Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 14 nov 2019 09:15 

Het plattelandsbeleid in het Vlaamse regeerakkoord


Vraag om uitleg over de aandacht voor het plattelandsbeleid in het Vlaamse regeerakkoord van Jeremie Vaneeckhout aan minister Zuhal Demir

De voorzitter

De heer Vaneeckhout heeft het woord.

Jeremie Vaneeckhout (Groen)

Ook in mijn naam welkom in deze commissie. Ik hoop dat we de volgende jaren regelmatig over het plattelandsbeleid van gedachten kunnen wisselen. Misschien is mijn vraag een goede inleiding op de toelichting van uw beleidsnota, want ik denk dat een aantal zaken wel zullen overlappen.

Na de verkiezingen van 26 mei werd eens te meer duidelijk dat vanuit de meer landelijke regio's in Vlaanderen andere en bezorgde signalen werden geuit dan in de centrumsteden binnen de Vlaamse Ruit. Dit fenomeen dat een groeiende kloof laat zien tussen 'stad' en 'platteland', hoe kunstmatig deze onderverdeling in het toch algemeen verstedelijkte Vlaanderen ook is en blijft, is zorgwekkend én verdient wat mij en mijn fractie betreft een grondig antwoord. Bovendien kunnen we vaststellen dat dit geen uniek Vlaams fenomeen is. Ook in andere regio's in de wereld is dit het geval. De uitdagingen in het buitengebied zijn divers en groot. Ze gaan over heel veel thema's als mobiliteit, landbouw, dienstverlening, sociale cohesie, eenzaamheid, leegstand, kernversterkingen, onderinvesteringen in infrastructuur, klimaatbeleid, landschapsbeleid, enzovoort.

Een geïntegreerd plattelandsbeleid zal de komende jaren een belangrijke focus moeten zijn. We zien dan ook een opvallende alinea in het regeerakkoord: “Het Vlaams plattelandsbeleid wordt verder uitgebouwd als beleidsveld dat alle plattelandsactoren stimuleert om intensief samen te werken voor het realiseren van bestuurlijke en ruimtelijke transformaties op het platteland. Uitdagingen in dit verband situeren zich op vlak van leefbare dorpen, sociale cohesie, open ruimte, klimaat, productieve en kwalitatieve landschappen en leefomgeving. We hervormen de Vlaamse en Europese subsidieprogramma’s voor plattelandsbeleid. Hierbij zorgen we voor een duidelijkere aansluiting bij de Vlaamse beleidsprioriteiten. We kiezen ervoor (plattelands)middelen niet te versnipperen.”

We kunnen intussen evenwel vaststellen dat de werking van het Gemeentefonds, ook met de aanvullingen in het regeerakkoord rond de respo-bijdrages en open ruimte, een structurele onderfinanciering en achterstand van de buitengemeenten en -steden niet opvangt ten aanzien van een aantal Vlaamse centrumsteden. Daarom wordt er veel hoop gezet op de subsidieprogramma’s, die het Vlaams regeerakkoord wil hervormen.

Bent u het met ons eens dat de noden van het buitengebied in Vlaanderen groot en urgent zijn? Op welke manier wilt u als bevoegd minister hierop een antwoord geven?

Op welke manier zullen de betrokken gebieden en besturen mee richting kunnen geven aan het Vlaams beleid hieromtrent?

Bent u van mening dat de huidige middelen volstaan om op het platteland een inhaaloperatie te maken?

Hoe ziet u de krachtlijnen van de voorgenomen hervorming van de Vlaamse en Europese subsidieprogramma's? Op welke manier wilt u versnippering van de middelen tegengaan?

In welke mate zullen de programma's gebonden blijven aan strikte voorwaarden?

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Ik ben ook verheugd dat ik in deze commissie aanwezig mag zijn.

Ik hoop dat ik de volgende jaren hier met u vaak van gedachten en ideeën zal wisselen. Het platteland is belangrijk voor mij. Ik kom ook uit een provincie waar het platteland heel wat uitdagingen vraagt. Ik kan dan meteen ook op uw eerste vraag antwoorden, mijnheer Vaneeckhout. Het Vlaams buitengebied staat inderdaad onder druk. Het staat voor belangrijke uitdagingen. In mijn beleidsnota ga ik nog uitgebreid in op de interdisciplinaire en interbestuurlijke aanpak die ik nodig acht om hier een duidelijk antwoord op te bieden.

Op welke manier zullen de betrokken gebieden en besturen mee richting kunnen geven aan het Vlaams beleid? Ik ben daar in de beleidsnota Omgeving al uitvoerig op ingegaan.

