|
Landbouwexpert: "Om klimaat te redden moet Europa net méér bemesten"
Striktere stikstofregels, een strenger mestactieplan. De boeren zijn boos en komen in opstand. “Maar de boerenorganisaties weten al jaren dat die plannen eraan komen”, zegt professor Wannes Keulemans, een scherpe waarnemer van het landbouwbeleid. Met een al even scherpe mening over rood vlees en bioboerderijen.
|
Begrijp plantenbiotechnicus Wannes Keulemans (KU Leuven) niet verkeerd. In zijn eigen tuin kweekt hij biopaprika’s en komkommers. En als hij samen met zijn vrouw al eens een kippetje wil verorberen, trekt hij naar de biowinkel, waar hij twee of drie keer meer betaalt dan in de supermarkt. Maar biolandbouw zal volgens hem de wereld niet redden. Integendeel: “We laten de biolandbouw maar beter varen.” In de richtlijnen van de Europese Unie staat nochtans dat 25 procent van onze landbouw bio moet zijn. “Een utopie”, zegt Keulemans. “Want er is eenvoudigweg geen vraag naar. Maar het grootste probleem is dat er gewoon geen plaats voor is.” Een biodier vraagt dubbel zoveel oppervlakte als een ander, bij de biogewassen is dat anderhalf. “Die plaats is er niet. Of je zou natuurgebied moeten aansnijden.”
“Exact. Toen Europa met de Green Deal kwam in 2019, heb ik samen met enkele collega’s meteen becijferd wat daarin stond. Voor onze gezondheid wil Europa dat we veel minder rood vlees consumeren. Maar over minder rood vlees produceren, staat niets in de Green Deal. Nochtans zit daar voor het klimaat de grote winst. Stel dat we twintig procent minder rood vlees produceren. Dan beperk je niet alleen de uitstoot van broeikasgassen, maar er komt ook landbouwgrond vrij, die je kan bebossen. Daarmee zou je in totaal een CO₂-reductie van 250 miljoen ton per jaar bereiken. Dat is meer dan de helft van de volledige Europese broeikasgasemissie door landbouw (ongeveer 450 miljoen ton, red.).”
Minder vee zou eigenlijk een no-brainer moeten zijn?
“Ik krijg daar weinig applaus voor, maar onze veestapel moet worden afgebouwd. In Vlaanderen produceren we vlees, vooral varkens, voor grosso modo 18 miljoen mensen. Als we onze vleesconsumptie zouden halveren, zoals het hoort volgens Europa, dan produceren we eigenlijk voldoende vlees voor 36 miljoen mensen. Dat is absurd, want het zadelt ons op met een teveel aan stikstof, fosfor én broeikasgassen. Het kan niet anders, of er moet een uitbolmogelijkheid komen voor boeren in die sector. Want het wordt nog absurder als je weet dat een familiaal bedrijf met rundvee voor 85 procent van zijn inkomen afhankelijk is van subsidies. Vlaanderen kan dat geld gebruiken om boeren die stoppen te vergoeden en om te herbebossen.”
Heeft u eigenlijk reactie gekregen op uw berekening?
“Ik heb ze naar driehonderd belanghebbenden gemaild. Van hen hebben er drie gereageerd: Gwendolyn Rutten (Open VLD), het kabinet van Alexander De Croo (Open VLD) en iemand van het kabinet van Frans Timmermans, vicevoorzitter van de Europese Commissie. Ze waren geprikkeld en wilden daarover eens samenzitten. Maar daarna heb ik nooit meer iets gehoord. Wacht. (neemt zijn gsm waaraan een post-it kleeft) We hebben nog meer berekend. Stel, je negeert ook de EU-richtlijnen om twintig procent minder te bemesten en vijftig procent minder pesticiden te gebruiken – God mag weten waar men die cijfers heeft gehaald. Dan kan je nóg intensiever landbouw bedrijven.”
“Niet in Vlaanderen, want hier doen we dat al te veel en moeten we dus verminderen. Maar over heel Europa bestaat nog steeds een productiekloof van veertig procent. Dat betekent dat er veertig procent meer geproduceerd zou kunnen worden op de huidige landbouwoppervlakte. Als we de extensieve landbouw in vooral Oost-Europa naar een hoger niveau tillen, zou er voor dezelfde productie ongeveer 25 miljoen hectare extra grond kunnen vrijkomen, die we opnieuw natuurgebied kunnen maken en die voor nog eens 200 miljoen ton minder CO₂-uitstoot zou zorgen. Dan zou onze landbouw dus klimaatneutraal zijn.”
Maar wel met rivieren, bodems en mensen vol nitraten en pesticiden?
“Die pesticiden zijn niet bedreigend voor onze gezondheid, toch niet als we de Europese richtlijnen respecteren. Om toxisch te zijn voor ons lichaam, zou er honderd keer meer residu in ons lichaam moeten overblijven dan nu. Een conventionele appel bevat gemiddeld vijf keer meer pesticiden dan een bio-exemplaar. Maar dat is dus nog altijd twintig keer minder dan wat toxisch is.”
Niet alleen het Vlaamse varken moet eraan geloven, ook de friet is bedreigd, horen we de boeren roepen.
“De problematiek van de overbemesting is niet nieuw. Het is een voorbeeld van een non-beleid. Daardoor is de toestand vandaag erger dan tien jaar geleden. Door een te complex mestactieplan (MAP), door de uitzonderingcultuur en doordat veel boeren er zich daarom ook niets van aantrekken. Daarom is het goed dat MAP 7 eenvoudiger wordt.”
Wie loopt te hard van stapel: minister Demir met haar plan of de boeren met hun protest?
“Het plan is drastisch geformuleerd, maar het is wel een basis om te onderhandelen. De boerenorganisaties weten al jaren dat die plannen eraan komen. Maar ze denken altijd dat ze het beleid zullen kunnen negeren, in plaats van mee te denken in de richting waar het heen moet.”
Waarom zou iemand vandaag nog boer worden?
“Omdat het een mooie stiel blijft voor wie ervan houdt. Het beroep wordt te vaak negatief afgeschilderd. Op zich zijn er bijvoorbeeld heel weinig boeren die niet milieuvriendelijk willen produceren. Maar ze moeten wel winst kunnen maken. Een van de grootste aardappelboeren hier in de streek heeft een contract voor een vaste prijs met een Nederlands frietbedrijf. Over de jaren heen ligt die ongeveer twintig procent hoger dan de prijs die andere aardappelboeren krijgen. Waarom? Zijn kwaliteit is top. Dat is wat die afnemer wil. België moet dus niet de meeste frieten willen produceren, maar wel de beste. En daar meer winst op nemen. Idem voor de varkens: wij zijn een enorme exporteur, akkoord. Maar kent u een Vlaamse varkensspecialiteit?”
|
|