Het wordt almaar moeilijker windmolens op te trekken in Vlaanderen, en nu trekt ook Europa de bouwvoorschriften in twijfel. Onder meer de Vlaamse regels rond slagschaduw en geluidshinder moeten worden herbekeken.
In 2019 kwamen er in Vlaanderen nog ‘slechts’ 25 nieuwe windturbines bij. Twee jaar eerder waren dat er op jaarbasis nog 80. Reden voor de forse daling: een fabrikant van turbines die in de problemen geraakte maar tevens fel burenprotest dat steeds vaker de kop opsteekt. En ook het Europees Hof van Justitie bemoeilijkt de zaken nu nog wat meer. Nadat inwoners van het Oost-Vlaamse Nevele protesteerden tegen de bouw van 5 windturbines langs de E40-autosnelweg oordeelt het Europese Hof nu dat de Vlaamse milieuregels omtrent windturbines niet volgens de Europese richtlijnen zijn.
Welke gevolgen heeft dat?
Concreet vraagt Europa dat Vlaanderen de normen rond onder meer slagschaduw, geluidshinder en veiligheid veel beter onderbouwt. Zijn de normen wel voldoende streng? Bieden ze voldoende bescherming aan omwonenden en de omliggende natuur? Daarover vraagt Europa een uitgebreide milieueffectenrapportage.
Zal dat de normen voor de bouw van windmolens strenger maken?
Dat moet blijken. De huidige regelgeving dateert van zo’n 10 jaar geleden. Intussen zijn windturbines krachtiger en groter geworden, waardoor niet wordt uitgesloten dat de voorwaarden wat betreft slagschaduw, geluidshinder en ook veiligheid moeten worden bijgesteld. “Nieuwere modellen zijn anderzijds stiller geworden, en grotere installaties betekenen niet noodzakelijk meer slagschaduw”, nuanceert Bart Bode, directeur van sectorfederatie VWEA, de Vlaamse windenergie-associatie. “Onze normen behoren bovendien al tot de strengste van Europa.”
Mogen windmolens slagschaduw veroorzaken?
Ja, maar zeer beperkt. Voormalig Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) besliste in 2012 dat er op dagbasis niet meer dan 30 minuten slagschaduw mag zijn op een huis, kantoorgebouw of rusthuis in de buurt. Op jaarbasis mag dat in totaal niet meer dan 8 uur zijn. Wanneer een windmolen meer slagschaduw dreigt te veroorzaken dan toegelaten, moeten de wieken worden stilgelegd.
En wat met geluidsoverlast?
Ook daar zijn (ingewikkelde) Vlaamse normen voor, die mede afhangen van de buurt waarin een windmolen staat. Zo zijn er andere normen voor woon-, landbouw en ten slotte industriegebieden. Voor woongebieden komt de norm er ongeveer op neer dat een windmolen overdag niet meer lawaai mag maken dan een vaatwasmachine, en ’s nachts niet luider mag zijn dat een koelkast.
Heeft Vlaanderen nog extra windmolens nodig?
Volgens cijfers van de Vlaamse windenergie-associatie (VWEA) stonden er eind 2019 bijna 550 windmolens in Vlaanderen, goed voor een vermogen van zo’n 1.300 megawatt (MW). Maar dat moet beter. Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) houdt immers vast aan de Vlaamse klimaat- en energiedoelstellingen. En die schrijven voor dat tegen 2030 windenergie zo’n 2.500 MW aan stroom moet opleveren. Dat betekent in de praktijk dat er over 10 jaar nog eens zo’n 500 windturbines moeten bijkomen.
Is daar in Vlaanderen plek voor, nu omwonenden steeds vaker in het verzet gaan?
VWEA-directeur Bart Bode meent van wel. “Je moet dat verzet ook nuanceren. Uit enquêtes van de overheid blijkt steevast 70 tot 80 procent van de Vlamingen voor windenergie te zijn, ook in hun eigen buurt.” En er is ook nog plek. Dor meer windmolens in havengebied te zetten, langs stukken snelweg waar geen bebouwing is, of door oudere windmolens te vervangen door exemplaren die veel meer stroom opwekken.