Ik wil dat we ons als Vlaamse overheid anders organiseren om beter te kunnen inspelen op de maatschappelijke lokale dynamiek die er is, door minder te sturen en meer te ondersteunen en te faciliteren. Ik zal partnerschappen opbouwen met lokale besturen, die toch wel de motor zijn daarin, met middenveldpartijen en met koepels van omgevingsprofessionals. Daarnaast geloof ik ook sterk in nieuwe relaties tussen het landelijke en het stedelijke. Nieuwe partnerschappen met ook stedelijke actoren kunnen een innovatief en duurzaam ondernemerschap doen ontstaan, dat de strikte tweedeling tussen stad en platteland overstijgt. Onder meer ook via korteketennetwerken, circulaire economie en hernieuwbare energie kan het Vlaamse platteland zijn economische sectoren ook verbreden.

Wat de inhaaloperatie betreft, kan ik u meedelen dat de Vlaamse Regering in het regeerakkoord in extra middelen heeft voorzien voor alle gemeenten, dus exclusief de dertien centrumsteden, om hun inspanningen voor het beheer en de vrijwaring van de open ruimte te honoreren en te versterken. Het gaat hier om een bijkomend budget van 33,1 miljoen euro in 2020. Dat stijgt tot 190 miljoen euro in 2024. Ik denk dat dat ook nodig was voor ons platteland.

Samen met mijn collega bevoegd voor Landbouw zal ik ook sterk inzetten op de continuïteit van de verbrede plattelandsmaatregelen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) na 2020. Bij het ontwerpen van de subsidieprogramma’s zal ik de Vlaamse beleidsdoelstellingen ook duidelijk verankeren. Lokale initiatieven kunnen daar dan gebiedsgericht invulling aan geven. Momenteel kan ik daar wel nog geen concrete uitspraken over doen, aangezien het GLB nog op de tekentafel ligt.

Dan was er uw laatste vraag, over de mate waarin de programma’s gebonden zullen blijven aan strikte voorwaarden. Ook wat dit betreft, zullen de modaliteiten van de nieuwe programma’s en subsidies volgen uit voorwaarden en regels die vervat zitten in de nog goed te keuren Europese verordeningen die uitvoering zullen geven aan het GLB.

De voorzitter

De heer Vaneeckhout heeft het woord.

Jeremie Vaneeckhout (Groen)

Minister, dank u wel. Ik denk dat het goed is dat u ook uit eigen ervaring spreekt. Het gaat dan wel om een andere provincie dan de mijne, maar ze wordt toch met een aantal van dezelfde uitdagingen geconfronteerd.

Nog los van de resultaten van de verkiezingen van 26 mei en de signalen die toen zijn gegeven, denk ik dat u, net als ik, op het terrein heel vaak voelt dat er echt grote bezorgdheden zijn, dat er ook een grote frustratie leeft, al dan niet terecht. We moeten daar wel een antwoord op geven. Ik denk dat men daar in deze commissie bovengemiddeld gevoelig voor is, en dat heel wat collega’s dat hier dus kunnen delen.

Ik ben dan blij om te horen dat u ook heel sterk kiest voor die autonomie en de ervaring op het veld zelf. Ik zou u dus, samen met de commissie, ook willen uitnodigen en uitdagen om de komende vijf jaar permanent die oefening te doen. Want er leeft ook wel een frustratie dat dat aandachtspunt, dat die signalen – ondanks veel aanwezigheid van lokale mandatarissen in dit parlement – toch ondergesneeuwd geraken door andere, ook terechte aandachtspunten voor het Vlaamse beleid. Die specifieke bezorgdheden voor het platteland zijn buiten de muren van deze commissie soms wel wat afwezig. Ik denk dat we daar heel beducht voor moeten zijn. Als we het geloof in de politiek in het algemeen willen herstellen, dan zal dat ook een deel van het antwoord zijn.

Ik ben ook blij dat u ervoor kiest om niet in een strikte tweedeling te vervallen. Die is immers niet productief. Ik denk dat stad en platteland elkaar kunnen versterken en dat in die zin de passages uit het regeerakkoord over regionale samenwerking ook interessant kunnen zijn. Ik heb daar gisteren ook met uw collega, minister Somers, van gedachten over gewisseld in de commissie Binnenlands Bestuur. Ik denk dus dat dat een goede piste is.

