnen vernemen. We moeten daar goed zicht op krijgen, om uiteindelijk de waterkwaliteit te verbeteren. En daar gaat het om.

Ik wil nog even aansluiten bij een opmerking die collega Tobback maakte. U hebt een nieuwe overlegstructuur opgezet om verder het debat rond bemesting aan te gaan. Het zou inderdaad interessant zijn om zicht te krijgen, bijvoorbeeld op verslagen van dat overleg, om te kunnen inschatten wat de standpunten zijn, wat daar door de verschillende actoren is ingebracht en wat dan de reden is waarom u volgens hen totaal doof bent gebleven voor hun vragen. Of klopt dat niet? Om daar wat zicht op te krijgen, zou het interessant zijn, mocht u daartoe bereid zijn, om een aantal van die verslagen aan de commissieleden te bezorgen. Dan kunnen we zelf zien hoe het gesprek verloopt, welke argumenten en elementen zijn aangebracht en welke daarvan in uw werk zijn overgenomen.

Voor de rest wachten we dan af wat er terugkomt na de Europese discussie en in hoeverre er nog aanpassingen nodig zijn.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
Het versterken van de productiviteitsgroei Lees meer
 
 
Pesticiden vanaf 2025 in Brusselse privétuinen verbodenLees meer
 
 
Oproep onderzoeksprojecten biolandbouw 2024 Lees meer
 
 
Half mei start veldkeuringen vermeerderingspercelen zaaizaden van landbouwgewassen Lees meer
 
 
Gezondheidsrisico's bij Basilicumplanten door irrigatie met vervuild (oppervlakte)water Lees meer
 
 
Aanvulling lijsten van oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen in de landbouwLees meer
 
 
Overstromingen van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen dossierLees meer
 
 
Wijziging van diverse decreten over het landbouw- en visserijbeleid Lees meer
 
 
249.000 euro voor vier lokale voedselregisseurs Lees meer
 
 
hittegolven én bosbranden zullen 9 keer vaker voorkomen in Oost-Afrika Lees meer
 
 
Tien nieuwe suikerbietrassen op de Belgische rassenlijst Lees meer
 
 
Packaging: find a workable agreement for the fruit and vegetables sector Lees meer