Droogte 2018: pootgoedoogst gaat tegenvallen

Omdat de NAK bij de veldkeuringen relatief veel pootgoed in klasse heeft verlaagd zal er van sommige rassen erg weinig pootgoed in de hogere klassen beschikbaar komen. Telers wachten tot het uiterste voor ze het loof dood maken in de hoop dat ze nog wat in de kilogramopbrengst kunnen winnen.
 
Peter Berghuis, voorzitter van LTO-werkgroep Pootaardappelen en pootgoedteler in het Groningse Kloosterburen, constateert dat het knolaantal redelijk goed is bij de vroege rassen. Maar de kilogramopbrengst ligt bij de vroege rassen circa 15 tot 20% onder het gemiddelde en bij de late rassen zou de opbrengst zelfs tot 30% kunnen achterblijven bij normaal.
 
Jan van Hoogen, directeur van pootgoedhandelshuis Agrico vindt het nog te vroeg om te zeggen met hoeveel procent de oogst achter gaat blijven ten opzichte van het gemiddelde. “Het knolaantal is goed, maar de maatverhouding niet. Er komen deze oogst veel aardappelen in de maat 28/35 millimeter.
 
Directeur Gerard Backx van HZPC stelt vast dat telers tot het uiterste wachten voor ze aan de oogst beginnen. “Het is ook nog te droog voor de oogst. Nu oogsten zou teveel beschadiging geven aan de knollen.” Backx verwacht ook duidelijk lagere opbrengsten dan gemiddeld, maar vindt het nog te vroeg om in te schatten hoeveel dat zal zijn. "Er zijn grote verschillen tussen gebieden, tussen telers, tussen velden en zelfs binnen een perceel. De vele klasseverlagingen geeft problemen voor een aantal rassen. Gezien de virusdruk ben ik ook niet optimistisch over de resultaten in de nacontrole."