Waar ik wel heel bezorgd om ben, is dat bij de keuzes die de Vlaamse Regering op dit moment maakt met betrekking tot extra middelen voor lokale besturen, dezelfde verhoudingen behouden blijven. Het zijn dus opnieuw de centrumsteden die met het grootste deel van de middelen gaan lopen. Traditioneel hebben we een verdeling waarbij er ongeveer een derde naar de stad Antwerpen gaat, en dat is terecht, want daar zijn grote bezorgdheden. Nog een derde gaat naar de andere centrumsteden en een derde naar heel de rest van Vlaanderen, maar daar woont natuurlijk wel 75 procent van de Vlamingen. 75 procent van de Vlamingen woont niet in die centrumsteden.

Ik betreur dat de Vlaamse Regering er nog altijd voor kiest om die verhouding niet te veranderen en niet fundamenteel extra te investeren in dat buitengebied. Ondanks de inspanningen die gebeuren, blijven die verhoudingen onrechtmatig scheefgetrokken. Ik denk dus dat er echt wel nog een bijkomende inspanning moet gebeuren, en zou u dus willen oproepen om de komende maanden ook de tijd te nemen om echt in kaart te brengen welke de noden exact zijn. Daar bestaat zeer veel onderzoek naar, maar er zijn ook zeer veel ervaringen op het veld.

Bent u van plan om dat op een zeer actieve manier te doen? Hoe zult u dat doen? Hoe zult u met die lokale besturen partnerschappen sluiten? Denkt u dat de huidige middelen die voorzien zijn voldoende zijn om die inspanningen waar te maken en echte resultaten te boeken in de volgende legislatuur?

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Ik onderschrijf het feit dat deze vraag de toelichting van de beleidsnota wat overlapt. Ik onderschrijf natuurlijk de bekommernis van de heer Vaneeckhout, ook omdat ik een provinciegenoot ben. Ik woon sinds kort wel in een centrumstad, maar ik weet natuurlijk dat de noden op het platteland heel groot zijn.

Ik heb wel mijn twijfels over de theorieën van de heer Vaneeckhout over het stemgedrag op 26 mei en de reden waarom sommige mensen op die manier hebben gestemd, maar dat is hier geen punt van discussie.

Het is inderdaad zo, en dat blijkt al zo uit de afgelopen jaren, minister, dat er op het platteland een aantal problematieken spelen waar dringend iets aan gedaan moet worden. Ik zit sinds 2004 hier in dit Platteland…

De voorzitter

U zit in het Vlaams Parlement. (Gelach)

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

…En ook in het parlement. Maar ook in het platteland, want ik woonde toen nog op het platteland. (Gelach) Ik bedoel maar dat wat ik in deze commissie Plattelandsbeleid door de toenmalige ministers in de loop der jaren heb horen verklaren vandaag nog altijd hoor. Er is op dat vlak niet veel veranderd, het is op het platteland alleen maar verslechterd. Ik denk aan de eenzaamheid, de armoede, de afbouw van de dienstverlening in vele kleinere gemeenten.

Voorzitter, als burgemeester weet u ook dat er kleine gemeenten zijn – ik veronderstel dat je die ook in Limburg vindt – waar geen postkantoor is, waar geen bankautomaat is, waar geen lokale winkel is, waar, horresco referens, geen café is. En dat wordt alsmaar erger. Dat verklaart bijvoorbeeld in West-Vlaanderen, maar misschien ook in uw provincie, minister, het aantal zelfmoorden dat op het platteland alsmaar stijgt.

De heer Vaneeckhout heeft daarin natuurlijk een punt. Het gebrek of tekort aan middelen voor de plattelandsregio’s ten opzichte van de centrumsteden is groot. Het is inderdaad zo dat er in de loop der jaren, en dat zal wel historisch zo gebeurd zijn, een scheefgroei is gebeurd tussen platteland en stad. Dat is vooral zo via het Gemeentefonds. Ik hoop dat er een mogelijkheid bestaat om in de loop der jaren toch iets aan de financiering van die plattelandsgemeenten te doen.

Ik heb nog een bijkomende vraag. U hebt zelf geantwoord op de vraag hoe u in relatie staat met het beleidsdomein Landbouw. Maar er is ook een correlatie met het beleidsdomein Welzijn. Plattelandsbeleid en Welzijn moeten eigenlijk in elkaar schuiven. Hoe wilt u eigenlijk samenwerken met het beleidsdomein Welzijn en hoe wilt u vanuit die optiek de noden op het platteland lenigen? 

De voorzitter

De heer Nachtergaele heeft het woord.

Joris Nachtergaele (N-VA)

Ook in Oost-Vlaanderen is er heel wat platteland. (Gelach) Vandaar deze tussenkomst.  Ik ben burgemeester van een plattelandsgemeente, dus ik deel de bezorgdheden die hier worden geuit.

