‘Die 40 liter neerslag per vierkante meter verandert niets aan het uitzonderlijke neerslagtekort’, zegt waterkundige Patrick Willems (KU Leuven). ‘Zelfs met de felle buien van gisteren blijven we in een toestand die maar eens in de vijftig jaar voorkomt.’ Hij haalt er een veelzeggende grafiek bij. Daarop zie je hoe het neerslagtekort zich stelselmatig opbouwt sinds het begin van het hydrologische zomerseizoen, dat is 1 april. Vanaf toen is er meer water verdampt dan er uit de hemel gevallen is.
2020 overtreft wat dat betreft andere bekende droge jaren als 1976, 2017 en 2018; en dan moeten de klassieke piekmaanden juli en augustus nog komen.
We zien de twee kanten van de klimaatmedaille. Door de veranderende weerpatronen mogen we rekenen op langere periodes van droogte, naast momenten van korte, heel intensieve neerslag. Omdat de droge bodem keihard is en vanwege de hoge graad van verharding in Vlaanderen vloeit het meeste regenwater tijdens die stortbuien gewoon weg. Het krijgt de tijd niet in de bodem te sijpelen.
Te velde was het reeds voor een aantal gewassen té laat: vlas, ajuinen, spinazie ... Hier werd op veel plaatsen herzaaid met o.a. maïs. Schade door heel moeilijke opkomst in bieten, wortelen, maïs, ... De vroege aardappelen zijn verre van een succes, voor wat de late betreft, is dit diaspora, maar de voorspelde warmte-golf van deze week zal daar zeker geen goeds bijdragen.
Sofie Scherpereel - Landbouwexpert