Toch ben ik wel tevreden, en dat is vandaag misschien nog te weinig benadrukt, met die 417 miljoen euro die de Vlaamse Regering uittrekt. Die 417 miljoen euro hebben voor alle lokale bestuurders het verschil in de opmaak van de meerjarenplanning gemaakt.

Bij de vraag over het al te directief optreden en de lokale autonomie, vind ik dat de lokale autonomie ook wel gerespecteerd moet worden. Ik heb er heel veel vertrouwen in dat onze lokale bestuurders dat geld naar eigen goeddunken goed zullen besteden. De ervaringen met het Plattelandsfonds leren ons dat het maken van een koppeling ook niet meteen nuttig is, want men besteedt die gelden aan projecten die men zelf wil.

Een andere vraag betrof de versnippering van de plattelandsmiddelen en de intentie  om die Europese en Vlaamse subsidies te hervormen. U hebt in uw beleidsbrief aangekondigd dat u contact zou opnemen met de provincies om ook daar voor een bepaalde stroomlijning te zorgen. Welke timing hebt u voor de hervorming van die subsidies voor ogen? Wanneer zou u hiervoor met voorstellen komen? Op welke termijn zult u met de provincies overleggen?

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (sp·a)

Ik heb eigenlijk gewoon een korte bedenking. Uiteraard kennen we de situatie in Limburg goed. Dit gezegd zijnde, gisteren was ik ook even in de commissie bij minister Somers. Ik heb hem daar trouwens ook al over ondervraagd. Als ik heel die uitleg hoor, dan is dat over het algemeen goed, maar mijn vraag is hoe dat zich verhoudt tot heel de problematiek van de fusies van de gemeenten die, hoe je het ook draait of keert, toch wel tussen de regels wordt aangekondigd in dit regeerakkoord of bij vragen. Ik verwacht daar nu geen antwoord op.

Het enige dat ik eigenlijk wil suggereren, is dat er toch ten minste een stroomlijning zou komen tussen enerzijds het belang benadrukken van die plattelandsgemeenten, met een aantal concrete voorbeelden die worden aangehaald van burgemeesters van kleinere gemeenten, en anderzijds die fusies van gemeenten, die er toch wel opnieuw zitten aan te komen, als we het allemaal goed lezen – al dan niet vrijwillig. Voor mij is dat een heel duidelijke correlatie en ik vind dat dat veel te weinig wordt benadrukt.

Bart Dochy (CD&V)

Ik ben zeer verheugd over het enthousiasme van de commissie. Het is bijna de strijd om het platteland, van West-Vlaanderen tot Limburg, over Oost-Vlaanderen. Dat is een goede dynamiek die hier op deze manier kan ontstaan. Dit is zeer complex. Het is natuurlijk een horizontale bevoegdheid, die zeer veel domeinen behelst. Minister, u hebt een zeer belangrijke uitdaging met uw bevoegdheid inzake het plattelandsbeleid, en we kijken echt uit naar uw antwoord nu en uw beleidsnota straks.

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Voorzitter, ik ben ook heel blij met de vragen uit de commissie. Ik zal straks de beleidsnota toelichten.

Wat de vraag over de fusie van de gemeentes betreft, ik ga me daar niet over uitspreken. Dat was, denk ik, een algemene opmerking.

Ik besef heel goed dat de uitdaging heel groot is. De signalen die worden gegeven, ook vanuit lokale besturen op het platteland, zijn groot. Ze vragen ook om hulp. Ik heb vertrouwen in die lokale besturen, dus als alle beleidsnota’s wat achter de rug zijn, zal ik zo snel mogelijk een rondetafel organiseren met de plattelandsburgemeesters die daarop willen intekenen. Dan zullen we het gesprek aangaan.

Ik zal ook de boer opgaan, ik zal ter plekke eens gaan kijken, om ervoor te zorgen dat we die middelen ook goed kunnen inzetten voor de noden die er zijn, voor wat er nodig is, op aangeven van die burgemeesters. Want die weten toch wel het best wat daar leeft in hun gemeente. Jullie hebben aan mij dus zeker een partner daarin. Ik wil daar echt wel mijn trekkende rol in spelen. Ik ben iemand die veel energie heeft. De voorzitter weet dat nog. Ik wil jullie daar ook graag bij betrekken. Ik kan op dit moment wel geen timing geven. Ik zal me daar dus nog niet over uitspreken. Laat me nu eerst alle beleidsnota’s doen, en dan stap voor stap de problemen een voor een aanpakken.

De voorzitter

De heer Vaneeckhout heeft het woord.

Jeremie Vaneeckhout (Groen)

Minister, ik heb het nog niet geschetst in het begin van mijn vraag, maar tot u spreekt uiteraard ook een inwoner van dat platteland, en iemand die tot drie maand geleden – bij ons mogen we niet cumuleren – schepen was in het prachtige Anzegem, in Zuid-West-Vlaanderen. Maar ik deel inderdaad het idee dat we dit niet enkel provinciaal moeten benaderen. Dit gaat over heel wat provincies. Zoals ik daarnet zei, woont 75 procent van de Vlamingen niet in centrumsteden. Vaak lijken we dat in alle politieke debatten wat te vergeten. We mogen die 75 procent niet in de steek laten. Die gemeenten slaken inderdaad al jaren een noodkreet. Ik zit hier nog niet zo lang, ik spreek nu als lokaal bestuurder, maar daar is de afgelopen jaren eigenlijk veel te weinig antwoord op gegeven.

Ik zie dan nu opnieuw dat er terecht grote inspanningen gebeuren voor de centrumsteden, maar dat die verhoudingsgewijs een stuk minder gebeuren voor die plattelandsgemeenten. Dat betreur ik een beetje. In de commissie Binnenlands Bestuur gaf minister Somers eigenlijk zelf aan dat die middelen voor dat openruimtefonds weinig effect zullen hebben qua openruimtebeleid. Dan is het te betreuren dat we dat eigenlijk nu bij het begin van de legislatuur al weten. Als ik dan zie in wat er nu voorligt dat er al besparingen van 6 procent worden gepland op het Plattelandsfonds, dan hoop ik oprecht dat u de woorden die u hier spreekt, ook echt meent, dat u zelf wel doordrongen bent van het belang van dat plattelandsbeleid.

Mijn laatste oproep is: laten we die 75 procent Vlamingen voor het eerst niet in de steek laten, laten we dat plattelandsbeleid niet zien als een soort zijbevoegdheid, laten we dat de komende jaren, ook in deze commissie, als een soort kernfunctie zien. Ik deel de mening van collega’s die ook actief zijn als bestuurder in andere plattelandsgemeenten: laten we dat echt als de kern van onze opdracht zien. Het gaat hier veel breder dan landbouw en visserij alleen. Het gaat echt ook over alle inwoners van dat platteland, die een goed Vlaams bestuur verdienen.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
Versoepeling boetesysteem Mestbank Lees meer
 
 
Gloednieuwe website rond duurzame bemesting van aardappelen Lees meer
 
 
EU-lidstaten geven groen licht voor versoepelingen GLBLees meer
 
 
Pesticiden - Schadelijke gezondheidseffecten voor landbouwers Lees meer
 
 
Landbouwsites - Zonevreemde functiewijzigingen Lees meer
 
 
West-Vlaamse landbouwbedrijven - Stopzetting en opstartLees meer
 
 
2024 Beheerovereenkomst 3000 landbouwersLees meer
 
 
Nauwelijks aanvragen voor provinciale subsidies voor kustvaartuigen Lees meer
 
 
Lokale familiale landbouw wordt verdreven door Natuurpunt! Lees meer
 
 
Versoepelingen en administratieve vereenvoudigingen van het GLB in 2024 Lees meer
 
 
België haalt stemming over natuurherstelwet van agenda Lees meer
 
 
Toelating van Renure-meststoffen Lees meer
 
 
Planeet op rand van afgrond na warmste decennium ooitLees meer
 
 
Vlaamse peer verbazend sterk omringd door technologie Lees meer
 
 
Verhoogde kans op voetziekte in wintertarwe door natte najaar 2023Lees meer
 
 
Agristo nv: opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Wielsbeke Lees meer
 
 
Nieuwe IPM-checklist 2024 met extra driftreducerende technieken en doppen Lees meer
 
 
Vlaams Belang steunt juridische acties tegen goedgekeurd Ventilus-tracé Lees meer
 
 
Correct rekenen met dierlijke mest Lees meer
 
 
Plantenveredeling via nieuwe genomische technieken Lees meer
 
 
Herbekijk de recente studiedagen akkerbouw over suikerbieten- en aardappelteelt Lees meer
 
 
Webinars en studiedagen Landbouw&VisserijLees meer
 
 
Verzamelaanvraag 2024 invullen kan tot en met 30 april Lees meer
 
 
VLIF-steun voor productieve investeringen (vanaf 2023) VLIF-aanvraagperiodes 2024 Lees meer